Gebiedsvisie Brabantpark

Vergelijkbare documenten
Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017

1 Inleiding. 2 Interne wegenstructuur. Kerkdriel Noord. Gemeente Maasdriel. Verkeerseffecten woningen fase september 2015 MDL013/Fdf/0074.

Onderwerp Zaaknummer Uw kenmerk Datum Verkeerskundige analyse Torenlaan

Verkeersintensiteiten, verkeersveiligheid en Oosterdalfsersteeg

HOOFDSTUK 1 Inleiding

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

UITGANGSPUNTEN HERINRICHTING INGENIEUR SMEDINGPLEIN WIERINGERWERF

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Toelichting Vastgesteld paraplubestemmingsplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE september 2014

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

t bouwhuis enschede Masterplan geeft zorgterrein kwaliteiten van landgoed terug

Ontwerp van aansluiting op A27 op enkele punten aangepast

Toelichting Ontwerp parapluplan Parkeernormen auto en fiets NL.IMRO.0342.PPSOE juni 2014

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Bijlage 8 Notitie M.E.R.-toetsing N235 bestemmingsplan Spitsbusbaan

Gedeputeerde Staten kiezen voor voorkeursalternatief Bundeling Noord

Aanleiding. Presentatie doortrekken Haarsweg. Communicatietraject. Onderdelen van het onderzoek. Ondernemersvereniging Ommen

18 december 2014, Versie 1.1 Quick scan Rotonde Molenbroekseloop

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

Nota van uitgangspunten Rijksstraatweg Meteren 1/9

Wijkvisie op de Vosseparkwijk

BIJLAGE 4 TOELICHTING HOE TE VERLICHTEN BINNEN DE BEBOUWDE KOM EN BUITEN DE BEBOUWDE KOM

Onderzoek Digipanel: Structuurvisie

Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011

Onderzoek ontlasten Vlietbruggen. Onderzoeksresultaten. Adviesgroep 10 mei 2016

Verkeersafwikkeling nieuw restaurant McDonald s bij de knoop Leiden-West

Herinrichting Dorpsstraat Bredaseweg Baarleseweg N639 1 e Bijeenkomst 26 februari 2018

HERONTWIKKELING MOLENWAL

Factsheet Verkeer. 1. Inleiding. 2. Ambities. Definities, bestaande wetgeving en beleid

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Module bereikbaarheid

Zaaknummer Portefeuillehouder Jan Bron Belangrijkste beslis/- bespreekpunten

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden (februari 2013) Ontwikkelstrategie

RAADSVOORSTEL EN ON TWERPBESLUIT

Schijndelseweg 170. Nota van Kaders en kansen

Conclusies simulatiestudie FietsroutePlus Groningen - Haren - Helperzoomtunnel en BEA. De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Informatiebijeenkomst Woningbouw Wilbertoord. Welkom. Woensdag 29 januari 2014 Gemeenschapshuis De Wilg

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

N346 Schakel Achterhoek A1 Rondweg Lochem

BrabantWonen Definitief. Verkeersonderzoek herontwikkeling Orthen-Links

Inhoudsopgave. 1- Aanleiding voor aanpassing beeldkwaliteitplannen Ligging en hoofdopzet stedenbouwkundige plan 5

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01

Addendum bij nota Fietsen in Lelystad: Voldoen de gestelde voorrangsregels aan CROW-richtlijnen

Locatie Turkse Moskee Ede

Gelet op: - Artikelen 7 en 9 van de Wegenwet op grond waarvan de gemeenteraad bevoegd is een onttrekkingsbesluit te nemen.

Betreft Klant Van Datum Besluit ruimtelijke ordening: Ladder voor duurzame verstedelijking

BUREAUSTUDIE FASE 1, BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD VERKEER

Gemeente Lisse Nota beantwoording zienswijzen Bij besluiten bestemmingsplan / omgevingsvergunning Kruishoorn, fase 1, 25 woningen

1 Achtergrond en vraagstelling

Ruimtelijke onderbouwing

Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse

Voorontwerpbestemmingsplan Molenstraat 45, Deurne NL.IMRO.0762.BP A004

UITWERKING EVALUATIE VERKEER OP DIJKWEGEN. Aanbevelingen voor verkeersveilige dijkwegen in Lingewaard

Maak Plaats! Wie Hoorn binnenrijdt maakt kennis met de Poort van Hoorn. Het stationsgebied is het mobiliteitsknooppunt van Hoorn en de regio.

Startnotitie Grote en Kleine Geer met parkeerterrein

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

DORPPLAN ULVENHOUT PLAN EN OF PROCES??? AGENDA. wethouder Bernie van den Berg. Wat is wijkgericht werken. Verslaglegging en adressenlijst

Raadsvoorstel. J.A.E. Landwehr 29 november september De raad wordt voorgesteld te besluiten:

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

HOOFDSTUK 1 Inleiding

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg

4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Uitwerking verkeersonderzoek Olst. Informatieavond. 16 mei 2018

INLEIDING EN LEESWIJZER

3 augustus woningen in groenzone

'Probleemanalyse oost-westverbinding Duitsland - Oost-Brabant / Eindhoven Uitgevoerd door Goudappel Coffeng 2010

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

1 Inleiding. Bestemmingsplan Wimbledon te Overveen. 1.1 Aanleiding. Figuur 1.1: Bestemmingsplankaart gemeente Bloemendaal (1982) Hallvard

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

24 juli 2017 vaststellen bestemmingsplan 'Camping Lindenhof 2017'

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

1. Aanleiding NOTITIE VARIANTEN FIETSPAD BERKELSEDIJKJE

B en W. nr d.d

Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Buitengebied: Loswal Schellevis Beton

Leden van de raadscommissie Stad & Ruimte. Geachte dames en heren,

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Nota beantwoording zienswijzen en Nota van wijzigingen. Ontwerpbestemmingsplan Van den Woudestraat 1a, Warmond

De Bist projectdefinitie & concept. September 2016

Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan (GVVP) 2e klankbordgroepbijeenkomst 16 maart 2017

Veelgestelde vragen over nieuwbouwwijk Vijfakkers-Noord

Bestemmingsplan. Midden-Noord - Oss Ontwerp. Bijlagen 9 - aanvullend verkeersonderzoek maatregelen januari 2011 tuincentrum

BURGERPANEL CAPELLE OVER LANDELIJK CAPELLE

Kruispunt Maliebaan-Burg. Reigerstraat/Nachtegaalstraat

overwegende dat ten aanzien van het ontwikkelingsgerichte welstandskader geen zienswijzen zijn ingediend;

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

Verkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid

Beantwoording zienswijzen ontwerpbestemmingsplan '1 e herziening Smitsweg, locaties Noord en Midden'

Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd

A13/A16 ROTTERDAM. Toelichting Deelgebied Terbregseveld. Februari 2015

in 2007 het project Spek-Ende is opgestart en de eerste fase heeft geleid tot 'winkelen aan de straat' en 'wonen rond het pleintje';

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Middenweg Eersel Bergeijk Informatiebijeenkomst 2 december Nulplus Maatregel Gebiedsakkoord N69

Wijkperspectief Tuinwijk oude wijk in nieuw jasje

MEMORANDUM. B 5.1 Inleiding. Datum : 2 mei Aan : - Kopie aan : - Van : Dhr. M. Koops, doorkiesnummer: (0572)

VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN

Transcriptie:

0363_10 _v3 November 2010

2

Inhoudsopgave > Voorwoord wethouder Arbouw... 5 Voorwoord begeleidingsgroep... 6 Samenvatting... 7 1. Inleiding 9 1.1 Het proces 9 1.2 Het plangebied 10 1.3 Doel 11 1.4 Procedure gebiedsvisie 11 1.5 Leeswijzer 12 2. Het bestemmingsplan en de agenda voor de toekomst 13 2.1 Bestemmingsplan 13 2.2 Agenda voor de toekomst 15 3. Gebiedsanalyse 17 3.1 Ruimtelijke structuur 17 3.1.1 Ontstaan en opbouw van de wijk 17 3.1.2 Verkeer 26 3.2 Functionele structuur 32 3.2.1 Wonen 33 3.2.2 Detailhandel en horeca 34 3.2.3 Bedrijven en kantoren 34 3.2.4 Maatschappelijke voorzieningen 35 4. Visie Brabantpark in 2020 43 4.1 De kracht van Brabantpark 43 4.2 Uitdagingen 43 5. Ontwikkelingslocaties 47 6. Uitgangspunten voor het bestemmingsplan 53 6.1 Ruimtelijke uitgangspunten 53 6.1.1 Erfgoed 53 6.1.2 Openbare ruimte 53 6.1.3 Verkeer en parkeren 54 6.2 Functionele uitgangspunten 54 6.2.1 Wonen 54 6.2.2 Detailhandel en horeca 55 6.2.3 Bedrijven en kantoren 56 6.2.4 Maatschappelijke voorzieningen 56 3

