H O O G H E E M R A A D S C H A P D E S T I C H T S E R I J N L A N D E N. notulen vergadering algemeen bestuur. 20 mei 2009

Vergelijkbare documenten
Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2010 CONCEPT. 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus.

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 8 februari 2011

OVERZICHT MOTIES/AMENDEMENTEN AB 2011

AGENDAPUNT 7. Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: Voorstel

De grondverwerving is geregeld met de proefboerderij Zegveld voor zowel de omleiding als voor de naast gelegen grond.

Peilbesluit Houten. op voorstel van de dijkgraaf en hoogheemraden van d.d. 11 december 2007, nr. 07 SPR/182;

H O O G H E E M R A A D S C H A P D E S T I C H T S E R I J N L A N D E N. notulen vergadering algemeen bestuur. 17 juni 2009

1. Er mee in te stemmen om de Gemeenschappelijke regeling AQUON 2011 aan te vullen met een nieuw artikel 29a Borgtocht.

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 20 april 2011

Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 16 december 2015

Aankoop percelen BBL nr. 09.WSB/204

VERGADERREGLEMENT ONAFHANKELIJKE ADVIESCOMMIS- SIE PRAKTIJKTOEPASSING BRANDVEILIGHEIDSVOOR- SCHRIFTEN Versie 12 april 2010

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

Adviezen/Conclusies vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 12 januari 2010

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016

een aanvullend krediet van ,- toe te kennen voor de uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan de Oude Sluis te Nieuwegein.

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 15 december 2010

Als bijlage bij dit voorstel is het communicatieplan voor de vier projecten bijgevoegd (bijlage 6).

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van.

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 31 oktober 2012

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Wijzigen delegatieregeling Nummer: Voorstel

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Kredietaanvraag landinrichting Rijssen Agendapunt 6 Kenmerk. B. Ordelmans. J.F.W. Clasie b.ordelmans@vechtstromen.nl Aard voorstel.

H O O G H E E M R A A D S C H A P D E S T I C H T S E R I J N L A N D E N. notulen vergadering algemeen bestuur 16 september 2009

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 28 april 2010

Gecombineerde Commissie

AGENDAPUNT 3.2 ONTWERP. Onderwerp: GOP Zuiveringstechnische werken Nummer: v9. Voorstel

Advies: Bijgaande Raadsinformatiebrief betreffende een aantal items op de Lange Termijn Agenda (LTA)vaststellen en verzenden aan de raad

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 30 september 2014

2. Mededelingen / ingekomen stukken.

Besluitenlijst van de commissievergadering Ruimtelijke Zaken van 8 december 2011

Adviezen/Conclusies vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 10 november 2009

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER. 19 november november 2014 Bedrijfsbureau/Heffen S.Stiphout/M.Vliegenthart

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen

AGENDAPUNT /10

Gezien het rapport van BMC van december 2012, met projectnummer

Reglement van orde GS. Regeling. Artikel 1. Tijd van vergaderen. Artikel 2. Taak van de voorzitter; vervanging.

1. Vaststelling agenda De agenda wordt conform voorstel vastgesteld. 2. Ingekomen en verzonden stukken Er wordt gehandeld als aangegeven.

AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling BghU Nummer: Voorstel

Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AGENDAPUNT 6 ONTWERP. Onderwerp: Bouw nabezinktank rwzi Wijk bij Duurstede Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

Gevraagd besluit Verenigde Vergadering Kennis te nemen van de concept Gemeenschappelijke Regeling laboratoriumdiensten.

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu van 9 januari 2013

Onderwerp: Oplegnotitie bij de investeringsvoorstellen rwzi Utrecht Nummer:

Openstaande acties besluitenlijsten VV 2009

VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE MAASSLUISE SPORT- EN RECREATIERAAD, GEHOUDEN OP dinsdag 15 mei 2001 OM UUR.

HAMERSTUK AGENDAPUNT 3. Onderwerp: anti-afhaaksubsidie Nummer: v4. Voorstel

K. Vlieg (bestuursondersteuner)

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Commissie Financiën en Algemene Zaken

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal

Feitenrelaas Stuurgroep Bedrijventerrein West Achterhoek


REGLEMENT VAN ORDE 2. Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie. Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.12 februari 2014

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 2 oktober 2013

Zaaknummer Portefeuillehouder Drs H. M. W. ter Heegde Voorstel Herziening van de gemeenschappelijke regeling regio Gooi en Vechtstreek

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014

Vergaderdatum 6 januari 2016 Kredietaanvraag t.b.v. influentgemaal en -roosters Emmen Agendapunt 7. Opsteller/indiener J.R. Limbeek R.S.

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Besluitenlijst Voorrondes Openbaar Raadsavond Wormerland - dinsdag 1 oktober Voorrondes

RV Wijze uitbreiding parkeercapaciteit Morsweg. De Raad van de gemeente Leiden, bijeen in de vergadering van 23 november 2010,

AGENDAPUNT 4 ONTWERP. Onderwerp: Krediet aanvraag vervanging puntbeluchting rwzi Leidsche Rijn Nummer: Voorstel. Stelt het college u voor om

Hollandse Delta. Datum: 28 november 2013 Agendapunt nr: 11. B Aan de Verenigde Vergadering

De Gemeenteraad van Wijchen

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 13 november 2012

Besluitenlijst vergadering gemeenteraad Roerdalen

2. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 3 april 2012

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

- Het uitvoeringskrediet van dit project "stuw bedrijventerrein Ruyven (projectnummer

NOTULEN ALGEMENE VERGADERING d.d. 8 APRIL 2019

Onderwerp: Zienswijze HWH 2.0 en reactiebrief evaluatierapport TAX-i Nummer:

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Raadsvoorstel Registratienr: [ 38024] Onderwerp Conceptbegroting Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking West-Brabant

Concept-Besluitenlijst raad 5 maart 2015

Commissie Veiligheid, Voldoende en Schoon Water

IMPRESSIE INSPREKEN VASTSTELLING KEUR HHSK, NOVEMBER 2015

AGENDAPUNT 4a/b. Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: Voorstel. Het college stelt u voor om

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013

Rapport. belang bij klachtbehandeling klacht over het college van burgemeester en wethouders van Boskoop. Datum: 7 juni Rapportnummer: 2012/096

: Drs. D.P. Wiltenburg, directeur Bedrijfsvoering en secretaris van de commissie, W.A. Hardijzer, D. Bac, A. Aartsen, Chr.

Onderwerp : Voorstel tot het verstrekken van een krediet ten behoeve van de uitvoering van een plan van aanpak ten behoeve van de organisatie

Ondertekening overeenkomsten t.b.v. voortzetting regionale

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. Presentatie aan de raad 16 mei 2013

A L G E M E E N B E S T U U R

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

: kredietaanvraag restauratie Wetsingerzijl

Transcriptie:

