1 D66 Den Haag Fractie: Cie Samenleving 01.12.11/IvG Nagekomen Technische vragen fractie D66 bij Ouderen nota Oud is in 1. Blz. 20: Door huisbezoeken worden verborgen vragen vroegtijdig gesignaleerd en ouderen gestimuleerd deel te nemen aan activiteiten in de wijk. a. Dit gaat toch vooral om de huisbezoeken aan 75- plus ouderen? Ja, de huisbezoeken worden afgelegd aan alle Haagse ouderen van 75 jaar en ouder. b. Door welke organisatie worden deze huisbezoeken gedaan? Welke functie of deskundigheid hebben de bezoekers? Signalerende huisbezoeken worden georganiseerd door de Haagse welzijnsorganisaties. De bezoeken worden in eerste instantie door vrijwilligers gedaan en in enkele gevallen door de ouderenconsulenten. De gesprekken worden deels gevoerd aan de hand van een gestandaardiseerd vragenformulier. Daarnaast gaat het juist ook om het signaleren; liggen er stapels post, is het vies in huis etc. De vrijwilligers zijn geselecteerd op levenservaring en natuurlijke intuïtie, ze hebben hiervoor een training hebben gevolgd waar zij hebben geleerd waar op te letten en waar naar te vragen. c. Hoe wordt over de bezoeken gerapporteerd en aan wie? De signalen worden teruggekoppeld aan de professionele ouderenwerker. Deze terugkoppeling kan voor de ouderenwerker aanleiding zijn actie te ondernemen door bijvoorbeeld door te verwijzen naar een zorginstelling of het maatschappelijk werk inschakelen. 2. blz. 23 punt 8: 10 sportverenigingen werken een plan uit om aantrekkelijke activiteiten aan te bieden. Zo komt sport voor ouderen in bestaande sportverenigingen of sportscholen tot stand. a. Worden hiervoor alleen gesubsidieerde sportverenigingen ingeschakeld of zijn hierover ook contacten met commercieel werkende sportscholen en fitness centra? Nee. Alle sportverenigingen, sportscholen/fitnesscentra die een goed plan hebben om senioren die te weinig actief zijn in beweging te krijgen, kunnen aan de slag en kunnen contact zoeken met de gemeente voor ondersteuning. De gemeente zoekt zelf ook proactief contact met sportorganisaties om te polsen of zij activiteiten voor senioren willen opzetten. Overigens worden sportverenigingen niet structureel gesubsidieerd. 3. blz. 24: Scootmobiel : verder constateren wij dat de verstrekking van scootmobielen in bepaalde gevallen geen goede oplossing is. a. Gaat u over tot een andere soort screening met criteria, waaruit de noodzaak voor een dergelijke voorziening duidelijker naar voren komt?
2 Tijdens een indicatieonderzoek wordt primair gekeken naar de (medische) beperkingen die een burger heeft en op welke wijze deze beperkingen op de meest goedkope en adequate manier kunnen worden. Gelet op bovenstaande maakt een inventarisatie van de achterliggende (vervoers-)behoefte en persoonlijke omstandigheden van de burger inmiddels onderdeel uit van het indicatieonderzoek. b. De volledig gratis verstrekking maakt het aantrekkelijk voor de aanvrager om te kiezen voor een scootmobiel. Indien een scootmobiel wordt aangeboden op basis van een lease- of huurcontract, zal de noodzaak een belangrijke reden voor aanvraag worden. Overweegt u over te gaan op dit systeem? Indien niet, wat zijn de redenen? Voorop staat dat een Wmo-hulpmiddel slechts wordt verstrekt indien er sprake is van een te compenseren beperking. Dat geldt ook voor scootmobielen. Het verstrekken op basis van een lease-of huurcontract is wettelijk binnen de WMO niet toegestaan. Omtrent de invoering van een eigenbijdrage wordt in de nota Oud is In! aangekondigd dat er een nieuw eigen bijdrage systeem zal worden ontwikkeld waarin dit wordt meegenomen. 4. blz. 25 punt 16: Het stimuleren van vervoer etc/het invoeren van beeldschermen met digitale informatie in de taxibus a. Is het bekend hoe effectief deze vorm van digitale informatieoverdracht is bij ouderen? Digitale informatieoverdracht binnen de Taxibus heeft met name een hoge attentiewaarde. Door boodschappen kort en krachtig voor de doelgroep te formuleren (en te visualiseren), moet worden bereikt dat burgers geattendeerd worden op bestaande mogelijkheden, nieuwtjes etc. b. Op welke wijze evalueert u dit project? Er is geen evaluatie voorzien c. Wie zorgt voor de implementatie en wie is verantwoordelijk voor het updaten van de informatie? De dienst SZW zal de vervoerder, conform het afgesloten contract, opdracht geven tot het aanschaffen en installeren van de benodigde materialen. Het beheren van de te plaatsen inhoud zal op een centrale plaats moeten plaatsvinden. Momenteel worden de mogelijkheden verkend waar dit het beste belegd kan worden (gemeente, HPM). d. Wat zijn de totale kosten van dit project? De exacte kosten zijn nog niet bekend, gerekend wordt op een investering van circa 5.000,00 per voertuig en een jaarlijkse last van circa 1.000,00 per voertuig. 5. blz. 28: Regeling Maaltijden en Ontmoeting Op dit moment kunnen ouderen terecht op 43 locaties binnen alle zorg- en welzijnsorganisaties verspreid over de stad.
