HALFJAARLIJKS VERSLAG 30.06.11 AMONIS N.V. BEVEK



Vergelijkbare documenten
Resultatenrekening. B. Andere

JAARVERSLAG AMONIS N.V. BEVEK

JAARVERSLAG AMONIS N.V. BEVEK

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

HALFJAARLIJKS VERSLAG AMONIS nv BEVEK

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

HALFJAARLIJKS VERSLAG AMONIS N.V. BEVEK

BKCP INVEST BKCP Europe Trackers

Prospectus Amonis nv Bevek

Fund Life Opportunity Index

HALFJAARLIJKS VERSLAG AMONIS N.V. BEVEK

Fund Life Opportunity Index 2

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

JAARVERSLAG AMONIS N.V. BEVEK

Fund Life Opportunity Selection 5 Dynamic

INFORMATIE BETREFFENDE DE BEVEK :

JAARVERSLAG AMONIS nv BEVEK

Referentiemunt van de sicav: KBL European Private Bankers SA Ernst & Young; 7, Parc d Activité Sydrall, L-5365 Munsbach

BKCP INVEST BKCP Bonds

BNP Paribas L1 Equity USA Small Cap afgekort tot BNPP L1 Equity USA Small Cap

BNP Paribas L1 Bond World Emerging Corporate afgekort tot BNPP L1 Bond World Emerging Corporate

BELGISCHE BIJLAGE BIJ HET UITGIFTEPROSPECTUS SAINT-HONORE INDE

FORTIS B FUND Equity Telecom Europe

Compartiment ACTIVE FIX EURO EQUITIES

Compartiment ACTIVE FIX NEW MARKETS

Fund Life Opportunity Selection 5 Dynamic

JAARVERSLAG AMONIS nv BEVEK

BNP PARIBAS B FUND II BEST OF BONDS 8 DIS

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus 4 januari 2010

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

BNP Paribas B Institutional I Equity EMU D

PETERCAM B FUND NV. JAARVERSLAG op 31 december Financiële dienst Petercam NV, beursvennootschap

Werkprogramma statistieken (ISA 800)

Beleggingsvennootschap met Veranderlijk Kapitaal naar Luxemburgs recht met verscheidene compartimenten

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

Vereenvoudigd prospectus: compartiment KBC BONDS CAPITAL FUND

BELGISCH ADDENDUM BIJ HET UITGIFTEPROSPECTUS CARMIGNAC PORTFOLIO

De Commissie is voornemens de toepassing van haar aanbeveling te gepaste tijde te evalueren.

10, rue Edward Steichen, L-2540 Luxemburg Beheerder BNP PARIBAS ASSET MANAGEMENT

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus. Maart 2010 DELTA LLOYD L

Antwerpen Mortsel Sint-Martens-Latem

FUSIEVOORSTEL FUSIE DOOR OVERNEMING. Fusie van verscheidene compartimenten van

Fund Oxylife Opportunity 6

Piazza BlackRock Global Allocation

BNP PARIBAS B FUND II BEST OF SUSTAINABLE BONDS 2 DIS

AXA WORLD FUNDS (de Bevek ) Een Luxemburgse Beleggingsvennootschap met Veranderlijk Kapitaal

Vereenvoudigde prospectus van het compartiment BONDS EUROZONE van de Bevek AXA BELGIUM FUND

HALFJAARVERSLAG JUNI 2015

Vereenvoudigd prospectus: compartiment KBC BONDS INCOME FUND

BI CARMIGNAC PATRIMOINE

Fondsen Allianz. (ex-royal Life) Halfjaarlijks financieel beheersverslag 2014

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus April 2010

AXA Life Protected Primavera OIT

Essentiële beleggersinformatie

Compartiment ACTIVE FIX TOP EUROPEAN SECTORS

Fund Life Opportunity Selection 2 Dynamic

FSMA_2018_01-1 dd. 19/12/2017. Aard van de waarden

Oxylife BlackRock Global Allocation


BELGISCH ADDENDUM BIJ HET UITGIFTEPROSPECTUS

BNP PARIBAS B FUND II CALL EURO 1

BNP PARIBAS B FUND II CALL INDEX 4

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

VEREENVOUDIGD PROSPECTUS COMPARTIMENT PROFIL PLUS DYNAMIQUE

Essentiële beleggersinformatie

Primavera Force Talents 1

HALFJAARVERSLAG 2015 VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELEGGINGSFONDS NAAR FRANS RECHT CARMIGNAC INVESTISSEMENT LATITUDE

Vereenvoudigd prospectus: compartiment KBC BONDS EUROPE

Vereenvoudigd prospectus: compartiment KBC BONDS CONVERTIBLES

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015

AXA Life Protected Millesimo US

Millesimo Tocqueville Dividend 1

Prospectus Amonis nv Bevek

INFORMATIE BETREFFENDE DE BEVEK :

Euro & Emerging Equity I

HALFJAARVERSLAG 2015 VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELEGGINGSFONDS NAAR FRANS RECHT CARMIGNAC PROFIL REACTIF 100

HALFJAARVERSLAG 2015 VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELEGGINGSFONDS NAAR FRANS RECHT CARMIGNAC COURT TERME

Het beste scenario voor uw belegging

F.VAN LANSCHOT BANKIERS (BELGIE) BEVEK N.V.

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

HALFJAARVERSLAG 31 december 2013 DEGROOF NAAMLOZE VENNOOTSCHAP. Overeenkomstig de Europese ICBE richtlijn 2009/65/EEG ( UCIT IV )

PARVEST JAPAN. Vereenvoudigd prospectus NOVEMBER 2009

Activa die als tegenwaarde dienen van de solvabiliteitsmarge

I. Algemene voorwaarden van de grensoverschrijdende fusie

TreeTop Portfolio SICAV

Nettoresultaat (globaal/per aandeel) EUR 848 miljoen (EUR 588 miljoen) EUR 5,44 (EUR 4,01)

Boekhouding OFP / IBP

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

AG Protect + Risk Control Europe 90 / 2. Lancering : 14 september tot en met 30 oktober 2015* *Behoudens vervroegde afsluiting

HALFJAARLIJKS VERSLAG LELEUX INVEST BEVEK

PLUK DE VRUCHTEN VAN 3 STERAANDELEN

Nasdaq - Technology - World - Euro Non Cyclicals - Euro Technology - Media

BNP Paribas Portfolio Fund Balanced afgekort BNPP PF Balanced

Essentiële Beleggersinformatie

AXA WORLD FUNDS (de Bevek ) Een Luxemburgse Beleggingsvennootschap met Veranderlijk Kapitaal

Hermes Pensioenfonds BELGISCH PENSIOENSPAARFONDS VEREENVOUDIGD PROSPECTUS

VIVIUM DYNAMIC FUND FACT SHEET 30 september 2017

BNP PARIBAS B FUND II AUTOCALLABLE 4

LAMPIRIS COOP Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid Rue Saint-Laurent, LUIK BTW BE

Transcriptie:

HALFJAARLIJKS VERSLAG 30.06.11 AMONIS N.V. BEVEK Openbare Beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal naar Belgisch recht met verschillende compartimenten Naamloze vennootschap ICB die geopteerd heeft voor beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 85/611/EEG Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig als ze worden uitgevoerd na kosteloze overlegging van het vereenvoudigd prospectus of het prospectus.

INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP 7 1.1. ORGANISATIE VAN DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP 7 1.2. BEHEERVERSLAG 9 1.2.1. Informatie aan de aandeelhouders 9 1.2.2. Algemeen overzicht van de markten 9 1.3. GEGLOBALISEERDE BALANS 12 1.4. GEGLOBALISEERDE RESULTATENREKENING 13 1.5. SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS 14 1.5.1. Samenvatting van de regels 14 1.5.2. Wisselkoersen 15 2. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT CORPORATE BONDS EURO 16 2.1. BEHEERVERSLAG 16 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 16 2.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 16 2.1.3. Financieel portefeuillebeheer 17 2.1.4. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 17 2.1.5. Toekomstig beleid 18 2.1.6. Risicoklasse 18 2.2. BALANS 19 2.3. RESULTATENREKENING 20 2.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 21 2.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.11 21 2.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 24 2.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 25 2.4.4. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 26 2.4.5. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 26 2.4.6. Return 26 2.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 28 3. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT EQUITY EMERGING MARKETS 29 3.1. BEHEERVERSLAG 29 3.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 29 3.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 29 3.1.3. Financieel portefeuillebeheer 30 3.1.4. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 30 3.1.5. Toekomstig beleid 31 3.1.6. Risicoklasse 31 3.2. BALANS 32 3.3. RESULTATENREKENING 33 3.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 34 3.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.11 34 3.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 39 3.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 40 3.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 40 2

3.4.5. Return 41 3.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 42 4. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT EQUITY EUROPE SMID CAP 43 4.1. BEHEERVERSLAG 43 4.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 43 4.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 43 4.1.3. Financieel portefeuillebeheer 44 4.1.4. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 44 4.1.5. Toekomstig beleid 44 4.1.6. Risicoklasse 44 4.2. BALANS 45 4.3. RESULTATENREKENING 46 4.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 47 4.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.11 47 4.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 49 4.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 50 4.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 50 4.4.5. Return 51 4.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 52 5. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT EQUITY EUROPE 53 5.1. BEHEERVERSLAG 53 5.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 53 5.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 53 5.1.3. Financieel portefeuillebeheer 54 5.1.4. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 54 5.1.5. Toekomstig beleid 54 5.1.6. Risicoklasse 54 5.2. BALANS 55 5.3. RESULTATENREKENING 56 5.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 57 5.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.11 57 5.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 65 5.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 66 5.4.4. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 66 5.4.5. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 66 5.4.6. Return 67 5.4.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 68 6. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT EQUITY WORLD 70 6.1. BEHEERVERSLAG 70 6.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 70 6.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 70 6.1.3. Financieel portefeuillebeheer 71 6.1.4. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 71 6.1.5. Toekomstig beleid 71 6.1.6. Risicoklasse 71 6.2. BALANS 72 3

6.3. RESULTATENREKENING 73 6.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 74 6.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.11 74 6.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 77 6.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 78 6.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 79 6.4.5. Return 79 6.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 80 7. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT EQUITY EUROPE ALPHA 82 7.1. BEHEERVERSLAG 82 7.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 82 7.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 82 7.1.3. Financieel portefeuillebeheer 83 7.1.4. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 83 7.1.5. Toekomstig beleid 83 7.1.6. Risicoklasse 83 7.2. BALANS 84 7.3. RESULTATENREKENING 85 7.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 86 7.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.11 86 7.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 88 7.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 89 7.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 89 7.4.5. Return 90 7.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 91 8. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT EQUITY JAPAN MID CAP 92 8.1. BEHEERVERSLAG 92 8.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 92 8.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 92 8.1.3. Financieel portefeuillebeheer 93 8.1.4. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 93 8.1.5. Toekomstig beleid 93 8.1.6. Risicoklasse 93 8.2. BALANS 94 8.3. RESULTATENREKENING 95 8.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 96 8.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.11 96 8.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 97 8.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 98 8.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 98 8.4.5. Return 99 8.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 100 9. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT EQUITY REAL ESTATE 101 9.1. BEHEERVERSLAG 101 9.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 101 9.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 101 4

9.1.3. Financieel portefeuillebeheer 102 9.1.4. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 102 9.1.5. Toekomstig beleid 102 9.1.6. Risicoklasse 102 9.2. BALANS 103 9.3. RESULTATENREKENING 104 9.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 105 9.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.11 105 9.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 107 9.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 108 9.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 108 9.4.5. Return 109 9.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 110 10. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT EQUITY US SMID CAP 111 10.1. BEHEERVERSLAG 111 10.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 111 10.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 111 10.1.3. Financieel portefeuillebeheer 112 10.1.4. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 112 10.1.5. Toekomstig beleid 112 10.1.6. Risicoklasse 112 10.2. BALANS 113 10.3. RESULTATENREKENING 114 10.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 115 10.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.11 115 10.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 119 10.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 120 10.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 120 10.4.5. Return 121 10.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 122 11. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT GOVERNMENT BONDS EURO 123 11.1. BEHEERVERSLAG 123 11.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment 123 11.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 123 11.1.3. Financieel portefeuillebeheer 124 11.1.4. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 124 11.1.5. Toekomstig beleid 124 11.1.6. Risicoklasse 124 11.2. BALANS 125 11.3. RESULTATENREKENING 126 11.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 127 11.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.11 127 11.4.2. Verdeling van de activa (in % van de portefeuille) 128 11.4.3. Wijziging in de samenstelling van de activa 128 11.4.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 129 11.4.5. Return 130 5

11.4.6. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens 131 6

1. ALGEMENE INFORMATIE OVER DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP 1.1. ORGANISATIE VAN DE BELEGGINGSVENNOOTSCHAP Maatschappelijke zetel AMONIS NV is een openbare beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal ("BEVEK") naar Belgisch recht, met verschillende compartimenten. De bevek heeft geopteerd voor beleggingen die voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 85/611/EEG en 88/220/EEG en die, wat haar werking en beleggingen betreft, wordt beheerst door de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles. Zij werd ingeschreven onder het RPR Ondernemingsnummer 0475.550.121. De maatschappelijke zetel van de vennootschap is gevestigd te Brussel, de Jamblinne de Meuxplein 4. Oprichtingsdatum van de vennootschap De oprichtingsakte van de vennootschap werd op 7 september 2001 gepubliceerd in de Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad. De oprichtingsakte en de statuten werden op 27 augustus 2001 neergelegd ter Griffie van de handelsrechtbank te Brussel waar ze ter raadpleging beschikbaar zijn. Beheertype Zelfbeheerde bevek. Raad van bestuur De heer Daniël LOUSBERGH, arts, bestuurder van Amonis OFP, Voorzitter De heer Tom MERGAERTS, CFO & Actuary van AMONIS OFP, Afgevaardigd bestuurder De heer Didier NEUBERG, arts, Bestuurder van Amonis OFP, Bestuurder De heer Eric DEKEULENEER, ingenieur, Afgevaardigd Bestuurder van CREDIBE NV, Onafhankelijk Bestuurder De heer Stefan DUCHATEAU, voormalig voorzitter van het directiecomité van KBC Asset Management en afgevaardigd bestuurder van diverse ICB's, Onafhankelijk Bestuurder Natuurlijke personen aan wie de effectieve leiding is toevertrouwd De Heer Tom MERGAERTS, CFO & Actuary Amonis OFP, de Jamblinne de Meuxplein 4, B-1030 Brussel, Tel. +32 2 738 00 27 De Heer Serge WIBAUT, bestuurder BNP Paribas Fortis en National Suisse, de Jamblinne de Meuxplein 4, B-1030 Brussel, Tel. +32 2 738 00 27 Commissaris PRICEWATERHOUSECOOPERS, Bedrijfsrevisoren Vertegenwoordigd door de heer Damien Walgrave Woluwedal 18, 1932 Sint-Stevens-Woluwe Promotor Amonis OFP, de Jamblinne de Meuxplein 4, 1030 Brussel Bewaarder J.P. Morgan Europe Limited, Brussels branch, buitenlandse vennootschap naar Engels recht met als hoofdzetel London Wall 125, EC2Y 5AJ, London, Verenigd Koninkrijk, handelend via haar Belgische bijkantoor gelegen aan de Koning Albert II-laan 1, 10de verdieping, B-1210 Brussel met ondernemingsnummer RPM/RPR Brussel 0822.008.979. Delegatie van de administratie Fund Administration Service & Technology Network Belgium, afgekort Fastnet Belgium, naamloze vennootschap waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in 1000 Brussel, Havenlaan 86C, bus 320, RPR Ondernemingsnummer 0460.019.728 (Brussel). Financiële dienst Fund Administration Service & Technology Network Belgium, afgekort Fastnet Belgium, naamloze vennootschap waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in 1000 Brussel, Havenlaan 86C, bus 320, RPR Ondernemingsnummer 0460.019.728 (Brussel). 7

