IPhO 2010 De 41 st International Physics Olympiad Croatia Theoretische toets Maandag, 19 July 2010

Vergelijkbare documenten
Fysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.

Begripsvragen: Elektrisch veld

DE XXXII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

7 College 01/12: Electrische velden, Wet van Gauss

Juli blauw Vraag 1. Fysica

De 42 e Internationale Natuurkunde Olympiade Bangkok, Thailand Experimentele toets Donderdag 14 juli 2011

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS

DE XXXIII INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE

Hoofdstuk 23 Electrische Potentiaal. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

Augustus blauw Fysica Vraag 1

Augustus geel Fysica Vraag 1

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2019 TOETS APRIL 2019 Tijdsduur: 1h45

VLAKKE PLAATCONDENSATOR

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Tweede ronde - theorie toets. 21 juni beschikbare tijd : 2 x 2 uur

Vrijdag 19 augustus, uur

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Theory DutchBE (Belgium) De grote hadronen botsingsmachine (LHC) (10 punten)

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2014 TOETS APRIL uur

Q l = 23ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 23ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

NATUURKUNDE 8 29/04/2011 KLAS 5 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK

De 35 e Internationale Natuurkunde Olympiade Pohang, Zuid-Korea Theorie-toets Zaterdag 17 juli 2004 duur: 5 uur

Vlaamse Fysica Olympiade Eerste ronde

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

TENTAMEN NATUURKUNDE

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2014 theorietoets deel 1

toelatingsexamen-geneeskunde.be

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel.

Langere vraag over de theorie

PRACTICUM TOETS Donderdag, 25 juli 2002

. Vermeld je naam op elke pagina.

Fysica. Een lichtstraal gaat van middenstof A via middenstof B naar middenstof C. De stralengang van de lichtstraal is aangegeven in de figuur.

Hertentamen Elektromagnetisme: Theorie (NS-107B)

Fysica. Indien dezelfde kracht werkt op een voorwerp met massa m 1 + m 2, is de versnelling van dat voorwerp gelijk aan: <A> 18,0 m/s 2.

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2012 TOETS APRIL uur

Opgave 1 Golven op de bouwplaats ( 20 punten, ) Een staalkabel met lengte L hangt verticaal aan een torenkraan.

Schriftelijk examen 2e Ba Biologie Fysica: elektromagnetisme

Q l = 24ste Vlaamse Fysica Olympiade. R s. ρ water = 1, kg/m 3 ( ϑ = 4 C ) Eerste ronde - 24ste Vlaamse Fysica Olympiade 1

NATUURKUNDE KLAS 5. PROEFWERK H8 JUNI 2010 Gebruik eigen rekenmachine en BINAS toegestaan. Totaal 29 p

De energievallei van de nucliden als nieuw didactisch concept

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

(a) Noem twee eigenschappen die quarks en leptonen met elkaar gemeen hebben.

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2018 TOETS 1

Vlaamse Fysica Olympiade 27 ste editie Eerste ronde

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD


The 41 st International Physics Olympiad in Croatie Experimentele toets Woensdag 21 juli 2010

Langere vraag over de theorie

Hoofdstuk 22 De Wet van Gauss

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

QUARK_5-Thema-01-elektrische kracht Blz. 1

Tentamen: Energie, duurzaamheid en de rol van kernenergie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrostatica. 25 juli dr. Brenda Casteleyn

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

Tentamen Elektromagnetisme 1 (NS-103B)

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

1 Overzicht theorievragen

TENTAMEN NATUURKUNDE

Opgave 1 Waterstofkernen

Tentamen Natuurkunde 1A uur uur vrijdag 14 januari 2011 docent drs.j.b. Vrijdaghs

TENTAMEN THERMODYNAMICA 1 Wb april :00-12:00

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2013 PRAKTIKUMTOETS

Elektromagnetische veldtheorie (121007) Proeftentamen

In een U-vormige buis bevinden zich drie verschillende, niet mengbare vloeistoffen met dichtheden ρ1, ρ2 en ρ3. De hoogte h1 = 10 cm en h3 = 15 cm.

o a. onveranderd blijven o b. verdubbelen tot -360 kv. o c. stijgen tot een waarde van OV. o d. positief worden tot een waarde van 720 kv.

