BESTRIJDING VAN ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESTRIJDING VAN ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN"

Transcriptie

1 BESTRIJDING VAN ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN In 2003 werd de welzijnswet uitgebreid met een nieuw hoofdstuk met als titel Maatregelen om de herhaling van ernstige arbeidsongevallen te voorkomen. Hiermee werd een nieuw begrip ingevoerd, namelijk deskundige inzake het onderzoek van ernstige arbeidsongevallen. Dit hoofdstuk trad in werking op 1 januari Begin 2004 lanceerde de toenmalige staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en welzijn op het werk het FARAO-plan of het Federaal Actieplan voor de Reductie van Arbeidsongevallen. Een van de krachtlijnen uit dit plan is dat alle ernstige arbeidsongevallen deskundig moeten onderzocht worden. Dit dient in eerste instantie te gebeuren door de bevoegde preventiedienst. In deze tekst overlopen wij de voornaamste bepalingen inzake de bestrijding van ernstige arbeidsongevallen. 1. Wat is een ernstig arbeidsongeval? Definitie van een ernstig arbeidsongeval volgens artikel 94bis 1 van de Welzijnswet: Een ongeval dat zich op de arbeidsplaat s zelf voordoet en dat wegens zijn ernst een grondig specifiek onderzoek vereist met het oog op het treffen van preventiemaatregelen die herhaling ervan moet en vermijden. Deze definitie wordt verder geconcretiseerd in art van het KB welzijnsbeleid. Als een ernstig arbeidsongeval wordt beschouwd: 1 een arbeidsongeval dat aanleiding heeft gegeven tot de dood (*); 2 een arbeidsongeval waarvan het gebeuren in direct verband staat : met een gebeurtenis die afwijkt van de normale uitvoering van het werk en die voorkomt op de lijst opgenomen als bijlage I OF met het voorwerp dat bij het ongeval betrokken is en dat voorkomt op de lijst opgenomen als bijlage II dat aanleiding heeft gegeven tot: EN a) hetzij een blijvend letsel (*); b) hetzij een tijdelijk letsel dat voorkomt op de lijst opgenomen als bijlage III. Pg. 1/8

2 2. Wat te doen bij een ernstig arbeidsongeval? Na elk ernstig arbeidsongeval draagt de werkgever van het slachtoffer er zorg voor dat het ongeval onmiddellijk door zijn bevoegde preventiedienst onderzocht wordt en bezorgt hij binnen de 10 (kalender)dagen volgend op het ongeval een omstandig verslag aan de met het toezicht op het welzijn op het werk belaste ambtenaren. Om dit mogelijk te maken dient de werkgever van het slachtoffer zijn bevoegde dienst voor preventie en bescherming op het werk op de hoogte te brengen van ELK ernstige arbeidsongeval. Hij dient er voor te zorgen dat deze dienst: - het ongeval onmiddellijk onderzoekt; - de oorzaken van het ongeval vaststelt; - preventiemaatregelen voorstelt om herhaling ervan te voorkomen; - hen een verslag bezorgt (de inhoud van dit verslag ligt wettelijk vast). Belangrijk: voor ondernemingen zonder preventieadviseur met aanvullende vorming veiligheid niveau 1 of 2 dient dit onderzoek te gebeuren door de externe preventiedienst, in uw geval is dit PROVIKMO. Om te kunnen overgaan tot dit onderzoek is het daarom noodzakelijk om PROVIKMO onmiddellijk in te lichten bij elk ernstig arbeidsongeval. Daarnaast dienen bepaalde (zeer) ernstige arbeidsongevallen onmiddellijk door de werkgever van het slachtoffer aangegeven te worden bij de met het toezicht op het welzijn op het werk belaste ambtenaren. Deze ernstige arbeidsongevallen zijn in de definitie op blz. 1 aangeduid met (*). Deze kennisgeving gebeurt aan de hand van een technologisch geschikt middel met vermelding van: - naam en adres van de werkgever van het slachtoffer; - naam van het slachtoffer; - datum en plaats van het ongeval; - vermoedelijke gevolgen van het ongeval; - korte omschrijving van de omstandigheden. 3. Wat verstaat men onder een omstandig verslag? Een omstandig verslag bestaat uit 2 delen. Luik A: op te maken door de bevoegde preventiedienst. Het bestaat uit volgende 8 punten: 1. de identificatie van de slachtoffers en hun werkgevers; 2. de gedetailleerde beschrijving van de plaats van het ongeval; 3. de gedetailleerde omschrijving van de omstandigheden van het ongeval, inclusief beeldmateriaal; Pg. 2/8

