ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2007

Vergelijkbare documenten
ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2005

ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2010

Jobstudenten zomer Sterke daling van de arbeidsongevallen dankzij sensibilisatieacties van Preventie en Interim

Sensibilisatiecampagne jobstudenten i.be

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector

Statistisch verslag Arbeidsongevallen Privésector

Ongevallen. Guy Linten preventieadviseur-coördinator Gemeenschappelijke preventiedienst

Evolutie van de ongevalsaangiften

VERANTWOORDELIJKHEID INLENER EN UITZENDBUREAU HENDRIK DE LANGE, DIRECTEUR PREVENTIE EN INTERIM

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN December 2012

Een arbeidsongeval: wat nu?

2.ARBEIDSONGEVALLEN VAN DE UITZENDKRACHTEN Resultaten van de jaarverslagen van de uitzendondernemingen 2001

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN

Arbeidsongevallen uitzendkrachten Hoofdstuk 2

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Acties bij (zeer) ernstige arbeidsongevallen

Bijlage bij nota Onderhoud : Tabellen

Ernstige Arbeidsongevallen

ARBEIDSONGEVALLEN BIJ JONGE WERKNEMERS MAI 2006

Acties bij (zeer) ernstige arbeidsongevallen - interimarbeid

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte

Statistieken inzake arbeidsongevallen bij jonge werknemers in Colloquium «Start veilig!»

Analyse van de arbeidsongevallen in de houtsector 2002

RAPPORTAGE INCIDENTENANALYSE PERIODE 2012 TOT EN MET 2015 Q2

Aantal ongevallen op de werkplek

Persbericht Preventie en Interim

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR

BIJLAGEN. Verdeling van de arbeidsongevallen volgens het soort werk - Uitzendkrachten Soort werk

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN 11/12/2007

VERKEERSONGEVALLEN ZWARE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2001 TOT 2003 MAART 2005

1. Aangiften : FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet:

ANALYSE VAN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE TEXTIELSECTOR IN 2005 April 2007

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Centrale Preventiedienst voor de Sector van de Uitzendarbeid vzw Havenlaan 86C bus BRUSSEL 02/ /

ARBEIDSONGEVALLEN VAN DE UITZENDKRACHTEN

Daling van het aantal ongevallen op de arbeidsplaats (-2 %) en op de arbeidsweg (-19 %) in 2011, ondanks een stijging van de werkgelegenheid (+2,4 %)

ANALYSE VAN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR

Circulaire ARBEIDSWEGONGEVAL

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Circulaire ARBEIDSONGEVALLEN

De arbeidsongevallen in het kader van de onderhoudswerkzaamheden 2008 en 2009 December 2010

ARBEIDSONGEVALLEN IN DE HOUTSECTOR 2004 Juni 2005

Definitie van een ernstig ongeval waarvan een ongevallenverslag moet opgesteld worden (Codex, Titel I, Hoofdstuk III, artikel 26)

VERSLAG INZAKE DE ARBEIDSONGEVALLEN VAN 2005 IN BELGIË

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE UITZENDSECTOR ( ) 28 oktober 2008

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Inhoud. 6. Studie en onderzoek Interne werking Arbeidsongevallen uitzendkrachten Vorming... 65

BESTRIJDING VAN ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN

ARBEIDSONGEVALLEN IN DE SECTOR VAN DE UITZENDARBEID 2004 Maart 2006

VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN MOBILITEIT EN ARBEIDSWEGONGEVALLEN BETREFFENDE DE ONDERNEMINGEN MET ZETEL IN HET BRUSSELSE GEWEST 2003 JUNI 2005

EVOLUTIE VAN DE ONGEVALLEN VAN 1996 TOT 2004 September 2006

activiteitenverslag 2009

activiteitenverslag 2010

Welke taken zijn voor het uitzendkantoor?