7. Agenda voor de toekomst van Brabantpark 59 7.1 Ruimtelijk 59 7.1.1 Erfgoed 59 7.1.2 Openbare ruimte 59 7.1.3 Verkeer 60 7.1.4 Wonen 62 7.1.5 Detailhandel en horeca 63 7.1.6 Bedrijven en kantoren 64 7.2 Sociaal programma 64 BIJLAGEN 1. Bewonersadvies Groen, rust, ruimte met een vleugje avontuur 67 2. Koesterkaart 117 3. Ongevallensituatie Brabantpark 121 4. Kaart functionele structuur 129 5. Groenstructuurkaart 133 6. Staafdiagrammen 137 7. Verslagen werkbijeenkomst d.d. 17 mei 2010 141 8. Verslag bewonersavond d.d. 29 september 2010 153 4

Voorwoord wethouder Arbouw > Brabantpark is in trek. Het is een groene, gastvrije en zeer diverse wijk, waar iedereen bij elkaar woont. Van jong tot oud, van alle gezindte. Op steenworp afstand van de beste binnenstad, met veel voorzieningen. Geen wonder dat hier veel mensen graag willen wonen en werken. Geen wonder dat dit een wijk is, waar ontwikkelaars graag willen investeren. Plannen en ontwikkelingen zijn prima, maar ze moeten passen bij de koers van de stad zoals onder andere opgenomen in de nota Stedelijke programmering 2020, Koers gezet en het karakter van Brabantpark. Ik bedoel daarmee dat de tijd van ongelimiteerd meewerken aan alle plannen voorbij is. Het college ziet zich genoodzaakt om scherpe keuzes te maken. Keuzes die passen bij de ontwikkeling van de stad als geheel en die aansluiten bij datgene waar in Brabantpark behoefte aan is. Coördinatie en samenhang tussen al die plannen is van groot belang. De wijkraad Brabantpark heeft zich hier de afgelopen jaren bijzonder hard voor gemaakt en dit onderwerp op de politieke agenda geplaatst. Afgelopen tijd hebben veel bewoners zich gebogen over de vraag of alle ontwikkelingen in Brabantpark tegemoet komen aan dat wat leeft in de wijk en waar (toekomstig) bewoners behoefte aan hebben. Op nadrukkelijke wens van de wijkraad zijn daar zoveel mogelijk mensen bij betrokken. Ook en vooral mensen die normaal gesproken niet van zich laten horen. Dat is gelukt. Ongeveer 180 bewoners deden actief mee, spraken met elkaar over de toekomst en kwamen tot een onafhankelijk bewonersadvies. Het resultaat ligt voor u. Een gedegen nota die het unieke, gastvrije en groene karakter van Brabantpark zeker moet stellen voor de toekomst. Een nota die gemaakt is voor en door Brabantpark, en gedragen wordt door de begeleidingsgroep. Ik wil de wijkraad Brabantpark, de begeleidingsgroep Visie Brabantpark en natuurlijk alle Brabantparkers hartelijk bedanken voor uw expertise en enthousiasme. A.L.E. Arbouw Wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling 5

Voorwoord begeleidingsgroep > Historie Het is weer ruim drie jaar geleden dat de wijkraad aanklopte bij de gemeente over de gevolgen van de inbreidingsplannen waar het Brabantpark destijds mee overspoelt werd. De wijkraad maakte de gemeente het verwijt dat er geen visie aan al deze plannen ter grondslag lag. Gaandeweg het proces begon bij de gemeente en de politiek ook het idee te leven om een brede visie op het Brabantpark op te stellen. Zij nodigde daarbij de wijkraad uit, waarbij de wijkraad als voorwaarde stelde om de stem van de bewoners van het Brabantpark hierin mee te nemen. Het proces Er werd besloten om ook een onafhankelijk bureau in te schakelen om de meningen van de bewoners te peilen. Het bureau B_in motion besloot de meningen van de bewoners te peilen door middel van Buurtsafari s. Zo n 180 mensen hebben deelgenomen aan de buurtsafari s. Deze deelnemers waren een afspiegeling van de wijk. Naar aanleiding van deze safari s is het bewonersadvies geschreven door B_in motion. Naast de Buurtsafari s is ook een begeleidingsgroep opgesteld. Deze groep bestond oorspronkelijk uit 5 ambtenaren, 3 deelnemers van de wijkraad en 8 bewoners van het Brabantpark. De samenstelling van de deelnemers aan vergaderingen wisselden naar interesse van de bewoners en onderwerp van de vergadering. Ambtenaren uit de verschillende disciplines leverden hun bijdragen. De adviezen uit de Buurtsafari s werden besproken door de begeleidingsgroep en eventueel aangevuld. Aan de hand van deze vergaderingen werd de visie gedistilleerd. Tijdens het proces is ook een voorbereidingsbesluit genomen voor die plaatsen in de wijk waar ongewenste ontwikkelingen mogelijk waren. Als de visie vastgesteld is, worden de verouderde bestemmingsplannen gewijzigd. De Gemeente Breda heeft toegezegd de bestemmingsplannen naar de uitkomsten van de visie vast te leggen. Gedurende het proces bleek het erg moeilijk voor verschillende gemeentelijke afdelingen om de stap te maken van analyse naar visie. Immers zo vinden de bewoners, een visie moet een ankerpunt zijn waar we met deze wijk naar toe willen in 2020. Met alle te nemen beslissingen in de toekomst zou de visie als uitgangspunt/ meetlat moeten dienen. Hoe nu verder? In de visie staat een aantal zaken/zorgpunten geformuleerd die voor de naaste toekomst grote aandacht verdienen om Brabantpark leefbaar te houden: verkeer diversiteit en leefbaarheid werken-winkelen (Brabantplein en winkelstrips) (brede) school en jeugd openbare ruimte, groen en milieu Ahoed De wijkraad daagt de gemeente, politiek, bewoners en alle andere partijen als wooncorporaties uit om deze uitdagingen op te pakken en te laten zien dat de visie tot iets moois kan leiden. En jaarlijks dit evalueren in januari zodat iedereen kan nagaan hoever we staan in onze missie de visie te verwezenlijken. De begeleidingsgroep wil vooral alle deelnemende medewerkers van Gemeente Breda bedanken voor hun niet aflatende passie om deze visie tot een succes te maken. De wijkraad wil bovendien de bewoners die aan de begeleidingsgroep hebben deelgenomen bedanken voor hun verbetenheid, hun ingebrachte kennis en hun passie voor ons Brabantpark. 6

