Handboek. Faalangstreductie/Examenvreestraining

Vergelijkbare documenten
Handboek. Faalangstreductie/Examenvreestraining

Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining

FAALANGST DE BAAS! TRAINING 1. faalangst. de baas! training.

7Omgaan met faalangst

Begeleiding bij faalangst

Faalangst. Informatie en tips voor ouders en verzorgers

Omgaan met faalangst en weerstanden! Trainer: Gijs Visser

Inleiding. Inhoudsopgave

Protocol NT2-leerlingen 1

informatiebrochure Faalangstreductie training (frt) Examenvreesreductie training (evt) Sociale vaardigheid training (sova)

Verantwoording 1.1 Keuze van de titel

Nieuwsbrief Januari 2011

September: Leerkracht heeft kennis van zijn (zorg-) leerlingen dmv het overdrachtsformulier naar de volgende groep.

Extra materiaal 7.4 groep 5-6

Kinderen met weinig zelfvertrouwen gebruiken vaak de woorden nooit en altijd.

Respondenten Aantal Cijfer 2019 Cijfer 2017 PO benchmark* Kinderen 39 8,3 7,9 8.0 Ouders 31 7,3 6,9 7,6 Teamleden 17 8,5 8,9 8.4

SAMENVATTING onderzoek. Playing for Success 2013/2014

Faalangst WAT IS HET EN WAT KAN JE ER AAN DOEN?

Extra materiaal Kleur op school 7.4 groep 7-8

SAMENVATTING onderzoek. Playing for Success

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

1Help: faalangst! 1.1 Verkenningen

Toelichting bij de MZO screening voor ouders

Inleiding. Wat is kwalitatief goed onderwijs?

Sociale Veiligheid Pestprotocol

Welke ondersteuning krijgt de leerling bij taal?

1 Missie en visie inzake Passend Onderwijs Interne leerlingbegeleiding Eerste lijn 4 Docenten en mentoren 4 Afdelingsleider 5

Maart Protocol (Hoog)begaafdheid. Doel van het protocol.

Mentale Kracht. De succestraining van Olympische sporters en de Nationale Politie

Faalangst en rekenen. Agenda. 22 februari uur. Berber Klein

T MENUKAAR

Protocol. Pesten. Anna van Rijn College

Doel Het in kaart brengen van de persoonlijkheid, de houding en de tevredenheid van een leerling met betrekking tot schoolgerelateerde onderwerpen

Begeleidingskaart 1 Atlas College OSG West Friesland Leertechnische ondersteuning en begeleiding schooljaar 2017/2018

Peppelinfo juni 2016, nummer 8

Good practise: intakeprocedure verdiepte intake'

Faalangst. Spreken in het openbaar Waar herken je faalangst aan?

van de basisschool van de juf/meester naar vakdocenten nieuwe klasgenoten huiswerk ver(der) fietsen andere schoolomgeving

Leerlingbegeleiding ADD: wat helpt volgens de leerlingen zelf?

visie buitenlesactiviteiten havo/mavo havo/vwo ouderbetrokkenheid organisatie begeleiding toelating/aanmelding/plaatsing kennismaking/ introductie

DÉ SLIM-TENNIS WEDSTRIJDVOORBEREIDING

Pagina 16 MENUKAART. Stichting Aandacht+ Kometenlaan CN Emmeloord. Telefoon:

Begeleidingskaart 1 Atlas College OSG West Friesland Leertechnische ondersteuning en begeleiding schooljaar 2018/2019

Wat is faalangst? Faalangst treedt op in situaties waar een taak moet worden volbracht Dit brengt spanning teweeg Men heeft angst voor:

Sg. De Rooi Pannen, afdeling VMBO Tilburg

Stress Less Project. Verbinding Onderwijs & Jeugdzorg

Woord vooraf 11. Deel 1. Wat is er aan de hand? 13. Inleiding 15. Wat als het spookt op school? 15. Hoofdstuk 1. Angst 17

Informatie over LWOO en Praktijkonderwijs

PESTPROTOCOL OBS DE DUIZENDPOOT

Succes is geen geluk, maar eenvoudigweg te leren.

Jaarverslag Interne Begeleiding Kindcentrum Claus

Heb jij een probleem of een vraag? Praat er over met je mentor! Of ga naar 1 van de leerlingbegeleiders.

INFOAVOND OVER FAALANGST MET ILSE DEWITTE

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE

Werken met veerkracht bij de Rabobank. BA&O, 22 oktober 2015

LEERLINGEN - VW3 - Beknopt (inclusief Vensters / Schoolklimaat en Veiligheid)

HOE WERKT FAALANGST? WAT IS FAALANGST?

LEERLINGEN - HA3 - Beknopt (inclusief Vensters / Schoolklimaat en Veiligheid)

Coachen bij faalangst

Doelgroep en toelatingscriteria Plusklassen Samenwerkingsverband Kop van Noord-Holland

FOLLOW YOUR SUN LESSENREEKS GROEP 7 & 8 SCHOOLJAAR 2018 / Missie: ieder kind straalt!

Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

2 Training of therapie/hulpverlening?

visie buitenlesactiviteiten havo - mavo havo-vwo ouderbetrokkenheid organisatie begeleiding toelating/aanmelding/plaatsing kennismaking/ introductie

Inschrijvingsbeleid Poort, school voor havo en mavo en

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Brochure voor scholen

MISSIE & VISIE. Missie

Uiteindelijk gaat het. Laat kinderen bewegen. bij de scholing van bewegen. niet om de motoriek als functie op zichzelf, maar om de bijdrage aan

Juni Inhoudsopgave

Leerlingbegeleiding. WARTBURG COLLEGE locatie Revius

Programma. Samenvatting. KL en TOP. KL en TOP. Exameninformatie schooljaar VOORBEREIDEND MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS

Hier is de nieuwsbrief van januari Lees deze informatie even goed door.

Leerlingbegeleiding. WARTBURG COLLEGE locatie Revius

Zorggids openbaar lyceum De Amersfoortse Berg

Zorg goed voor elkaar. Ondersteuning voor leerlingen op onze school

Nehalennia Breeweg trainingen 2015

Exameneisen NLP Practitioner

Zorg voor onze kinderen

Informatieavond ouders groep 8 27 januari 2016 Ondersteuningsbeleid Huygens College

Ontwikkelingsperspectief Opgesteld door: (naam en functie)

GYMNASIUM VWO HAVO MAVO HAAL HET BESTE UIT JEZELF BEGELEIDING EN ZORG

Vastgesteld op: Advies MR Looptijd: Schoolondersteuningsprofiel versie 1.2

ZORGPLAN AOC TERRA ASSEN

Omgangsafspraken met ongewenst gedrag

ZORGTEAM Schooljaar

Protocol doubleren en versnellen (def. versie 5/1/2015)

Rapportage Resultaten eindtoetsen 2017

LEERLINGEN - VW1 - Beknopt (inclusief Vensters / Schoolklimaat en Veiligheid)

BEOORDELEN CMK PLECHELMUSSCHOOL,... Totaal aantal vragen: 10

visie buitenlesactiviteiten fast lane vwo+ havo-vwo ouderbetrokkenheid organisatie begeleiding toelating/aanmelding/plaatsing

VRAGENLIJST VOOR LEERKRACHTEN basisschool groep 3 t/m 8

Procesbeschrijving ondersteuning op niveau 1,2,3 en 4. I : Algemeen

visie buitenlesactiviteiten havo/mavo havo/vwo ouderbetrokkenheid organisatie begeleiding toelating/aanmelding/plaatsing kennismaking/ introductie

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN

DE ZORG OP HET NIEUWE EEMLAND

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

Onderwerpen voor de nieuwsbrief over hoogbegaafdheid maart 2015 Wist u dat het Stella Maris College:

Hoe is uw gezinssamenstelling op dit moment? Vul eerst de gegevens van u en uw partner in en daarna de gegevens van uw kinderen, van oud naar jong.

Neem er even de tijd voor!

Transcriptie:

Handboek Faalangstreductie/Examenvreestraining 2016-2017

INHOUD 1. INLEIDING... 3 2. INFORMATIE FAALANGST... 3 3. SELECTIEPROCEDURE... 6 4. TRAINING... 7 5. ORGANISATIE... 7 Nb: daar waar "hij" staat kan ook "zij" gelezen worden. 2

1. INLEIDING Tegenvallende resultaten van leerlingen kunnen veel oorzaken hebben. Faalangst is daar een van. Er is sprake van faalangst, indien een leerling als gevolg van zenuwen duidelijk anders presteert dan op basis van de capaciteiten van hem/haar verwacht kan worden. Veeleerlingen zijn vlak voor het leveren van prestaties zenuwachtig. Zij kunnen echter tijdens het presteren zichzelf in bedwang houden en presteren dan enigszins volgens de verwachting. 2. INFORMATIE FAALANGST We onderscheiden twee soorten faalangst: Negatieve faalangst: Wanneer de prestaties steeds als het erop aankomt veel minder zijn dan verwacht, wordt dat negatieve faalangst genoemd. Een leerling met negatieve faalangst vult zijn gedachten voor en tijdens het presteren met negatieve zaken. Gedachten als dit kan ik nooit of gisteren ging het ook mis verdrijven de gedachten over wat de leerling wel moet doen. Het gevolg is dan dat de leerling minder alert wordt op zijn huidige taak en dus fouten gaat maken, Zijn angst bij de volgende prestaties wordt door de slechte prestaties weer verder vergroot. Positieve faalangst: Een leerling kan ook beduidend beter presteren dan verwacht wordt. Ook bij deze leerlingen is sprake veel negatieve gedachten voor het presteren. Echter tijdens het presteren kunnen zij er een schepje boven op doen. Bij hun negatieve gedachten komt toch nog een zeker percentage positieve gedachten. Positieve gedachten zijn gedachten die betrekking hebben op de huidige taak. Zij concentreren zich tijdens het werken boven hun kunnen. Een dergelijk combinatie van negatieve gedachten en positieve gedachten leidt tot zeer goede prestaties. Toch is positieve faalangst wel een probleem; voordat de prestaties geleverd worden, zijn gedachten nog voornamelijk negatief. De leerling met positieve faalangst uit op dezelfde manier als een leerling met negatieve faalangst zijn onzekerheid. Na het leveren van de prestaties verdwijnen de positieve gedachten weer. De leerling meldt dat het een verschrikkelijk slechte prestatie afgeleverd heeft. Soms is de leerling dan erg overstuur. Het cijfer blijkt dan echter onverwacht zeer hoog te zijn. 3

Gebrek aan zelfvertrouwen: Een leerling die vol zelfvertrouwen is, zal het falen als een incident beschouwen en zal de opmerkingen van zijn leerkracht en/of ouders op hun waarde schatten. Door regelmatig te falen en door voor de leerling vervelende reacties kan het zelfvertrouwen aangetast worden. Dit gebrek aan zelfvertrouwen wordt op een gegeven moment het leidende principe van faalangst. Een faalangst die, indien er niets gebeurt, steeds groter wordt. Faalangst kan zich beperken tot een vak, of tot een onderdeel van een vak. Door (per ongeluk) te falen bij andere taken of door verkeerde reacties van de omgeving kan de faalangst zich als een olievlek uitbreiden naar alle vakken. Is er op een gegeven moment faalangst ontstaan dan wordt het gebrek aan zelfvertrouwen de belangrijkste oorzaak van falen. Door het falen, krijgt de leerling weer allerlei negatieve reacties van zijn omgeving, die op hun beurt het zelfvertrouwen verder zullen aantasten. Zo ontstaat voor een leerling een neerwaartse spiraal van faalangst. We onderscheiden de volgende vormen van faalangst: Cognitieve faalangst of faalangst voor cognitieve taken: Cognitieve faalangst heeft te maken met het schoolse leren: het reproduceren van kennis, toepassen van vaardigheden en aantonen van samenhang. Als een leerling bang is ergens aan te beginnen uit angst voor een negatieve beoordeling van deze prestaties, spreken we van cognitieve faalangst. Deze beoordeling kan komen van een leerkracht en van de normen waardoor deze zich laat leiden. Maar ook de leerling zelf, ouders en klasgenoten kunnen hierbij een rol spelen. Sociale faalangst: Sociale faalangst komt voort uit de angst afgewezen of negatief beoordeeld te worden door groepen die belangrijk voor je zijn, bijvoorbeeld je klasgenoten. Een van die basisbehoeften van mensen in een groep is erbij willen horen. Voor jongeren geldt dat het vervullen van deze behoeften hen helpt hun identiteit te verwerven. Sociale vaardigheden zijn hierbij belangrijk. Motorische faalangst: Wanneer leerlingen angstig zijn fouten te maken bij het uitvoeren van fysieke handelingen, is er sprake van motorische faalangst. Deze angst kan optreden bij vakken als gym, tekenen en handvaardigheid. 4

Mengvormen: Cognitieve, motorische en sociale faalangst kunnen in combinatie met elkaar voorkomen. Een leerling die onverwacht voor de klas een beurt krijgt, kan geblokkeerd raken door alle ogen die hij op zich gericht weet. Het feit dat de leerling de geleerde woordjes niet kan vertalen, vormt het cognitieve aspect, de rol van het publiek van klasgenoten het sociale aspect. Om hiermee om te leren gaan, is het belangrijk om inzicht te krijgen in bovenstaande, zodat de leerling dit kan leren hanteren en bijvoorbeeld irreële gedachten om kan zetten in reële. Een training faalangstreductie of examenvrees kan dit proces ondersteunen. De faalangstreductietraining wordt gegeven aan leerlingen van klas 1, 2 en 3, de examenvreestraining aan leerlingen van klas 4, 5 en 6. Leerlingen moeten aangemeld worden (door de mentor) en gemotiveerd zijn een training te volgen. Het Vespucci College hecht grote waarde aan het opsporen van faalangst om teleurstellingen te voorkomen en neemt daarom standaard een test af in klas 1. Deze test (de Saqi test) wordt afgenomen door de mentoren en aangemaakt en verwerkt door de zorgcoördinator. De faalangsttrainer / examenvreestrainer maakt gebruikt van de gemaakte test. Mochten er individuele leerlingen uit andere leerjaren aangemeld worden gedurende het lopende schooljaar dan neemt de faalangsttrainer deze test af bij de aangemelde leerling. 5

3. SELECTIEPROCEDURE Faalangstreductietraining Leerlingen voor de faalangstreductietraining worden geselecteerd door middel van: de uitslagen van de zogenaamde Saqi test (School attitude questionaire internet), die bij alle brugklasleerlingen en nieuw ingestroomde leerlingen in leerjaar 2 en 3 worden afgenomen informatie van de toeleverende basisscholen informatie van de mentoren en vakleerkrachten informatie van de ouders informatie van de leerling zelf Examenvreestraining Leerlingen voor de examenvreestraining worden geselecteerd door middel van: informatie van de mentoren en vakleerkrachten informatie van de ouders informatie van de leerling zelf Aan de hand van de informatie die uit bovenstaande bronnen geleverd wordt, selecteert de zorgcoach de eventuele deelnemers. De mentor neemt dan contact op met ouder(s) / verzorger(s) en leerling om te achterhalen of deelname aan een training wenselijk is. De trainer heeft vervolgens een intake gesprek met ouder(s) / verzorger(s) en leerling. 6

4. TRAINING Faalangstreductietraining De training bestaat uit 5 à 6 lessen van 1 uur, waarvan de laatste één maand na afloop van de training wordt gegeven ter evaluatie. Gestart wordt rond het begin van periode 2. Examenvreestraining De training bestaat uit 5 à 6 lessen van 1 uur, waarvan de laatste één maand na afloop van de training wordt gegeven ter evaluatie. Gestart wordt in periode 3. 5. ORGANISATIE De zorgcoördinator informeert ouder(s) / verzorger(s) over het afnemen van de Saqi test middels de nieuwsbrief. Collega s worden geïnformeerd via het weekbericht. De zorgcoördinator maakt voor alle leerlingen een account aan en de mentor neemt de test af in een mentoruur. De zorgcoach zorgt dat de resultaten van de test bij de mentor terecht komen. De zorgcoach inventariseert wie er in aanmerking komt voor een training en vraagt de mentor contact op te nemen met ouder(s) / verzorger(s) van betreffende leerlingen. Ook heeft de mentor een gesprek met de leerling. De trainer heeft een intakegesprek met de leerling en met ouder(s) / verzorger(s). Na afloop van de training schrijft de trainer een kort verslag in de leerlingvolgsysteem en evalueert met de leerling, ouder(s) / verzorger(s) en zorgcoördinator. De zorgcördinator informeert de mentor. 7