Hoofdstuk 12 Elektrische velden. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Verbrandingstechnologie d.d. 9 maart 2009

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1975

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

Vlaamse Fysica Olympiade 31ste editie Eerste ronde

Oefeningenexamen Fysica 2 1ste zit

In deze eindtoets willen we met jullie samenvatten waar we het in het afgelopen kwartiel over gehad hebben:

1. Een karretje op een rail

TENTAMEN NATUURKUNDE

Tentamen Fysica: Elektriciteit en Magnetisme (MNW en SBI)

Examen VWO. tijdvak 1 vrijdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

1. Langere vraag over de theorie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

jaar: 1989 nummer: 25

De Broglie. N.G. Schultheiss

In de figuur hieronder zie je een Elektromagnetische golf: een golf die bestaat uit elektrische en magnetische trillingen.(zie figuur).

****** Deel theorie. Opgave 1

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Thermodynamica. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Mkv Magnetisme. Vraag 1 Twee lange, rechte stroomvoerende geleiders zijn opgehangen in hetzelfde verticale vlak, op een afstand d van elkaar.

1 Bellenvat. 1.1 Intorductie. 1.2 Impuls bepaling

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1, kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4, J/(kg.

Examen Algemene Natuurkunde 1-7 december 2018

Transcriptie:

IPhO 2010 De 41 st International Physics Olympiad Croatia Theoretische toets Maandag, 19 July 2010 Lees dit eerst: 1. Voor de theorie toets is 5 uur beschikbaar. 2. Gebruik uitsluitend de door de organisatie ter beschikking gestelde pen. 3. Gebruik alleen de voorkant van de vellen papier. 4. Gebruik voor je berekeningen alleen de ter beschikking gestelde rekenmachine. 5. Let op dat elk vraagstuk zijn eigen kleur heeft. Vraagstuk 1 is rood, vraagstuk 2 is blauw en vraagstuk 3 is geel. 6. Elk vraagstuk staat op een vragenformulier, met een Q in de linkerbovenhoek. 7. Je moet de antwoorden die je hebt gevonden samenvatten op het antwoordblad, gemarkeerd met een A in de links boven.. 8. Verder is er een set extra werkbladen, gemarkeerd meet een W links boven, waarop je je berekeningen kunt schrijven. Numerieke antwoorden moeten geschreven worden met zoveel significante cijfers als gevraagd wordt. 9. Schrijf op de werkbladen alles waarvan je denkt dat nodig is voor de oplossing van het vraagstuk.wat je nodig acht. Gebruiik zo weinig mogelijk tekst als mogelijk is en gebruik vooral vergelijkingen, figuren, getallen en grafieken 10. Voor elk probleem en elk van de bladen (vraagblad, antwoordblad en werkblad) vul je bovenenaan elk blad dat je gebruikt je studentnummer, het paginanummer en het totaal aantal gebruikte pagina s in Zet een kruis door alle andere beschreven bladen die niet nagekeken hoeven te worden. Neem deze bladen ook niet op in de nummering van de bladen.. 11. Leg aan het einde alle bladen in de juiste volgorde in de mappen. Per kleur eerst de antwoordebladen Daarna de beschreven bladen die nagekeken moeten worden in de geode volgorde. Dan de bladen die niet nagekeken hoeven te worden. (gemerkt met een groot kruis). Ongebruikte werkbladen En de opgavenbladen. Stop alle papieren met dezelfde kleur in de map met dezelfde kleur, en laat alles op je tafel achter. Je mag geen enkel blad meenemen, ook de rekenmachine niet.