Distributeurs Fund Administration Service & Technology Network Belgium, afgekort Fastnet Belgium, naamloze vennootschap waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in 1000 Brussel, Havenlaan 86C, bus 320, RPR Ondernemingsnummer 0460.019.728 (Brussel). Lijst van de compartimenten Corporate Bonds Euro: niet-institutionele en institutionele aandelenklasse Equity Emerging Markets: niet-institutionele en institutionele aandelenklasse Equity Europe SMid Cap: niet-institutionele en institutionele aandelenklasse Equity Europe: niet-institutionele en institutionele aandelenklasse Equity World: niet-institutionele en institutionele aandelenklasse Equity Europe Alpha: niet-institutionele en institutionele aandelenklasse Equity Japan Mid Cap: niet-institutionele en institutionele aandelenklasse Equity Real Estate: niet-institutionele en institutionele aandelenklasse Equity US SMid Cap: niet-institutionele en institutionele aandelenklasse Government Bonds Euro: niet-institutionele en institutionele aandelenklasse 8

1.2. BEHEERVERSLAG 1.2.1. Informatie betreffende de diverse risico's De raad van bestuur verwijst voor een identificatie van de verschillende risico-elementen naar de specifieke secties bij elk van de compartimenten in het prospectus en vereenvoudigd prospectus van de bevek. Belangrijke gebeurtenissen na het einde van het vorige boekjaar De Heer Hugo Lasat heeft zijn mandaat als bestuurder en effectieve leider van de bevek neergelegd op 17 januari 2011. De Heer Serge Wibaut vervangt de heer Lasat als effectieve leider van de bevek. Belangrijke evoluties na de afsluiting van het huidig boekjaar De beheerder van de compartimenten Equity World en Equity Europe Alpha, Gartmore, werd overgenomen door Henderson. In het najaar van 2011 zal de naamswijziging doorgevoerd worden. Omstandigheden die een merkelijke invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de vennootschap Hierover is niets te melden. Financiële prestatie-indicatoren Het financiële risico van de bevek kan worden opgedeeld in verschillende deelrisico's. De raad van bestuur verwijst voor een identificatie van de verschillende risico-elementen naar de respectievelijke secties bij elk van de compartimenten in het prospectus en vereenvoudigd prospectus van de bevek. De prestatie-indicatoren van elk compartiment vindt u telkens bij de verschillende jaarverslagen van de verschillende compartimenten. Continuïteit van de vennootschap Hierover is niets te melden. Werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling Er zijn geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling te melden. De bijkantoren Informatie aan de aandeelhouders De vennootschap heeft geen bijkantoren. Wijzigingen van het kapitaal in overeenstemming met art. 581 of art 586 van het Wetboek van Vennootschappen (kapitaalverhoging, uitgifte converteerbare obligaties, obligaties met voorkeurrecht) - voorwaarden - gevolgen Er zijn geen wijzigingen te melden. Intekeningen in en uittredingen uit een compartiment resulteren telkens in een verhoging, respectievelijk vermindering van het kapitaal, welk wordt gevormd door het aantal deelbewijzen in omloop te vermenigvuldigen met de nettoinventariswaarde van een deelbewijs. Indien bij intekening of uittreding in jaar n, de waarde van een deelbewijs hoger of lager lag dan de nettoinventariswaarde in jaar n-1, wordt dit verschil verwerkt via de rubriek 'Deelneming in resultaat'. Bedoelde werkwijze is specifiek voor en inherent aan de werking van een bevek en haar compartimenten. Inlichtingen over het verkrijgen van eigen aandelen Hierover is niets te melden. Verwerving van aandelen van de moedervennootschap of door een dochtervennootschap Er zijn geen verwante (moeder/dochter) vennootschappen. Toepassing art. 523 W. Venn. (tegenstrijdigheid van belangen) Er werden geen beslissingen getroffen door de raad van bestuur, waarvoor toepassing van de procedure voorzien in Art 523 van het Wetboek van Vennootschappen noodzakelijk was. 1.2.2. Algemeen overzicht van de markten Verenigde Staten Sinds de afgelopen herfst heeft het ultra-expansieve monetaire en budgettaire beleid in de Verenigde Staten (ter grootte van honderden miljarden) in 2011 slechts een jaarlijkse groei van 1,8% opgebracht tegen 3,1% in het laatste kwartaal 2010. De vertraging reflecteert de geringe toename van de uitgaven van consumptie van de gezinnen. Specifieke factoren zoals de hoge olieprijzen en een breuk van de bevoorradingsketen ten gevolge van de aardbeving in Japan, verklaren deze tendens. Bovendien werd er een sterke vermindering van de regeringsuitgaven vastgesteld. Anderzijds werden zowel het niveau van de invoer als van de uitvoer opwaarts 9