3 4. de vastgestelde primaire, secundaire, tertiaire en eventuele verdere oorzaken. In deze wordt verstaan onder: a) primaire oorzaken: de materiële feiten die het ongeval mogelijk hebben gemaakt, inzonderheid een ontbrekend of niet correct gebruikt collectief of persoonlijk beschermingsmiddel, een ontbrekende of kortgesloten beveiliging van een machine; b) secundaire oorzaken: oorzaken van organisatorische aard, waardoor de primaire oorzaken zijn ontstaan, inzonderheid een niet uitgevoerde risico-evaluatie, een ontbrekende instructie, een gebrekkig toezicht op de naleving van instructies, een niet correct functionerende interne dienst voor preventie en bescherming op het werk; c) tertiaire oorzaken: materiële of organisatorische oorzaken die zich bij derden situeren, inzonderheid een ontwerp- of fabricagefout aan een van buitenaf betrokken machine, een niet correct advies geformuleerd door een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk of door een externe dienst voor technische controles op de arbeidsplaats; 5. aanbevelingen om herhaling van het ongeval te vermijden; 6. de identificatie van de in het eerste lid bedoelde personen en van de diensten voor preventie en bescherming op het werk die hebben bijgedragen tot de totstandkoming van het verslag; 7. de identificatie van de personen die het verslag hebben opgesteld; 8. de identificatie van de personen aan wie een afschrift van het verslag is toegezonden. Luik B: aan te vullen door de werkgever met volgende elementen: 1. de inhoud van hun respectievelijke beslissing in verband met de maatregelen die elkeen zal treffen om herhaling van het ongeval te vermijden, geselecteerd op grond van de aanbevelingen geformuleerd door de dienst of de diensten voor preventie en bescherming op het werk en desgevallend, van het advies van de respectievelijke Comités, of, na overleg met de respectievelijke diensten en desgevallend, Comités, de alternatieve maatregelen die ten minste hetzelfde resultaat garanderen; 2. een actieplan, bevattende de termijnen binnen dewelke de maatregelen toegepast zullen zijn en de verantwoording van deze termijnen; 3. het advies van de respectievelijke Comités over de oorzaken die aan de basis liggen van het ernstig arbeidsongeval en over de maatregelen die zijn voorgesteld om herhaling ervan te vermijden. Beide delen vormen samen het omstandig verslag. Het wordt door de werkgever eigenhandig ondertekend en vervolgens aan de met het toezicht op het welzijn op het werk belaste ambtenaar bezorgd op papier of via een technologisch geschikt middel. Dit dient te gebeuren binnen de 10 (kalender)dagen. Pg. 3/8

4 4. Wat is een voorlopig verslag? Indien het omwille van materiële feiten niet mogelijk is om binnen de 10 dagen een omstandig verslag te bezorgen aan de met het toezicht belaste ambtenaar, dan kan binnen dezelfde termijn en op dezelfde wijze een voorlopig verslag bezorgd worden. Een voorlopig verslag bestaat uit volgende punten: 1. de identificatie van de slachtoffers en hun werkgevers; 2. de gedetailleerde beschrijving van de plaats van het ongeval; 3. een eerste omschrijving van de omstandigheden van het ongeval; 4. de vastgestelde primaire oorzaken; 5. een gedetailleerd overzicht van de nog uit te voeren onderzoekingen met vermelding van de materiële feiten waardoor geen omstandig verslag kan worden bezorgd; 6. de bevindingen van de afvaardiging van het Comité die zich na het ernstig arbeidsongeval onmiddellijk ter plaatse heeft begeven; 7. de adviezen van de respectievelijke Comités die reeds zouden zijn vastgelegd in goedgekeurde notulen op het ogenblik van het bezorgen van het voorlopig verslag aan de ambtenaar. De bevoegde ambtenaar stelt dan een termijn vast binnen dewelke de ontbrekende elementen moeten worden bezorgd. 5. Wat dient er te gebeuren als er op een arbeidsplaats meer dan één werkgever betrokken is? De vorige bepalingen gelden als het gaat over één werkgever. In de meer complexe gevallen zoals het werken met ondernemingen van buitenaf of met uitzendkrachten of bij tijdelijke en mobiele bouwplaatsen dienen de bij het ongeval betrokken werkgevers, gebruikers, uitzendbureaus, bouwdirecties belast met de uitvoering, aannemers, onderaannemers en zelfstandigen samen te werken om er voor te zorgen dat: - het ernstig arbeidsongeval door één of meer bevoegde preventiediensten onderzocht wordt; - deze personen en de met het toezicht belaste ambtenaren binnen de 10 dagen een omstandig verslag ontvangen. De praktische afspraken in verband met: - deze samenwerking; - de bevoegde preventiediensten die de mogelijke ernstige arbeidsongevallen zullen onderzoeken; - de regeling van de eventuele kosten die deze onderzoeken zullen meebrengen Pg. 4/8

