Waterlandstichting Van stedeling naar stadsboer Andrea Wagemans Het idee dat de gehele stad in potentie een boerderij is en elke stedeling in potentie een stadsboer, is de basis voor een toekomstbestendige, duurzame ontwikkeling van grote steden. Stadslandbouw is de oplossing voor wat architecte Carolyn Steel de urban paradox noemt: "The closer we cluster together, the further removed we get from our sources of sustenance". De trek naar de stad gaat door. In 2008 woonden er voor het eerst in de wereldgeschiedenis meer mensen in de stad dan op het platteland. De verwachting is dat in 2050 zelfs 70% van de wereldbevolking in steden leeft. Dat is slecht nieuws voor een voedselsysteem waarbij de stad nog steeds volledig afhankelijk is van het platteland. Het toenemend aantal stedelingen betekent dat steeds minder boeren voor steeds meer stedelingen voedsel produceren en dat is in de huidige situatie alleen mogelijk door landbouw en veeteelt verder te intensiveren. De stijgende vraag naar biologische, duurzame en diervriendelijke producten maakt echter dat intensivering geen haalbare optie is. De Monitor Duurzaam Voedsel constateert op basis van de cijfers over 2012 dat duurzaam voedsel een van de belangrijkste groeimarkten blijft en dat die groei bovendien stabiel is. De consumentenbestedingen aan duurzaam voedsel stegen in 2012 met 25,2%, terwijl bij de conventionele producten juist sprake was van een daling. Naar een nieuwe verhouding tussen stad en land Gelukkig is intensivering niet de enige optie. Als de traditionele verhouding tussen de consumerende stad en het producerend land niet meer werkt, kan de stad ook zelf bijdragen aan de voedselvoorziening. Dit ontwikkelt zich momenteel in de vorm van stadslandbouw. Een eerste stap is op een andere manier naar de stad te kijken dan we nu doen. Carolyn Steel stelt dat we moeten ophouden steden als losstaande entiteiten te zien en ze moeten erkennen als organische entiteiten, "inextricably bound to the natural ecosystem". Stad en land zijn sinds het ontstaan van steden met elkaar verbonden geweest. Die verbinding moet worden hervonden pagina 1 van 5 - www.waterlandstichting.nl
door de gehele stad als potentiële boerderij te beschouwen. Daarbij krijgt ook het begrip "boerderij" een nieuwe betekenis. Stadsboerderijen nemen allerlei innovatieve vormen aan, aangepast aan de situatie in de stad. In de stad krijg je te maken met beperkte beschikbare ruimte, dus moet je de hoogte in gaan. Ook is het moeilijker om afval te lozen, dus richten veel stadsboeren zich op de ontwikkeling van gesloten systemen. Zo groeit de populariteit van hydroponics en aquaponics, systemen waarbij geen grond maar water wordt gebruikt om de planten te voeden. De voeding komt in het water terecht doordat er een aquarium en een bak met bacteriën aan de kring wordt toegevoegd. De bacteriën zetten de vissenuitwerpselen om in voeding en het water neemt die voeding mee als het wordt rondgepompt. Deze toren van plastic bakken, water en vissen is een logische stap naar een efficiëntere voedselproductie binnen de stad, maar op het eerste gezicht niet herkenbaar als "tuin". Als je de stad als potentiële boerderij bekijkt, ontstaan plotseling overal mogelijkheden voor hernieuwd ruimtegebruik en duurzame voedselvoorziening. Een dak wordt een ideale locatie voor een groentekas, lege wanden worden pluktuinen, je raam wordt een saladebar, kantoorgebouwen worden groentefabrieken. Zo draagt stadslandbouw niet alleen bij aan voedselzekerheid, maar biedt het ook oplossingen voor veelvoorkomende stedelijke problemen, zoals gezondheidsproblemen, onwetendheid over je dagelijkse voeding, behoefte aan contact met de buren en beperkte beschikbare ruimte. Stadsboeren biedt mensen met een minimuminkomen de mogelijkheid om duurzaam, gezond en vers te eten. Onder hen is vaker sprake