Samenvatting > De wijk Brabantpark heeft haar zorg uitgesproken over de verschillende inbreidingen en de gevolgen daarvan. Ook vraagt zij aandacht voor de leefbaarheid in bepaalde delen van de wijk, en voor het daadwerkelijk verbinden van de verschillende culturen die Brabantpark rijk is. De Gemeente Breda heeft samen met een begeleidingsgroep gewerkt aan een integrale gebiedsvisie voor de komende tien jaar. Deze visie is de basis voor het op te stellen bestemmingsplan en voor toekomstige ontwikkelingen. Bureau B_in motion heeft de mening van de bewoners over Brabantpark nu en in de toekomst gepeild. De uitkomsten en aanbevelingen zijn gebundeld in het bewonersadvies Groen, rust, ruimte met een vleugje avontuur. Brabantpark is om meerdere redenen een fijne wijk om in te leven: De diversiteit aan bewoners en functies wordt door bewoners als een verrijking gezien; Brabantpark is gunstig gelegen ten opzichte van de binnenstad en ontsluitingswegen; De wijk is ruim en groen van opzet en de woningen hebben een gunstige prijs/kwaliteitverhouding; Er zijn belangrijke onderwijsinstellingen met een stedelijke, regionale en (inter-)nationale uitstraling en wijkvoorzieningen als een school, winkels en een bibliotheek. De grootste uitdaging voor de komende tien jaar is de leefbaarheid behouden en op onderdelen verbeteren: In 2020 kent de wijk een verscheidenheid aan groepen die met elkaar een eenheid vormen, meer nog dan in 2010. De groep die sociaal-maatschappelijk gezien niet mee doet, is niet groter geworden. Sterker nog die groep is kleiner geworden. Mensen hebben met succes in zichzelf geïnvesteerd én hebben daarin gebruik kunnen maken van de kennis, netwerken en coaching van (sociaal-economisch sterkere) wijkbewoners. De woningvoorraad mag meer divers om zo gewenste groepen als gezinnen met kinderen te trekken die een bindende rol in de wijk kunnen spelen. Grotere doorstroomwoningen zijn wenselijk op ontwikkelingslocaties, waarbij duurzaamheid van de woning en omgeving belangrijk aandachtspunt is. Appartementen zijn niet wenselijk, die zijn er al genoeg in Brabantpark. Het groene karakter moet behouden blijven. De hoeveelheid groene ruimte is belangrijk voor de beleving van een ruim opgezette woonwijk. De kwantiteit mag alleen verminderen als dat bijdraagt aan een duidelijke kwalitatieve verbetering van de resterende groenstructuur. Nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan het koesteren en herwaarderen van de waardevolle groenstructuur en de naam Brabantpark waardig zijn. De verkeerssituatie moet eenduidiger en consequenter om het gevoel van veiligheid te verbeteren. Bij herontwikkeling van locaties mag de doorstroom van het verkeer, de parkeerdruk en de verkeersveiligheid niet verslechteren. De winkelstrips en de kleinschalige bedrijvigheid in de wijk moeten behouden blijven. Een brede school, een aantrekkelijker Brabantplein en een AHOED (apotheek en huisarts onder een dak) zijn volgens de bewoners zeer wenselijke (aanvullende) voorzieningen. De combinatie van ligging, sfeer, verscheidenheid in woningvoorraad en voorzieningen trekt enerzijds mensen met een stedelijke oriëntatie en anderzijds mensen die op zoek zijn naar de geborgenheid van een wijk en buurt. Brabantpark heeft het beste van twee werelden. 7

8

Inleiding 1 De wijkraad Brabantpark en de bewoners hebben hun zorg uitgesproken over de verschillende inbreidingen en de gevolgen daarvan die zich in en rond de wijk voordoen of hebben voorgedaan. Ook de leefbaarheid in bepaalde delen van Brabantpark behoeft aandacht. De wijkraad vraagt zich af of de diverse ontwikkelingen voldoende in samenhang worden bezien en heeft daarom aangegeven behoefte te hebben aan coördinatie van ontwikkelingen op met name ruimtelijk en maatschappelijk gebied in Brabantpark. Een visie op wijkniveau waarin integrale afstemming is tussen de diverse beleidsvelden ontbreekt namelijk. Met het opstellen van een gebiedsvisie kan via nauwe samenwerking tussen de verschillende directies het totaal aan ontwikkelingen op ruimtelijk, sociaal, economisch, maatschappelijk gebied én openbare ruimte in beeld worden gebracht en op elkaar worden afgestemd. Hiermee ontstaan kansen voor een integrale benadering van het gebied. De gebiedsvisie zal als basis gaan dienen voor onder andere het bestemmingsplan dat voor Brabantpark wordt opgesteld. Ook voor ontwikkelingen die nu nog niet voorzien zijn en niet in het bestemmingsplan verankerd (kunnen) worden, biedt de gebiedsvisie het kader. De uitgangspunten die hierin benoemd worden kunnen van betekenis bij de beoordeling van (toekomstige) ontwikkelingen in Brabantpark en/of kunnen geborgd worden in (sectorale) beleidsdocumenten. Het bestemmingsplan verankert wenselijke ontwikkelingen en tracht onwenselijke ruimtelijke ontwikkelingen te voorkomen. 1.1 Het proces De Gemeente Breda heeft samen met de wijkraad Brabantpark een begeleidingsgroep geformeerd. Deze begeleidingsgroep bestaat uit leden van de wijkraad en wijkbewoners die zoveel mogelijk schakeringen van de wijk vertegenwoordigen. Met deze begeleidingsgroep heeft de Gemeente Breda gewerkt aan voorliggende gebiedsvisie waarin wordt aangegeven op welke wijze aan de visie op Brabantpark voor de komende 10 jaar invulling kan worden gegeven. Vanaf februari 2010 zijn met de begeleidingsgroep op een interactieve wijze onderwerpen besproken. De volgende thema s zijn daarbij behandeld: 1. verkeer en parkeren; 2. wonen; 3. openbare ruimte, groen en erfgoed; 4. horeca, winkels en bedrijven; 5. leefbaarheid en voorzieningen, werk, inkomen en integratie; 6. zorg en onderwijs. Voor ieder thema is een afzonderlijk overleg gepland. Hierbij waren telkens alle begeleidingsgroepleden uitgenodigd en per thema ook een inhoudelijk gemeentelijke deskundige. Iedere bijeenkomst heeft geresulteerd in een notitie waarin de uitgangspunten met betrekking tot het thema zijn verwoord. Daarbij is steeds een ambtelijke reactie op de uitgangspunten gegeven. Op basis van de thematische besprekingen en uitkomsten daarvan is voorliggende visie tot stand gekomen. Naast het overleg met de begeleidingsgroep heeft de Gemeente Breda de opdracht gegeven aan bureau B_in motion om de mening van de bewoners over Brabantpark nu en in de toekomst te achterhalen. Via zogenaamde buurtsafari s, dit zijn thematische reisjes door de wijk met geïnteresseerde buurtbewoners, zijn aanbevelingen voor de toekomst gemaakt. De uitkomsten en aanbevelingen zijn gebundeld in het bewonersadvies Groen, rust, ruimte met een vleugje avontuur. Het advies is opgenomen in bijlage 1. 9

1.2 Het plangebied Figuur 1.1 Ligging in de stad De wijk Brabantpark ligt in het oosten van Breda (figuur 1.1). De plangrens voor deze gebiedsvisie is afgestemd op verschillende Structuurvisies, waaronder die van de Claudius Prinsenlaan en de Driesprong. De begrenzing wordt in het noorden gevormd door de spoorlijn Breda Tilburg en het bestemmingsplan Molenkwartier. In het oosten wordt de grens gevormd door de groen en sportzone tussen Heusdenhout en Brabantpark. De grens vervolgt in het zuiden zijn weg langs de waterloop de Molenleij, Agaatstraat, ten zuiden van de Koraalstraat en Claudius Prinsenlaan. De Wilhelminasingel en Teteringenstraat zorgen voor de westelijke begrenzing van het gebied. Het plangebied voor de gebiedsvisie is weergegeven in figuur 1.2. 10

Figuur 1.2 Plangebied gebiedsvisie 1.3 Doel Het ontwikkelen van een integrale gebiedsvisie voor de wijk Brabantpark is de hoofddoelstelling. Deze visie biedt de basis voor het op te stellen bestemmingsplan Brabantpark. Ook voor zaken die niet in het bestemmingsplan verankerd (kunnen) worden, biedt de gebiedsvisie tevens het kader (hoofdstuk 7). Gelet op de sociaal maatschappelijke dynamiek in Brabantpark bevat de gebiedsvisie een sociale paragraaf. Het ontwikkelen van een sociaal programma voor Brabantpark is in de Maatschappelijke visie Meedoen en Verbinden benoemd als één van de stappen om te komen tot realisatie van deze visie. Ook de uitwerking van de Visie Openbare Ruimte Bredaas palet is onderdeel van de gebiedsvisie. Ten aanzien van verkeer is onderzoek gedaan naar de effecten van alle nieuwbouwprojecten in en rond Brabantpark, naar de verkeersontsluitingen, afwikkeling van het verkeer, veiligheid en parkeren. De visie gaat duidelijkheid geven over het kader waarbinnen toekomstige ontwikkelingen kunnen plaatsvinden (toetsingskader) en hoe de uitgangspunten die niet in het bestemmingsplan opgenomen kunnen worden, geborgd kunnen worden. Duidelijkheid vooraf kan onrust van de bewoners van Brabantpark wegnemen en zorgt voor draagvlak voor toekomstige ontwikkelingen. Het bewonersadvies is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de Provincie Noord Brabant. De wijkraad Brabantpark is eveneens nauw betrokken geweest en heeft met groot enthousiasme bijgedragen aan het bewonersadvies en voorliggende visie. 1.4 Procedure gebiedsvisie Voordat de Gemeente Breda de uitgangspunten vertaalt in een bestemmingsplan is het van belang te weten of er draagvlak is voor de uitgangspunten bij het gemeentebestuur en de raadsleden. Daarom wordt voorliggende Gebiedsvisie na bespreking met de begeleidingsgroep aangeboden aan het college van Burgemeester & Wethouders, de commissie Ruimte en voor vaststelling aan de raad. De Gebiedsvisie kan enerzijds gezien worden als een eindproduct, omdat de meningen van velen erin zijn verwerkt. Anderzijds vormt het ook een begin. 11