ARBEIDSONGEVALLEN UITZENDKRACHTEN 2008

Jobstudenten. 9 oktober 2017 MARIJKE BRUYNINCKX DIRECTEUR PI

De arbeidsongevallen in de bouwsector

DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE HOUTSECTOR IN 2008 ANALYSE VAN DE PROCESSEN VAN DE ERNSTIGE

Analyse Arbeidsongevallen: Periode

De eerste keer. met bescherming! Paspoort S a m e n v o o r v e i l i g h e i d

Uitzendkrachten en jobstudenten Preventie, bescherming en veiligheid. PREBES 7 juni 2016

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Aangifteprocedure voor arbeidsongevallen in de publieke sector (wet van )

DE VEILIGHEIDSGRADEN VAN DE GRAFISCHE SECTOR

Ernstige arbeidsongevallen

Arbeidsongevallen en blootstelling in de metaalsector

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

Jaarverslag 2012 Preventie & Interim

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN DE ARBEIDSONGEVALLEN IN DE ZEEVISSERIJ VAN 2006 TOT 2008

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Jobstudenten. 9 februari 2017 MARIJKE BRUYNINCKX DIRECTEUR PI

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigen verzekering

ONGEVALSANALYSE SECTOR ONDERWIJS

BIJLAGEN De arbeidsongevallen in de uitzendsector in 2011

Ongevalscijfers. Arbeidsongevallen

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

RAPPORTAGE KWARTAALOVERZICHT VEILIGHEIDSDASHBOARD 2016 T/M Q2 VERSIE 1.0,

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

FONDS DES ACCIDENTS DU TRAVAIL

Wat te doen bij een ARBEIDSONGEVAL?

Evolutie van de schadefrequentie in de BA motorrijtuigenverzekering

Verantwoordelijkheden Leidinggevenden. m.b.t Welzijn op het werk

RAPPORTAGE KWARTAALOVERZICHT VEILIGHEIDSDASHBOARD Q DEFINITIEVE VERSIE 1.0,

Transcriptie:

ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2007 Centrale Preventiedienst voor de Sector van de Uitzendarbeid Havenlaan 86C bus 302 1000 BRUSSEL 02/204.56.80 02/204.56.89 info@p-i.be www.p-i.be 1/17

INHOUDSOPGAVE 1 DE ACTIE JOBSTUDENTEN 2007...3 2 DE CIJFERGEGEVENS VAN DE ANALYSE...6 2.1 DE RESULTATEN VAN DE ANALYSE 2007...6 2.2 DE EVOLUTIE SINDS 1999...7 2.3 CIJFERGEGEVENS PER LEEFTIJDSCATEGORIE...8 2.3.1 Algemeen...8 2.3.2 Frequentie- en ernstgraad volgens leeftijd...9 2.4 ONGEVALLEN MET 10 DAGEN EN MEER ONGESCHIKTHEID...10 2.4.1 De belangrijkste oorzaken van arbeidsongevallen (afwijkende gebeurtenis, betrokken voorwerp)...10 2.4.2 Meer dan 10 dagen arbeidsongeschiktheid: verdeling per leeftijd...13 2.4.3 Activiteit van de onderneming NACE-code...14 2.4.4 Plaats van het letsel...15 2.5 SAMENVATTING...16 2/17

ANALYSE ARBEIDSONGEVALLEN JOBSTUDENTEN- UITZENDKRACHTEN VOOR DE MAANDEN JULI, AUGUSTUS, SEPTEMBER 2007 1 DE ACTIE JOBSTUDENTEN 2007 De actie jobstudenten 2007 werd tot stand gebracht in samenwerking met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Prevent en de Christelijke Mutualiteit. Samengevat 150 000 veiligheidspaspoorten verspreid via de uitzendkantoren, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de scholen 7000 affiches om de wedstrijd aan te kondigen wedstrijd "test je kennis over veiligheid" met 2 spelletjes op onze website www.p-i.be, "Memo" en Rad van fortuin uitgebreide databank over studentenarbeid en veiligheid te raadplegen op cdrom of www.p-i.be e-learning "snijmachine" op cd-rom en www.p-i.be een statistische analyse van de arbeidsongevallen 1. Het veiligheidspaspoort en een affiche om de wedstrijd bekend te maken Inhoud: Checklist uitzendkantoren Checklist inleners Het correcte gebruik van snijmachines, cutters Het gebruik van transpalletten (16+) Beeldschermwerk Verboden werkzaamheden Signalisatie Advies over PBM Aankondiging van de wedstrijd 3/17