van obesitas en harten vaatziekten, omdat gezond eten te duur zou zijn. Op plazilla.com vertelt een Nederlandse vrouw hoe ze besloot met een moestuin aan de slag te gaan toen ze in de schuldsanering terecht kwam. Haar voornaamste reden was geldbesparing. Ook in het inmiddels failliete Detroit wordt stadslandbouw ingezet om de arme stedelingen gezond voedsel te bieden en in sloppenwijken over de hele wereld verbouwen mensen groenten en fruit om zichzelf ondanks hun benarde situatie te kunnen voeden. Ook biedt het een oplossing voor leegstand. Leegstand is slecht voor het vestigingsklimaat en de leefbaarheid in de stad. In 2012 was 16% van alle Nederlandse kantoorpanden niet in gebruik en dat aantal stijgt nog steeds. De provincie Utrecht heeft daarom een onderzoek ingesteld naar de mogelijkheden om in leegstaande panden groente en fruit te verbouwen. In Den Haag stelt de pagina 2 van 5 - www.waterlandstichting.nl
gemeente 3000 vierkante meter voormalige fabriekshal beschikbaar aan ondernemers die een voedselonderneming willen opzetten. Ondernemers uit het hele land kunnen een plan insturen en de beste ideeën worden vervolgens met ondersteuning van de gemeente gerealiseerd. Sla-plukwanden en champignonmuren in de supermarkt Stadslandbouw is volgens Farming the City: Food as a Tool for Today s Urbanisation dan ook de manier om steden op een duurzame, inclusieve manier te ontwikkelen. Het draagt bij aan sociale cohesie, leefbaarheid, het creëren van banen, een groter bewustzijn van de herkomst van voedsel, een beter milieu, een betere gezondheid en een betere infrastructuur. In theorie biedt het elke stedeling de mogelijk om eens stukje van zijn stad vorm te geven en het verbindt mensen: met elkaar, met de stad en met hun voedsel. Het is bovendien een heel inclusieve manier om de stad te ontwikkelen, omdat het niet is voorbehouden aan een bepaalde groep mensen of een bepaalde uitwerking vereist. De beweging van stadstuinders bestaat uit allerlei verschillende mensen, die allemaal op hun eigen manier invulling geven aan het begrip stadsboeren: bedrijfseconomen en studenten die samen een voormalig sportpark willen veranderen in een stadsboerderij, de jonge ondernemer Jelle met zijn vierkante meter moestuin, de techneuten van het op LED-licht gebaseerde PlantLab, allochtone vrouwen van de Groene Vaart in Amsterdam Nieuw-West en basisschoolkinderen die in hun schooltuintjes tomaten kweken. Daarmee is het anders dan andere DIY initiatieven die op dit moment in Nederland uit de grond schieten. Zoals Nico de Boer, Albertine van Diepen en Lucas Meijs op 17 augustus 2013 in Trouw schrijven, stellen de meeste burgerinitiatieven niet veel voor als het gaat om massa. Zo vallen initiatieven in de zorg in het niet vergeleken met de grote zorginstellingen en blijven broodfondsen en coöperatieve crèches qua aantallen ook ver achter op de conventionele manier van organiseren. Doe-Het-zelf blijft volgens hen vooralsnog voorbehouden aan Ons Soort Mensen: "goedopgeleide, redelijk welgestelde burgers die het goed met de wereld voor hebben maar toch in eerste instantie voor zichzelf zorgen. Hun kunstje wordt bewonderenswaardig gevonden, maar helaas: je kunt het niet herhalen of zorgen dat anderen het herhalen." Dat geldt in principe niet voor stadslandbouw, omdat iedereen er op zijn eigen manier aan mee kan doen. Zoals een stadsboerin uit het straatarme Detroit aan het programma Earthrise vertelt: "All I need is equipment. The rest is easy!" Ze heeft pagina 3 van 5 - www.waterlandstichting.nl