Na besluitvorming over de Gebiedsvisie wordt gestart met het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan Brabantpark. Deels zal het opstellen van het bestemmingsplan parallel lopen aan de definitieve vaststelling van de Gebiedsvisie. Dit heeft te maken met het voorbereidingsbesluit voor een deel van de wijk dat in mei 2010 in werking is getreden om ongewenste ontwikkelingen voor de toekomst te voorkomen. Gelet op dit voorbereidingsbesluit is er haast met de procedure van het bestemmingsplan. Voordat het voorbereidingsbesluit afloopt, dient het nieuwe bestemmingsplan als ontwerp ter inzage te liggen. De Gebiedsvisie leidt niet alleen tot een nieuw bestemmingsplan voor Brabantpark, maar omvat ook een agenda voor de toekomst (hoofdstuk 7) waarin vervolgacties worden benoemd. En ook in het bewonersadvies zijn acties genoemd die lopen of waar op korte termijn invulling aan kan worden gegeven. Jaarlijks zal een evaluatie plaatsvinden met de wijkraad over de wensen en uitgangspunten die in hoofdstuk 7 genoemd zijn en de stand van zaken hieromtrent. 1.5 Leeswijzer Om de uitgangspunten te kunnen plaatsen, gaat hoofdstuk 2 in op het bestemmingsplan zodat de relatie met het bestemmingsplan duidelijk wordt. Vervolgens geeft hoofdstuk 3 een analyse van de huidige ruimtelijke en functionele structuur van Brabantpark. Hoofdstuk 4 geeft de integrale visie op de wijk weer, met zowel ruimtelijke als sociale componenten. In hoofdstuk 5 worden de verschillende ontwikkelingslocaties in Brabantpark beschreven. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de uitgangspunten die vertaald worden in het bestemmingsplan. Tot slot zijn de uitgangspunten die op een andere wijze (anders dan via het bestemmingsplan) verankerd moeten worden, weergegeven in hoofdstuk 7. Bij het document behoren verschillende bijlagen waarnaar in de tekst wordt verwezen. 12

Het bestemmingsplan en de agenda voor de toekomst 2 2.1 Bestemmingsplan De aanleiding in Brabantpark voor het maken van een nieuw bestemmingsplan is het actualiseren van de verschillende vigerende bestemmingsplannen voor de wijk. Daarnaast is vanuit de wijkraad de wens geuit om als eerste stap een integrale visie te maken samen met een begeleidingsgroep (zie paragraaf 1.1). Het bestemmingsplan is een bijzonder plan. Het is namelijk een bindend plan voor iedereen, voor zowel natuurlijke als rechtspersonen. De gemeenteraad stelt het bestemmingsplan vast. Ze wijst daarin de bestemming, ofwel de functie(s) van de grond aan. Ook geeft ze regels over het gebruik van de grond en hetgeen daarop gebouwd mag worden (bouwwerken). Aanvragen voor bouwactiviteiten moeten worden getoetst aan het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan bepaalt mede daardoor of ergens wel of niet gebouwd mag worden en welke functies waar een plek hebben. Opbouw Een bestemmingsplan bestaat uit drie onderdelen: planregels, een verbeelding ( kaart ) en een toelichting. In de toelichting wordt gemotiveerd waarom sprake is van een goede ruimtelijke ordening en worden de regels en de verbeelding uitgelegd. De regels en de verbeelding zijn de bindende onderdelen van het bestemmingsplan. Op de verbeelding wordt de bestemming aangegeven. Een voorbeeld van een (willekeurige) verbeelding is opgenomen in onderstaande figuur. Per bestemming worden in elk geval planregels gegeven met betrekking tot de functie of het doel van de gronden, het bouwen en het gebruik. Uniforme regels In Nederland bestaan bindende regels over de naamgeving, de opbouw van de planregels en hoe deze worden verbeeld. Dit wordt de zogenoemde Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) genoemd. Dit alles om alle bestemmingsplannen in Nederland beter te kunnen vergelijken en ze ook digitaal uitwisselbaar te maken. Per 1 januari 2010 is deze digitalisering verplicht. Het bestemmingsplan Brabantpark wordt opgebouwd volgens deze landelijke richtlijnen en standaarden. Toetsing Als een initiatiefnemer (dat kan de gemeente zelf zijn, maar bijvoorbeeld ook een burger of een ontwikkelaar) iets wil bouwen, dan moet bij de gemeente geïnformeerd worden of dat past binnen de planregels van het bestemmingsplan. Past dat niet, en betreft het wel een wenselijke ontwikkeling, dan kan het bestemmingsplan worden herzien; er moet een nieuwe bestemmingsplanprocedure worden doorlopen. 13

Figuur 2.1 Voorbeeld uitsnede verbeelding Vastleggen en ontwikkelen Een bestemmingsplan heeft twee functies. In de eerste plaats het vastleggen en beheersen van dat wat er is en ten tweede het mogelijk maken van iets nieuws. Als een initiatiefnemer (dat kan de gemeente zelf zijn, maar bijvoorbeeld ook een burger of een ontwikkelaar) ergens iets wil gaan ontwikkelen, dan moet dit volgens het bestemmingsplan mogelijk zijn. Indien er zich een ontwikkeling voordoet die niet past in het bestemmingsplan, maar wel wenselijk is, kan voor dat deel een nieuw (postzegel-)bestemmingsplan worden gemaakt dat de gehele juridische procedure doorloopt. Als er geen ontwikkelingen zijn, legt het bestemmingsplan de huidige ruimtelijke situatie vast. Om te voorkomen dat voor kleine ontwikkelingen zoals het uitbreiden van een woning steeds een herziening van het bestemmingsplan nodig is, kunnen in een bestemmings plan (ruime) bouwmogelijkheden worden gegeven, afgestemd op wat in de situatie ter plekke ruimtelijk aanvaardbaar is. Relatie gebiedsvisie & bestemmingsplan De uitgangspunten zullen, voor zover dat mogelijk is, uiteindelijk zodanig verankerd moeten worden in het bestemmingsplan Brabantpark dat een goede balans gevonden wordt tussen globale en/of flexibele planregels en meer beschermende gedetailleerde regels. De Gemeente Breda treedt bij ontwikkelingen sturend, stimulerend en faciliterend op. Dat wil zeggen dat wanneer een initiatiefnemer plannen heeft, de uitgangspunten die in deze nota zijn geformuleerd leidend zijn. Daarnaast geeft de Gemeente Breda randvoorwaarden (onder andere stedenbouwkundige inpassing en programmatisch) mee waarbinnen de ontwikkeling gerealiseerd moet worden. Tot slot heeft de gemeente een onderhandelingspositie omdat de gemeente beslist of medewerking wordt verleend aan een initiatief dat strijdig is met het bestemmingsplan. 14

2.2 Agenda voor de toekomst In de begeleidingsgroep zijn meerdere thema s besproken. Duidelijk is dat sommige onderwerpen of ontwikkelingen niet in een bestemmingsplan geregeld kunnen worden. In deze visie zijn de onderwerpen beschreven waaraan de komende jaren aandacht moet worden gegeven. Dit kan leiden tot het ontwikkelen of aanscherpen van het gemeentelijk beleid. Voor zover de onderwerpen ruimtelijk-functionele aspecten betreffen, zijn de uitgangspunten te vertalen in het bestemmingsplan. Voor op te stellen beleid dat niet ruimtelijk-functioneel van aard is, of waarvoor een bestemmingsplan niet het meest voor de handliggende instrument, is de agenda voor de toekomst van Brabantpark opgenomen in hoofdstuk 7. 15