41ste IPhO, Kroatie Theoretische competitie, 19 Juli 2010 1/3 1. Het beeld van een lading in een metalen voorwerp Inleiding De methode van de spiegeling Een puntlading is geplaatst vlakbij een geaarde metalen bol met straal R [zie Figuur 1(], waardoor er een oppervlaktelading wordt geïnduceerd op de bol. Het berekenen van het elektrisch veld en de potentiaal van de verdeling van de oppervlaktelading is een enorme klus. Echter, de berekening kan aanzienlijk vereenvoudigd worden door het gebruik van de zogeheten methode van spiegeling. Met deze methode kan het elektrisch veld en de potentiaal van een ladingsverdeling over een bol voorgesteld worden door een elektrisch veld en potentiaal van een enkele puntlading q in de bol. Let op: het elektrisch veld van deze spiegellading q geeft het elektrisch veld en de potentiaal alleen weer buiten de bol (inclusief zijn oppervlakte). ( ( Fig. 1.( Een puntlading q in de nabijheid van een geaarde metalen bol. ( Het elektrisch veld van de geïnduceerde lading over de bol kan voorgesteld worden als het elektrische veld van een spiegellading q. Vraag 1 De spiegellading De symmetrie van het probleem schrijft voor dat de lading q geplaatst zou moeten worden op de lijn die de verbinding vormt tussen de puntlading en het middelpunt van de bol [zie figuur 1(]. Wat is de waarde van de potentiaal op de bol? (0.3 punten) Geef een uitdrukking voor de lading q en voor de afstand d van die lading q tot het middelpunt van de bol, gebruik makend van q, d, en R. (1.9 punten) c) Geef een uitdrukking voor de kracht die op de lading q werkt. Is de kracht afstotend? (0.5 punten)

41ste IPhO, Kroatie Theoretische competitie, 19 Juli 2010 2/3 Vraag 2 Afscherming van een elektrisch veld Beschouw een puntlading q op een afstand d van het middelpunt van een geaarde metalen bol met straal R. We willen weten wat de invloed is van de geaarde metalen bol op het elektrisch veld in punt A aan de andere kant van de bol (zie Figuur 2). Punt A ligt op de lijn die de verbinding vormt tussen de lading q en het middelpunt van de bol; de puntlading q ligt op een afstand r van punt A. Geef een uitdrukking voor de vector van het elektrisch veld in punt A. (0.6 punten) Geef de uitdrukking voor het elektrisch veld op een zeer grote afstand r>>d, gebruik makend van de benadering (1+ 2 1 2a, als a<<1. (0.6 punten) c) In welke limiet van d schermt de geaarde metalen bol het veld van de lading q geheel af, zodat het elektrisch veld in punt A exact gelijk is aan nul? (0.3 punten) Fig 2. Het elektrisch veld in punt A is gedeeltelijk afgeschermd door de geaarde metalen. Vraag 3 Kleine trillingen in het elektrisch veld van de geaarde metalen bol In de nabijheid van de geaarde metalen bol is een puntlading q met massa m bevestigd aan een draad met lengte L die vastgemaakt is aan een muur. Verwaarloos alle elektrische effecten van de muur. De puntlading vormt een mathematische slinger [zie Figuur 3]. Het punt waarop de draad aan de muur is bevestigd ligt op een afstand l van het middelpunt van de bol. Veronderstel dat de zwaartekracht een verwaarloosbaar effect heeft. Geef een uitdrukking voor de grootte van de elektrische kracht die werkt op een puntlading q bij een gegeven hoek α en geef de richting in een duidelijke tekening weer. (0.8 punten) Bepaal de component van deze kracht loodrecht op de richting van de draad in termen van l, L, R, q en. (0.8 punten) c) Bepaal de frequentie voor kleine trillingen van de slinger. (1.0 punten) Fig 3. Een puntlading in de nabijheid van de geaarde bol oscilleert als een slinger.