herzien, ook al is de "net trade" nog steeds negatief. AMONIS N.V. Wat de inflatie betreft, heeft de CPI (consumerprice index) in mei een niveau van 3,6% bereikt. Dit niveau geeft de meegaande beleidsmaatregelen en de voortzetting van de koersstijgingen van de energie-indexen weer op niveau's die sinds de tweede helft van 2008 niet meer gezien waren. Europa Na een sterke reactie op het eerste kwartaal 2011 (+0,8%), vertraagde de economische activiteit binnen de Eurozone in het tweede kwartaal merkelijk (+0,3%). Aangezien de daling van de activiteit van de opkomende economieën en van de wereldhandel weegt op de groei, is de interne vraag de belangrijkste motor van de Europese activiteit geworden. De strategieën van budgettaire consolidatie die in Europa opgezet werden in navolging van de publieke schuldencrisis wegen zwaar door op de koopkracht van de gezinnen. In deze context wordt Europa meer en meer gekenmerkt door een verschuiving van de conjuncturen van haar Lidstaten. De risico's op de overheidsschulden van een aantal zogenaamde "perifere" landen van de eurozone (Griekenland, Ierland, Portugal, Italië,...) vormen meer en meer een bedreiging en de toenemende financieringskosten voor deze landen verergeren alleen maar hun onzekere situatie. De werkloosheid heeft zich in de loop van de twee laatste kwartalen gestabiliseerd in de eurozone, maar in bepaalde Lidstaten blijft ze hoog. Ondanks een herstellende arbeidsmarkt gaan de reële lonen in de eurozone over het algemeen vooruit dankzij de stijgingen van de onderhandelde lonen in de loop van de laatste maanden, m.n. in Duitsland, en dankzij de stabilisatie van de inflatie (+2,7% in juni). Japan De situatie in Japan werd voornamelijk gekenmerkt door de verschrikkelijke aardbeving van 11 maart 2011 en zijn dramatische gevolgen op de atoomcentrale van FukushimaDaiichi. Als gevolg van dit voorval is de Japanse index Topix in twee dagen met meer dan 16% gedaald terwijl hij eind juni 2011 nog 7% verloor ten opzichte van zijn niveau per eind 2010. Recente gegevens tonen aan dat de economische activiteit zich stilaan herneemt. Zo steeg de industriële productie in mei met 5,7% en dit na een zeer zwakke groei in april en een historische daling van 15,5% in maart. Dit uit zich in een verzwakking van de druk op het aanbod, hoofdzakelijk in de autoproductie die in het bijzonder getroffen werd door de aardbeving. Op 14 juni 2011 heeft de Bank van Japan de opening van een nieuwe kredietlijn van JPY 500 miljard (EUR 4,5 miljard) aangekondigd, gewijd aan investeringen in aandelen. Emerging Markets: Azië en Latijns-Amerika Over het algemeen hebben de monetaire bezuinigingen in de opkomende markten - om de inflatie het hoofd te bieden - eerder de neiging gehad om hun activiteit te vertragen en terug te keren naar een tendentieuze groei. In Brazilië blijft de inflatie een belangrijke bezorgdheid. De Braziliaanse economie is een inflatiecyclus ingegaan waarvan de gevolgen de evolutie van de nationale productie afremmen. Ondanks een leidend rentetarief van 12%, zijnde een van de hoogste ter wereld, slaagt Brazilië er niet in om de prijsstijgingen te blokkeren, wat zeer nadelig is voor de consumptie. Eind juni 2011 bereikt de inflatie in jaarlijks ritme 6,7%. In Rusland zou de groei 4,6% moeten bereiken in 2011. De inflatie heeft ongeveer 9,5% bereikt maar zou in de tweede helft van het jaar moeten verminderen ten gevolge van een verwachte daling van de voedselprijzen en een vertraging van de groei. De economie heeft dus de neiging zich te stabiliseren terwijl de berichten van de vennootschappen positief zijn. Sinds begin dit jaar werd een groot aantal Russische vennootschappen op de beurs geïntroduceerd. Hierdoor werd de Russische markt, die op dit moment gericht is op de energiesector, uitgebreid en gediversifieerd. In Indië zou de groei dit jaar, volgens het IMF,de 9% kunnen overschrijden. Het land doet zijn uiterste best om een zeer snelle inflatie te stoppen, en dit in een land waar drie kwart van de bevolking moet rondkomen met minder dan 2 dollar per dag. Ondanks drie koersstijgingen sinds januari, overschrijdt de inflatie nog de 10% in juni, een recordcijfer binnen de G20. In China is de economische groei gematigd ten gevolge van de impact van de opgelegde politieke maatregelen om de inflatiedruk en de oververhitting van de economie in bedwang te houden. In juni, bijvoorbeeld, heeft de Bank van China de ratio van de bankreserve voor de zesde keer dit jaar verhoogd. Vanaf 20 juni 2011 bedraagt de ratio voor de grote banken voortaan 21,5%. Niettemin is de huishoudelijke vraag sinds begin dit jaar, hoofdzakelijk aangewakkerd door forse investeringen in de infrastructuur,sterk gebleven. De handelsbalans registreerde in mei een overschot van USD 13 miljard na een licht tekort op het eerste kwartaal 2011 geregistreerd te hebben. Op het einde van het semester bereikte het inflatieniveau (CPI) 5,5%, de hoogste koers sinds ongeveer 3 jaar. De prijzen van de levensmiddelen, die in een jaar gestegen zijn met 11,7%, zijn de voornaamste bijdragers van deze inflatie. Monetairbeleid De ECB heeft de rente op 7 april 2011 verhoogd met 0,25%. De FED daarentegen heeft de belangrijkste rente ongewijzigd gelaten. In Europa en de Verenigde Staten zijn de rentes dus zeer laag gebleven, respectievelijk 1,50% en 0,25%. De inflatie blijft de voornaamste zorg van de ECB die deze op middellange termijn onder de 2% wil houden. Voor wat betreft de Verenigde Staten is het plan van de monetaire versoepeling («quantitativeeasing 2») eind juni 2011 afgelopen. De People's Bank of China heeft zijn rente verhoogd teneinde de inflatie van de vastgoedspeculatie het hoofd te bieden. De Wisselmarkten In het eerste semester is de wisselkoers euro/dollar gestegen van 1,33% naar 1,45%. Dit was te wijten aan een zeer sterke volatiliteit ten gevolge van de slechte macro-economische berichten die beurtelings van Europa en de Verenigde Staten kwamen. Sinds begin dit jaar bleven de euro en de US dollar onder druk ten opzichte van de andere valuta van de G10 en de opkomende markten. De schuchtere opleving van de groei in Europa en de zekerheid dat de Amerikaanse federale Reserve zich volgend jaar niet in een derde kwantitatief versoepelingsprogramma zal storten, werden teniet gedaan door de publieke schuldencrises en de reeksen weinig bemoedigende statistieken (werkloosheid in het bijzonder) aan weerskanten van de Atlantische Oceaan. 10

De valuta die het meest gewaardeerd bleven over deze periode, zijn de valuta gebonden aan grondstoffen (Canadese dollar) en de valuta die als toevlucht dienden voor de dollar en de euro (Zwitserse Frank). De Obligatiemarkten Tegen elke verwachting in zijn de rendementen van de Duitse en Amerikaanse obligaties op lange termijn in het eerste semester 2011gedaald. Op 20 juni 2011 bedroeg de rentestand op 10 jaar 3% in Duitsland en 3,16% in de VS. In Europa hebben de meer "zekere" staatsobligaties geprofiteerd van de vrees die de omliggende landen van de eurozone teweeggebracht hebben bij de investeerders. Hoewel de fundamentele economieën eigenlijk grote inspanningen doen om deze lage tarieven te rechtvaardigen, hebben de recente vertragingstekenen duidelijk de geobserveerde beweging vergemakkelijkt. De Aandelenmarkten Gedurende de zes eerste maanden van 2011 zijn de Amerikaanse en Europese indexen in verspreide orde geëvolueerd. De Dow Jones Stoxx 600 (EUR) daalt met 1,07%, de S&P 500 (USD) echter wordt gewaardeerd tegen 5,01%, de MSCI World (EUR) is achteruit gegaan met 3,78% en de MSCI Emerging Markets (USD) is stabiel gebleven zonder de 0,45% te overschrijden. Algemeen is het de macro-economische situatie die de oriëntatie van de beurskoersen over de periode gedicteerd heeft en niet de eerder positieve resultaten van de ondernemingen in hun geheel (op 30 juni 2011 waren de resultaten van de ondernemingen voor de waarden van S&P 500 in 71% van de gevallen boven de verwachtingen van de consensus van de analisten en in 44% voor EuroStoxx 600). Aldus hebben de budgettaire problemen van de ontwikkelde landen en de gematigde economische indicatoren zwaar gewogen op deze tendens. De Amerikaanse ondernemingen profiteren van het positieve wisseleffect en van de sterke groei in de Latijns- Amerikaanse landen. In Europa is de druk op de marges, te wijten aan de wisseleffecten en aan de lonen, sterker. Maar de onafgebroken stijging van de grondstoffenkoersen blijft dé hoofdreden tot ongerustheid voor de marges, nl. in de industrie. In deze context zijn het de vennootschappen die in staat zijn om de hoge prijzen te handhaven en dus in staat zijn om een groot deel van de kostenstijging door te schuiven naar de klanten, die zich het best redden. In Europa wordt vooral de banksector afgestraft. Zo zijn de banken die de verlaagde overheidsschulden in handen hebben, zwaar getroffen door de crisis van de omliggende landen van de eurozone. De technologische sector werd zwaar getroffen door de aardbeving in Japan, ook al werd dit risico niet duidelijk naar voren gebracht door talrijke ondernemingen. Zo hebben talrijke groepen voorzieningsbreuken ondergaan van stukken komende uit Japan (de Nippon export van technologische goederen naar de VS zijn op een jaar tijd gedaald met 38%). In het tweede semester echter zou de inspanning m.b.t. de Japanse wederopbouw de activiteit moeten ondersteunen en de toelevering zouden zich geleidelijk aan moeten normaliseren. 11