Figuur 3.1 Ruimtelijke structuur 16

Gebiedsanalyse 3 In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van het plangebied op ruimtelijk, functioneel en sociaal-maatschappelijk gebied. 3.1 Ruimtelijke structuur 3.1.1 Ontstaan en opbouw van de wijk De ruimtelijke structuur van Brabantpark (figuur 3.1) wordt in deze paragraaf integraal beschreven vanuit de gemeentelijke disciplines cultureel erfgoed, stedenbouw en openbare ruimte. Ontstaansgeschiedenis Het plangebied is relatief laat tot ontwikkeling gekomen omdat het diende als schootsveld van de voormalige vesting. Het was een enigszins geaccidenteerd agrarisch terrein met akkers en weilanden. Van dit oorspronkelijke landschap is weinig overgebleven. De belangrijkste structurerende elementen die (deels) zijn bewaard, zijn de Teteringsedijk (begin dertiende eeuw), de Heusdenhoutsestraat, de Loopschans (oorspronkelijk 1682) en de spoorlijn naar Tilburg (1855). De Molenleij in zijn huidige vorm stamt uit de jaren zestig van de twintigste eeuw. De beek behoort tot de hoofdwaterlopen en ecologische structuur van Breda. Figuur 3.2 Uitsnede historische kaart uit 1926 Tussen 1869 en 1881 werd de vesting Breda ontmanteld. Het plangebied lag geïsoleerd ten opzichte van de stad. Aan de oostzijde van de binnenstad lag de singelgracht en was een groot terrein gereserveerd als militair oefenterrein. Hierdoor werd een rechtstreekse verbinding met de binnenstad verhinderd. De dichtstbijzijnde bruggen over de singelgracht waren de Wilhelminabrug en de Bossche Brug. Daarnaast behoren grote delen van het gebied pas sinds 1927 tot het grondgebied van Breda. De eerste grote bouwactiviteit was in 1919-1922 de bouw van het Sint Ignatiusziekenhuis aan de Wilhelminasingel (figuur 3.2). 17

Figuur 3.3 Ontwikkeling van de wijken Na de eerste annexatie in 1927 maakte ir. W.F. Schaap een uitbreidingsplan met daarin ook de plannen voor een deel van het huidige Brabantpark (figuur 3.3). De ontwerpen uit deze periode zijn gebaseerd op de ideeën van de stadsbouwkunst, die de nadruk legde op theatrale en schilderachtige effecten van stedelijke compositie waarin de openbare ruimte centraal stond. Onderdeel van het uitbreidingsplan van Schaap was een villapark (het oorspronkelijke Brabantpark en naamgever van de later groter geworden wijk) in landschapsstijl. Na de Tweede Wereldoorlog werden de uitbreidingsplannen (door ir. P. Verhagen) naar het oosten opnieuw opgepakt. De buurten in oostelijk deel zijn gebaseerd op zowel de parochiegedachte als de functionalistische gedachte, met een overvloed aan licht, lucht en ruimte. Het belangrijkste structurerende element was en is de Claudius Prinsenlaan, een groene parkway die de binnenstad met het buitengebied verbindt. Een parkway is een brede groenstructuur met daarbinnen voor elke verkeersdeelnemer een eigen strook; bomen staan in groepen of rijen en bebouwing staat los in het groen. Met de aanleg van de Claudius Prinsenlaan is het oorspronkelijke villapark Brabantpark in tweeën geknipt. Hoofdstructuur (figuur 3.4) Het huidige Brabantpark ligt ingeklemd tussen de Teteringsedijk/spoorlijn en de Claudius Prinsenlaan. Brabantpark heeft twee structurerende assen binnen de wijk. Dit zijn de St. Ignatiusstraat en de Beverweg. 18

Figuur 3.4 Typologieënkaart openbare ruimte TYPOLOGIEEN OPENBARE RUIMTE 0 50 100 150 200 250m Figuur 3.5 Beverweg tuin voetpad fietspad berm rijweg berm fietspad voetpad 19

De Beverweg (figuur 3.5) is de belangrijkste wijkontsluitingsweg tussen de zuidelijke en noordelijke rondweg. De St. Ignatiusstraat (figuur 3.6) heeft een boulevardprofiel (brede middenberm met dubbele rij bomen) en de Beverweg een laanprofiel (twee rijen bomen aan weerskanten van de rijbaan). Deze wegen wikkelen het verkeer af naar de Wilhelminasingel, Claudius Prinsenlaan, noordelijke rondweg en uiteindelijk de A27. Figuur 3.6 St. Ignatiusstraat tuin voetpad fietspad parkeren rijweg berm rijweg parkeren fietspad voetpad tuin Het hart van de wijk wordt gevormd door het winkelcentrum Brabantplein. De parkway Claudius Prinsenlaan is verbijzonderd met een aantal bijzondere gebouwen, waaronder het markant gesitueerde Gemeentelijk Sportcentrum. De wijk Brabantpark wordt gewaardeerd vanwege de stedenbouwkundig ruime en groene opzet. Het noordwestelijke deel van de wijk is compacter en intiemer met tuinmuren en groene hagen als erfafscheiding. Het oostelijke deel is ruimer van opzet. Het groene karakter uit zich vooral in de groene bermen, parken, en collectieve tuinen. Ook de groene voortuinen dragen bij aan de groene uitstraling van de wijk. De groenstructuur van de wijk is verbeeld in figuur 3.7. 20

Figuur 3.7 Groenstructuur De van oost naar west slingerende Molenleij vormt een koord waaraan de groenelementen die de wijk structureren zijn opgehangen: het Van Koolwijkpark, de wijk en buurtparken en de sportcomplexen aan de oostzijde. In en langs deze groenelementen lopen veel wandelroutes, die informeel ook als fietsroute gebruikt worden. Foto 3.8 Molenleij De oevers van de Molenleij (figuur 3.8) hebben daarom behalve een ecologische ook een recreatieve functie. De sportcomplexen waren in eerste instantie bedoeld als groene stadsrand maar functioneren nu als buffer tussen Brabantpark en de later gebouwde wijk Heusdenhout. De duidelijke hiërarchie, van een centrale groenvoorziening naar een kleinere groenvoorziening tussen de woonhofjes past binnen de uitgangspunten van de stedenbouwkundige opzet van de wijk. De structurerende elementen die de ontwikkeling van het gebied weerspiegelen, zijn van cultuurhistorisch belang. De wijk kent daarnaast een aantal monumenten en bijzondere gebouwen, die zijn weergegeven op de Koesterkaart (bijlage 2). 21

Buurten Brabantpark kan verdeeld worden in verschillende woonbuurten (figuur 3.9): Schaap (1), Epelenberg (2), rondom park Hooghout (3), Driesprong (4), St. Ignatius (5), ringenbuurt e.o. (6) en Koolwijkpark (7). Daarnaast zijn er twee zones met stedelijke voorzieningen langs de Claudius Prinsenlaan en Wilhelminasingel en in mindere mate langs de St. Ignatiusstraat. De verschillende buurten hebben allemaal hun eigen karakter met waardevolle openbare ruimtes. De meeste buurten zijn ruim en groen opgezet en bestaan voornamelijk uit eengezins woningen en enkele middelhoge flats als accenten langs de randen. Kenmerkend voor de straten in Brabantpark is het gebruik van rode klinkers in keperverband voor de rijloper en 30x30 stoeptegels met merwebasalttoeslag voor de trottoirs. Figuur 3.9 Buurtindeling Brabantpark St. Ignatius Het voormalige St. Ignatiusziekenhuis, het huidige Florijncollege aan de Wilhelminasingel, maakt deel uit van een uitbreidingsplan dat destijds ontworpen is door de stedenbouwkundige Van Gendt in de periode 1870 1872. Op het terrein van het voormalig ziekenhuis zijn nog altijd verschillende functies van het ziekenhuis aanwezig zoals de bloedbank en het revalidatiecentrum. Aan de achterzijde is een klein woonbuurtje gerealiseerd. Het daarnaast gelegen klooster Maria Mater Dei is uitgebreid met een seniorenzorgcentrum. Door deze ontwikkelingen is het gesloten privéterrein van het voormalige ziekenhuis veel toegankelijker geworden. 22

Koolwijkpark Ten zuiden van het voormalig St. Ignatiusziekenhuis ligt het Van Koolwijkpark (figuur 3.10) dat destijds is opgezet als woonpark. In het park werden vrijstaande woningen zo gebouwd dat privaat en openbaar groen in elkaar op zouden gaan. Foto s 3.10 Koolwijkpark De tuinen worden nu gescheiden van het park door hagen of andere erfafscheidingen. Het is een stil en rustig gebied in het groen, midden in de stad. De bebouwing bestaat uit vrijstaande woningen die onderling van elkaar verschillen in architectuur en materiaal. 23