3 a. Is er sprake van passende spreiding, m.a.w. zijn er ook witte vlekken, wijken waar wel veel ouderen wonen maar waar een dergelijke voorziening ontbreekt? De regeling is zo opgesteld dat instellingen uit de gehele stad zich kunnen inschrijven voor deelname. Er is sprake van een evenwichtige spreiding over de stad. Uitzondering hierop is het stadsdeel Ypenbrug/Leidschenveen vanwege het geringe aantal in het stadsdeel wonende ouderen. In de overige stadsdelen kunnen ouderen op verschillende plaatsen terecht voor een maaltijd en ontmoeting. Er is een folder beschikbaar voor de ouderen waarop de locaties zijn aangegeven. 6. blz. 34: De gemeente faciliteert binnen haar publieke taak zo goed mogelijk de ` verzorgings/verpleeghuizen bij hun huisvestingsplannen.etc a. De gemeentelijke overheid heeft slechts beperkte mogelijkheden om nieuwe huisvesting te faciliteren. Kunt u concreet aangeven wat u bij nieuwe huisvesting of herhuisvesting kunt doen? Inderdaad is (vernieuwing van) huisvesting primair de verantwoordelijkheid van zorgorganisaties zelf. Een aantal Haagse zorgorganisaties heeft verouderd vastgoed in haar bezit en moet daarom nog een verbeterslag maken. Daarnaast bereiden sommige zorgorganisaties hun vastgoed voor op een verdere scheiding van wonen en zorg en de extramuralisering. Dit betekent in het kort minder 'zalen' en meer zelfstandige huisvesting met zorg. Vaak zoekt de zorgpartij hierbij samenwerking met corporaties. Dit ligt voor de hand, omdat in het BBSH is vastgelegd dat zij ook een taak hebben op het gebied van wonen en zorg. De gemeente speelt een faciliterende rol. De belangrijkste mogelijkheden voor de gemeente om zorginstellingen te faciliteren liggen op het terrein van het zoeken naar geschikte locaties, het formuleren van werkbare randvoorwaarden (zoals over parkeren of stedebouwkundige randvoorwaarden), eventueel het mogelijk maken van een bestemmingswijziging en het verder soepel doorlopen van het reguliere traject van de omgevingsvergunning. b. Veel Hagenaars maken zich zorgen over de leegstaande kantoren en zouden graag zien dat die veranderd worden in verzorgings- of verpleeghuizen. Kunt u aangeven wat de mogelijkheden en belemmeringen zijn? Door wie moet het initiatief voor een dergelijke verandering worden genomen? En welke rol kan de overheid, met name de gemeente, hierbij spelen? Het behoort zeker tot de mogelijkheden om kantoorgebouwen te transformeren tot woonzorggebouwen (de meeste zorgorganisaties spreken niet meer van verzorgings- en verpleeghuizen). Voor een zorgorganisatie kan deze mogelijkheid interessant zijn als ze op hun huidige locatie onvoldoende ruimte voor een nieuwbouwplan beschikbaar heeft, de hoeveelheid zorglocaties wil uitbreiden en het leegstaande kantoor geschikt is en op de juiste plek staat. Maar er zijn ook tal van belemmeringen. Bijvoorbeeld de bouwkundige en architectonische mogelijkheden van het gebouw, de (te kleine of te grote) omvang van het gebouw of de boekwaarde die nog op het kantoor rust. Het initiatief tot transformatie van een leegstaand kantoor moet komen van zorginstellingen zelf. Een Haags voorbeeld hiervan is een woon/zorg transformatieplan in Haagse Hout. De gemeentelijke Taskforce Transformatie Kantoren kan een dergelijk initiatief faciliteren. Bijvoorbeeld door (mede) in gesprek te gaan met de eigenaar van het kantoor of te zorgen