1.3. GEGLOBALISEERDE BALANS AFDELING 1: BALANSSCHEMA TOTAAL NETTO-ACTIEF 723.588.495,94 632.724.875,03 II. Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten 716.612.044,98 614.022.818,49 A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties 164.104.014,08 157.217.770,69 B. Geldmarktinstrumenten 1.994.534,74 C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a. Aandelen 550.266.095,22 456.209.597,01 b. ICB's met een vast aantal rechten van deelneming 239.852,92 585.060,98 D. Andere effecten en waardepapieren 8.495,90 39.639,81 F. Financiële derivaten k. Op rente ii. Termijncontracten (+/-) -18.630,00-29.250,00 m. Op financiële indexen ii. Termijncontracten (+/-) 17.682,12 IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar -494.697,16-474.367,03 A. Vorderingen a. Te ontvangen bedragen 6.465.242,63 2.946.898,85 b. Fiscale tegoeden 296.225,40 237.289,79 B. Schulden a. Te betalen bedragen (-) -7.255.832,99-3.652.630,09 c. Ontleningen (-) -332,20-5.925,58 V. Deposito's en liquide middelen 6.283.844,76 18.745.836,39 A. Banktegoeden op zicht 6.098.869,60 18.657.637,17 C. Andere 184.975,16 88.199,22 VI. Overlopende rekeningen 1.187.303,36 430.587,18 B. Verkregen opbrengsten 3.016.935,35 3.055.746,77 C. Toe te rekenen kosten (-) -1.829.631,99-2.625.159,59 TOTAAL EIGEN VERMOGEN 723.588.495,94 632.724.875,03 A. Kapitaal 724.405.973,01 605.952.032,98 B. Deelneming in het resultaat 981,37-10.129.414,14 D. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) -818.458,44 36.902.256,19 AFDELING 2: POSTEN BUITEN-BALANSTELLING Op 30.06.11 Op 30.06.10 I. Zakelijke zekerheden (+/-) 145.499,57 46.750,00 A. Collateral (+/-) b. Liquide middelen/deposito's 145.499,57 46.750,00 II. Onderliggende waarden van optiecontracten en warrants (+) 28.047,86 28.047,86 A. Gekochte optiecontracten en warrants 28.047,86 28.047,86 III. Notionele bedragen van de termijncontracten (+) 15.709.065,20 3.205.500,00 A. Gekochte termijncontracten 4.899.645,20 B. Verkochte termijncontracten 10.809.420,00 3.205.500,00 V. Notionele bedragen van andere financiële derivaten (+) 12.118,43 147.385,45 A. Gekochte contracten 12.118,43 147.385,45 12

1.4. GEGLOBALISEERDE RESULTATENREKENING AFDELING 3: SCHEMA VAN DE RESULTATENREKENING Op 30.06.11 Op 30.06.10 I. Waardevermindering, minderwaarden en meerwaarden -10.706.761,36 23.710.061,96 A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties -1.537.138,32 6.331.354,26 b. Andere schuldinstrumenten b.2. Zonder «embedded» financiële derivaten 112,50 B. Geldmarktinstrumenten -197,79 C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a. Aandelen 8.410.561,55-31.607.357,32 b. ICB's met een vast aantal rechten van deelneming 100.182,47-58.382,06 D. Andere effecten 56.670,68 45.378,41 F. Financiële derivaten j. Op rente ii. Termijncontracten -278.830,00-252.500,00 l. Op financiële indexen ii. Termijncontracten 5.670,97 H. Wisselposities en -verrichtingen b. Andere wisselposities en -verrichtingen -17.463.680,92 49.251.456,17 II. Opbrengsten en kosten van beleggingen 12.484.143,23 15.912.067,59 A. Dividenden 10.073.566,98 7.291.873,30 B. Intresten a. Effecten/geldmarktinstrumenten 3.732.389,35 9.401.065,25 b. Deposito's en liquide middelen 24.027,09 5.432,93 C. Intresten in gevolge ontleningen (-) -1.175,77-5.056,79 E. Roerende voorheffingen (-) b. Van buitenlandse oorsprong -1.366.756,23-831.271,42 F. Andere opbrengsten van beleggingen 22.091,81 50.024,32 IV. Exploitatiekosten -2.595.840,31-2.719.873,36 A. Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) -837.205,53-514.937,21 C. Vergoeding van de bewaarder (-) -122.791,30-362.701,49 D. Vergoeding van de beheerder (-) a. Financieel beheer -1.081.645,90-1.426.840,82 Niet-institutionele klasse Institutionele klasse -1.386,71-331.302,38 b. Administratief- en boekhoudkundig beheer -128.475,96-132.952,68 F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) -138.312,81-39.623,21 G. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-) -19.833,43-22.959,75 H. Diensten en diverse goederen (-) -76.565,25-55.907,11 J. Taksen Niet-institutionele klasse Institutionele klasse -1.353,95-35.712,52-1.245,90-31.220,04 K. Andere kosten (-) -153.943,66-131.485,15 Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) 9.888.302,92 13.192.194,23 Subtotaal II + III + IV V. Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het -818.458,44 36.902.256,19 resultaat VII. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) -818.458,44 36.902.256,19 13

1.5. SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS 1.5.1. Samenvatting van de regels Onderstaande waarderingsregels zijn opgesteld in navolging van het KB van 10 november 2006 betreffende de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming. Meer bepaald, zijn de bepalingen van Art. 7 t/m 19 van toepassing. Kosten Teneinde grote schommelingen in de netto-inventariswaarde te voorkomen op datum van de betaling van de kosten, zijn de kosten met een recurrent karakter geprovisioneerd prorata temporis. Het zijn voornamelijk de recurrente provisies en kosten zoals weergegeven in het prospectus (bijvoorbeeld de vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille, de administratie, de bewaarder, de commissaris, ). De oprichtingkosten worden lineair afgeschreven over een periode van één of meerdere jaren, met een maximum van 5 jaar. Boeking van aan- en verkopen De effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging en financiële derivaten die tegen reële waarde worden gewaardeerd, worden bij aanschaffing en vervreemding in de boekhouding respectievelijk geboekt tegen de aankoopprijs en verkoopprijs. De bijkomende kosten zoals verhandelings- en leveringskosten, worden onmiddellijk ten laste gebracht van de resultatenrekening. Vorderingen en schulden De vorderingen en de schulden op korte termijn evenals de termijnplaatsingen worden in de balans opgenomen onder hun nominale waarde. Indien het beleggingsbeleid van het compartiment hoofdzakelijk gericht is op het beleggen van haar/zijn middelen in deposito's, liquide middelen of geldmarktinstrumenten, worden de termijnplaatsingen gewaardeerd aan reële waarde. Effecten, geldmarktinstrumenten en financiële derivaten De effecten, geldmarktinstrumenten en financiële derivaten (optiecontracten, termijncontracten en swapcontracten) worden gewaardeerd tegen hun reële waarde overeenkomstig de volgende hiërarchie: - Voor vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat die functioneert door toedoen van derde financiële instellingen, wordt de biedkoers (activa) en de laatkoers (passiva) weerhouden. In uitzonderlijke situaties, kunnen deze koersen niet beschikbaar zijn voor obligaties en andere schuldinstrumenten. In voorkomend geval, zal gebruik gemaakt worden van de middenkoers en zal deze werkwijze worden toegelicht in het (half) jaarverslag. - Voor vermogensbestanddelen die op een actieve markt worden verhandeld zonder toedoen van derde financiële instellingen, wordt de slotkoers weerhouden. - Gebruik van de prijs van de meeste recente transactie op voorwaarde dat de economische omstandigheden niet wezenlijk zijn gewijzigd sinds deze transactie. - Gebruik van andere waarderingstechnieken die maximaal gebruik maken van marktgegevens, die consistent zijn met de algemeen aanvaarde economische methodes en die op regelmatig basis worden geijkt en de validiteit wordt getest. De waardering van niet op de markt genoteerde rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming wordt gebaseerd op de netto-inventariswaarde van de deelbewijzen. De waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden voortvloeiend uit de hogervernoemde regels, worden in de resultatenrekening opgenomen onder de desbetreffende subpost van de rubriek "I. Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden. De waardeschommelingen ten gevolge de prorata temporis verwerking van de gelopen interesten met betrekking tot obligaties en andere schuldinstrumenten, wordt opgenomen in de resultatenrekening als bestanddeel van de post II. Opbrengsten en kosten van de beleggingen - B. Interesten. De reële waarde van de financiële derivaten (optiecontracten, termijncontracten en swapcontracten) wordt in de verschillende posten van de balans opgenomen in functie van het onderliggende instrument. De onderliggende waarde (optiecontracten en warrants) en de notionele bedragen (termijn- en swapcontracten) worden in de posten buiten-balanstelling opgenomen onder de respectievelijke rubrieken. Bij uitoefening van de optiecontracten en warrants worden de premies gevoegd bij of afgetrokken van de aankoop- of verkoopprijs van de onderliggende vermogensbestanddelen. Tussentijdse betalingen en ontvangsten in gevolge swapcontracten worden in resultaat opgenomen onder de subpost "II. Opbrengsten en kosten van de beleggingen - D. Swap-contracten". 14