2. De wedstrijd "Test je kennis over veiligheid" op www.p-i.be - Wie kon deelnemen? Alle jobstudenten-uitzendkrachten en jonge werknemers - Wanneer? Van juni tot september 2007 - Wat? 2 spelletjes: "Memo" en " Rad van fortuin" - Wat was er te winnen? GSM's met de nieuwste snufjes, digitale fototoestellen, MP3- spelers, bioscooptickets - Verspreiding? De wedstrijd werd bekendgemaakt via radiospots op TOP Radio en FUN Radio, via vermelding in het infomagazine van de Christelijke Mutualiteit. Balans: Meer dan 10.000 jongeren namen deel, dat is 2 maal meer dan in 2006, goed voor + 10% van het totale aantal jobstudenten! 300 jongeren wonnen elk 2 bioscooptickets en 24 deelnemers wonnen één van de 3 hoofdprijzen: een GSM, MP3-speler of digitaal fototoestel. Evolutie van het aantal deelnemers aan de wedstrijd sedert 2005: 12000 10 963 10000 8000 6000 6288 4000 2000 0 2257 2005 2006 2007 3. Databank De databank werd geactualiseerd en ter beschikking gesteld op www.p-i.be 4/17

Ze bevat o.a. informatie voor jobstudenten over loon, fiscale regelgeving, RSZ, werkpostfiches, veiligheidssignalisatie Ook de DVD "First Mission" en de wedstrijd zijn erin opgenomen. 4. E-learningopleiding "Gebruik van snijmachines" In 2006 kwam het contact met "vaste machines en werkmiddelen" het vaakst (30%) voor als oorzaak van arbeidsongevallen en 24% van de ongevallen viel voor bij het gebruik van machines om voorwerpen te snijden (17 ongevallen met een snijmachine!). In de e-learningopleiding "Snijmachine" wordt uitgelegd hoe een dergelijke machine op een veilige manier kan worden gebruikt. 5. Een analyse van arbeidsongevallen met jobstudenten-uitzendkrachten (juli tot september 2007) op basis van de gegevens die werden verstrekt door de uitzendondernemingen. 5/17

2 DE CIJFERGEGEVENS VAN DE ANALYSE 2.1 De resultaten van de analyse 2007 145.854 jobstudentencontracten of ± 125.000 jobstudenten (= schatting) in de mate dat een jobstudent voor verschillende uitzendbureaus werkte 14.416.834 gepresteerde uren 996 arbeidsongevallen waarvan 273 met meer dan 5 dagen arbeidsongeschiktheid 4.685 dagen arbeidsongeschiktheid de gemiddelde duur van de ongeschiktheid, voor de ongevallen met meer dan een dag arbeidsongeschiktheid, bedraagt 7,95 dagen 1 jobstudent op 125 heeft een arbeidsongeval gehad en 1 jobstudent op 458 had meer dan 5 dagen arbeidsongeschiktheid de frequentiegraad is 40,86 en de ernstgraad 0.32 2006 2007 Frequentiegraad 37,10 40,86 Ernstgraad 0,37 0,32 Aantal jobstudentencontracten 144.397 145.854 Aantal gepresteerde uren 12.830.674 14.416.834 Aantal gepresteerde uren per jobstudentencontract 88,86 98,84 Arbeidsongevallen (AO) zonder werkverlet 349 407 AO met een arbeidsongeschiktheid van 1 tot 5 dagen 253 316 AO met een arbeidsongeschiktheid van meer dan 5 dagen 223 273 Totaal aantal arbeidsongevallen 825 996 Totaal aantal dagen arbeidsongeschiktheid 4.780 4.685 Jobstudenten op 100 slachtoffer van AO 0,58 0,69 Aantal dagen arbeidsongeschiktheid per AO 10,04 7,95 Ter herinnering: Tabel 1: Resultaten van de analyse 2007 De frequentiegraad (Fg) is het aantal arbeidsongevallen x 1.000.000, gedeeld door het totaal aantal uren blootstelling aan het risico. Indien de Fg = 100, betekent dit dat: 1 op de 55 studenten die een volle vakantiemaand werken heeft een ongeval De ernstgraad (Eg) is het aantal dagen arbeidsongeschiktheid x 1.000, gedeeld door het aantal uren blootstelling aan het risico. Indien de Eg = 1, betekent dit dat: 1,5 uur werkverlet voor elke student die gedurende een volle vakantiemaand werkt 6/17

2.2 De evolutie sinds 1999 80 70 60 50 40 30 20 10 0 71,7 60,9 53,2 46,7 45,9 45,3 41,9 37,1 40,9 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Figuur 1: Frequentiegraad van 1999 tot en met 2007 0,7 0,62 0,6 0,5 0,4 0,51 0,43 0,44 0,40 0,38 0,32 0,37 0,32 0,3 0,2 0,1 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Figuur 2: Ernstgraad van 1999 tot en met 2007 12 10 8 9,91 8,35 8,11 9,43 8,70 8,30 7,64 10,04 7,95 6 4 2 0 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 Figuur 3: Aantal dagen arbeidsongeschiktheid per ongeval van 1999 tot en met 2007 7/17