4 voor kennisdeling vanuit succesvolle transformatieprojecten. Tegelijk speelt de gemeente uiteraard een rol binnen het reguliere traject van de omgevingsvergunning. 7. blz. 38 en 39 Het Netwerk Transmurale Zorg, actiepunt 38 en 40 en 41 a. wie maken deel uit van dit netwerk? De volgende organisaties maken deel uit van het netwerk dementie van de Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o.: Cardia, gevestigd te s-gravenhage Florence, gevestigd te Rijswijk Haagse Wijk- en WoonZorg, HWWZorg, gevestigd te s-gravenhage Respect Zorggroep Scheveningen, gevestigd te s-gravenhage Saffier De Residentie Groep, gevestigd te s-gravenhage Vierstroom, gevestigd te Zoetermeer WoonZorgcentra Haaglanden, gevestigd te s-gravenhage Ziekenhuis Bronovo, gevestigd te s-gravenhage HagaZiekenhuis, gevestigd te s-gravenhage GGZ Haagstreek, gevestigd te Leidschendam GGZ Zoetermeer, gevestigd te Zoetermeer Parnassia, gevestigd te s-gravenhage Alzheimer Nederland, gevestigd te Utrecht Alzheimer Nederland afdeling Haaglanden, gevestigd te Utrecht Huisartsen Kring Haaglanden, gevestigd te s-gravenhage Stichting MantelZorg, gevestigd te s-gravenhage Stichting Rondom Mantelzorg, gevestigd te Zoetermeer Stichting MOOI, gevestigd te s-gravenhage Stichting VÓÓR, gevestigd te s-gravenhage Stichting Welzijnsorganisatie Scheveningen, gevestigd te s-gravenhage Stichting Zebra, gevestigd te s-gravenhage Ketenzorg Dementie Wassenaar Stichting Transmurale Zorg Den Haag e.o., gevestigd te s-gravenhage De gemeente Den Haag en de randgemeenten zijn mede betrokken bij dit netwerk en participeren in de stuurgroep. b. Zijn die ontmoetingscentra stadsdeel gerelateerd of wijkgerelateerd? De ontmoetingscentra zijn stadsdeelgericht gerelateerd. c. Welke projecten dienen nog in 2011 te worden gerealiseerd? Op het terrein van dementie is in 2011 nog ingezet op het ontmoetingscentrum dementie in Loosduinen en is de quickscan dementiebeleid gestart. De uitkomsten van deze quickscan worden op 2 februari a.s. aangeboden aan de wethouder. Voorts zijn diverse acties in 2011 al n gang gezet zoals de verbeterring van de maaltijden, de tafel van kwaliteit, de burenhulpcentrale, de versterking van de mantelzorgondersteuning etc.
5 d. Welke eisen stelt u aan de vrijwilligers die het mentorschap op zich gaan nemen ivm administratievoering? Is er begeleiding, een code oid? Dit om ongewenste inmenging in de privésfeer of profijtbejag te voorkomen. De mentoren zijn vrijwilligers die door de kantonrechter worden benoemd en voor langere tijd een relatie aangaan met een cliënt (gementoreerde). Een en ander is vastgelegd in artikel 450 van Boek 1 van het Burgerlijk wetboek. De Stichting Mentorschap Haag en Rijn (SMHR) verzorgt een interne opleiding voor een mentor, met onder andere scholing over het zorgplan, scholing over de Wet Mentorschap en scholing over ethische kwesties. De mentoren worden na het behalen van het eindcertificaat blijvend ondersteund door de coördinatoren van SMHR door middel van inzet van individuele coaching en intervisie- en themabijeenkomsten.