41ste IPhO, Kroatie Theoretische competitie, 19 Juli 2010 3/3 Vraag 4 De elektrostatische energie van het systeem Voor een elektrische ladingsverdeling is het belangrijk de elektrostatische energie van het systeem te kennen. In ons probleem [zie figuur 1(] is er een elektrostatische wisselwerking (interactie) tussen de uitwendige lading q en de op de bol geïnduceerde lading, en is er een elektrostatische wisselwerking tussen de geïnduceerde ladingen op de bol onderling. Druk de volgende elektrostatische energieën uit in termen van lading q, straal van de bol R en de afstand d: de elektrostatische energie van de wisselwerking (interactie) tussen de lading q en de geïnduceerde ladingen op de bol (1.0 punten) de elektrostatische energie van de onderlinge wisselwerking tussen de geïnduceerde ladingen op de bol (1.2 punten) c) de totale elektrostatische energie van het systeem. (1.0 punten) Hint: Er zijn meerdere mogelijkheden om dit probleem op te lossen: (1) In één daarvan kun je de volgende integraal gebruiken, d x 2 xdx R 2 2 = 1 2 d 2 1 R 2. (2) In een andere oplossingsmethode kun je gebruik maken van het feit dat voor een verzameling van N ladingen qi, gelocaliseerd op de punten r i,i = 1,, N, de elektrische energie de som is over N N 1 1 qiq j alle paren of tweetallen ladingen: V. 2 4 r r i1 1 0 i j j i j

A Answer sheets Theoretical problem 1 Image of a charge 1 / 3 Beeld van een lading Antwoordvellen Country code Student code Belangrijk: laat het veld voor de points leeg voor de nakijkers! vraag 1 c) Yes No

A Answer sheets Theoretical problem 1 Image of a charge 2 / 3 Country code Student code Vraag 2 c) Vraag 3 c)

A Answer sheets Theoretical problem 1 Image of a charge 3 / 3 Country code Student code Vraag 4 c) Total:

41ste IPhO, Kroatie Theoretische competitie, 19 Juli 2010 1/4 2. Natuurkunde van de schoorsteen Inleiding Gasvormige verbrandingsproducten worden in de atmosfeer met temperatuur T air vrijgelaten via een hoge schoorsteen met doorsnede A en hoogte h (zie Figuur 1). De vaste stof wordt verbrand in de oven, die een temperatuur heeft van T smoke. Het volume per tijdseenheid van de in de oven gevormde gassen is B. Veronderstel dat: de snelheid van het gas in de oven verwaarloosbaar klein is de dichtheid van de gassen (rook) is gelijk aan die van lucht bij dezelfde temperatuur en druk; in de oven kunnen de gassen beschouwd worden als ideaal de druk van de lucht verandert met de hoogte volgens de hoofdwet van de hydrostatica; de verandering van de dichtheid van de lucht met de hoogte is verwaarloosbaar de stroming van gassen voldoet aan de wet van Bernoulli die stelt dat de volgende grootheid in alle punten van de gasstroom behouden blijft: waarin de dichtheid van het gas voorstelt, v(z) de snelheid ervan, p(z) de druk en z de hoogte de verandering van de dichtheid van het gas in de schoorsteen is verwaarloosbaar, Figuur 1. Schematische weergave van een schoorsteen met een hoogte h op een oven met een temperatuur T smoke.