Schaap De stedenbouwkundige opzet rondom de Antiloopstraat stamt uit de jaren 30 van de vorige eeuw. Figuur 3.11 Loopschansstraat tuin voetpad rijweg voetpad berm rijweg voetpad Deze buurt is ontworpen door ir. Schaap die zich liet inspireren door Camillo Sitte (architect/ stedenbouwkundige 1843 1903). Belangrijk in zijn stedenbouwkundige visie was de onderlinge ondersteuning van de vorm van de ruimte en de vorm van de architectuur. De bebouwing in deze buurt bestaat uit aaneengesloten eengezinswoningen met relatief weinig buurtgroen en weinig openbare ruimte. Rondom park Hooghout, Epelenberg en Driesprong Brabantpark is in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw uitgebreid met de buurten rond het Hooghoutpark, Epelenberg en de Driesprong. De woonbuurten hebben een heldere rationele structuur, met relatief veel groenvoorzieningen. De woonstraten bestaan uit ringen en hofjes. De woningen hebben minder architectonische detailleringen. De uitstraling is sober, recht toe recht aan. De overmaat van de openbare ruimte in het oostelijke deel draagt bij aan de duurzaamheid van de wijk. Er is ruimte voor allerlei functies en veel bomen staan in groene bermen (i.p.v. in verharding) en hebben daardoor een goede groeiplaats. Bovendien maken veel groen en water dit deel van de wijk klimaatbestendig. Rond het park Hooghout (figuur 3.12) bestaat de structuur uit een lusvormige verkaveling met rijwoningen die veelvuldig herhaald worden in halfopen woonblokken en flats langs de Molenleij en Hooghout. Verschillende functies hebben hun eigen plaats, zoals het winkelcentrum, het park en de woonbuurten. Opvallend zijn de toegangen tot het winkelcentrum. Het winkelcentrum ligt erg besloten met enkele toegangen die vooral vanuit de edelstenenstraten doorkijkjes bieden. De voorzijden van het winkelcentrum zijn gericht op het binnen de bebouwing gelegen plein. De bebouwing bestaat uit portiekflats met op de begane grond winkel en horecaruimten. Centraal in het park staat het recent gebouwde appartementencomplex met de nieuwe bibliotheek en Michaëlkerk en de oorspronkelijke klokkentoren. De klokkentoren is een belangrijk oriëntatiepunt in de wijk. 24

Figuur 3.12 Hooghoutpark De buurt Epelenberg is begin jaren 60 uit de vorige eeuw gebouwd. De stedenbouwkundige structuur bestaat uit een centrale groene ruimte (figuur 3.13) waarin enkele flatgebouwen zijn gesitueerd. Rondom dit centrale punt zijn eengezinswoningen in een hofverkaveling gegroepeerd. De buurt heeft een naar binnen gekeerde structuur die los staat van het oude bebouwingslint van de Teteringsedijk. De flatgebouwen zijn sober, eenvormig en ze zijn eenvoudig gedetailleerd. Figuur 3.13 Epelenbergpark De woonbuurt Driesprong is een woonbuurt die wat geïsoleerd gelegen is achter de Teteringsedijk en Tilburgseweg en die grenst aan het spoor en bedrijventerrein. Het is een buurt die bestaat uit kleine eengezinswoningen. De invloed van het spoor en het bedrijventerrein is groot. Voor deze buurt is een eigen Structuurvisie Driesprong gemaakt en wordt een eigen bestemmingsplan opgesteld. Om die reden wordt deze wijk verder niet besproken in onderhavige gebiedsvisie. In Brabantpark hebben in de jaren 90 van de vorige eeuw verschillende inbreidingen plaatsgevonden, zoals de nieuwe woningen rond de Wisentstraat, Kangoeroestraat/Heusdenhoutsestraat en aan de Topaasstraat. Ze zijn duidelijk herkenbaar door het verschil in architectuur en schaalgrootte, maar voegen zich goed in het totaalbeeld van de wijk. 25

3.1.2 Verkeer Inleiding In deze visie staan twee aspecten centraal: afwikkeling van het verkeer en verkeersveiligheid. Het Bredase Verkeersplan en beleidsnota s over parkeren, de fiets, het openbaar vervoer en verkeersveiligheid gelden vanzelfsprekend ook voor deze visie. Een terugkerende vraag vanuit Brabantpark is wat de vele ontwikkelingen in en om de wijk betekenen voor de afwikkeling van het verkeer. Vooral aan de randen van de wijk doen zich eventuele problemen op kruispuntniveau voor (met name bij verkeerslichten). De problemen in de wijk zelf hebben geen betrekking op afwikkeling van het verkeer, maar op het gebied van snelheid, verkeersveiligheid en parkeerdruk. Hoewel de objectieve veiligheidssituatie is verbeterd sinds de instelling van 30 km/uur gebieden (in Brabantpark in 2003), is in de beleving van bewoners en weggebruikers de gereden snelheid nog steeds een probleem. Afwikkeling van het verkeer en verkeersveiligheid krijgen hieronder (respectievelijk bij autoverkeer en bij verkeersveiligheid ) een prominente plaats. Daarnaast wordt ingegaan op parkeren, openbaar vervoer en de fiets. Met uitzondering van enkele geïsoleerde problemen op het gebied van bijvoorbeeld parkeren, is het met name een beschrijving van de huidige situatie en die in de nabije toekomst op basis van groeicijfers. Het verkeer in de wijk zelf hangt samen met de Claudius Prinsenlaan en de Heerbaan. Deze zullen dan ook regelmatig worden genoemd. De structuur, waarbij onderscheid wordt gemaakt in diverse typen wegen, komt als eerste aan bod. Het gemeentelijke verkeersmodel met daarin alle ruimtelijke ontwikkelingen maakt inzichtelijk waar het in de verkeersstructuur gaat knellen. Autoverkeer: beleid In het gemeentelijk Verkeersplan (Verkeersplan Breda, Gemeente Breda, 2003) is voor het wegennet van Breda de volgende functionele indeling gehanteerd: Stroomwegen; Stadsontsluitingswegen; Wijkontsluitingswegen; Erftoegangswegen (30 km/u gebieden, verblijfsgebied). Figuur 3.14 Functionele indeling wegen Brabantpark INFRASTRUCTUUR stadsontsluitingsweg wijkontsluitingsweg erftoegangsweg fiets netwerk P parkeren voorziening openbaarvervoer H openbaarvervoer halte dekkingsgebied bushalte 0 50 100 150 200 250m 26