Verrichtingen in deviezen De in buitenlandse valuta uitgedrukte vermogensbestanddelen worden omgezet in de munt van het compartiment op basis van de middenkoers op de contantmarkt en het saldo van de positieve en negatieve verschillen die resulteren uit de omzetting van de vermogensbestanddelen, wordt per munt in de resultatenrekening opgenomen. 1.5.2. Wisselkoersen 30.06.11 1 EUR 5,9502 ARS 1,3557 AUD 2,2651 BRL 1,3993 CAD 1,2208 CHF 679,3273 CLP 24,3325 CZK 7,4589 DKK 8,6535 EGP 0,9031 GBP 11,2948 HKD 265,5150 HUF 12.406,9050 IDR 4,9331 ILS 64,6755 INR 117,1691 JPY 1.545,0587 KRW 17,0023 MXN 4,3700 MYR 7,7791 NOK 62,7855 PHP 3,9803 PLN 9,1487 SEK 1,7809 SGD 44,5560 THB 2,3546 TRY 41,6531 TWD 1,4499 USD 9,8286 ZAR 30.06.10 4,8182 ARS 1,4603 AUD 2,2079 BRL 1,3017 CAD 1,3209 CHF 671,1840 CLP 25,6850 CZK 7,4490 DKK 6,9771 EGP 0,8188 GBP 9,5173 HKD 285,0750 HUF 11.113,1810 IDR 4,7545 ILS 57,0872 INR 107,8144 JPY 1.505,1975 KRW 15,7821 MXN 3,9736 MYR 7,9658 NOK 56,9619 PHP 4,1367 PLN 9,5322 SEK 1,7115 SGD 39,6445 THB 1,9394 TRY 39,4289 TWD 1,2249 USD 9,3899 ZAR 15

CORPORATE BONDS EURO AMONIS N.V. 2.1. BEHEERVERSLAG 2. INFORMATIE OVER HET COMPARTIMENT CORPORATE BONDS EURO 2.1.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs van het compartiment Startwaarde niet-institutionele deelbewijzen: 2.500,00 eur op 12 oktober 2001 Startwaarde institutionele deelbewijzen: 3.120,92 eur op 28 december 2007 2.1.2. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid Doel van het compartiment Het compartiment belegt in vastrentende effecten uitgegeven in Euro door voornamelijk Europese bedrijven, met de aangroei van het kapitaal op lange termijn als doel door middel van koersstijgingen als via interesten. Beleggingsbeleid van het compartiment Categorieën van toegelaten activa Bedrijfsobligaties toegelaten tot een gereglementeerde markt en nieuw uitgegeven bedrijfsobligaties Toegelaten derivaten: interest rate futures verhandeld op een gereglementeerde markt Interest rate futures kunnen gebruikt worden om het interestrisico te beheren en om de beleggingsdoelstellingen van het compartiment te verwezenlijken. Het risicoprofiel wijzigt niet door het gebruik van interest rate futures. Beperkingen aan het beleggingsbeleid Het bedrag per uitgifte is minimum 200 mlj. elke positie in het compartiment mag niet meer dan 10% van de totale waarde van haar uitgifte vertegenwoordigen Cash: max. 3% van de NIW Totale netto exposure voor interest rate futures beperkt tot 20% van de NIW Devies waarin de obligaties genoteerd staan: Euro Ratingvereisten: Mediaan van de kredietratings door Moody s, S&P en Fitch Bovenlimiet mbt. de totale weging in het compartiment Beperking Looptijd Aaa AAA 5% per uitgever Geen Aa1, Aa2, Aa3 AA+, AA, AA- 5% per uitgever Geen A1, A2, A3 A+, A, A- 4% per uitgever Geen Baa1, Baa2, Baa3 BBB+, BBB, BBB- 3% per uitgever Resterende looptijd beperkt tot 10 jaar Beschrijving van de algemene strategie ter dekking van het wisselrisico Het compartiment voorziet geen indekking van het wisselrisico. Ethische bepalingen Geen belegging toegestaan in obligaties van tabaksproducenten geen belegging toegestaan in obligaties van ondernemingen waarvan de activiteit bestaat uit het vervaardigen, het gebruik of het bezit van antipersoonsmijnen en clusterbommen in de zin van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op handel en munitie. Fiscaliteit tot 31/12/2007 Dit compartiment belegt rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 40 % van zijn vermogen in schuldvorderingen. Bijgevolg zal de belegger-natuurlijk persoon, bij de inkoop door de ICB van haar kapitalisatiedeelbewijzen, net als bij de gehele (in geval van vereffening) of gedeeltelijke verdeling van het eigen vermogen van het compartiment, een roerende voorheffing van 15 % moeten betalen op het deel van het ontvangen bedrag dat overeenstemt met de rentecomponent afkomstig van schuldvorderingen. Bijgevolg stemt het belastbare bedrag in hoofde van de belegger overeen met de rentecomponent die hij ontvangt, in zoverre die betrekking heeft op de periode waarin hij houder was van de betrokken rechten van deelneming. 16