H O O G H E E M R A A D S C H A P D E S T I C H T S E R I J N L A N D E N notulen vergadering algemeen bestuur 20 mei 2009 Plaats Van Aanwezig Afwezig Voorzitter Secretaris Notulist : Houten, AB-zaal : 19.30-23.30 uur : W.H.J. de Beaufort (Bos- en Natuureigenaren); G.P. Beugelink (Water Natuurlijk); mevrouw M.L.A.A. de Bont-de Krom (CDA); J.L.M.M. Damen (VVD); M.J. Glastra (Bos- en Natuureigenaren); mevrouw A. Hiemstra (Algemene Waterschapspartij); G. van den Hoeven (agrariers); A.E. Jansen (Algemene Waterschapspartij); G.J.P. Jansen (Water Natuurlijk); H.B.G. Ketting (Waterschap@inwonersbelangen); J.G.M. Kromwijk (CDA); G. van Leeuwen (SGP); mevrouw S. Lukács (Water Natuurlijk); H.A.P. van der Maat (agrariërs); E.J. Miltenburg (CDA); mevrouw G.H. van der Nat (PvdA); J.G.M. Reerink (PvdA); H. Schalkwijk (agrariërs); W. van der Steeg (PVDD); P.M. Terpstra (Waterschap@inwonersbelangen); mevrouw L.A. Tutein Nolthenius (Water Natuurlijk); J.M. Verheul (CDA); J.P. Verweij (Christenunie); mevrouw E. van der Vorm-Gouman (Water Natuurlijk); G.H.J. Weierink (VVD); N.J.M. Ypma (categorie Bedrijven); : mevrouw J.A. Balkema (PvdA); P. Blokdijk (Water Natuurlijk); B.P.W.M. Moors (categorie Bedrijven); R.D. Woittiez (VVD); : P.J.M. Poelmann; : drs. E.Th. Meuleman; : G. van Weerd (Notuleerbureau Voorneman Van Weerd). 1.Opening De voorzitter opent de vergadering met een woord van welkom. De agenda wordt vastgesteld. Vervolgens gaat de voorzitter over tot loting van de primus, bedoeld voor de volgorde waarin zal worden gestemd in geval van hoofdelijke stemming. Het lot valt in deze vergadering op nummer 27, mevrouw Van der Vorm. 2. Installatie van de heer D.J. van den Berg (duo-commissielid PVDD) Nadat de voorzitter artikel 34 van de Waterschapswet heeft voorgelezen, legt de heer D.J. van den Berg de verklaring en belofte af. De voorzitter feliciteert de heer Van den Berg en spreekt de hoop uit op een goede samenwerking. 3. Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 25 maart 2009 1. Notulen Met betrekking tot de tekst: Pag. 2, 3.a., geschiedenis van het Groot Waterschap van Woerden: op verzoek van de heer A. Jansen wordt de tekstregel De leescommissie, waarvan de heer B. de Jong lid is als volgt gewijzigd: De leescommissie, waarvan de heren B. de Jong en A.E. Jansen lid zijn.. Pag. 9, 3 e aandachtstreepje van onderen: Spreker wordt gewijzigd in De heer Reerink. Pag. 17, 3 e alinea, aan de 7e regel van de motie wordt toegevoegd: dagelijks bestuur (aangezien deze twee woorden waren weggevallen). Met in achtneming van het voorgaande, worden de notulen van deze vergadering vastgesteld. 2. Verkorte besluitenlijst De heer Damen mist in deze besluitenlijst de motie behorende bij agendapunt 4 (uitvoeringskrediet rwzi Woerden) over het streven naar de nulvariant, die in de vorige vergadering is aangenomen. De voorzitter zegt toe dat deze motie aan de notulen wordt toegevoegd. 3. Actiepuntenlijst Geconstateerd wordt dat veel acties inmiddels zijn afgedaan. * Antwoordbrief de heer Uijtewaal is op 12 mei in afschrift naar het algemeen bestuur verzonden. De lange doorlooptijd is het gevolg geweest van het aanleveren van aanvullende informatie door de heer Uijtewaal zelf. * Rapportage over uitkomsten en financiële afwikkeling CBL-onderhandelingen 232394 1

De heer Miltenburg zet uiteen dat de onderhandelingen zich in de laatste fase bevinden. Als alles volgens planning verloopt, zal het contract volgende week worden getekend. Het ziet ernaar uit dat de onderhandelingen met een gunstige uitkomst kunnen worden afgerond, ruim binnen de marges van het algemeen bestuur. * Motie waterschap Aa en Maas inzake participatie AB-leden in Uniebestuur en commissies Deze motie is uitvoerig besproken tijdens de bestuurdersdag De Smaak van Water. Het bestuur van de Unie heeft de motie doorgeleid naar de commissie Doornbos die zich beraadt over de toekomstige organisatie en werking van de Unie-organisatie. Het verslag van deze bestuurdersdag zal in afschrift naar het algemeen bestuur worden gezonden. * Informeren over stand van zaken project Ruimte voor de Lek Op 19 mei heeft het dagelijks bestuur kennisgenomen van de variantenstudie Ruimte voor de Lek. De voorkeursvariant (nummer 4) houdt in dat de maatgevende waterstand van 16 centimeter wordt gehaald, waarmee veiliger Lekdijken tot stand komen, aldus de voorzitter. Het waterschap heeft aangegeven dat voorkeursvariant 4 niet op bezwaren stuit. Het college hecht grote waarde aan het doen van onderzoek naar mogelijke kwelwaterproblematiek bij het realiseren van nevengeulen. De heer V.d. Steeg vraagt of het waterschap al een keuze heeft gemaakt voor een voorkeursvariant; behoeft het algemeen bestuur zich daar niet meer over te beraden? Voorkeursvariant 4 bevat wel degelijk bebouwing, nl. op het stuweiland. Hij staat op het standpunt dat het algemeen bestuur van dit waterschap niet per definitie met het standpunt van de stuurgroep Ruimte voor de Lek behoeft mee te gaan. De voorzitter antwoordt dat op het stuweiland voorzien wordt in een lichte mate van bebouwing maar dat heeft voor de waterstaatkundige problematiek geen grote betekenis. De voorkeursvariant is het gevolg van de afwegingen en het standpunt van de stuurgroep Ruimte voor de Lek. Hij zegt toe dit onderwerp voor de volgende AB-vergadering te agenderen. Uiteraard is het mogelijk dat het algemeen bestuur over de variantenkeuze van gedachten gaat wisselen, echter, de stuurgroep heeft een standpunt ingenomen en in die stuurgroep waren vele partijen vertegenwoordigd. Het gaat hier om het gebied van RWS en in die zin is de zeggenschap van ons waterschap over deze kwestie beperkt. De heer Damen wijst erop dat P.S. zeer binnenkort een besluit nemen over het plan en de voorkeursvariant inzake Ruimte voor de Lek; hij vraagt zich af of het dan nog wel zinvol is een en ander met het algemeen bestuur te bespreken. De voorzitter merkt op dat er niet aan gedacht is dit onderwerp tijdig ter bespreking te agenderen voor een vergadering van het algemeen bestuur. Toch is het onderwerp voldoende belangrijk om het algemeen bestuur daarover te informeren, mede gezien de lange doorlooptijd van het project. De heer Ypma memoreert dat in de procedure door de stuurgroep is voorzien dat de voorkeursvariant wordt voorgelegd aan de beide waterschappen en aan de betreffende gemeentebesturen. De voorzitter zegt toe dat dit onderwerp zal worden geagendeerd voor de juni-vergadering van het algemeen bestuur, los van de besluitvorming in andere gremia. Aldus wordt besloten. De heer Glastra vraagt of het waterschap voorkeursvariant 4 steunt. De voorzitter antwoordt dat het college heeft aangegeven dat de betreffende voorkeursvariant voor het waterschap niet op bezwaren stuit. * Notitie rekeningcommissie/rekenkamer De voorzitter laat weten dat zijn eerdere toezegging, dat die notitie nog voor de zomer zou verschijnen, niet overeenkomt met het collegeprogramma; daarin wordt aangegeven dat de notitie na de zomer zal verschijnen. Dat betekent dat de notitie niet in de commissievergadering BMZ van 12 mei zal worden behandeld, maar pas ná de zomer. 4. Ingekomen stukken en mededelingen a. Ontwerp-begroting 2010 Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en de Lopikerwaard De voorzitter meldt dat de consequenties van deze begroting zullen worden verwerkt in de eigen begroting 2010 van ons waterschap. Voorgesteld wordt dit ter afdoening in handen te stellen van het college van D&H. Ter vergadering wordt geconstateerd dat mevrouw Hiemstra en de heren A.Jansen, Van Leeuwen en Verweij dit stuk niet hebben ontvangen. Zij zullen dit stuk alsnog ontvangen. De heer Ketting vraagt waarom de commissie BMZ dit stuk niet eerder ter kennisneming heeft ontvangen; dan had deze commissie een advies aan het algemeen bestuur kunnen voorleggen. Nu vraagt het dagelijks bestuur in feite een volmacht om te kunnen besluiten over de begroting 2010 van ons waterschap. Wanneer de ontwerpbegroting van het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en de Lopikerwaard wordt goedgekeurd, dan zal ons waterschap in 2010 een bijdrage 232394 2

van 100.000 moeten betalen (= 1/5 e deel van die begroting) aan dat Centrum. Nadrukkelijk stelt hij dat het hier gaat om een verantwoordelijkheid van het algemeen bestuur van De Stichtse Rijnlanden en niet van het dagelijks bestuur. De voorzitter geeft aan dat het college van D&H kan instemmen met de ontwerpbegroting 2010 van het Regionaal Historisch Centrum, onder de ontbindende voorwaarde dat het algemeen bestuur daarmee instemt. Hij voegt eraan toe dat er dan wel op de bijdrage van ons waterschap wordt gerekend. Hij is het met de heer Ketting eens dat het beter zou zijn geweest wanneer voorliggende ontwerpbegroting eerst ter kennisneming aan de commissie BMZ zou zijn voorgelegd. In voorkomende gevallen zal zo worden gehandeld. De heer Ketting laat weten dat hij in dit geval instemt met afhandeling door het college van D&H. De heer Damen vraagt hoe ons waterschap omgaat met externe begrotingen in het licht van de kerntaken van ons waterschap. Uiteraard moeten gedane verplichtingen worden nagekomen, maar hij stelt het op prijs om als algemeen bestuur een overzicht te ontvangen van externe begrotingen, waaraan door ons waterschap wordt bijgedragen. De voorzitter licht toe dat het de begrotingen betreft van de Muskusrattenbestrijding, het Waterschapshuis, het Laboratorium en het Streekarchief. Dit punt wordt aan de actiepuntenlijst toegevoegd. b. Evaluatie van de landelijke waterschapsverkiezingen De voorzitter deelt mede dat het bestuur van de Unie van Waterschappen in juni een standpunt zal innemen over deze evaluatie en over de acties die daar eventueel uit zullen voortvloeien. Om een en ander voor te bereiden worden er vijf regionale bijeenkomsten georganiseerd. Op 27 mei, vanaf 14.30 uur, vindt er een regionale bijeenkomst plaats in Hotel Breukelen. Ook ons waterschap wordt geacht daar aanwezig te zijn. Deze uitnodiging is ook bedoeld voor het algemeen bestuur, met het verzoek de afvaardiging tot 15 leden te beperken. Dat betekent dat iedere fractie een lid naar deze bijeenkomst kan afvaardigen; belangstellenden worden verzocht zich via het secretariaat Bestuurszaken aan te melden. c. Datumlijst komende activiteiten Dit overzicht wordt voor kennisgeving aangenomen. 5. Uitvoeringskrediet aanpassen sliblijn en ringsloot rwzi Zeist De heer Ketting brengt een voorstel van orde in namens de G7. In deze vergadering wordt een drietal investeringskredieten voorgelegd, die de G7 in een breder perspectief wil beoordelen, zoals eerder met het college van D&H in het kader van de meerjareninvesteringen en meerjarenramingen is afgesproken. Wanneer in deze vergadering wordt ingestemd met drie kredietaanvragen (zie agendapunten 5, 8 en 9), houdt dat in dat de investeringsruimte voor 2009 al voor een groot deel verdwenen is en er ook voor de komende jaren al een groot beslag is gelegd op de meerjarenraming, wat betreft exploitatie en afwikkelingskosten. De G7 stelt voor deze drie agendapunten mee te nemen naar de vergadering van 17 juni en ze al dan niet te betrekken bij de Voorjaarsnota, maar ze in ieder geval ná behandeling van de Voorjaarsnota aan de orde te stellen. Zo kan er een meer complete afweging worden gemaakt. De voorzitter zet uiteen dat de drie uitvoeringskredieten samenhangen met de uitvoering van het werk. De voorstellen hebben een lange voorgeschiedenis en staan bepaald niet op zichzelf. In de werkwijze van ons waterschap is het gebruikelijk dat een uitvoeringskrediet, dat past in het meerjarenperspectief, door het algemeen bestuur wordt besproken. De heer Ketting memoreert dat in het collegeprogramma is afgesproken dat het algemeen bestuur investeringen tegen elkaar zou kunnen afwegen. De drie uitvoeringskredieten, die vandaag op de agenda staan, hebben betrekking op substantiële bedragen. Het is juist dat de investeringen en de vervangingen al eerder zijn vastgelegd, echter, afgesproken is dat ook het algemeen bestuur zich zal beraden over de prioriteiten in 2009, in 2010 en in 2011. Om die reden stelt hij voor de uitvoeringskredieten te behandelen in de volgende vergadering in relatie tot de Voorjaarsnota. De voorzitter constateert dat de commissie geen negatief advies heeft uitgebracht over behandeling van de uitvoeringskredieten in deze AB-vergadering. Om die reden ontraadt het college D&H het algemeen bestuur dit voorstel over te nemen. Mevrouw V.d. Nat wijst op de bestuurlijke continuïteit, ook wat betreft de investeringen. Zij begrijpt de bedoeling van de heer Ketting wel, maar is het niet met hem eens. Deze kredieten zijn nu in de fase van uitvoering gekomen en zij stelt voor deze in deze vergadering af te handelen. De heer Verweij memoreert de besluitvorming in de vorige AB-vergadering over het krediet voor de rwzi Woerden met daarbij de aantekening door het algemeen bestuur: eens, maar nooit weer, gelet op procedure en voorbereiding. Het gaat z.i. over de prioritering van tusseninvesteringen op de lange termijn. 232394 3

Dat kan in een waterbeheerplan worden vastgelegd met een financiële vertaling naar de Voorjaarsnota. Voorts gaat het over grote investeringen en de bestuurlijke stappen die worden genomen. Bestuurlijke projecten moeten beter in de besluitvorming worden verankerd. Nu liggen er drie investeringsvoorstellen ter tafel, echter, de bestuurlijke stappen om te sturen en de afweging van het meerjarenperspectief komen daarin niet terug. Om die reden voelt hij veel voor het voorstel van de heer Ketting. Hij vraagt het dagelijks bestuur wanneer de bredere afweging van investeringen op langere termijn gaat plaatsvinden. De heer Van Leeuwen onderschrijft de woorden van mevrouw V.d. Nat dat bestuurlijke continuïteit in acht moet worden genomen. Toch steunt hij het voorstel van de heer Ketting, omdat het algemeen bestuur wordt geconfronteerd met lastenverzwaring en met onvoldoende invulling van de nullijn. Om die reden wil hij pas op de plaats maken. Hij is niet tegen de drie uitvoeringskredieten die nu voorliggen, echter, deze moeten in breder perspectief worden afgewogen in de lijn van de Voorjaarsnota. De heer Ypma kan met dit voorstel leven mits, het besluit wordt aangevuld met bestuurlijke prioritering en fasering en ervoor wordt gezorgd dat de zuiveringslasten niet stijgen. De heer Damen heeft begrip voor het standpunt van de heer Ketting waar het gaat om fasering en prioritering. De VVD is niet tegen het voorstel maar wil wel in het kader van de Voorjaarsnota een totaal overzicht ontvangen van alle rwzi s. Hij vraagt of het mogelijk is om het een te doen en het ander niet te laten en vast te houden aan prioritering en nullijn. De heer V.d. Steeg laat weten dat hij zich kan vinden in het standpunt van de heren van Leeuwen, Damen en Ketting. Echter, dit agendapunt behoeft wat hem betreft nu niet van de agenda af. De heer Kromwijk memoreert dat het vorige algemeen bestuur een Voorjaarsnota heeft opgesteld die resulteerde in een begroting en een meerjarenbegroting en dat heeft weer geleid tot voorliggende uitvoeringskredieten. Het voorstel van de heer Ketting betekent in feite dat het algemeen bestuur alleen maar in het kader van de Voorjaarsnota investeringen behoeft af te handelen. Ook hij wijst op het going concernprincipe. De tariefstelling is door het vorige algemeen bestuur heel duidelijk afgewogen. De heer De Beaufort sluit zich aan bij de bijdrage van mevrouw V.d. Nat. Mevrouw V.d. Vorm sluit zich eveneens aan bij de woorden van mevrouw V.d. Nat. In de vorige ABvergadering werd het dagelijks bestuur in het kader van de investeringen rwzi Woerden verzocht de afwegingen helder te maken, die hebben geleid tot het voorstel. Bij dit agendapunt, aanpassing uitvoeringskrediet sliblijn en ringsloot rwzi Zeist, is dat wel degelijk gebeurd. Er is inzicht gegeven in de afwegingen die tot dit voorstel hebben geleid. De commissie heeft afgesproken dat er voor de behandeling van de begroting inzicht in de investeringen rwzi s zal worden verschaft. Om die reden stemt zij nu in met voorliggend voorstel, temeer daar de discussie over fasering en prioritering zal plaatsvinden aan de hand van een notitie over zuiveringen; deze notitie zal nog voor de begrotingsbehandeling aan het algemeen bestuur worden voorgelegd. De heer Schalkwijk pleit ervoor dit agendapunt in deze vergadering te behandelen. De heer Reerink memoreert dat gewerkt wordt conform eerdere besluitvorming door het algemeen bestuur, zoals zojuist door mevrouw V.d. Vorm werd aangegeven. Het voorstel is uitvoerig in de commissie aan de orde geweest. De voorzitter van de commissie heeft toen het volgende geconstateerd: 1. Er zijn geen majeure hangpunten die doorgeleiding van het investeringsvoorstel naar het algemeen bestuur tegenhouden. 2. Er zal een lijst worden opgesteld over investeringen/sliblijnen/afkoppelingen, waarover met het algemeen bestuur zal worden gesproken. Voor de behandeling van de begroting zal er een notitie komen over de investeringen ten behoeve van de rwzi s. De commissie heeft daarmee ingestemd. Hij gaat ervan uit dat de commissie dat standpunt ook in deze vergadering handhaaft. 3. De commissie zal nader geïnformeerd worden over de feitelijke kosten van deelproject 1: die informatie is reeds verschaft. Hij staat op het standpunt dat vastgehouden moet worden aan gemaakte afspraken in commissie en algemeen bestuur. Zo niet, dan kan de organisatie het werk niet ordelijk uitvoeren. Het algemeen bestuur is niet alleen een praatclub maar ook een doeclub. De heer Ketting benadrukt dat hij niet tegen deze drie uitvoeringskredieten is. Het gaat hem om het tijdstip waarop daarover besluitvorming gaat plaatsvinden. Hij heeft slechts om vier weken uitstel gevraagd. De heer Reerink heeft zojuist naar het commissieverslag verwezen, echter, dat is zo summier dat de heer Ketting de eerste constatering daar niet in terug kan lezen. Overigens was de heer Ketting niet bij die vergadering aanwezig. De opmerking van de heer Kromwijk, om alles maar bij de Voorjaarsnota af te handelen, is te gemakkelijk. Dat is zeker niet zijn bedoeling. De heer Ketting weet dat de organisatie moet functioneren en hij wil in die zin beslist niet op de rem trappen. Het gaat wat hem betreft nu om een principiële zaak. Het algemeen bestuur wil een keuze kunnen maken in de prioriteiten. Aanvaarding van dit voorstel betekent dat keuzes al vastliggen, dat exploitatielasten extra stijgen en dat daarover bij de Voorjaarsnota 232394 4

geen discussie meer mogelijk is. Nu worden er impliciet besluiten genomen, op grond van keuzes die in het verleden zijn gemaakt. Hij wil dit voorstel graag betrekken biij de bespreking van de Voorjaarsnota. Nogmaals wijst hij op de toezegging van de coalitiepartijen dat brede discussie mogelijk zou moeten zijn; wanneer de drie agendapunten nu worden afgehandeld, is dat niet meer mogelijk. De heer Reerink memoreert dat de voorzitter van de commissie de conclusie ter vergadering naar voren heeft gebracht. Het verslag is schriftelijk aan de voorzitter van de commissie voorgelegd en betrokkene heeft daarmee ingestemd. Derhalve mag men ervan uitgaan dat de vermelde afspraken in het verslag correct zijn weergegeven. De voorzitter voegt eraan toe dat het algemeen bestuur altijd het recht heeft om af te wijken van de adviezen van een commissie. De heer Ketting merkt op dat in het verslag niet wordt aangegeven hoe de commissie heeft besloten; slechts wordt melding gemaakt van behandeling. De voorzitter brengt het ordevoorstel van de heer Ketting in stemming, nl. de agendapunten 5, 8 en 9 te behandelen in de juni-vergadering van het algemeen bestuur, in samenhang met de behandeling van de Voorjaarsnota. Resultaat stemming: Een meerderheid van de leden stemt tegen het voorstel. De voorzitter constateert derhalve dat het ordevoorstel van de heer Ketting is verworpen. Vervolgens stelt de voorzitter het voorstel inzake uitvoeringskrediet aanpassen sliblijn en ringsloot rwzi Zeist aan de orde. De heer Ypma brengt het volgende naar voren: - Deel 1 van het project is reeds opgeleverd maar heeft nog een post onvoorzien van 400.000,-. Hij vraagt of de post onvoorzien kan worden toegevoegd aan de reserves. - Hoe zijn de kosten van de interne uren afgerekend? Hij gaat uit van kostendekkende personeelskosten. - In het voorgenomen besluit wordt niet aangegeven wanneer het uitvoeringskrediet wordt ingepland. Dat is wel noodzakelijk. - Dit voorstel mag niet leiden tot verhoging van de zuiveringslasten. Ook dit moet in het voorgenomen besluit tot uitdrukking komen. De voorzitter laat weten dat hij een eventueel amendement van de heer Ypma op het voorgenomen besluit graag tegemoet ziet. De heer A. Jansen merkt op, naar aanleiding van de mogelijkheden voor verwerking van slib bij de rwzi Utrecht, dat de slibverwerking in Utrecht ter discussie staat. Daarvoor worden verschillende varianten uitgewerkt die in de toekomst tot andere situaties kunnen leiden. Hij vraagt hoe die andere situaties voorliggend besluit kunnen beïnvloeden. De heer Damen laat weten dat zijn fractie, ondanks de terechte opmerkingen bij het ordedebat zojuist, wel met dit voorstel kan instemmen, mede dankzij de beantwoording van de hoogheemraad. Wel mist zijn fractie in het voorstel de doorwerking van de exploitatie; hij verzoekt dat alsnog toe te voegen. Mevrouw V.d. Nat vindt dit een evenwichtig voorstel waar de overwegingen van de commissie duidelijk bij betrokken zijn. Dit voorstel is in lijn met eerdere besluiten van het algemeen bestuur rond de slibstrategie. De zandfiltratie lijkt een goede keus om de gewenste effluentkwaliteit te bereiken. Deze nieuwe vorm van aanbesteden blijkt succesvol te zijn; daarmee kunnen aanzienlijke kosten worden bespaard. Zij stemt in met voorliggend voorstel. De heer Kromwijk complimenteert het dagelijks bestuur met de vertaalslag van de discussie in de commissie in voorliggend voorstel. Het CDA stemt met dit voorstel in. Mevrouw V.d. Vorm sluit zich aan bij de reactie van mevrouw V.d. Nat en de heer Kromwijk. De heer Schalkwijk laat weten dat ook zijn fractie het voorstel steunt maar hij sluit zich aan bij de vraag van de VVD over meer zicht op de doorwerking in de omslag. 232394 5

De heer Terpstra sluit zich aan bij de vraag van de heer Jansen inzake de slibverwerking in Utrecht. De slibverwerking in Utrecht staat ter discussie en een definitief besluit daarover moet nog volgen. Hij vraagt of dat bij voorliggend voorstel is betrokken. In het beleid effluentkwaliteit wordt aangegeven dat, wanneer de P-waarde zou worden verminderd tot 10 mg, er dan een gezond ecologisch watersysteem ontstaat, terwijl later in het document te lezen valt dat de eis voor P-waarde niet is gewijzigd en op 0,15 mg wordt gehandhaafd. Hij vraagt waarom die keuze zo is gemaakt. De heer Verweij memoreert dat in de vorige AB-vergadering is gesproken over werkwijze en besluitvorming bij grote en gevoelige projecten. Hij vraagt wanneer met het algemeen bestuur van gedachten wordt gewisseld als het gaat om de afweging van dergelijke grote projecten. Tot nog toe vindt besluitvorming over kredieten vooral ad hoc plaats, maar de bredere afweging ontbreekt. Prioriteitstelling tussen keuzes en investeringen voor de langere termijn hoort thuis in een waterbeheersplan met financiële vertaling in de Voorjaarsnota. Hij vraagt of een en ander wel voldoende in beeld zal komen bij het waterbeheersplan. De heer V.d. Steeg laat weten dat de PvdD met dit voorstel kan instemmen. De heer De Beaufort merkt op dat ook hij met dit voorstel kan instemmen. De heer Reerink antwoordt op de vraag van de heer Ypma dat de eerste tranche nog steeds niet is afgerond. Zolang de bouw nog niet gereed is, kan er niet met het budget geschoven worden. Voor het versleutelen van de personele kosten worden vaste normen gehanteerd. Zo nodig is hij bereid daar in een commissievergadering nader op in te gaan. De heer A. Jansen ging in op de slibverwerking te Utrecht. Destijds heeft het algemeen bestuur de slibnota aangenomen waarin is gesteld dat de slibverwerking via Utrecht en Nieuwegein gaat en dat de andere installaties worden afgesloten en afgestoten. Dat is ook gebeurd. Om die reden is er ruimte gekomen in de rwzi Zeist om een logischer lijn te bouwen en is er ruimte ontstaan voor het zandfilter. De heer Damen stelde een vraag over de exploitatie. Terzake verwijst de heer Reerink naar tabel 1, exploitatielasten van verwerkingsvarianten. Gekozen is voor een exploitatielast van 200.000,- per jaar in plaats van 325.000,- per jaar. De heer Damen laat weten dat hij specifiek doelde op de exploitatielasten van de verschillende verwerkingsvarianten en de doorwerking daarvan naar de totale begroting. De heer Reerink meent dat de praktijk zal moeten uitwijzen wat de in- en uitverdieneffecten zijn. De heer Damen verzoekt in het nog op te stellen overzicht inzake de rwzi s ook dit punt in grote lijnen uit te werken. De heer Reerink zal dat proberen maar weet niet of dat zal lukken. De heer Verweij stelde de vraag wanneer gesproken gaat worden over prioriteitstelling tussen keuzes en investeringen in financiële zin. Die discussie hoort naar het oordeel van de heer Reerink thuis bij de voorjaarsnota en bij de bespreking van de notitie over de investeringen rwzi s. De uiteindelijke keuzes worden bij de begroting gemaakt. Voorkomen moet worden dat er bij ieder rwzi-project weer een brede discussie zou gaan ontstaan. De voorzitter gaat in op de werking van de afwegingskaders. Eerst wordt er een Waterbeheerplan vastgesteld, een majeur besluit. De volgorde daartoe is logisch: - Bij de Voorjaarsnota wordt met het algemeen bestuur over de kaders gesproken. - Vervolgens wordt er in meerdere besprekingen van gedachten gewisseld over het Waterbeheerplan, in ieder geval op 1 juli a.s. Daarmee wordt de koers van het algemeen bestuur duidelijk, ook wat betreft de vraag hoe met prioriteringen in het Waterbeheerplan moet worden omgegaan. - In de zomer wordt de begroting 2010 opgesteld, rekening houdend met de wensen van het algemeen bestuur, ook ten aanzien van de prioritering zuiveringen. - Vervolgens zal het algemeen bestuur de begroting ontvangen. - Vervolgens wordt het Waterbeheerplan vastgesteld, met een afwegingskader voor de komende jaren. - Daarna stelt het algemeen bestuur de begroting definitief vast. De heer Reerink deelt mede dat de KRW stelt dat het waterschap aan bepaalde technische normen moet voldoen wat betreft chemische kwaliteit van het water, nl. de P- en N-waarden. De richtlijn brengt met zich mee dat, wanneer één van beide waarden omlaag wordt gebracht, dat voor de andere waarde niet meer nodig is. De N-waarde is teruggebracht naar 10 mg per liter. In totaliteit is het resultaat omlaag gegaan en daarmee wordt aan de KRW voldaan. Desgevraagd zegt de heer Reerink de heer Terpstra toe dat hij alsnog zal terugkomen op de vraag van de heer Terpstra in de commissie SKK. 232394 6

De heer Ypma memoreert dat het vorige algemeen bestuur heeft besloten dat ons waterschap niet boven de wettelijke KRW- norm behoeft uit te komen. Met de huidige bedrijfsvoering en met bestaande installaties wordt reeds 81 en respectievelijk 83% gehaald. De heer Reerink bevestigt dat aan de KRW-normen wordt voldaan. Dat is voldoende. De voorzitter sluit de beraadslaging over dit onderwerp en constateert dat het algemeen bestuur met algemene stemmen instemt met het aanpassen van de sliblijn en de ringsloot op de rwzi Zeist en hiervoor een uitvoeringskrediet van 3.250.000 beschikbaar stelt. 6. Aanpassing peilbesluit Driebruggen Mevrouw Lukács laat met het oog op de agendapunten 6 en 7 het volgende weten: de notitie peilbesluiten is voor een deel aangevuld, conform de wens van Water Natuurlijk. Zij is blij met het feit dat er in 2010 een herziening van de notitie Peilbesluiten zal volgen. De fractie Water Natuurlijk verzoekt het volgende in de herziene notitie op te nemen: - nadenken over de ondergrens van de peilvakgrootte - hoe om te gaan met gelijke peilen in aangrenzende peilgebieden - hoe om te gaan met het faciliteren van een functie in een gebied indien dat gebied een functiewijziging doormaakt. De heer Damen verwijst naar pag. 3 waar wordt ingegaan op de toepassing van dynamisch peilbeheer. Hij vindt het wel nodig dat de criteriareferenties in dat kader worden vermeld. De wijze waarop het dynamisch en het flexibel peilbeheer worden toegelicht, vindt hij uitstekend. Zijn vraag is of flexibel peilbeheer uitsluitend agrarisch gericht is en of dynamisch peilbeheer op natuur en landschap gericht is. Bij flexibel peilbeheer worden de marges toegepast waarbinnen het oppervlaktepeil mag fluctueren. Daardoor kan het water langer worden vastgehouden en wordt de bergingscapaciteit vergroot. Dat kan betekenen dat het flexibel peilbeheer ook voor agrarische belangen wordt ingezet. Bij het dynamisch peilbeheer wordt het accent gelegd op de weersomstandigheden, de groeiomstandigheden voor het gewas en de agrarische bedrijfsvoering. De VVD-fractie meent dat in dat kader ook de belangen van natuur en landschap kunnen worden meegenomen. Wat meer duidelijkheid ten aanzien van het flexibel en dynamisch peilbeheer is op zijn plaats. De heer Verweij wil reageren op de agendapunten 6 en 7. Beide peilbesluiten zijn reeds door het vorige algemeen bestuur vastgesteld en liggen nu opnieuw ter tafel omdat er richting provincie een kleine reparatie moet plaatsvinden. Om te voorkomen dat er steeds discussie met de provinciebesturen van Zuid- Holland en Utrecht ontstaat, is het wezenlijk standaardteksten voor peilbesluiten te hanteren. Het gaat dan om standaardteksten waarmee de provincies het eens zijn. Hij verzoekt het college over te gaan tot standaardisatie van de teksten van de peilbesluiten, om een meer efficiëntere communicatie tussen provincie en waterschap te bevorderen. De heer Van den Hoeven leest op pag. 2 het volgende: Als over drie jaar nieuwe hoogtemetingen plaatsvinden, dan zal het aangepast worden. Hij vraagt hoe lang het duurt voordat aanpassingen worden doorgevoerd. Zelf hoopt hij dat aanpassingen direct kunnen worden doorgevoerd. Zowel flexibele als dynamisch peilen in één gebied zijn mogelijk indien natuur en agrariër zich in dat gebied bevinden. De heer Glastra laat weten dat zijn fractie zowel met agendapunt 6 als met agendapunt 7 kan instemmen, aangezien het hier om een procedurele kwestie gaat. In de commissie is gevraagd de toelichting zodanig op te stellen dat duidelijk wordt dat het niet alleen om NAP peilen gaat, maar dat er ook een koppeling met het maaiveld wordt gemaakt. Daardoor wordt inzichtelijk dat de peilen passen bij de uitgangspunten van het waterschap ten aanzien van het veenweidegebied. De heer Ypma memoreert dat het vorige algemeen bestuur beide peilbesluiten reeds heeft goedgekeurd. Toen is afgesproken dat de oorspronkelijke peilen zouden worden vermeld in nieuwe peilbesluiten, waardoor het voor belanghebbenden duidelijk wordt of peilen al dan niet zijn veranderd. Hij vraagt daar aandacht voor. De heer Verheul stemt in met de peilbesluiten, behorend bij de agendapunten 6 en 7. Wel is toelichting in peilbesluiten nodig op de betekenis van het dynamisch en flexibel peil voor de zakking van de veengrond. Juist dat belangrijke facet in relatie tot de peilen blijft in de voorstellen onderbelicht. Hij vraagt of dat alsnog kan worden toegevoegd. 232394 7

De heer Miltenburg zegt mevrouw Lukács toe dat er inderdaad nog een notitie over peilbesluiten zal volgen. Voor een peilvlak wordt geen ondergrens gehanteerd. Wel maakt ons waterschap zo groot mogelijke peilvlakken, omdat dit het meest goedkoop is en beheersmatig voordelen oplevert. Dat moet dan wel in het landschap passen. Peilvlakken met dezelfde hoogte zouden kunnen worden samengevoegd, maar vaak moet er eerst een dijk of dam worden verwijderd. Het waterschap is daartoe bereid, mits die wenselijkheid in een gebiedsplan naar voren komt. Ook zal in de notitie peilbesluiten worden ingegaan op het faciliteren van een functie in een gebied dat een functiewijziging doormaakt. Op de vraag van de heer Damen, wanneer dynamisch peilbeheer wordt toegepast, antwoordt de heer Miltenburg dat eerst de resultaten van het onderzoek bekend moeten zijn alvorens dynamisch peilbeheer kan worden toegepast. Men heeft te maken met de agrarische belangen en met natuurbelangen en deze moeten goed worden afgewogen. Op vragen van de heer Van den Hoeven over hoogtemetingen, licht de heer Miltenburg toe dat er wel een procedure moet worden doorlopen, alvorens een peilbesluit kan worden aangepast. Wanneer het forse veranderingen betreffen, dan zal dat goed moeten worden gecommuniceerd met het gebied zelf. De heer Glastra vroeg om ook de drooglegging in een peilbesluit aan te geven; hij zal nagaan of dat bij nieuwe peilbesluiten kan worden meegenomen. Dat punt zal in ieder geval in de notitie over peilbesluiten terugkomen. Reeds eerder is toegezegd dat het dagelijks bestuur in de herfst met een uitgebreide notitie over het veenweidegebied zal komen. O.a. zal worden ingegaan op flexibel en dynamisch peilbeheer, bodemzakking, de invloed van Natura 2000 en de Groene Ruggengraat die allemaal van invloed zijn op het beleid in het Veenweidegebied. Tijdens een thematische bijeenkomst zal daarover diepgaand met het algemeen bestuur van gedachten worden gewisseld. De heer Damen kan zich er in vinden dat in de nota peilbesluiten wordt teruggekomen op het flexibel en dynamisch peilbeheer. Wel vraagt hij aandacht voor de accentverschillen die er zijn ten aanzien van de interpretatie van dynamisch peilbeheer (groeiomstandigheden agrarische sector) en flexibel peilbeheer (water langer vasthouden). De heer Miltenburg licht toe dat de wet het dagelijks bestuur de mogelijkheid biedt om te anticiperen op weersomstandigheden en, indien dat noodzakelijk is, om kortstondig van een peilbesluit af te wijken om de agrarische bedrijfsvoering in extreme omstandigheden mogelijk te maken. Tegelijkertijd zal het dagelijks bestuur heel goed rekening moeten houden met de andere belangen in het gebied. Een en ander is niet meer in het peilbesluit opgenomen omdat de wet ruimere mogelijkheden geeft. Op verzoek van de heer Verweij, geeft de heer Miltenburg aan dat het inderdaad handig zou zijn wanneer er voor de peilbesluiten een bepaald format kan worden gehanteerd, met het oog op de goedkeuring van provincies. Echter, alle gebieden zijn anders. Voor het opstellen van een peilbesluit vindt altijd vooral ambtelijk afstemmingsoverleg plaats; daarmee wordt afkeuring van een peilbesluit door de provincie voorkomen. Echter, een standaard tekst voor alle peilbesluiten is wegens de diversiteit van het gebied niet mogelijk. Tweede termijn: Mevrouw Hiemstra laat weten dat de Algemene Waterschapspartij uitkijkt naar de discussie over de nota peilbesluiten. Zij vraagt in welk kwartaal 2010 die discussie kan worden verwacht. De heer Van den Hoeven komt terug op zijn eerdere vraag. O pag. 2 wordt het volgende aangegeven: Drie jaar na inwerkingtreding van het peilbesluit, zal er een nieuwe hoogtemeting plaatsvinden. Indien nodig, zullen de peilen dan worden aangepast aan de nieuwe gegevens. Spreker gaat ervan uit dat deze formulering inhoudt dat aanpassing van het peil dan automatisch gebeurt en dat daarvoor geen procedure nodig is. De heer Miltenburg betwijfelt dat; hij is niet op de hoogte van de procedure. Mevrouw De Bont constateert dat er in deze discussie wordt gesproken over een nota peilbeheer en over een nota peilbesluiten. Zij meent dat het gaat om de nota peilbesluiten met daarin een overzicht van de peilbesluiten die nog kunnen worden verwacht. De heer Miltenburg verduidelijkt dat in de notitie peilbesluiten zal worden aangegeven welke peilbesluiten op welke moment aan bod komen. Deze notitie zal in het najaar verschijnen en daarin zullen de nodige kanttekeningen worden geplaatst bij alles wat er bij komt kijken. De voorzitter sluit de beraadslagingen over de aanpassing van peilbesluit Driebruggen. Het algemeen bestuur stelt met algemene stemmen het peilbesluit Driebruggen vast door 1. in artikel 4.3 de peilgebieden waar dynamisch peilbeheer zal worden gevoerd expliciet te noemen en aan dit artikel toe te voegen wanneer dynamisch peilbeheer wordt gestart; 2. artikel 4.5 en 4.6 te schrappen en de strekking van deze artikelen in de toelichting op te nemen; 232394 8

3. deze aanpassingen in de toelichting op het peilbesluit te verwerken; 4. de naam te wijzigen in Peilbesluit Driebruggen 2009; 5. het Peilbesluit Driebruggen 2009 ter goedkeuring aan de provincie Utrecht aan te bieden. 7. Aanpassing peilbesluit Oudendam Gelet op de discussie bij agendapunt 6, constateert de voorzitter dat het algemeen bestuur niet de behoefte heeft het woord te voeren bij dit agendapunt. Het algemeen bestuur stelt met algemene stemmen het peilbesluit Oudendam vast door: 1. de artikelen 4.2 en 4.3 weg te laten, de artikelnummering aan te passen en de strekking van deze artikelen in de toelichting op te nemen; 2. de zuidgrens preciezer op de kaarten aan te geven; 3. deze aanpassingen ook in de toelichting op het peilbesluit aan te brengen; 4. de naam te wijzigen in Peilbesluit Oudendam 2009; 5. het Peilbesluit Oudendam 2009 ter goedkeuring aan de provincie Zuid-Holland aan te bieden. 8. Aanleg vispassage gemaal Kerkeland De heer Damen deelt mede dat de VVD-fractie voorstander is van een goede visvoorziening, echter, in dit geval wordt de vis wel duur betaald. In de commissie heeft spreker aangegeven dat er nog te veel sprake is van geïsoleerde oplossingen waar het gaat om de vispassages. Het gaat nu om een investering van in totaal 300.000 waar overigens ook anderen aan bijdragen. Hij vindt het belangrijk dat het achterland in kaart wordt gebracht en dat er zicht komt op de natuureffectrapportage van dergelijke vispassages c.q. de gevolgen van deze voorzieningen. Tevens moet de aanleg van vispassages onderdeel zijn van een integrale aanpak. Hij vraagt dienaangaande om een reactie. De heer Ypma kan zich in principe in dit voorstel vinden, zij het dat er wel aanvullende zaken moeten worden geregeld: - de te verwachte effectiviteit van de voorziening moet worden gemonitored. - in principe gaat het om enige leemte in kennis en ervaring. Om die reden stelt hij voor eerst een nulmeting uit te voeren. - De natuurlijke processen ten aanzien van de visstand moeten wel mede in beschouwing worden genomen, ook in relatie tot de KRW. Mevrouw V.d. Nat vindt het eveneens belangrijk na te gaan of het achterland wel geschikt is als paaigrond voor de vis. Dat komt in de tekst niet tot uitdrukking, terwijl daar in de commissie wel om is gevraagd. Dat moet in volgende voorstellen duidelijk verwoord worden. Zij begrijpt wel dat het nu een goed moment is om de vispassage, tegen beperkte kosten, aan te leggen. De PvdA-fractie kan dan ook met dit voorstel instemmen. Mevrouw Lukács sluit aan bij de opmerkingen van de heer Damen en mevrouw V.d. Nat dat een duidelijke onderbouwing van het achterland in het voorstel wordt gemist. In de commissie is gevraagd aan te geven in hoeverre het beschikbare KRW budget 2009 is uitgenut. In voorliggend voorstel worden slechts de kosten van de voorziening genoemd. De vraag blijft wel hoeveel andere KRW-maatregelen nog uit het budget betaald moeten worden worden. De heer Van den Hoeven sluit zich aan bij het commentaar van de heer Damen. Wat hem betreft moet eerst het onderzoek zijn uitgevoerd, alvorens gestart wordt met de aanleg van andere vispassages. De heer V.d. Steeg laat weten dat de fractie van de PvdD met dit voorstel kan instemmen. Het is een goede zaak dat verder wordt gekeken dan de KRW, maar dat ook de Beneluxbeschikking en de Europese Aalverordening genoemd worden. Ook de Gezondheid- en Welzijnswet voor Dieren, de Flora- en Faunawet en de Viswaterichtlijn brengen juridische verplichtingen met zich mee. Ook is het goed dat het onderwerp visveiligheid wordt meegenomen, en niet alleen vismigratie. In het voorstel wordt aangegeven dat de waterlichamen in ecologisch opzicht onvoldoende zijn. Hij wil daaraan toevoegen dat alle waterlichamen op dit moment ecologisch niet voldoende zijn en niet aan de desbetreffende normen voldoen. De heer Ketting onderschrijft de vragen van mevrouw Lukács. Zijn fractie kan met het voorstel instemmen. Hij heeft overigens begrepen dat de PvdD anti Europa is terwijl de heer V.d. Steeg zich zojuist beriep op Europese richtlijnen in het kader van de aanleg van vispassages. 232394 9

De heer Glastra vindt het een goede zaak dat de polders op de rest van de natte wereld worden aangesloten. Gezien het aantal sportvissers in het Amsterdam-Rijnkanaal, zit daar voldoende vis. Wel is het belangrijk dat er in het achterland maatregelen worden genomen om de omstandigheden voor de vissen te verbeteren. De heer Beugelink beaamt dat het achterland een belangrijk punt van aandacht is; daar moet nog het nodige gedaan worden aan de visbereikbaarheid. Niet alle dammen, duikers en stuwen zijn daar vispasseerbaar. De aanleg van deze vispassage wordt versneld ter hand genomen als gevolg van de beschikbaarheid van subsidies van rijk en provincie. Dat ontslaat het waterschap niet van de plicht om het achterland ook visgeschikt te maken. Dat zal in de tweede fase gaan gebeuren. Er is al een nulmeting uitgevoerd; er is nu geen vispassage en dat betekent dat er nu geen vissen passeren. Na de aanleg van de vispassage zullen de verbeteringen in de visstand worden gemonitored en de effecten van de investeringen zullen worden gemeten. Mevrouw Lukács stelde een vraag over het budget in relatie tot de begroting. Op pag. 28 van de begroting wordt aangegeven dat voor de KRW en overige normen 5,6 miljoen beschikbaar is. De ramingen volgens de Voorjaarsnota 2008-2011 zijn voor 2009 1,4 miljoen, voor 2010 1,7 miljoen, voor 2011 3,3 miljoen en voor 2012 3,3 miljoen. Dat maakt in totaal een bedrag van 9,7 miljoen. In 2009 is er derhalve een budget van 1,4 miljoen beschikbaar voor KRW maatregelen. Voorliggend voorstel betreft de eerste KRW maatregel. De kosten van de aanleg vispassage komen bruto uit op 3 ton terwijl de nettokosten voor ons waterschap op slechts 1 ton uitkomen. De voorzitter stelt vast dat het algemeen bestuur met algemene stemmen besluit: 1. in te stemmen met de aanleg van een vispassage bij gemaal Kerkeland; 2. en hiervoor een krediet van 300.000,- beschikbaar te stellen. 9. Inrichtingsproject Kromme Rijn 2009-2015 De heer Verweij complimenteert het college met de subsidie die voor dit project is binnengehaald. Bij het vorige agendapunt hebben enkele fracties aangegeven dat de ontsluiting van het achterland bij volgende besluiten beter in kaart moet worden gebracht. Zijn vraag is wat het algemeen bestuur in dat opzicht van het inrichtingsproject Kromme Rijn vindt. In de commissievergadering is nadrukkelijk gevraagd naar de samenhang van het geheel aan maatregelen in het gebied. Het lijkt erop alsof er her en der wat vispassages worden aangelegd terwijl een integrale visie voor het hele gebied ontbreekt. Het gaat om een zeer grote investering. Uit drie watergebiedsplannen wordt een bedrag van 1,2 miljoen gehaald als zijnde een al eerder gevoteerd krediet. Deze kredieten zijn destijds beschikbaar gesteld voor de watergebiedsplannen; worden die gelden nu wel op de goede wijze aangewend? De heer Ketting memoreert dat de heer Beugelink bij het vorige agendapunt aangaf dat er voldoende geld in de begroting beschikbaar is, onder verwijzing naar een overzicht uit de voorjaarsnota 2008-2011. In de oplegnotitie bij dit agendapunt worden op pag. 4 twee duidelijke kanttekeningen geplaatst, nl.: - Met het project zal slechts aan een deel van de totale KRW verplichting worden voldaan. De resterende maatregelen moeten uiterlijk in 2027 zijn gerealiseerd en daarvoor kan bij het bestuur extra krediet worden aangevraagd. - Mocht dat maatschappelijk gewenst zijn, dan kunnen er zaken worden aangepast maar dat geeft dan wel een kostenverhoging. Spreker begrijpt dat het krediet wellicht toch niet voldoende zal zijn en dat niet wordt uitgesloten dat er in de toekomst aanvullende kredieten worden aangevraagd; feitelijk betekent dat een vrijbrief voor het dagelijks bestuur. Als het college deze zorg niet bij hem wegneemt, dan zal hij ten aanzien van dit punt pas op de plaats maken en vooralsnog tegen het voorstel stemmen. De heer V.d. Steeg laat weten dat zijn fractie sympathiek tegenover dit voorstel staat. Wel zijn er twijfels over het in tweeën knippen daarvan. Hij gaat ervan uit dat uitstel niet tot afstel zal leiden en dat de ecologische ambities voor het tweede deel van het project gehandhaafd blijven. De heer Damen vindt dit inrichtingsproject voor de Kromme Rijn van groot belang. Toch wil hij daarover enkele opmerkingen maken. Hij beoordeelt dit voorstel vanuit de wettelijke benadering, vanuit de belangrijke benadering en vanuit de nice to have-benadering, een en ander ook in relatie tot de motie over het streven naar de nulvariant. Op pag. 2 wordt aangegeven dat het algemeen bestuur van het waterschap in 2007 heeft ingestemd met een voorkeurspakket aan maatregelen. Hij vraagt of er ook andere pakketten zijn geweest die ook zouden voldoen aan de wettelijke taak vanuit de KRW. Voor wat betreft de argumenten over de kansen voor het beschikbaar krijgen van gronden, is hem gebleken dat de particuliere sector vragen heeft over de verkoop van gronden. De particuliere sector is bereid afspraken te maken over groe- 232394 10

ne en blauwe diensten. Echter, in de notitie gaat het om verwerving van terreinen maar samenwerking met particuliere eigenaren wordt niet expliciet genoemd. Nadere toelichting daarover is voor dit project z.i. noodzakelijk. Onderaan pag. 4 staat dat er in overleg integrale uitvoeringsmaatregelen kunnen worden voorgesteld die maatschappelijk gewenst zijn maar ook kostenverhogend kunnen zijn. Als het beschikbare krediet wordt overschreden zal het bestuur worden gevraagd een aanvullend krediet beschikbaar te stellen. Dat betekent dan wel dat er sterk van de nullijn en van de kerntaken van het waterschap zal worden afgeweken. Het waterschap moet naar het oordeel van de VVD eerst de strikt noodzakelijke wettelijke taken uitvoeren en daar moet het maximale uit gehaald worden. De aanleg van wandelpaden en fietspaden is geen kerntaak, maar kan eventueel wel in combinatie met andere maatregelen worden uitgevoerd. Op pag. 5 wordt melding gemaakt van extra KRW vispassages ad 1,8 miljoen; gaat dat boven de wettelijke taken uit? De subsidie van de provincie is aangevraagd maar nog niet toegezegd. Daarover moet toch eerst volstrekte zekerheid bestaan. Mevrouw V.d. Nat vindt dit plan een goede investering in de ruimtelijke kwaliteit. Met genoegen constateert zij dat de aanbevelingen van de commissie in voorliggend voorstel zijn verwerkt. Zij kan dan ook met dit voorstel instemmen maar is minder gelukkig met de kanttekeningen. Daar spreekt wel een eerlijke benadering uit, maar toch zal er in voorkomende gevallen een nieuwe afweging moeten worden gemaakt. Zij gaat ervan uit dat het te verlenen krediet zoveel mogelijk taakstellend is. Wanneer dat niet haalbaar blijkt te zijn, dan verwacht zij dienaangaande een tijdig signaal naar het algemeen bestuur zodat er alternatieven kunnen worden overwogen. De PvdA-fractie kan op dit moment niet meegaan met het verlenen van een eventueel aanvullend krediet. De heer Verheul sluit zich geheel aan bij de woorden van mevrouw V.d. Nat. Het is een uitstekend plan maar ook hij kan niet instemmen met de kanttekeningen. Hij vraagt of deze kanttekeningen uit het voorstel kunnen worden geschrapt. Mevrouw Tutein Nolthenius is blij dat verschillende vragen die in de commissie zijn gesteld in voorliggend voorstel zijn beantwoord. Haar fractie wil dit plan graag ondersteunen. Voorts sluit zij aan bij de twee vorige sprekers. De heer Glastra kan wel instemmen met het maatregelenpakket maar pleit ervoor in de voorstellen voortaan aan te geven: - waar staan we nu? - waar moeten we naar toe met het beleid? - in hoeverre dragen de voorstellen bij aan het halen van de doelstellingen? - is de inzet van middelen evenredig met het resultaat dat wordt geboekt? Nu moet er een grote sprong worden gemaakt. Er wordt een maatregelenpakket voorgesteld en de teneur van het voorstel is dat dit zeker zal helpen, zonder dat het algemeen bestuur weet in welke mate het bijdraagt aan het behalen van resultaten. Wanneer voorstellen vanuit de benadering worden opgesteld, zoals hij zojuist heeft geschetst, worden discussies over de afzonderlijke maatregelen voorkomen. Na afloop van de commissievergadering heeft hij nog enkele vragen gesteld, die nog niet zijn beantwoord. Het gaat om het volgende: 1. Er wordt bijna 1 miljoen gereserveerd voor de vispassage Caspargauw. Wanneer er bij Wijk bij Duurstede, op het punt waar Neder Rijn en Kromme Rijn elkaar raken, een goede vispassage wordt aangelegd zal dat voldoende zijn. Toch wordt er nog een tweede vispassage van 1 miljoen voorgesteld. Hij wil daar dan wel het ecologische rendement van weten. 2. Is de slibvanger om optimale of om pragmatische redenen op de locatie gepositioneerd? 3. De ervaring is dat de investeringen in de natuurvriendelijke oevers maar matig zullen renderen, indien het peilbeheer in de Kromme Rijn niet wordt verbeterd, gelet op het hoge zomerpeil en een laag winterpeil. Voor natuurvriendelijke oevers is het omgekeerde veel gunstiger. Hij vraagt of het niet beter zou zijn natuurvriendelijke oevers aan te leggen nadat het peilbeheer is geoptimaliseerd. Mevrouw Hiemstra heeft waardering voor het inrichtingsproject Kromme Rijn. Haar fractie kan daarmee instemmen maar sluit zich wel aan bij de kritische woorden van mevrouw V.d. Nat. Voorts vraagt haar fractie aandacht voor het volgende: * Welke gronden kunnen worden aangekocht en waar kunnen met particulieren afspraken worden gemaakt, zodat er bespaard kan worden op aankoop van gronden? * Er wordt veel geld geïnvesteerd en er wordt een mooi gebied gecreëerd. De vraag is of dat economisch kan worden uitgenut: kan er ook geld aan het gebied worden verdiend? 232394 11