41ste IPhO, Kroatie Theoretische competitie, 19 Juli 2010 2/4 Vraag 1 Welke minimale hoogte van de schoorsteen is nodig om de schoorsteen efficiënt te laten werken, zodat hij al de geproduceerde gassen aan de atmosfeer kan vrijgeven? Druk je resultaat uit in termen van B, A, T air, g = 9,81 m/s 2, ΔT=T Smoke T Air. Belangrijk: neem in alle volgende vragen aan dat deze minimale hoogte de hoogte van de schoorsteen is. (3.5 punten) Veronderstel dat er twee schoorstenen worden gebouwd voor exact hetzelfde doel. Hun doorsneden zijn identiek, maar ze zijn ontworpen om op verschillende plaatsen op aarde te werken: één in koude streken, ontworpen om te functioneren bij een gemiddelde temperatuur van 30 C en een andere voor warmere gebieden, bij een gemiddelde temperatuur van 30 C. De temperatuur van de oven is 400 C. Er werd berekend dat de hoogte van de schoorsteen voor de koude gebieden 100 m is. Hoe hoog moet de andere schoorsteen zijn? (0.5 punten) c) Hoe verandert de snelheid van de gassen met de hoogte in de schoorsteen? Teken een diagram, ervan uitgaand dat de doorsnede van de schoorsteen niet verandert met de hoogte. Geef het punt aan waar de gassen de schoorsteen binnenkomen. (0.6 punten) d) Hoe verandert de druk van de gassen met de hoogte in de schoorsteen? (0.5 punten) Zonne energiecentrale De stroming van gassen in een schoorsteen kan gebruikt worden om een bijzondere soort zonneenergiecentrale te bouwen (zonneschoorsteen). Het idee wordt geïllustreerd in Figuur 2. De zon verhit de lucht onder de collector met oppervlakte S en open zijwanden om een vrije instroom van lucht mogelijk te maken (zie Fig. 2). Als de verhitte lucht in de schoorsteen opstijgt (de dunne pijlen), komt nieuwe koude lucht uit de omgeving de collector binnen (dikke gestippelde pijlen) die een continue luchtstroom door de energiecentrale mogelijk maken. De luchtstroom door de schoorsteen drijft een turbine aan, die elektrische energie produceert. De energie van de zonnestraling per tijdseenheid en per eenheid van horizontaal oppervlak van de collector is G. Veronderstel dat al die energie gebruikt kan worden om de lucht in de collector te verhitten (de warmtecapaciteit per kg (soortelijke warmte) van de lucht is c, en mag als onafhankelijk van de luchttemperatuur beschouwd worden). Het rendement van de zonneschoorsteen is gedefinieerd als de verhouding van de kinetische energie van de gasstroom en de zonne energie die geabsorbeerd is bij de verhitting van de lucht net vóór die de schoorsteen in gaat.

41ste IPhO, Kroatie Theoretische competitie, 19 Juli 2010 3/4 Fig 2. Schets van een zonne energiecentrale Vraag 2 Wat is het rendement van de zonne energiecentrale met schoorsteen? (2.0 punten) Schets een diagram dat weergeeft hoe het rendement van de schoorsteen verandert met de hoogte. (0.4 punten)

41ste IPhO, Kroatie Theoretische competitie, 19 Juli 2010 4/4 Het prototype van Manzanares Het prototype van de schoorsteen die in Manzanares, Spanje, gebouwd is, had een hoogte van 195 m en een straal van 5 m. De collector is cirkelvormig met een diameter van 244 m. De warmtecapaciteit per kg van de lucht bij normaal functioneren van dit prototype zonneschoorsteen is 1012 J/(kg K), de dichtheid van de hete lucht is ongeveer 0,9 kg/m 3 en de normale temperatuur van de atmosfeer T air = 295 K. In Manzanares is het normale zonnevermogen per eenheid van horizontaal oppervlak 150 W/m 2 op een zonnige dag. Vraag 3 Wat is het rendement van het prototype energiecentrale? Geef een numerieke schatting. (0.3 punten) Welk vermogen kan er geproduceerd worden in het prototype energiecentrale? (0.4 punten) c) Hoeveel energie kan de energiecentrale gedurende een normale zonnige dag produceren? (0.3 punten) Vraag 4 Hoeveel is de lucht vanuit de omgeving (koude lucht) in temperatuur gestegen als deze de schoorsteen binnen gaat (warme lucht)? Schrijf de algemene formule op en pas deze toe op het prototype schoorsteen. (1.0 punten) Hoe groot is het debiet (massa per tijdseenheid) van de luchtstroom die door het systeem gaat? (0.5 punten)

A Answer sheets Theoretical problem 2 Chimney physics 1 / 3 Natuurkunde van de Schoorsteen Antwoordvellen Country code Student code Belangrijk: laat de velden points leeg voor de nakijkers! Vraag 1 c)

A Answer sheets Theoretical problem 2 Chimney physics 2 / 3 d) Country code Student code Vraag 2 Vraag 3 c)

A Answer sheets Theoretical problem 2 Chimney physics 3 / 3 Country code Student code Vraag 4 Total:

41e Internationale Fysica Olympiade, Croatia Theorietoets, 19 Juli 2010 1/3 3. Eenvoudig model van een atoomkern Inleiding Hoewel kerndeeltjes (nucleonen) quantumdeeltjes zijn, kan een aantal natuurwetten voor hun basiseigenschappen (zoals straal of bindingsenergie) afgeleid worden vanuit eenvoudige aannames: (i) kernen zijn samengesteld uit kerndeeltjes (dit zijn de protonen en neutronen); (ii) de sterke kernkracht die deze kerndeeltjes bij elkaar houdt heeft een zeer kort bereik ( zij werkt alleen tussen naast elkaar liggende kerndeeltjes; (iii) het aantal protonen (Z) in een gegeven kern is ongeveer gelijk aan het aantal neutronen (N), ofwel Z N A/ 2, met A het totaal aantal kerndeeltjes (A >> 1). Belangrijk: Gebruik deze aannames in onderstaande vragen 1 t/m 4. Vraag 1 Atoomkernen als dicht opeengepakte systemen van nucleonen In een eenvoudig model, kan een atoomkern voorgesteld worden als een bol die bestaat uit dicht opeengepakte nucleonen [zie Figuur 1(], waarin nucleonen harde bollen zijn met een straal r N = 0,85 fm ( 1fm = 10 15 m). De kernkracht is alleen aanwezig als twee nucleonen elkaar raken. Het volume V van de kern is groter dan het volume van alle nucleonen samen AV N, waarin 4 3 VN r N 3. Het quotiënt f = AV N / V wordt de pakkingsfactor genoemd en geeft het percentage van de door nucleonen gevulde ruimte. ( ( Fig. 1. ( Een atoomkern als een bol dicht opeengepakte nucleonen. ( De SC pakking. Bereken wat de pakkingsfactor f zou zijn als de nucleonen gerangschikt zouden zijn in een eenvoudig kubisch (SC) kristalmodel, waarin elk nucleon op een roosterpunt van een oneindig groot kubisch rooster zit [zie Figuur 1(]. (0.3 punten) Belangrijk: neem in alle volgende vragen aan dat de pakkingsfactor voor nucleonen gelijk is aan die van vraag 1a. Als je die niet kunt berekenen gebruik dan in de volgende vragen f = ½. Schat de gemiddelde massadichtheid ρ m, ladingsdichtheid ρ c, en de straal R voor een kern met A nucleonen. De gemiddelde massa van een nucleon is 1,67 10 27 kg. (1.0 punten)

41e Internationale Fysica Olympiade, Croatia Theorietoets, 19 Juli 2010 2/3 Vraag 2 Bindingsenergie van atoomkernen effecten van volume en oppervlakte De bindingsenergie van een kern is de energie die nodig is om hem in losse nucleonen uiteen te trekken en wordt veroorzaakt door de aantrekkende kracht van elk nucleon op zijn buren. Als een gegeven nucleon zich niet aan de oppervlakte van een kern bevindt, is zijn bijdrage aan de totale bindingsenergie a V = 15,8 MeV (1 MeV = 1,602 10 13 J). De bijdrage van een nucleon aan de oppervlakte is ongeveer a V /2. Geef een uitdrukking voor de bindingsenergie E b van een kern met A nucleonen in termen van A, a V en f, en met gebruikmaking van de correctie voor de nucleonen aan de oppervlakte. (1.9 punten) Vraag 3 Elektrostatische (Coulom effecten op de bindingsenergie De elektrostatische energie van een homogeen geladen bol (met straal R en totale lading Q 0 ) is 2 3Q0 12 2 1 2, met 0 8,8510 C N m. 20 R U c 0 In een kern oefent elk proton geen kracht uit op zichzelf (via de Coulombkracht), maar alleen op de rest van de protonen. Je kunt dit in rekening brengen door Z 2 te vervangen door Z(Z 1) in de formule. Pas deze correctie toe in de volgende vragen. Gebruik bovenstaande formule om de elektrostatische energie van een kern te bepalen. (0.4 punten) Schrijf de volledige formule op voor de bindingsenergie, inclusief de belangrijkste term (die van het volume), de oppervlaktecorrectie en de verkregen elektrostatische correctie. (0.3 punten) Vraag 4 Splijting van zware kernen Splijting is een nucleair proces waarin een kern splijt in kleinere delen (lichtere kernen). Veronderstel dat een kern met A nucleonen splijt in slechts twee gelijke delen zoals voorgesteld in Figuur 2. Bereken de totale kinetische energie van de splijtingsproducten E kin als de middelpunten van d 2R A/ 2 bevinden, waarin RA/ 2 hun de twee lichtere kernen zich op een afstand straal is. De grote kern was aanvankelijk in rust. (1.3 punten) Neem aan dat d 2R( A / 2) en vul dit in de formule van Ekin in zoals is gevonden in voor A = 100, 150, 200 en 250 (geef de uitkomst in MeV). Schat de waarden van A waarvoor splijting mogelijk is met het hierboven beschreven model. (1.0 punten) Fig. 2. Een schematische voorstelling van kernsplijting in ons model.