Onderstaande tabel 2 vergelijkt de arbeidsongevallencijfers van de jobstudentenuitzendkrachten voor de periode 1999 tot en met 2007. Deze basisgegevens stellen quasi de totale uitzendmarkt voor. In de voorlaatste kolom wordt het procentuele verschil vermeld tussen 2006 en 2007. Er wordt vastgesteld dat de frequentiegraad steeg met 10,1% en dat de ernstgraad daalde met 13,5%. Het aantal dagen arbeidsongeschiktheid per ongeval daalt met 20,8%. In de laatste kolom wordt het procentuele verschil vermeld tussen 1999 en 2007. 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2007/2006 2007/1999 Frequentiegraad 71,7 60,9 53,2 46,7 45,9 45,3 41,9 37,1 40,86 + 10,1-43,0 Ernstgraad 0,62 0,51 0,43 0,44 0,40 0,38 0,32 0,37 0,32-13,5-48,4 Dagen arbeidsongeschiktheid per ongeval 9,91 8,35 8,11 9,43 8,70 8,30 7,64 10,04 7,95-20,8-19,8 Tabel 2: Vergelijking 1999/2007 arbeidsongevallen jobstudenten-uitzendkrachten 2.3 Cijfergegevens per leeftijdscategorie 2.3.1 Algemeen Bij de groep "18-20 jaar" daalt het aantal gepresteerde uren met 15,9% tegenover 2006, maar deze categorie staat nog altijd bovenaan, met 40% van het totale aantal gepresteerde uren. De categorie "minder dan 18 jaar" presteerde daarentegen 21% uren meer dan in 2006. De stijging van het aantal gepresteerde uren kan worden verklaard door de tendens waarbij jongeren steeds vroeger aan de slag willen om zelf geld te verdienen. Ook in de categorie "21 jaar en meer" stijgt het aantal gepresteerde uren tegenover 2006, namelijk met 10,5%. Die stijging is te wijten aan de voorkeur van de inlenende bedrijven om met oudere jobstudenten te werken. 100% 80% 33,3% 36,8% 60% 40% 47,7% 40,1% >=21 18-20 <18 20% 0% 19,1% 23,1% 2006 2007 Figuur 4: Verdeling van de jobstudenten volgens leeftijd 8/17

2.3.2 Frequentie- en ernstgraad volgens leeftijd Onderstaande figuren (fig. 5 en 6) geven de evolutie weer van de frequentie en de ernstgraad van de ongevallen voor de periode 1999 2007 volgens leeftijd. De algemene tendens die wordt waargenomen sinds 1999 is de sterke daling van de frequentiegraad. In 2007 stijgt de frequentie van de ongevallen algemeen in de categorie "16 tot 20 jaar". Bij de categorie "jonger dan 18" is er een lichte stijging (+6%) van de frequentiegraad. In de categorie "18-20 jaar" neemt dit cijfer daarentegen veel sterker toe (+36%). Enkel voor de groep "21 jaar en ouder" is er een daling van 5%. De ernstgraad kent een globale daling, met -2% voor de categorie "minder dan 18 jaar" en maar liefst -42% voor "21 jaar en meer", MAAR stijgt wel met 10% bij de groep "18-20 jaar". 140 120 100 80 60 40 20 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 0 <18 18-20 >=21 Figuur 5: Evolutie van de frequentiegraad van 1999 tot en met 2007 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 0,0 <18 18-20 >=21 Figuur 6: Evolutie van de ernstgraad van 1999 tot en met 2007 9/17