inmiddels 28 leegstaande kavels in haar straat omgetoverd tot moestuinen, is sinds kort de trotse eigenaresse van een feloranje tractor en hoopt binnenkort een drivethrough supermarkt te kunnen openen waar mensen zelf groente en fruit in haar tuintjes kunnen plukken. Er is echter wel een brede denkomslag nodig om stadsboeren uit het pioniersstadium te halen. De urban paradox overwinnen gaat over het overbruggen van zowel een fysieke als mentale afstand tussen de stad en het platteland. De bestaande stadslandbouwinitiatieven zijn vooral gericht op het verkleinen van de fysieke afstand. Zij verwachten dat de mentale afstand dan vanzelf volgt. Die logica gaat uit van een vergelijkbaar principe als bijvoorbeeld gemengde woonwijken. Fysieke nabijheid bleek ook daar echter geen garantie voor contact. Er is meer nodig. Farming the City heeft een veelomvattende, stedelijke transitie voor ogen en voedsel is de kern van die transitie: "Towards a socially, culturally and economically resilient society; a place where inclusive, locally-oriented modes of production are not only possible, but preferable". Er is echter een breed maatschappelijk draagvlak nodig om die transitie te realiseren: "Cultural change at this level is risky and much is at stake: raising awareness and discussing the issues is always a necessary first step". Daarom moeten zoveel mogelijk stedelingen bij de stadslandbouwbeweging betrokken worden. Zien boeren, doet boeren. Stadslandbouw kan bijvoorbeeld een centrale rol krijgen in lesprogramma s, populair leesvoer en supermarkten. Leerlingen bestuderen de planten in hun eigen tuin voor biologie en leren vervolgens de oogst te verwerken tijdens de verzorgingslessen. Of ze leren inventieve huiskamerboerderijen te maken bij techniek, zoals raamboerderijen of miniponic systemen. Libelle, Viva en Margriet publiceren inspirerende verhalen in de secties " culinair", "thuis" of "slim met geld". Woonkamerboerderijtjes worden opgenomen als woonidee in de Ikea- catalogus onder het mom van slim ruimtegebruik. YouTube handleidingen voor het maken van woonkamerboerderijtjes maken reeds gretig gebruik van de budgetvriendelijke Ikea spullen. Ook de supermarkt, een vast element in het dagelijks leven van elke stedeling, onderzoekt de mogelijkheden voor stedelijke productie door bijvoorbeeld sla-plukwanden, kruidentuintjes en champignonmuren te realiseren. De "versafdeling" krijgt zo een hele nieuwe betekenis. Een C1000 in Alphen aan de Rijn experimenteert reeds met het telen van groenten en fruit in een kas op het dak van de supermarkt. pagina 4 van 5 - www.waterlandstichting.nl
Conclusie Het lijkt bijna te mooi om waar te zijn. Een gevaar ontstaat als stadsboerderijen massale vormen gaan aannemen. De omslag naar een stedelijke samenleving waarin iedereen een deel van zijn eigen voedsel produceert, gaat uit van inzet van iedereen. De gewenste bijeffecten waar Farming the City over gaat, komen voort uit die betrokkenheid van stedelingen bij hun stad en hun voedsel. Stadslandbouw op zichzelf is geen panacee en het gaat niet puur om de productie van voedsel. Het gaat vooral over de manier waarop het gebeurt. Stadslandbouw gaat over de toekomstbestendige ontwikkeling van steden. Of het nu gaat om voedselzekerheid, gezond voedsel voor iedereen of effectief gebruik van leegstaande panden. Stadsboeren dragen vanuit hun appartementje of buurtmoestuin bij aan verbetering van de leefbaarheid in hun stad. Op YouTube vinden technisch onderlegde stadsboeren talloze instructievideo s voor het opzetten van kleinschalige woonkamerboerderijen, zoals raamboerderijen gemaakt van plastic flessen en hydroponic systemen waarbij vissen de planten voeden. Degenen die een wat traditionelere moestuin prefereren, planten een kruidentuintje in de keuken, een plukwand op het balkon of een makkelijke moestuin in een lege hoek van de woonkamer. Stadslandbouw is niet alleen noodzakelijk en uitvoerbaar, maar biedt ook mogelijkheden om stedelingen weer te verbinden met hun voedsel, met elkaar en met de stad. Over 10 jaar wonen er dan alleen nog maar stadsboeren in Amsterdam. pagina 5 van 5 - www.waterlandstichting.nl