5 moeten worden opgenomen in specifieke bedingen opgenomen in de overeenkomst tussen: - de opdrachtgever en de onderneming van buitenaf of de zelfstandige op initiatief van de werkgever in wiens inrichting werknemers van ondernemingen van buitenaf of zelfstandigen werken komen uitvoeren; - de gebruiker en het uitzendbureau op initiatief van deze laatste; - de bouwdirectie belast met de uitvoering, de aannemer of de onderaannemer met de (onder)aannemers of zelfstandigen op initiatief van de opsteller van de overeenkomst. De bovenvermelde initiatiefnemers dienen er voor te zorgen dat in de overeenkomsten voorafgaand aan de werken de afspraken inzake het onderzoek van ernstige arbeidsongevallen worden vastgelegd. Deze samenwerking moet ertoe leiden dat bij een ernstig arbeidsongeval in principe één omstandig verslag wordt opgesteld. 6. In welke gevallen kan Toezicht Welzijn op het Werk een deskundige aanduiden? De bevoegde ambtenaren van Toezicht op het Welzijn op het Werk kunnen in geval van afwezigheid van een omstandig of voorlopig verslag binnen de 10 dagen een deskundige aanstellen. Zij kunnen eveneens een deskundige aanstellen in de volgende gevallen: - indien zij beschikken over aanwijzingen betreffende een gebrekkige samenwerking tussen de betrokken werkgevers en/of personen; - in complexe omstandigheden (een of meer oorzaken of gevolgen van het ernstig arbeidsongeval situeren zich buiten de normale arbeidsverhoudingen); - in geval van bijzonder ernstige arbeidsongevallen; - bij onwettige toestanden waarin een preventiedienst ontbreekt. 7. Hoe zit het met de samenwerking met diegenen die een ernstig arbeidsongeval komen onderzoeken? Teneinde toe te laten dat de preventieadviseur van de bevoegde preventiedienst het ernstig arbeidsongeval onderzoekt of de deskundige zijn opdracht vervult, dienen de werkgever of de betrokken personen in de meer complexe gevallen, samen te werken met de preventieadviseur of de deskundige. De werkgever of de betrokken personen in de meer complexe gevallen werken eveneens samen met de Comités voor preventie en bescherming op het werk van de andere bij het ernstig arbeidsongeval betrokken werkgevers. In het geval van onderzoek van een ernstig arbeidsongeval door een deskundige is deze laatste ertoe gehouden bij zijn bezoek contact op te nemen met het hoofd van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk van de werkgever of van de betrokken personen in de meer complexe gevallen. Pg. 5/8

6 8. Welke maatregelen dient de werkgever te nemen om de onmiddellijke herhaling van ernstige arbeidsongevallen te voorkomen? Teneinde een onmiddellijke herhaling van een zelfde of een gelijkaardig ernstig arbeidsongeval te voorkomen, dienen er volgens de Welzijnswet bewarende maatregelen genomen te worden. Dit zijn preventiemaatregelen die worden voorgesteld door de bevoegde preventiedienst die het ongeval heeft onderzocht of ten minste evenwaardige maatregelen. Ofwel is dit, indien dergelijke maatregelen nog niet zijn voorgesteld, elke voor de hand liggende maatregel die één of meerdere rechtstreekse oorzaken van eenzelfde of gelijkaardig ongeval kan wegnemen. Deze bewarende maatregelen worden genomen door of onder het toezicht van: - de werkgever die een beroep doet op ondernemingen van buitenaf; - de gebruiker bij werkzaamheden uitgevoerd door uitzendkrachten; - de bouwdirectie belast met de uitvoering bij werkzaamheden op tijdelijke en mobiele werkplaatsen; - de werkgever van het slachtoffer in de andere gevallen. 9. Wat met de niet ernstige arbeidsongevallen? De reglementering inzake het onderzoek van ernstige arbeidsongevallen vervangt geenszins de reeds bestaande opdracht van de (intern) preventieadviseur in verband met het onderzoeken van arbeidsongevallen en incidenten die zich op de arbeidsplaats hebben voorgedaan. Daarnaast blijft verder de verplichting bestaan dat voor ondernemingen zonder preventieadviseur met aanvullende vorming veiligheid niveau 1 of 2 de externe preventiedienst onderzoeken dient te verrichten van arbeidsongevallen op de arbeidsplaats vanaf vier dagen arbeidsongeschiktheid. De niet ernstige arbeidsongevallen komen net als vroeger verder aan bod tijdens het periodiek bedrijfsbezoek dat PROVIKMO bij u uitvoert. Uiteraard gaat het onderzoek van ernstige arbeidsongevallen door de afdeling risicobeheersing van PROVIKMO verder dan het onderzoek van ongevallen tijdens het periodiek bedrijfsbezoek, en dat zowel inzake de grondigheid van het onderzoek en bijhorende verslaggeving als in de termijn van afhandeling. 10. Synthese Bij elk ernstig arbeidsongeval is het van belang de afdeling risicobeheersing van PROVIKMO zo snel mogelijk op de hoogte te brengen wanneer uw onderneming niet beschikt over een preventieadviseur met aanvullende vorming veiligheid niveau 1 of 2, teneinde ons in de mogelijkheid te stellen het arbeidsongeval direct te onderzoeken en luik A van het omstandig verslag op te maken. Vervolgens dient u te zorgen voor het aanvullen van dit verslag (luik B) en, na ondertekening, voor het versturen van het volledige verslag en dat binnen de 10 kalenderdagen na het ongeval. Het op de hoogte brengen van PROVIKMO kan gebeuren per telefoon, faxbericht of (info@provikmo.be). Om de opdracht inzake het onderzoek van ernstige arbeidsongevallen te kunnen uitvoeren, beschikt elk regionaal kantoor van PROVIKMO over de nodige mankracht met aanvullende vorming veiligheid niveau 1. Door ons op tijd in te schakelen kunt u voorkomen dat een deskundige inzake het onderzoek van ernstige arbeidsongevallen in uw onderneming zal moeten langskomen. Ook ondernemingen met een preventieadviseur niveau 1 of 2 kunnen bijstand bekomen bij het onderzoek van ernstige arbeidsongevallen. Die mogelijkheid moet dan wel opgenomen worden in het identificatiedocument van de interne preventiedienst. Pg. 6/8

7 Bijlage I: Lijst van de afwijkende gebeurtenissen De afwijkende gebeurtenissen zijn gedefinieerd en gecodeerd overeenkomstig het Europees registratiesysteem voor oorzaken en omstandigheden van arbeidsongevallen in Europa (zie ook tabel A van de bijlage IV van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk): - afwijkende gebeurtenis als gevolg van een elektrische storing, explosie, brand (codes 10 tot 19); - afwijkende gebeurtenis door overlopen, kantelen, lekken, leeglopen, verdampen, vrijkomen (codes 20 tot 29); - breken, barsten, glijden, vallen, instorten van het betrokken voorwerp (codes 30 tot 39); - verlies van controle over een machine, vervoer- of transportmiddel, handgereedschap, voorwerp (codes 40 tot 44); - vallen van personen van hoogte (code 51); - gegrepen of meegesleept worden door een voorwerp of de vaart daarvan (code 63). Bijlage II: Lijst van de betrokken voorwerpen De betrokken voorwerpen zijn gedefinieerd en gecodeerd overeenkomstig het Europees registratiesysteem voor oorzaken en omstandigheden van arbeidsongevallen in Europa (zie ook tabel B van de bijlage IV van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk): - steigers of bovengrondse constructies (codes tot 02.99); - graafwerken, sleuven, putten, onderaardse gangen, tunnels of ondergrondse wateromgeving bedoeld door de codes 03.01, en 03.03; - installaties (codes tot 04.99); - machines of toestellen (codes tot 05.99, tot en tot 10.99); - systemen voor gesloten of open transport en opslag (codes tot 11.99, en 14.11); - voertuigen voor transport over land (codes tot 12.99); - chemische stoffen, explosieven, radioactieve stoffen, biologische stoffen (codes tot 15.99, en 19.03); - veiligheidssystemen en veiligheidsuitrusting (codes tot 16.99); - wapens (code 17.05); - dieren, micro-organismen, virussen (codes 18.03, en 18.05). Pg. 7/8

8 Bijlage III: Lijst van letsels De letsels zijn gedefinieerd en gecodeerd overeenkomstig het Europees registratiesysteem voor oorzaken en omstandigheden van arbeidsongevallen in Europa en aangevuld met Belgische codes, aangeduid met * na de code (zie ook tabel E van de bijlage IV van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, zoals gewijzigd met ingang op 1 januari 2006): - vleeswonden met verlies van weefsel die aanleiding geven tot een meerdaagse arbeidsongeschiktheid (code 013*); - botbreuken (codes 020 tot 029); - traumatische amputaties (verlies van ledematen (code 040); - afzettingen (code 041*); - schuddingen en inwendige letsels die in afwezigheid van behandeling levensbedreigend kunnen zijn (code 053*); - schadelijke effecten van elektriciteit die aanleiding geven tot meerdaagse arbeidsongeschiktheid (code 054*); - brandwonden die aanleiding geven tot meerdaagse arbeidsongeschiktheid of chemische of inwendige verbrandingen of bevriezingen (codes 060 tot 069); - acute vergiftigingen (codes 071 en 079); - verstikkingen en verdrinkingen (codes 081 tot 089); - effecten van straling (niet thermische) die aanleiding geven tot meerdaagse arbeidsongeschiktheid (code 102). Provikmo 2014, Provikmo geeft u deze informatie op vrijwillige basis. Daarbij streven wij er steeds naar om dit op een zeer zorgvuldige manier te doen. Gelet op deze middelenverbintenis, kan op basis van deze informatie nooit de aansprakelijkheid van Provikmo vzw ingeroepen worden. Pg. 8/8

Koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico s op het werk (B.S. 28.4.2014)

Koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico s op het werk (B.S. 28.4.2014) Koninklijk besluit van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico s op het werk (B.S. 28.4.2014) Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Artikel 1.- Dit besluit is van toepassing

Nadere informatie

PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR HET COMITE VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK

PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR HET COMITE VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR HET COMITE VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK Sociale verkiezingen 2008 FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG Het Hoofdbestuur van de FOD

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen (B.S. 28.9. 1993)

Koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen (B.S. 28.9. 1993) Koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen (B.S. 28.9. 1993) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten (B.S. 28.12.

Koninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten (B.S. 28.12. Koninklijk besluit van 15 december 2010 tot vaststelling van maatregelen betreffende het welzijn op het werk van uitzendkrachten (B.S. 28.12.2010) Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Artikel

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (B.S. 31.3.1998)

Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (B.S. 31.3.1998) Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (B.S. 31.3.1998) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 20 februari 2002 tot wijziging

Nadere informatie

Welzijn op het werk Een beschrijving van de taken en competenties van elke beroepsbeoefenaar ongeacht beroep of sector

Welzijn op het werk Een beschrijving van de taken en competenties van elke beroepsbeoefenaar ongeacht beroep of sector Brussel, oktober 2004 Welzijn op het werk Een beschrijving van de taken en competenties van elke beroepsbeoefenaar ongeacht beroep of sector De infobank over beroepenstructuren en beroepsprofielen kan

Nadere informatie

www.abvv.be Werk & privacy

www.abvv.be Werk & privacy www.abvv.be Werk & privacy Mag je werkgever ALLES over je weten? Werk & privacy Mag je werkgever ALLES over je weten? -5- Inhoudstafel Voorwoord. 1. Arbeidsgeneeskunde en privacy.................................................................................................................................................................................

Nadere informatie

De preventie van psychosociale risico s op het werk

De preventie van psychosociale risico s op het werk De preventie van psychosociale risico s op het werk Lieve Ponnet (Adviseur-generaal) Evy Hilderson (attaché jurist) Afdeling normen welzijn op het werk Algemene directie humanisering van de arbeid FOD

Nadere informatie

Wie is wie? De expertise-artsen en hun opdracht

Wie is wie? De expertise-artsen en hun opdracht Wie is wie? De expertise-artsen en hun opdracht Mag de arbeidsgeneesheer informatie opvragen bij mijn huisarts? Wat als ik niet akkoord ga met de beslissing van de arbeidsgeneesheer? Kan de controlearts

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 12 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 12 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 12 BIS VAN 26 FEBRUARI 1979 TOT AANPASSING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 12 VAN 28 JUNI 1973 BETREFFENDE HET TOEKENNEN VAN EEN GEWAARBORGD MAANDLOON AAN

Nadere informatie

NOTA A-PUNT - ADDENDUM het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

NOTA A-PUNT - ADDENDUM het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 april 2010 (28.04) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0211 (COD) 8869/10 ADD 1 AGRILEG 44 VETER 15 ENV 233 RECH 138 CODEC 348 NOTA A-PUNT - ADDENDUM van: het

Nadere informatie

Een preventief alcohol- en drugsbeleid 1. in het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap

Een preventief alcohol- en drugsbeleid 1. in het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Een preventief alcohol- en drugsbeleid 1 in het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 1 Het beleid heeft betrekking op alle middelen ( o.a. (il)legale drugs en medicatie) die een gedragsverandering

Nadere informatie

10 APRIL 1990. - Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid

10 APRIL 1990. - Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid 10 APRIL 1990. - Wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied. Artikel 1. 1. In de zin van deze wet wordt als bewakingsonderneming beschouwd, elke rechtspersoon

Nadere informatie

Typeprocedure 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Typeprocedure 1. ALGEMENE BEPALINGEN Typeprocedure Toe te passen procedure voor elke werknemer die meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk, op te nemen in het arbeidsreglement 1. ALGEMENE

Nadere informatie

7. HS kan in geen enkel geval aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van laattijdigheid en/of afwezigheid van haar uitzendkrachten.

7. HS kan in geen enkel geval aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van laattijdigheid en/of afwezigheid van haar uitzendkrachten. Algemene voorwaarden Human Supports nv 1. Deze algemene voorwaarden zijn opgesteld volgens de van kracht zijnde wetgeving, met name de Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid

Nadere informatie

Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4

Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4 Strafbepalingen Wet Welzijn en Codex Sociaal Strafwetboek 1/4 Sociaal Strafwetboek Toepassing op Wet en Codex Welzijn op het werk Strafbepalingen uit de Wet Welzijn van 1996 De artikelen 81 t.e.m. 94 zijn

Nadere informatie

KONINKRIJK VAN BELGIE BELGISCH NATIONAAL PROFIEL VOOR VEILIGHEID EN GEZONDHEID OP HET WERK. Versie 2015 02 20

KONINKRIJK VAN BELGIE BELGISCH NATIONAAL PROFIEL VOOR VEILIGHEID EN GEZONDHEID OP HET WERK. Versie 2015 02 20 KONINKRIJK VAN BELGIE BELGISCH NATIONAAL PROFIEL VOOR VEILIGHEID EN GEZONDHEID OP HET WERK Versie 2015 02 20 1 Inhoud Afkortingen... 5 Voorwoord... 8 A. Nationaal regelgevingskader: wet- en regelgeving...