2.4 Ongevallen met 10 dagen en meer ongeschiktheid 2.4.1 De belangrijkste oorzaken van arbeidsongevallen (afwijkende gebeurtenis, betrokken voorwerp) Omschrijving afwijkende gebeurtenis (vorm van het ongeval) 20. Afwijkende gebeurtenis door overlopen, kantelen, lekken, leeglopen 30. Glijden, vallen, instorten, breken van het betrokken voorwerp 40. Verlies van controle over vervoer- of transportmiddel, handgereedschap, voorwerp 50. Vallen van personen 60. Bewegen van het lichaam zonder fysieke belasting (doorgaans leidend tot uitwendig letsel) 70. Bewegen van het lichaam met of zonder fysieke belasting (doorgaans leidend tot inwendig letsel) 99. Overige afwijkende gebeurtenissen, niet in deze lijst vermeld Totaal % Omschrijving betrokken voorwerp 01. Gebouwen, constructies, oppervlakken - gelijkvloers 02. Gebouwen, constructies, oppervlakken - bovengronds 03. Gebouwen, constructies, oppervlakken ondergronds (binnen of buiten) 06. Handgereedschap niet gemotoriseerd 07. Met de hand bediend gereedschap - mechanisch 10. Machines en uitrusting - vast gemonteerd 11. Systemen voor intern en continutransport en opslag 12. Voertuigen voor transport over land 14. Materialen, objecten, producten, onderdelen van machines 15. Chemische stoffen, explosieven, radioactieve stoffen, biologische stoffen 5 7 2 14 12,3 4 1 5 4,3 1 1 0,9 3 3 6 5,3 2 1 3 2,6 18 1 4 1 24 21,0 2 4 5 3 14 12,3 2 1 3 2,6 3 6 12 8 9 38 33,3 1 1 0,9 17. Kantooruitrusting 1 1 2 1,8 19. Bulkafval 1 1 0,9 20. Fysische verschijnselen en natuurlijke elementen 2 2 1,8 Totaal 4 9 42 13 30 15 1 114 100 % 3,5 7,9 36,8 11,4 26,3 13,2 0,9 100 Tabel 3: Afwijkende gebeurtenis en betrokken voorwerp bij de ernstige ongevallen in 2007 10/17

De analyse is gebaseerd op 114 aangiftes van ongevallen met een arbeidsongeschiktheid van meer dan 10 dagen, die ons werden bezorgd door verschillende uitzendbureaus. Het is belangrijk te vermelden dat deze analyse geen rekening houdt met ongevallen met permanente arbeidsongeschiktheid (aangezien hiervan het percentage niet bekend is) en ook niet met het dodelijk ongeval overkomen aan een 18-jarige die, terwijl hij (zonder toezicht) reinigingswerken uitvoerde aan een silo, in een installatie viel die zich onderaan de silo bevond. Vaststellingen: Voor 114 arbeidsongevallen met een arbeidsongeschiktheid van tenminste 10 dagen zijn er in het totaal 2410 dagen afwezigheid. Wat het betrokken voorwerp betreft, stellen we vast dat contact met "Materialen, objecten, producten, onderdelen van machines" het vaakst voorkomt (33%). In vergelijking met 2006 stijgt het aantal ongevallen met dit type betrokken voorwerp (nu 33%, tegenover 21,4% in 2006 en 17% in 2005). Daarop volgen de ongevallen die gebeurden bij het gebruik van "vaste machines en werktuigen" met 21% (waarvan 17 ongevallen met een snijmachine). Op de derde plaats staan met 12,3% de arbeidsongevallen bij het vervoeren en stockeren van goederen, dat is een ex aequo met ongevallen in bovengrondse gebouwen, constructies en oppervlakken. Wat de afwijkende gebeurtenis bij het ongeval betreft, komen de meeste ongevallen voor bij het verlies van controle over het voorwerp (36,8% tegenover 25,7% in 2006, een stijging dus van 11%) en bewegen van het lichaam zonder fysieke belasting (26,3%, dat is een daling van 12,3% tegenover 2006). In tegenstelling tot de evolutie in 2006 stijgt het aantal vallen van personen dit jaar met 7% (11,4% in 2007 tegenover 4,3% in 2006). 11/17