41e Internationale Fysica Olympiade, Croatia Theorietoets, 19 Juli 2010 3/3 Vraag 5 Overdrachtsreacties In de moderne fysica wordt de energie van kernen en hun reacties beschreven in termen van massa. Bij voorbeeld, als een kern (met snelheid nul) zich in een aangeslagen toestand bevindt met energie E exc boven de grondtoestand, is zijn massa m m0 Eexc / c, waarin m0 zijn rustmassa in de grondtoestand is. De kernreactie 16 O+ 54 Fe 12 C+ 58 Ni is een voorbeeld van een zo geheten overdrachtsreactie, waarin een deel van één kern (een cluster nucleonen) overgedragen wordt aan de ander (zie Figuur 3). In ons voorbeeld is het overgedragen deel een 4 He cluster (α deeltje). De overdrachtsreactie ontstaat met een maximale waarschijnlijkheid met de snelheid van het uitgezonden reactieproduct (in ons geval: 12 C) zowel in grootte als in richting gelijk aan de snelheid van het ingeschoten deeltje (in ons geval : 16 O). Het doelwit (target) 54 Fe is aanvankelijk in rust. 58 Ni is in één van zijn aangeslagen toestanden. Bepaal de aanslag energie van de toestand (in MeV) als de kinetische energie van het ingeschoten deeltje 16 O gelijk is aan 50 MeV. De lichtsnelheid c = 3.10 8 m/s. (2.2 punten) 1. M( 16 O) 15,99491 a.m.u. 2. M( 54 Fe) 53,93962 a.m.u. 3. M( 12 C) 12,00000 a.m.u. 4. M( 58 Ni) 57,93535 a.m.u. Tabel 1. De rustmassa s van de deelnemende deeltjes in hun grondtoestand. 1 atomaire massa eenheid (a.m.u.) = 1,6605 10 27 kg. 2 De 58 Ni kern die in aangeslagen toestand is ontstaan zoals boven is beschreven (vraag valt terug in zijn grondtoestand onder uitzending van een gamma foton in zijn bewegingsrichting. Beschouw dit verval in vergelijking met de rusttoestand van 58 Ni om de terugslagenergie van 58 Ni te vinden (dit is de kinetische energie die 58 Ni krijgt na het uitzenden van het foton). Wat is de energie van het foton in dat systeem? Wat is de energie van het foton in het referentiesysteem van het lab (dus gemeten in de detector die geplaatst is in de richting waarin de 58 Ni kern beweegt )? (1.6 punten) Fig. 3. De schematische voorstelling van een overdrachtsreactie

A Answer sheets Theoretical problem 3 Nuclear model 1 / 3 Eenvoudig model van een atoomkern Antwoordvellen Country code Student code Belangrijk: Laat de velden points leeg voor de nakijkers! Vraag 1 m c R Vraag 2

A Answer sheets Theoretical problem 3 Nuclear model 2 / 3 Country code Student code Vraag 3 Vraag 4 E kin (A=100)= E kin (A=150)= E kin (A=200)= E kin (A=250)= Noodzakelijke voorwaarde voor splijting:

A Answer sheets Theoretical problem 3 Nuclear model 3 / 3 Country code Student code Vraag 5 E E recoil E detector Total: