Voorraadwaardering. Fabricagekosten: = = 25 => fabricage kostprijs

Vergelijkbare documenten
Bedrijfseconomie samenvatting H1 Les 1

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

d. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

Opgave 6.2. PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6. Opgave 6.1

Direct costing en break even analyse

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

UITWERKINGEN OPGAVEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

2. Bepaal de omvang van de rationele overcapaciteit en splits deze uit naar de gebruikelijke oorzaken.

Antwoorden hoofdstuk 14

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie

M&O VWO 2011/

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs

Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

2 Constante en variabele kosten

Cost & Managementaccounting. Vrijdag 24 juni uur

Let bij de correctie op doorwerkfouten! SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING VRIJDAG 24 JUNI

Examen PC 2 Accounting 1

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

2 Constante en variabele kosten

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Financieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR

Samenvatting M&O De Industrie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST EN MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 3 MAART UUR 13:45 UUR

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

Modulehandleiding Bedrijfseconomie 1.2. Collegejaar AC/adBE/BE/FSM Periode 2

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST- & MANAGEMENTACCOUNTING DONDERDAG 15 DECEMBER :00 11:00 UUR

Eerste avonturen met een budgetresultaat Verkenning aan de hand van opdracht 29 uit De Industrie (Stoffels)

winstverschil verschil constante kosten

VII.1.14 Standaardkostprijscalculatie

PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9

Dinsdag hebben we gewerkt aan de spontane casus van de Schoenenfabriek. Volgens afspraak tref je die hieronder 'rustig' uitgeschreven aan.

Kennisportfolio Hoofdfase blok 1. Vakken gedurende dit blok: - Management - Marketingcommunicatie - Marketing - Bedrijfseconomie - Engels - Recht

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten. dinsdag 14 juni 2016

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

Bedrijfseconomie. DC methode Omzet:... Variabele kosten...+ Dekkingsbijdrage... Constante kosten...-- Resultaat

De break-evenanalyse. De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten

Opmerkingen vooraf aan het examen: Tenzij anders gemeld, hoeft u geen rekening te houden met btw.

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

Antwoorden hoofdstuk 10

Hoofdstuk 3: Resultaten

Marketingmix. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting door Sabien 1939 woorden 15 juni keer beoordeeld

v6mo2p oefentoets vwo M&O 2e periode blad 1 van 5

Bedrijfsadministratie Opgave 1 Fabrieksboekhouding 25 punten

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

Vooraf lees de opdracht eerst heel rustig door. Analyseren is echt het halve werk. Want:

Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2

Financieel economisch management Examennummer: Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Lever origineel en kopie van het examenpapier in.

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 23 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

Vakken in de H1. Engels. Bedrijfseconomie. Management. Recht. Marketingcommunicatie. Marketing

5 Kosten en bedrijfsdrukte

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten.

6, Samenvatting door een scholier 2300 woorden 8 november keer beoordeeld. M&O eenmanszaak deel 2

Bedrijfseconomie. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN. Tweede druk

De normale afzet van Verhoeven, uitgedrukt in ton/km per jaar, is als volgt verdeeld:

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

Dit examen bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad en bestaat uit 3 opgaven met in totaal 18 vragen.

5. Hoe kunnen indirecte kosten doorberekent worden in de kostprijs van een product?

========================= OEF 1 =============================

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing

6,4. Samenvatting door M woorden 23 januari keer beoordeeld. Waarom is het belangrijk om een voorraad te hebben?

Transcriptie:

Les 1 2 methoden van kostprijsberekening I (AC) absorption costing => integrale methode, zowel variabele- als vaste kosten worden meegenomen C + V N W II (DC) Variabele kostprijsmethode => direct costing, alleen variabele kosten worden in de kostprijs opgenomen, de vaste kosten komen in èèn keer ten laste van het resultaat. Waarom kostprijzen? => winstberekening Voorraadwaardering Bezettingsresultaat = (W-N) x C N => dus alleen bij AC Transactieresultaat = afzet x (verkoopprijs kostprijs) Voorbeeld Np = Nv = 10.000st Wp = 9.000st Wv = 11.000st Kosten: Constant fabricagekosten 100.000 Constant verkoopkosten 50.000 Variabele fabricagekosten 135.000 Variabele verkoopkosten 110.000 Verkoopprijs 60 Gevraagd: Bereken de kostprijs volgens de AC methode C + V N W Fabricagekosten: 100.000 + 135.000 = 10 + 15= 25 => fabricage kostprijs 10.000 9.000 Verkoopkosten: 50.000 + 110.000 = 5 + 10 = 15 10.000 11.000 40 => commerciële kostprijs Gevraagd: Bereken de kostprijs volgens de DC methode Fabricagekosten: 135.000 = 15 9.000 Verkoopkosten: 110.000 = 10 11.000 25

Gevraagd: Bereken het verwachte periode resultaat volgens AC Verkoopresultaat: 11.000 x (60 -/- 40) = 220.000 Bezettingsresultaat fabr.: (9.000 10.000) x 100.000 10.000 -/- 10.000 Bezettingsresultaat verk.: (11.000 10.000) x 50.000 5.000 + 10.000 Verwacht periode resultaat 215.000 Gevraagd: Bereken het verwachte periode resultaat volgens DC Omzet: 11.000 x 60 = 660.000 Variabele kosten 11.000 x 25 = 275.000 -/- Totale dekkingsbijdrage(=contributiemarge) 385.000 Constante kosten fabricage 10.000 -/- Constante kosten verkoop 50.000 -/- Periode resultaat DC 235.000 Gevraagd: Bereken het verschil tussen het periode resultaat van de AC- en de DC methode. Winst AC 235.000 Winst DC 215.000 20.000 verschil Verklaring: het verschil zit in de constante fabricagekosten Productie: 9.000 stuks verschil 2.000 stuks die uit voorraad komen (dus in een Verkoop : 11.000 stuks andere periode geproduceerd In deze 2.000 stuks zit (100.000/10.000) = 10 aan constante fabricage kosten die in deze periode ten laste komen van het resultaat. Dus 2.000 stuks x 10 = 20.000 Productie groter dan de verkoop - Bij AC gaat een deel van de constante kosten naar het magazijn en een deel gaat in het resultaat. Stel als de productie te klein is t.o.v. de afzet gaat het magazijn leeg. - Bij DC zitten alle kosten in het resultaat

Begroot A.C.- methode KLASSIEK Opbrengst: afzet x verkoopprijs = Kosten: Variabel: Vast: + ------ Voorraadmutatie: (afzet-prod) x fabricage kp + ---- --- Bedrijfsresultaat.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-. GEANALYSEERD Opbrengst: afzet x verkoopprijs = Kostprijsverkoop: afzet x commerciële kp = - Verkoopresultaat - Bezettingsresultaat: - Productie:(b-n) x c/n (b=begrote productie) - afzet: (b-n) x c/n (b=begrote afzet) = - -- Bedrijfsresulaat

D.C.- methode Opbrengst: afzet x verkoopprijs = Variabele kn: afzet x var. kn per eenheid = - --- CM Vaste kosten: - ---- Bedrijfsresultaat... Denk erom hier geen voorraadmutatie in toepassen. De D.C. methode doen we alleen maar met begrote cijfers en niet met werkelijke cijfers. We maken hier ook geen onderscheid in klassiek en geanalyseerd. Als je het verschil tussen de winst bij A.C. en de winst bij D.C. moet verklaren dan kun je de volgende regel gebruiken: Voorraadmutatie x constante fabricagekosten per eenheid. De fabicagekostprijs en de commerciële kostprijs volgens de D.C. methode bestaan alleen uit variabele kosten.

BEC BEP BEP: 1. TO = TK of 2. q = C / (p-v) Bedrijf: productie van skelters, Constante kosten = 1.800 Variabele kosten = 200 per stuk Verkoopprijs = 500 1. TO = TK p x q = v x q + C dus : 500 x q = 200 x q + 1800 q = 6 2. p x q = v x q + C (p v) q = C q = C / (p v) dus : q = 1.800 / (500 200) q = 6 Bv: Productie van 10 skelters (berekening via DC) Omzet 10 x 500 = 5.000 Variabele kosten 10 x 200 = 2.000 Dekkingsbijdrage / Contribution Margin 3.000 Vaste kosten 1.800 Winst 1.200 BEP: q = C / (p v) q = 1800 / 300 = 6 n.b.: 300 = dekkingsbijdrage per product (Contribution Margin per product, ter gebruik voor vaste kosten en winst) BEA: 6 BEO: 6 x 500 = 3.000

Begrip Veiligheidsmarge (Begrote afzet BEA / Begrote afzet) x 100% = (10 6) / 10 = 40% Dwz: op je begrote afzet mag je 40% zakken en dan draai je nog break-even. of (Begrote omzet BEO / Begrote omzet) x 100% = (5.000 3.000) / 5.000 = 40% Berekening BEP bij 2 producten (met vaste verhouding in productie, dwz pakketjes ) Skelters: p = 500 Steppen: p = 200 v = 200 v = 100 C = 1.800 Productie = 1 : 3 Begroting via DC: Omzet 6 skelters = 6 x 500 = 3.000 18 steppen = 18 x 200 = 3.600 6.600 Variabele kosten skelters = 6 x 200 = 1.200 Variabele kosten steppen = 18 x 100 = 1.800 3.000 Dekkingsbijdrage / CM 3.600 Vaste kosten 1.800 Winst 1.800 Berekening BEP: (n.b.: verhouding productie 1 : 3) Skelters: (p v) = (500 200) x 1 = 300 Steppen: (p v) = (200 100) x 3 = 300 ----- 600 C = 1.800 (p v) = 600 Q = C / (p v) = 1.800 / 600 = 3 Dwz: 3 pakketjes Dus: 3 skelters en 9 steppen

Controle: Omzet: 3 skelters x 500 = 1.500 9 steppen x 200 = 1.800 BEO 3.300 Variabele kosten 3 x 200 = 600 9 x 100 = 900 ----- 1.500 1.800 Vaste kosten 1.800 Winst 0 Dus: Break-even