Aard letsel Omschrijving betrokken voorwerp 010. Wonden en oppervlakkige letsels 011. Oppervlakkige letsels (kneuzingen, hematomen, schaafwonden, blaren, ) 012. Open wonden (scheurwonden,snijwonden, ) 013. Vleeswonden met verlies van weefsel 020-021 - 022. Fractuur 030-031 - 032. Ontwrichtingen, verstuikingen, verrekkingen 050. Schuddingen en inwendige letsels 060. Verbrandigen, brandplekken (door kokende vloeistof) en bevriezing 120. Multiple letsels Totaal % 01. Gebouwen, constructies, oppervlakken - gelijkvloers 02. Gebouwen, constructies, oppervlakken - bovengronds 03. Gebouwen, constructies, oppervlakken ondergronds (binnen of buiten) 06. Handgereedschap niet Gemotoriseerd 07. Met de hand bediend gereedschap - mechanisch 10. Machines en uitrusting - vast gemonteerd 11. Systemen voor intern en continutransport en opslag 12. Voertuigen voor transport over land 14. Materialen, objecten, producten, onderdelen van machines 15. Chemische stoffen, explosieven, radioactieve stoffen, biologische stoffen 3 3 3 5 14 12,3 2 1 1 1 5 4,3 1 1 0,9 1 1 3 1 6 5,3 1 1 1 3 2,6 3 2 14 1 2 2 24 21,0 3 5 4 1 1 14 12,3 1 1 1 3 2,6 3 9 5 1 9 10 1 38 33,3 1 1 0,9 17. Kantooruitrusting 1 1 2 1,8 19. Bulkafval 1 1 0,9 20. Fysische verschijnselen en natuurlijke elementen 1 1 2 1,8 Totaal 8 23 28 2 24 25 1 2 1 114 100 % 7,0 20,2 24,5 1,8 21,0 21,9 0,9 1,8 0,9 100 Tabel 4: Aard van het letsel en het betrokken voorwerp, vaakst voorkomend in 2007 Bovenstaande tabel toont aan dat 24,5% van de ongevallen met meer dan 10 dagen arbeidsongeschiktheid een open wonde veroorzaken. In deze categorie komen vooral snijwonden voor, veroorzaakt door het gebruik van snijmachines. Met dit soort machines gebeuren 60% van de arbeidsongevallen (17 van de 28 ongevallen met snijwonden vielen voor bij het gebruik van een snijmachine). 12/17

Daarop volgen de ontwrichtingen, verstuikingen, verrekkingen met 21,9%. Dit type letsels komt onder andere voor bij het verhandelen van voorwerpen, dozen, pallets of bij een val op de begane grond. Op de derde plaats staan de fracturen (21%), die onder andere worden opgelopen bij het verhandelen van materialen of voorwerpen. Opmerking: uit de analyse van de gegevens die werden aangeleverd door de uitzendbureaus is gebleken dat de uitzendconsulenten niet altijd de juiste code hanteren bij het aangeven van de afwijkende gebeurtenis of het betrokken voorwerp (bv.: bij een ongeval met een snijmachine is de code voor het betrokken voorwerp 10.12 en niet 07.02) of ze geven enkel de algemene code op (bv.: code 10.00 - machines vast gemonteerde uitrusting ). Soms wordt ook de Nace-code niet opgegeven. Deze code kan gemakkelijk worden opgezocht via de website van de Kruispuntbank voor ondernemingen (http://kbo-bceps.mineco.fgov.be). Deze code wordt ook vermeld op de Dimona-aangifte. Om de taak van de consulenten te vergemakkelijken bij het kiezen van de juiste code voor het opstellen van de ongevallenaangifte, zal de handleiding "Arbeidsongeval in de uitzendsector" worden bijgewerkt en op vraag worden verdeeld aan de uitzendconsulenten. Deze handleiding is ook digitaal beschikbaar op de website van PI www.p-i.be (zoekterm: handleiding arbeidsongevallenaangifte). 2.4.2 Meer dan 10 dagen arbeidsongeschiktheid: verdeling per leeftijd Op basis van de onderstaande grafiek stellen we vast dat de categorie "18-20 jaar", die 40,1% van het totale aantal gepresteerde uren vertegenwoordigt (zie 2.3.1), het hoogste aantal dagen arbeidsongeschiktheid telt (52,9%). Ten opzichte van 2006 neemt de ernstgraad van de ongevallen bij deze categorie toe met 9%. Daarop volgt de categorie "jonger dan 18", met 25,1% van de arbeidsongeschiktheid van meer dan 10 dagen voor 23,1% van de blootstellingsuren. Bij de groep jongeren van "21 jaar en ouder" ligt de ernst van de arbeidsongevallen het laagst: 22% van de ongeschiktheid van meer dan 10 dagen, voor 36,8% van de blootstellingsuren. 100% 80% 22,0% 60% 40% 52,9% >=21 18-20 <18 20% 0% 25,1% 2007 Figuur 7: Ongeschiktheid van meer dan 10 dagen, per leeftijd 13/17