Per type worden hieronder de wegen in en om Brabantpark genoemd welke hieronder vallen. Stadsontsluitingswegen De stedelijke hoofdwegenstructuur, de zogenoemde stadsontsluitingswegen, zijn onmisbaar voor de bereikbaarheid en de leefbaarheid van en in de stad. Zij zijn primair bedoeld voor het stedelijk autoverkeer. De route Franklin Rooseveltlaan, Claudius Prinsenlaan, Beverweg, Kapittelweg, Nieuwe Kadijk, Tilburgseweg vormt, met de klok mee, een stadsontsluitingsstructuur waarmee de wijken Brabantpark en Heusdenhout, optimaal worden ontsloten. Om de hoofdwegen optimaal te benutten is doorstroming nodig en een betere benutting van bestaande wegen. Dit gebeurt door het aanpassen van bestaande verkeersregelingen, het beheersen van verkeersstromen door bijvoorbeeld te doseren op piekmomenten en het geleiden en ombuigen van verkeersstromen en, indien noodzakelijk, uitbreiding van de infrastructuur. Doorstroming op de hoofdstructuur kan betekenen dat kleine aansluitingen op de stadsontsluitingswegen soms een langere wachttijd kennen. Niet dat dit tot files en problemen wat betreft afwikkeling van het verkeer leidt, maar bewoners ervaren dit wel als een vervelende situatie. Daarom is het ook doel om, waar mogelijk, bestaande aansluitingen van 30 km/uur-wegen (erftoegangswegen) op stadsontsluitingswegen op te heffen. In ieder geval worden geen extra aansluitingen gerealiseerd om de doorstroming te blijven garanderen op de stadsontsluitingswegen. Wijkontsluitingswegen Wijkontsluitingswegen brengen het autoverkeer vanaf stadsontsluitingswegen naar de wijken en zijn vaak hoofdroute voor het fietsverkeer en het openbaar vervoer. Scheiding van verkeerssoorten (vrijliggende fietsvoorzieningen) is uitgangspunt voor de inrichting van deze wegen. De route Claudius Prinsenlaan (deel tussen Beverweg en singel) - Wilhelminasingel - St. Ignatiusstraat - Teteringsedijk - Tilburgseweg - Heerbaan vormt, met de klok mee, de belangrijkste toegangsweg voor Brabantpark en zijn wijkontsluitingswegen. Ze zijn belangrijk voor de afwikkeling van het verkeer van en naar Brabantpark. Erftoegangswegen (30 km/u-zones, verblijfsgebied) Erftoegangswegen ontsluiten de woningen, voorzieningen en bedrijven voor alle verkeerssoorten. De inrichting van deze wegen gaat uit van gelijkwaardigheid voor alle verkeerssoorten (voorrang van rechts). In deze 30 km/u-gebieden kunnen hoofdfietsroutes en busroutes voorkomen waardoor de inrichting van deze straten kan afwijken. Het bestemmingsverkeer gebruikt deze straten in Brabantpark. Een belangrijke toegangsweg door de wijk is de route Hooghout Hoogeind. Overigens is de vormgeving (inrichting) van 30 km/u-wegen een onderwerp wat vaak tot discussie en verwarring leidt. Een klein woonstraatje staat niet in verhouding tot bijvoorbeeld de Teteringsedijk die ook als erftoegangsweg in het Verkeersplan wordt aangeduid. Anderzijds biedt dit ook kansen met betrekking in de sturing van het verkeer via andere wegen van een hogere categorie. Door het verkeer op de stadsontsluitingswegen en wijkontsluitingswegen te bundelen, gaat een minimale hoeveelheid sluipverkeer (uiteraard is sluipverkeer nooit geheel op te lossen) over de erftoegangswegen door de wijk. Het dichthouden van de bussluis in de Topaasstraat is hiervan een voorbeeld. Investeren in stadsontsluitingswegen en wijkontsluitingswegen zorgt voor een goed verblijfsklimaat in de wijk. Autoverkeer: prognose verkeer De verkeersgroei in een wijk wordt grotendeels veroorzaakt door ontwikkelingen in de wijk zelf. Het autoverkeer in Brabantpark groeit naar verwachting nauwelijks. Het autobezit groeit (steeds meer gezinnen hebben twee of meer auto s), tegelijkertijd is echter ook sprake van een dalende gemiddelde woningbezetting. Door de vergrijzing en verzelfstandiging (meer alleenstaanden) van de samenleving daalt het gemiddeld aantal inwoners per woning van 27

ongeveer 2,3 inwoners per woning in 2006 naar ongeveer 2,0 inwoners/woning in 2020. Anders gezegd: in een wijk waarin geen nieuwbouw wordt gepleegd, zal het inwoneraantal in 2020 zo n 15% lager zijn dan in 2006. Een aantal grotere ontwikkelingen vindt plaats rondom de Beverweg tussen de Teteringsedijk en St. Ignatiusstraat. Een deel hiervan is inmiddels gerealiseerd. Deze ontwikkelingen komen grotendeels uit op de stadsontsluitingsweg Beverweg. Daarnaast zijn er grotere ontwikkelingen zoals Molenkwartier en de Driesprong. Uiteraard zullen de ontwikkelingen zoals Molenkwartier gevolgen hebben voor de Teteringsedijk (erftoegangsweg). Verder zullen de gevolgen hiervan voornamelijk op de wijk- en stadsontsluitingswegen waarneembaar zijn. In de Driesprong (omgeving Texelstraat) zijn de nodige woningen gesloopt. In het maximale scenario zouden er netto 50 woningen bij komen (dus 50 woningen meer dan dat voor de sloop aanwezig waren). Met dit aantal zijn de verkeerskundige gevolgen beperkt. Samengevat: Op de erftoegangswegen in de wijk Brabantpark neemt de verkeersdruk in de toekomst nauwelijks toe, eerder af. De toename vindt plaats rondom de hierboven genoemde ontwikkelingen. Randvoorwaarde is wel dat de wijk- en stadsontsluitingswegen het verkeer nog kunnen verwerken. Als op deze wegen grote vertragingen gaan ontstaan, kunnen ongewenste sluiproutes gaan ontstaan. Op de wijk- en stadsontsluitingswegen rondom Brabantpark wordt een grotere verkeersintensiteit verwacht. Met name een forse groei op de aansluitingen van de Noordelijke en Zuidelijke Rondweg op de rijkswegen (A27 en A16) omdat al het externe verkeer van en naar alle nieuwe ontwikkelingen via deze aansluitingen komt. Ook dit is echter sterk afhankelijk van de grootte en locatie van de nieuwe ontwikkelingen. De mogelijke ontwikkelingen langs de Claudius Prinsenlaan genereren veel verkeer op de Claudius Prinsenlaan en op de Zuidelijke Rondweg. De eventuele ontwikkeling rond de Bavelseberg genereert veel verkeer op de Zuidelijke Rondweg. Beide ontwikkelingen gaan echter (vooralsnog) niet door of worden in (sterk) gereduceerde vorm gerealiseerd. Over de exacte invulling van de Via Breda ontwikkelingen is ook nog geen helderheid. Kortom: het is erg moeilijk om een definitief groeicijfer te geven. We nemen echter aan dat de wijk- en stadsontsluitingswegen meer dan autonoom zullen groeien. De autonome groei is 1,5% per jaar. De inprikkers vanaf de rijkswegen (Noordelijke en Zuidelijke Rondweg) groeien sterker, afhankelijk van de exacte ontwikkelingen en economische tendens. De te verwachten groei van het verkeer op wegen als de Teteringsedijk (deel tussen Hoogeind en Oosterhoutseweg), Beverweg, St. Ignatiusstraat, Tilburgseweg en de Heerbaan bedraagt gemiddeld tussen de 10 en 25%, met zoals eerder genoemd uitschieters op de Claudius Prinsenlaan tot boven de 50% wanneer alle ontwikkelingen zouden worden gerealiseerd. Op enkele kruispunten na, levert deze groei echter geen problemen op. Hieronder wordt daar verder op ingegaan. Autoverkeer: afwikkeling verkeer Om een goede inschatting te maken van de hoeveelheid autoverkeer in en rondom Brabantpark in de toekomst maakt de Gemeente Breda gebruik van een verkeersmodel. Dit model richt zich op het jaar 2020. In dit model zitten alle verwachte bouwontwikkelingen die tussen 2006 en 2020 gerealiseerd gaan worden en de algemene autonome groei/afname van het verkeer volgens de voorspellingen van het CBS. Het model bestaat uit de belangrijkste wegen van Breda waarop een bepaalde hoeveelheid verkeer wordt losgelaten. De kruispunten zijn hierin bepalend. Van deze kruispunten wordt berekend of het verkeer kan worden afgewikkeld of dat er lange wachttijden kunnen gaan ontstaan. Deze kruispuntberekeningen zijn gebaseerd op de avondspits (drukste periode). In Breda zijn alleen in de spitsperiodes van gemiddeld een half uur op een aantal wegvakken structureel lange wachtrijen/wachttijden. Buiten de spitsperiodes zijn nergens lange wachtrijen. In veel gevallen gaat het om incidentele gevallen. Een indicatie met betrekking tot de afwikkelingstijden op kruispunten (cyclustijd, waarbij dus alle richtingen minimaal 1 maal groen hebben gehad) kan als volgt worden ingedeeld: tot 120 seconden is er geen afwikkelingsprobleem, tussen de 120 en 150 seconden is sprake van een kritische situatie waarvoor wellicht eenvoudige verkeersregeltechnische aanpassingen nodig zijn, en boven de 150 seconden is sprake van dusdanig afwikkelingsproblemen dat andere maatregelen noodzakelijk zijn. Zoals bijvoorbeeld een totale herinrichting van het kruispunt, 28