CORPORATE BONDS EURO Fiscaliteit vanaf 01/01/2008 Indien de belegger-natuurlijke persoon bij de inkoop door de ICB of bij de gehele (in geval van vereffening) of gedeeltelijke verdeling van het eigen vermogen van het compartiment een meerwaarde realiseert, zal hij een roerende voorheffing moeten betalen van 15% op de inkomsten die voortkomen van interesten, meer en minderwaarden van het rendement van de investeringen in vastrentende effecten. De belegger kan contact opnemen met de administratieve agent om informatie te verkrijgen betreffende het fiscale regime dat op hem van toepassing is rekening houdend met de investering die hij wenst te verrichten in de diverse compartimenten. Deze informatie is eveneens beschikbaar op de web site van de Promotor www.amonis.be. Europese spaarfiscaliteit De ICB belegt meer dan 40% van haar activa in schuldvorderingen als bedoeld in de Wet van 17 mei 2004 Wet tot omzetting in het Belgische recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing. Elke natuurlijke persoon die inkomsten ontvangt van de ICB via een betaalagent die gevestigd is in een ander land dan het land waarvan hij ingezetene is, moet informatie inwinnen over de wettelijke en reglementaire bepalingen die voor hem van toepassing zijn. Risicoprofiel van het compartiment De waarde van een recht van deelneming kan stijgen of dalen en de belegger kan minder terugkrijgen dan hij heeft ingelegd. Beschrijving van de risico s die van betekenis en relevant worden geacht, zoals ingeschat door het compartiment: Marktrisico: Het risico dat de hele markt van bedrijfsobligaties daalt, ten gevolge van vb. een verlaging van de ratings. Concentratierisico: Risico s die verband houden met de concentratie van de beleggingen in Europese schuldcertificaten van bedrijven. Er is geen ruimere spreiding aanwezig. Rendementsrisico: Risico voor het rendement. De beheerder van het compartiment maakt actief een selectie van de bedrijfsobligaties in de portefeuille. Kapitaalrisico: (definitie volgt aanbeveling van BEAMA niet) Risico voor het ingelegde kapitaal. Dit compartiment heeft geen kapitaalsbescherming. Negatieve rendementen eroderen dus mogelijk het geïnvesteerde kapitaal. Inflatierisico: Risico afhankelijk van de inflatie. De waarde van de obligaties zijn in hoge mate afhankelijk van de rentestructuur van de markt, die verbonden is met de inflatieverwachting. Risicoprofiel van het type belegger Gemiddelde conservatieve middellange termijnbelegger, horizon 5 jaar. 2.1.3. Financieel portefeuillebeheer Amundi S.A. ( Société Anonyme ), geregistreerd bij het AMF als beheersvennootschap met nummer GP 04000036, boulevard Pasteur 90, 75015 Paris, Frankrijk. 2.1.4. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid De waarde van een deelbewijs van het compartiment steeg van 3.156,60 op 31/12/2010 tot 3.195,93 op 30/06/2011 voor de niet-institutionele klasse en van 3.165,29 tot 3.205,91 voor de institutionele klasse. Het eerste kwartaal leverde beter dan verwachte economische data met spanningen op de bedrijfsobligatiemarkten tot gevolg. Recente tekenen van een groeivertraging in de VS doet terecht vragen rijzen over de continuïteit van het economische herstel. De combinatie van de zwakkere groei in de VS en de groeivertraging in Azië samen met de vrees voor een default van bepaalde perifere Eurolanden leidde tot risicoaversie en een vlucht naar veiligheid. Deze wordt vooralsnog gezien vooral in overheidspapier van centrale Eurolanden met Duitsland op kop. De tienjarige Bund rente zakte naar de 3% regio. Rekening houdend met de behoefte aan rendement van de investeerders presteerde kredietmarkt goed in deze omgeving. Deze prestatie geeft de ongelijkheid niet weer tussen de belangrijkste en de kleinere emitteurs van obligaties. Deze laatste kenden een sterke impact van de overheidsschuldencrisis. Ondanks de volatiliteit door kleinere zorgen presteerde obligaties uit de financiële sector beter dan de andere obligaties. In deze context en na een defensieve houding in het begin van het jaar ten opzichte van de financiële sector, verhoogden we progressief het risico naar deze sector in maart, meer bepaald door te participeren in de primaire markt van de verzekeringssector. Ondanks een hardnekkige volatiliteit biedt deze sector een hoge risicopremie ten opzichte van de nietfinanciële sector. Maar in mei leidden nieuwe zorgen betreffende Griekenland ons ertoe om de blootstelling (57% van de portefeuille) te verminderen. Aan de ondernemingskant (ongeveer 43% van de portefeuille), behield de beheerder een defensieve houding tegenover de kleinere emittenten. De beheerder bleef de financiële aandelen verkiezen boven de niet-financiële, vooral Tier1 en verzekeringspapier, terwijl hij selectief bleef binnen LowerTier2 bankpapier. 17

CORPORATE BONDS EURO AMONIS N.V. 2.1.5. Toekomstig beleid Een nieuwe ronde van volatiliteit door Europese overheidspapier zet aan tot voorzichtigheid. Meer zelfs, het gebrek aan zichtbaarheid terwijl we de povere liquiditeit van de zomer binnengaan noodzaakt kleine risico s. Hoewel het middellange termijnperspectief zou moeten bestaan uit het vinden van een sterk beleidsantwoord aangaande de overheidscrisis. De technische factoren zijn steunend: de marktpositionering is zeer defensief geworden, het netto aanbod blijft negatief en waarderingen zijn meer attractief geworden. In de tweede helft van het jaar kunnen opportuniteiten opduiken, meer bepaald in de financiële sector die profiteert van een hogere carry ten opzichte van corporates. In het geval een herprijzing zich voordoet, zou deze moeten gebruikt worden om nieuwe posities op te bouwen. 2.1.6. Risicoklasse Het is een risico-indicator die geldt voor een bepaalde ICB of een bepaald compartiment. Er zijn zeven risicoklassen gedefinieerd. De klasse 0 (nul) vertegenwoordigt het laagste risico, de klasse 6 (zes) het hoogste risico. Klasse 2 Risicoklasse bij start van het compartiment: 2 18

CORPORATE BONDS EURO 2.2. BALANS Op 30.06.11 Op 30.06.10 AFDELING 1: BALANSSCHEMA TOTAAL NETTO-ACTIEF 126.620.837,42 124.127.812,19 II. Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten 125.747.648,63 119.134.882,51 A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties 123.771.743,89 119.164.132,51 B. Geldmarktinstrumenten 1.994.534,74 F. Financiële derivaten k. Op rente ii. Termijncontracten (+/-) -18.630,00-29.250,00 IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar -1.594.022,85-17.195,15 A. Vorderingen a. Te ontvangen bedragen 2.104.032,79 B. Schulden a. Te betalen bedragen (-) -3.698.055,64-15.695,15 c. Ontleningen (-) -1.500,00 V. Deposito's en liquide middelen 598.783,94 3.153.174,32 A. Banktegoeden op zicht 453.255,14 3.064.975,10 C. Andere 145.528,80 88.199,22 VI. Overlopende rekeningen 1.868.427,70 1.856.950,51 B. Verkregen opbrengsten 2.078.841,30 2.080.813,06 C. Toe te rekenen kosten (-) -210.413,60-223.862,55 TOTAAL EIGEN VERMOGEN 126.620.837,42 124.127.812,19 A. Kapitaal 125.016.748,87 120.077.001,98 B. Deelneming in het resultaat -4,17 252.509,60 D. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 1.604.092,72 3.798.300,61 AFDELING 2: POSTEN BUITEN-BALANSTELLING I. Zakelijke zekerheden (+/-) 106.580,00 46.750,00 A. Collateral (+/-) b. Liquide middelen/deposito's 106.580,00 46.750,00 III. Notionele bedragen van de termijncontracten (+) 15.123.540,00 3.205.500,00 A. Gekochte termijncontracten 4.314.120,00 B. Verkochte termijncontracten 10.809.420,00 3.205.500,00 19

CORPORATE BONDS EURO AMONIS N.V. 2.3. RESULTATENREKENING Op 30.06.11 Op 30.06.10 AFDELING 3: SCHEMA VAN DE RESULTATENREKENING I. Waardevermindering, minderwaarden en meerwaarden -1.100.778,20 1.419.502,54 A. Obligaties en andere schuldinstrumenten a. Obligaties -821.750,41 1.671.894,59 b.andere schuldinstrumenten b.2. Zonder «embedded» financiële derivaten 112,50 B. Geldmarktinstrumenten -197,79 F. Financiële derivaten j.op rente ii. Termijncontracten -278.830,00-252.500,00 H. Wisselposities en -verrichtingen b. Andere wisselposities en -verrichtingen -4,55 II. Opbrengsten en kosten van beleggingen 2.885.780,22 2.628.295,23 B. Intresten a. Effecten/geldmarktinstrumenten 2.879.581,32 2.618.476,65 b. Deposito's en liquide middelen 6.200,39 126,03 C. Intresten in gevolge ontleningen (-) -1,49-7,45 F. Andere opbrengsten van beleggingen 9.700,00 IV. Exploitatiekosten -180.909,30-249.497,16 A. Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) -12.955,45-385,98 C. Vergoeding van de bewaarder (-) -8.153,43-41.873,24 D. Vergoeding van de beheerder (-) a.financieel beheer -136.910,93 Niet-institutionele klasse Institutionele klasse -568,76-102.845,88 b. Administratief- en boekhoudkundig beheer -18.894,86-18.570,78 F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) -14.377,33-3.352,43 G. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (-) -1.983,27-2.280,41 H. Diensten en diverse goederen (-) -1.515,28-3.882,44 J. Taksen Niet-institutionele klasse Institutionele klasse -269,17-6.245,39-263,69-6.122,48 K. Andere kosten (-) -13.100,48-35.854,78 Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar) 2.704.870,92 2.378.798,07 Subtotaal II + III + IV V. Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belasting op het 1.604.092,72 3.798.300,61 resultaat VII. Resultaat van het boekjaar (halfjaar) 1.604.092,72 3.798.300,61 20