2.4.3 Activiteit van de onderneming NACE-code 30% 25% 20% 15% Ongevallen WO >10 dagen 10% 5% 0% Voeding Andere industriën Metaalbewerking Productie: varia Handel in personenwagens Groothandel Kleinhandel Vrachtbehandeling en opslag Post Industriële schoonmaak Figuur 8: Verdeling ernstige ongevallen volgens de activiteitssector Deze resultaten geven aan dat het hoogste aantal ongevallen voorvalt in de sectoren "groothandel" (25,8%), "kleinhandel" (20,2%) en "voeding" (11%). Wat de duur van de arbeidsongeschiktheid betreft, staan dezelfde sectoren bovenaan: "groothandel" (18,3%) en "kleinhandel" (11,8%). Uit deze cijfers blijkt ook dat in sommige sectoren minder arbeidsongevallen voorkomen, maar met een hogere ernstgraad: in de metaalbewerking bijvoorbeeld gebeuren er relatief minder ongevallen (9%), maar de ernstgraad ligt een stuk hoger (13,5%), waarmee deze sector op de tweede plaats staat wat de duur van de arbeidsongeschiktheid betreft. Bij de postactiviteiten ligt de arbeidsongeschiktheidduur ook hoog (11,8%): 5 arbeidsongevallen waarvan 4 met een bestelwagen of een fiets (val) en 2 fracturen. 14/17

2.4.4 Plaats van het letsel 3,6% 2,6% 5,3% 9,6% 56% 17,5% Figuur 9: plaats van het letsel en duur van de ongeschiktheid in procent Plaats van het letsel Aantal ongevallen % 10. Hoofd, niet nader gespecificeerd 1 0,9 12. Aangezicht 2 1,8 13. Oog/ogen 1 0,9 30. Rug, inclusief ruggengraat en rugwervels 1 0,9 39. Rug, andere hierboven niet genoemde delen 1 0,9 41. Borstkas, ribben met gewrichten en 2 1,8 schouderbladen 51. Schouder en schoudergewrichten 3 2,6 52. Arm, inclusief elleboog 6 5,3 53. Hand 10 8,7 54. Vinger(s) 46 40,3 55. Pols 8 7,0 62. Been, inclusief knie 11 9,6 63. Enkel 9 7,9 64. Voet 7 6,1 65. Teen (tenen) 4 3,5 68. Onderste ledematen, diverse plaatsen gewond 78. Diverse plaatsen van het lichaam gewond 1 0,9 1 0,9 TOTAL 114 100 Tabel 5: Verdeling van het aantal ernstige ongevallen volgens de plaats van het letsel 15/17

Vingers! In aantal maken letsels aan de vingers een beetje minder dan de helft van alle arbeidsongevallen uit (40,3%). Bij dit cijfer moeten we de 9% ongevallen optellen met letsels aan de handen en 7% ongevallen met een letsel aan de pols. Vrij veel van deze arbeidsongevallen komen voor bij het gebruik van snijmachines (snijwonden) of bij het verhandelen van voorwerpen en pallets (gekneld geraken, verbrijzeling). Voeten! In aantal zorgen ze voor 17,5% (letsels aan enkels inbegrepen) van alle ongevallen. Deze categorie ongevallen wordt vooral veroorzaakt door het gebruik van een gemotoriseerd transportvoertuig (voet raakt gekneld) of door een val op de begane grond. 2.5 Samenvatting Na analyse van de enquêteresultaten kunnen we de volgende vaststellingen naar voren schuiven: 1 student op 125 raakt gewond op het werk en 1 student op 458 is in 2007 meer dan 5 dagen arbeidsongeschikt. Ten opzichte van 2006 stijgt de frequentiegraad met 10% en daalt de ernstgraad met 13,5%. Ten opzichte van 1999 daalt de frequentiegraad met bijna 40%, de ernstgraad daalt met 50%. De leeftijdscategorie "18-20 jaar" presteerde het grootste aantal uren (40,1%). De frequentie van de ongevallen stijgt bij de jongeren van 16 tot 20 jaar. Enkel bij de leeftijdscategorie "21 jaar en ouder" daalt de frequentie lichtjes (-5%). De ernstgraad daalt bij alle categorieën, behalve bij de groep "18-20 jaar" (toename van 10%). De ongevallen met 10 dagen arbeidsongeschiktheid komen vooral voor bij het contact met voorwerpen of onderdelen van machines, alsook bij het gebruik van snijmachines, met als letsel snijwonden aan de vingers. Heel wat ongevallen worden veroorzaakt door het foutief verhandelen en verplaatsen van voorwerpen en materialen (controleverlies of bewegingen van het lichaam zonder fysieke belasting). De categorie "18-20 jaar" heeft relatief gezien het meeste ongevallen met meer dan 10 dagen arbeidsongeschiktheid (52,9%). De 2 sectoren die het meest met arbeidsongevallen worden geconfronteerd zijn de groothandel (25,8%) en de kleinhandel (20,2%). De vaakst getroffen lichaamsdelen zijn de vingers (40%) en de voeten (17,5%). De resultaten 2007 vragen onze bijzondere aandacht, vooral omdat enkel de jongste studenten meer ongevallen hadden. Het dodelijk ongeval van een 18 jarige student vraagt zeker onze aandacht: hij viel in een silo terwijl hij zonder begeleiding aan het schoonmaken was. Een dodelijk arbeidsongeval van een student laat zware sporen na bij alle betrokkenen, ook al heeft het bedrijf of het uitzendbureau geen aanwijsbare fout begaan. Opnieuw stellen we vast dat het zeer belangrijk is dat een student steeds onder toezicht staat van 16/17

een ervaren werknemer. Zelfs al zijn de uit te voeren taken niet gevaarlijk, toch blijft het bedrijf of de werklocatie een plaats met onbekende of onverwachte risico s. Uit deze conclusies kunnen volgende lessen voor de toekomst getrokken worden: - In 2007 is de ernst van de arbeidsongevallen gedaald maar het aantal ongevallen is gestegen! Het is dus belangrijk ten aanzien van jonge werknemers blijven werk te maken van sensibiliseringsacties rond de risico's op de werkvloer. - Jongeren tussen 16 en 20 jaar worden het vaakst het slachtoffer van een arbeidsongeval. Daarom moeten inleners en uitzendbureaus nog meer gesensibiliseerd worden om deze jongste groep zo weinig mogelijk in te schakelen voor risicovolle taken of taken die op zich weinig risico inhouden maar die worden uitgevoerd in een gevaarlijke werkomgeving! Dat geldt zeker voor alle werknemers jonger dan 18, een categorie waarvan het aantal gepresteerde uren dit jaar heel sterk is toegenomen (+20%). Er mag niet vergeten worden dat het hier gaat om studenten die soms té jong zijn of die nog niet over voldoende maturiteit beschikken. Daarom is het beter voor risicohoudende taken een beroep te doen op jonger vanaf 21 jaar, gezien deze statistisch gezien minder arbeidsongevallen hebben. Het is veel veiliger een jobstudent-uitzendkracht van 21 jaar of ouder aan het werk te zetten, want die heeft 2,5 maal minder ongevallen dan iemand die jonger is dan 21, en heeft hij toch een ongeval, dan is het 3 maal minder ernstig. Het is ook van het grootste belang nooit een jobstudent zonder toezicht te laten werken, ongeacht de uit te voeren taak, en hem gedurende de hele opdracht te laten begeleiden door een ervaren werknemer. - Al jaren werd aangetoond dat het gebruik van snijmachines gevaarlijk is. Er blijven veel ongevallen gebeuren met dit soort machines, ondanks de acties die PI heeft ondernomen in de campagne voor jobstudenten in 2007 (elearningopleiding rond het veilig gebruik van een snijmachine, informatie in jobstudentenpaspoort). Daarom is het aangewezen en noodzakelijk dat de inlener en/of het uitzendbureau eist van de kandidaat-jobstudent die met een snijmachine zal moeten werken, dat hij/zij de e-learningopleiding heeft gevolgd en met succes de bijhorende test aflegde. Op die manier kan de jonge werknemer bewust worden gemaakt van de instructies en specifieke veiligheidsvoorschriften voor snijmachines. Bovendien is het raadzaam een "peter" te voorzien, die de jobstudent gedurende de hele opdracht begeleidt (zeker ook bij het reinigen van de machine, aangezien bij die taak de meeste ongevallen voorvallen) om hem /haar een veilige manier van werken aan te leren. - Om ongevallen te vermijden bij het verkeerd verhandelen en vastnemen van goederen en voorwerpen is het aan te raden jobstudenten-uitzendkrachten bewust te maken van een juiste houding om bij het uitvoeren van deze taken ongevallen te vermijden. Met deze vaststellingen voor ogen zal PI zijn actie verzetten ten behoeve van studenten-uitzendkrachten, met specifieke aandacht voor de verschillende taken die hen worden toevertrouwd. 17/17