andere indelingen van rijstroken en opstelvakken, plus uiteraard ook verkeersregeltechnische aanpassingen.. Voor de afwikkeling van het verkeer in Brabantpark kan men onderscheid maken in de erftoegangswegen (verkeer in de wijk) en wijk-/stadsontsluitingswegen (verkeer door en rondom de wijk). Voor het verkeer in de wijk (erftoegangswegen) geldt dat de kleine inbreidingsplannen in Brabantpark tot 2020 geen afwikkelingsproblemen veroorzaken. Overigens zijn andere problemen wellicht wel aan de orde, zoals parkeerproblemen bij bepaalde ontwikkelingen en op bepaalde locaties. Voor het verkeer op de wijkontsluitingswegen wordt een toename verwacht. Uit het model blijkt dat op het kruispunt van de Tilburgseweg met de Heerbaan problemen gaan ontstaan (cyclustijd boven de 150 seconden). Dit betekent langere wachtrijen in de ochtend- en avondspits. Daarentegen heeft het verkeer een goed alternatief over de Nieuwe Kadijk. Op de Heerbaan wordt een relatief lichte toename verwacht, die geen problemen zal veroorzaken. Door de werkzaamheden op de Heerbaan bij het kruispunt met de Claudius Prinsenlaan wordt de capaciteit dusdanig vergroot dat tot 2020 geen structurele lange wachtrijen meer gaan ontstaan. Op de stadsontsluitingsweg Claudius Prinsenlaan wordt een grotere toename verwacht. Door de doorstromingsmaatregelen (zomer 2010) is de capaciteit op de Claudius Prinsenlaan aanzienlijk vergroot. Alle ontwikkelingen en de autonome groei worden goed afgewikkeld in de nabije toekomst. Een belangrijke kanttekening hierbij is dat er nog geen duidelijkheid is over de grote ontwikkelingen rondom de Claudius Prinsenlaan. Wel is gebleken dat als alle mogelijke ontwikkelingen op de Claudius Prinsenlaan doorgaan, er een groot verkeersprobleem gaat ontstaan op de kruispunten van de Claudius Prinsenlaan met de Heerbaan en Zuidelijke Rondweg (eveneens cyclustijd boven de 150 seconden). Een extra aansluiting op de Zuidelijke Rondweg of andere zeer ingrijpende infrastructurele maatregelen zijn dan noodzakelijk. Momenteel wordt onderzocht wat de beste oplossing is. Dit kan ook inhouden een aantal ontwikkelingen niet door te laten gaan. Verkeersveiligheid en inrichting Verkeersongevallen zijn niet alleen traumatisch voor slachtoffers en nabestaanden, het laat ook vaak littekens achter bij (oog)getuigen en zorgt voor onrust in een buurt of wijk. Naast de bestaande inrichting van de weg, die invloed heeft op de verkeersveiligheid, hangt het ongevallenbeeld ook samen met gedrag. Door middel van een heldere en verkeersveilige inrichting kan zoveel mogelijke worden getracht dit gedrag te beïnvloeden. Hieronder en in bijlage 3 volgt een overzicht van de geregistreerde ongevallen in de periode 2005-2009, inclusief toedracht en betrokken modaliteit (auto, fiets etc.) met daarbij ook enkele algemene conclusies. Verkeersveiligheid: ongevalcijfers Bijlage 3 laat een overzicht zien van de ongevallensituatie in Brabantpark. Er is onderscheid gemaakt in een kaart en tabel voor de wijk zelf (erftoegangswegen) en een overzicht van de wijk- en stadsontsluitingswegen in en om de wijk. Het gaat hier om de objectieve veiligheidssituatie. Hoewel er wellicht minder ongevallen gebeuren op erftoegangswegen (30 km/uwegen), wordt hardrijden op die wegen wel als een grotere overlast ervaren (subjectieve veiligheid). Juist hier bevinden zich vrijwel alle woningen, winkels en wandelaars, fietsers of spelende kinderen. Eindconclusie naar aanleiding van bijlage 3 De letselongevallen in de wijk Brabantpark gebeuren met name op de stads- en wijkontsluitingswegen (50 km/u wegen) en niet op de erftoegangswegen in de wijk. Dit geldt ook voor de rest van Breda. Zo n driekwart van de slachtofferongevallen in het studiegebied valt op de 50 km/u wegen en een kwart op de 30 km/u wegen (waarvan het totaal aantal kilometers weglengte veel groter). De afgelopen 5 jaar zijn op de erftoegangswegen in de wijk gemiddeld 4 slachtofferongevallen per jaar gebeurd, waarvan twee ernstig (ziekenhuisopname). Ondanks het feit 29

dat elk ongeval en elk slachtoffer betreurenswaardig is, is dit niet bijzonder opvallend in vergelijking met andere buurten/wijken in Breda, zeker gezien de grootte van het studiegebied (het gebied begrenst door de wegen Claudius Prinsenlaan, Wilhelminasingel, Teteringenstraat, spoor, Nieuwe Kadijk en Heerbaan). In de wijk zelf (erftoegangswegen) gaat het vooral om voorrangsongevallen met relatief veel langzaam verkeer (fiets etc.). Op de stads- en wijkontsluitingswegen gebeuren naast voorrangsongevallen ook veel roodlichtnegatie- en kop-staartongevallen. Het aandeel langzaam verkeer is hier kleiner. Verkeersveiligheid: inrichting Brabantpark wijkt niet significant af van de totale situatie in Breda. Op basis van deze conclusie volgt hieronder een overzicht van de mogelijkheden voor inrichting van de 30 km/u-gebieden (erftoegangswegen) in Brabantpark. De wijk- en stadsontsluitingswegen spelen veel minder een rol in de inrichtingsdiscussie, deze wegen zijn juist de wegen waar de afwikkeling van het verkeer (om zoveel mogelijk sluipverkeer in de wijk zelf te voorkomen) centraal staat. Maar ook hier wordt op kruispuntniveau en door bijvoorbeeld verkeersregeltechnische aanpassingen (verkeerslichten) gewerkt aan een positiever ongevallenbeeld. De kern van de discussie speelt zich, nogmaals, af in de 30 km/u-gebieden. In Brabantpark gaan we hier in algemene zin mee om, waarbij ook enkele concrete punten in de wijk uitdrukkelijk worden genoemd. Uiteraard kan niet worden ingegaan op specifieke maatregelen op bepaalde kruispunten op wegen aangezien dat onderdeel van het ontwerpproces zal zijn. De inrichting stamt grotendeels uit 1960. In 2003 is de wijk als 30 km/u-gebied aangewezen. Bij bepaalde functies, zoals scholen en winkels zijn eventueel (later) aanvullende maatregelen genomen. Hoewel het uiteraard te optimistisch is dat slechts eenvoudige maatregelen en bebording tot een snelheidsreductie van 50 naar 30 km/u leiden, heeft de snelheidsreductie wel rechtsgeldigheid. Als aanvulling hierop is met politie afgesproken dat men ook op deze snelheid zal controleren wanneer a) de V85-snelheid (=85% rijdt gelijk of langzamer dan een bepaalde snelheid) 37 km/u of minder is, b) door de gemeente in overleg met politie bepaalde locaties worden gesignaleerd waar het knelpunt erg groot is. Samen met politie wordt dan afgesproken om aanvullende maatregelen te treffen om de snelheid te verlagen, zoals ook in het verleden op Hooghout is gedaan: politie gaat controleren, gemeente zegt toe maatregelen te gaan nemen. Landelijk gezien is er een discussie over de herkenbaarheid van 30 km/u-zones. Niet alleen de aanwezigheid van drempels of verkeersmaatregelen dragen bij aan de geloofwaardigheid van een 30 km/u-zone, maar ook de bebouwing langs de weg en omgeving waar de weg ligt, zijn van grote invloed. Een 30 km/u-zone moet herkenbaar zijn. Herkenbaarheid en eenduidigheid in de inrichting zijn dan ook speerpunten de komende jaren. Met name op het gebied van voorlichting en communicatie ligt daar nog een uitdaging. De gemeente is in 2010 gestart met een nieuwe 30 km/u campagne in Ulvenhout. Deze kan over meerdere delen van de stad, waaronder Brabantpark, ingezet worden. Uiteraard betekent dit niet dat op bepaalde wegen waar de nood hoog is (denk daarbij aan Hooghout, Lage Kant, Heusdenhoutsestraat etc.) geen drastischere maatregelen gerechtvaardigd zijn, zoals drempels, versmallingen en andere maatregelen die de snelheid flink verlagen. Dit soort maatregelen worden niet alleen genomen vanuit de noodzaak van verkeersveiligheid, maar ook omdat al werkzaamheden plaatsvinden waar kan worden meegelift (werk met werk maken). Denk hierbij aan de rioleringswerkzaamheden op Hooghout en omstreken of andere maatregelen zoals vervanging van de wegverharding. Bij elk project wordt nagegaan, onder andere door informatieavonden met bewoners, of er 30 km/u-maatregelen wenselijk zijn. Bepaalde aspecten met betrekking tot de inrichting van 30km/u-gebieden die vaak worden verondersteld verkeersveiliger te zijn, worden niet of nauwelijks toegepast. Het betreft dan met name de toepassing van vrijliggende fietspaden en de aanleg van zebrapaden. Zebrapaden hebben een zogenaamde schijnveiligheid. De verantwoorde 30