CORPORATE BONDS EURO 2.4. SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS 2.4.1. Samenstelling van de activa op 30.06.11 Benaming EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN TOEGELATEN TOT DE VERHANDELING OP EEN GEREGLEMENTEERDE OF HIERMEE GELIJK TE STELLEN MARKT Hoeveelheid op 30.06.11 EURO BOBL FUTURE -80 EUR -21.440,00-0,01% -0,01% EURO BUND FU /201109 18 EUR 2.820,00 0,00% 0,00% EURO BUXL FU /201109 20 EUR 1.300,00 0,00% 0,00% EURO SCHATZ /201109-14 EUR -1.310,00 0,00% 0,00% FUTURES -18.630,00-0,01% -0,01% FRANCE BTF -11 22/09U 2.000.000 EUR 99,73% 1.994.534,74 1,59% 1,58% Frankrijk 1.994.534,74 1,59% 1,58% Valuta Koers in valuta Evaluatie % Portefeuille % Netto- Actief GELDMARKTINSTRUMENTEN 1.994.534,74 1,59% 1,58% ABN AMRO BANK EMTN 4.25 11-16 11/04A 1.200.000 EUR 100,38% 1.204.500,00 0,96% 0,95% ABN AMRO BANK EMTN 6.375 11-21 27/04A 600.000 EUR 100,58% 603.450,00 0,48% 0,48% ABN AMRO BANK ENTN 2.75 10-13 29/10A 250.000 EUR 99,24% 248.098,75 0,20% 0,20% ALLIANZ FIN SUB -XW- FL.R 05-XX 28/02A 1.500.000 EUR 88,00% 1.319.955,00 1,05% 1,04% ALLIANZ FINANCE FL.R 11-41 08/07A 800.000 EUR 96,07% 768.532,00 0,61% 0,61% BASF AG 6.00 08-13 04/12A 500.000 EUR 108,20% 541.005,00 0,43% 0,43% CORIO 4.625 10-18 22/01A 700.000 EUR 101,69% 711.828,64 0,57% 0,56% DELTA LLOYD EMTN 4.25 10-17 17/11A 500.000 EUR 98,95% 494.732,50 0,39% 0,39% DEUTSCHE TELEKOM EMTN 5.875 09-14 10/09A 1.000.000 EUR 108,81% 1.088.120,00 0,87% 0,86% E.ON INTL FINANCE 5.25 08-15 08/09A 1.500.000 EUR 107,97% 1.619.617,50 1,28% 1,28% EUREKO BV 7.375 09-14 16/06A 1.000.000 EUR 110,67% 1.106.705,00 0,88% 0,87% FORTIS BANK NED REGS 4.00 10-15 02/03A 1.250.000 EUR 100,83% 1.260.425,00 1,00% 1,00% ING BANK NV 3.875 11-16 24/05A 600.000 EUR 99,06% 594.345,00 0,47% 0,47% ING BANK NV SUB 5.50 01-12 04/01A 1.500.000 EUR 101,35% 1.520.265,00 1,21% 1,20% KPN NV 3.75 10-20 21/09A 1.350.000 EUR 94,10% 1.270.383,75 1,01% 1,00% LANXESS FINANCE 4.125 11-18 23/05A 300.000 EUR 99,66% 298.992,00 0,24% 0,24% RABOBANK NEDERLAND 4.375 09-16 05/05A 2.000.000 EUR 104,02% 2.080.380,00 1,64% 1,65% VW INTL FINANCE 3.50 09-15 02/02A 750.000 EUR 101,90% 764.238,75 0,61% 0,60% WOLTERS KLUWER REG-S 6.375 08-18 10/04A 1.000.000 EUR 111,60% 1.116.020,00 0,89% 0,88% Nederland 18.611.593,89 14,79% 14,71% ALSTOM 2.875 10-15 05/10A 400.000 EUR 97,22% 388.878,00 0,31% 0,31% ARRFP 5.00 11-17 12/01A 800.000 EUR 102,61% 820.908,00 0,65% 0,65% AXA SA EMTN 4.50 09-15 23/01A 750.000 EUR 104,11% 780.791,25 0,62% 0,62% BANQUE PSA FINANCE 3.875 11-15 14/01A 600.000 EUR 99,18% 595.065,00 0,47% 0,47% BFCM EMTN 5.00 03-15 30/09A 450.000 EUR 103,91% 467.577,00 0,37% 0,37% BNP PARIBAS EMTN 3.50 11-16 07/03A 850.000 EUR 99,99% 849.876,75 0,68% 0,67% BNP PARIBAS EMTN 5.25 02-12 17/12A 1.000.000 EUR 103,20% 1.032.010,00 0,82% 0,82% BNP PARIBAS SUB FL.R 07-XX 13/04A 1.000.000 EUR 90,42% 904.185,00 0,72% 0,71% CASINO GUICHARD EMTN 4.875 07-14 10/04A 600.000 EUR 104,73% 628.407,00 0,50% 0,50% CIE DE SAINT GOBAIN 4.875 06-16 31/05A 1.000.000 EUR 105,98% 1.059.760,00 0,84% 0,84% CNP ASSURANCES FL.R 11-41 30/09A 200.000 EUR 99,79% 199.571,00 0,16% 0,16% CNP ASSURANCES SA FL.R 06-XX 22/12A 550.000 EUR 79,48% 437.156,50 0,35% 0,35% CREDIT AGRICOLE SUB. FL.R 05-XX 09/11A 1.250.000 EUR 85,14% 1.064.268,75 0,85% 0,84% DANONE 3.60 10-20 23/11A 1.000.000 EUR 98,66% 986.560,00 0,78% 0,78% DEXIA CLF EMTN 5.375 09-14 21/07A 400.000 EUR 100,88% 403.516,00 0,32% 0,32% EDF 4.50 10-40 12/11A 300.000 EUR 87,36% 262.092,00 0,21% 0,21% EDF SA -78-5.625 08-13 23/01A 1.750.000 EUR 105,00% 1.837.465,00 1,45% 1,44% FRANCE TELECOM EMTN 4.75 07-17 21/02A 1.200.000 EUR 105,56% 1.266.660,00 1,01% 0,99% RCI BANQUE 4.00 11-16 16/03A 200.000 EUR 97,72% 195.431,00 0,16% 0,15% SOCIETE GENERALE 4.00 11-16 20/04A 1.400.000 EUR 100,20% 1.402.758,00 1,12% 1,10% SOCIETE GENERALE 6.625 00-15 27/04A 350.000 EUR 108,35% 379.230,25 0,30% 0,30% THALES EMTN 2.75 10-16 19/10A 700.000 EUR 95,96% 671.713,00 0,53% 0,53% VEOLIA ENVIRONNEMENT 4.375 05-20 11/12A 700.000 EUR 100,45% 703.136,00 0,56% 0,56% Frankrijk 17.337.015,50 13,78% 13,69% ABBEY NATL TREAS 3.375 10-15 20/10A 500.000 EUR 96,02% 480.077,50 0,38% 0,38% BARCLAYS BANK EMTN FL.R 05-XX 15/03A 750.000 EUR 71,46% 535.972,50 0,43% 0,42% 21