Nadere informatie

EEN PREVENTIEF ALCOHOL- EN DRUGSBELEID IN DE ONDERNEMING

EEN PREVENTIEF ALCOHOL- EN DRUGSBELEID IN DE ONDERNEMING EEN PREVENTIEF ALCOHOL- EN DRUGSBELEID IN DE ONDERNEMING In overleg werken aan preventie Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 100 Blijde Inkomstlaan, 17-21 - 1040 Brussel Tel: 02 233 88 11 - Fax: 02 233

Nadere informatie

PLATFORM "RETURN TO WORK" AAN HET WERK HOU- DEN EN HERINSCHAKELEN VAN ARBEIDSONGESCHIKTE WERKNEMERS SOCIALEZEKERHEIDSREGELGEVING

PLATFORM RETURN TO WORK AAN HET WERK HOU- DEN EN HERINSCHAKELEN VAN ARBEIDSONGESCHIKTE WERKNEMERS SOCIALEZEKERHEIDSREGELGEVING PLATFORM "RETURN TO WORK" AAN HET WERK HOU- DEN EN HERINSCHAKELEN VAN ARBEIDSONGESCHIKTE WERKNEMERS SOCIALEZEKERHEIDSREGELGEVING Bijgewerkt tot 1 februari 2015 INHOUDSOPGAVE ---------------------------

Nadere informatie

Leerlingenstage in het voltijds secundair onderwijs April 2014

Leerlingenstage in het voltijds secundair onderwijs April 2014 Leerlingenstage in het voltijds secundair onderwijs April 2014 Pedagogische begeleidingsdienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Inhoudsopgave 1. Kader 4 1.1. Werkplekleren, stage en extra-murosactiviteiten

Nadere informatie

Het gebruik van röngenstralen in de tandheelkunde

Het gebruik van röngenstralen in de tandheelkunde Het gebruik van röngenstralen in de tandheelkunde 1 2 Inhoud Woord vooraf Verantwoording van de te doorlopen stappen 1 De regelgeving en haar achtergronden 7 9 11 1.1 De regelgeving in internationale context:

Nadere informatie

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap

Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap Verordening (EEG) nr. 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap Publicatieblad Nr. L 257 van 19/10/1968 blz. 0002-0012 Bijzondere uitgave

Nadere informatie

Gebruik van gevaarlijke agentia

Gebruik van gevaarlijke agentia Information card 010 Gebruik van gevaarlijke agentia De evolutie van de Europese reglementering in verband met chemicaliën brengt een reeks wijzigingen met zich mee die rechtstreeks betrekking hebben op

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (B.S. 14.7.2005)

Koninklijk besluit van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (B.S. 14.7.2005) Koninklijk besluit van 13 juni 2005 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen (B.S. 14.7.2005) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 16 januari 2006 betreffende de bescherming van

Nadere informatie

Eerbiediging van het privéleven op het werk. www.aclvb.be

Eerbiediging van het privéleven op het werk. www.aclvb.be Eerbiediging van het privéleven op het werk www.aclvb.be V.U.: Jan Vercamst, Koning Albertlaan 95, 9000 Gent Inhoud Inleiding basisbeginselen...6 I Bescherming van persoonsgegevens...7 1. Begrip persoonsgegevens...7

Nadere informatie

De nieuwe reglementering roken op het werk. vragen en antwoorden 13over roken op het werk

De nieuwe reglementering roken op het werk. vragen en antwoorden 13over roken op het werk De nieuwe reglementering roken op het werk vragen en antwoorden 13over roken op het werk De nieuwe reglementering roken op het werk 13vragen en antwoorden over roken op het werk 1De vroegere reglementering

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden All Exeptional

Algemene Voorwaarden All Exeptional Algemene Voorwaarden All Exeptional Het voorliggende document maakt de algemene voorwaarden van de BVBA All Exeptional uit, en is onlosmakelijk verbonden aan eender welke overeenkomst die door de BVBA

Nadere informatie

Werken op hoogte Ir. Christl BOLLE Adviseur AD Humanisering van de arbeid Afdeling Promotie van de arbeid Directie van de Modelwerkplaats

Werken op hoogte Ir. Christl BOLLE Adviseur AD Humanisering van de arbeid Afdeling Promotie van de arbeid Directie van de Modelwerkplaats Werken op hoogte Ir. Christl BOLLE Adviseur AD Humanisering van de arbeid Afdeling Promotie van de arbeid Directie van de Modelwerkplaats 03/10/2012 1 Inhoud 1. Overzicht wetgeving 2. Werken van op ladders

Nadere informatie

1 We Care 4 U B.V. - Algemene Leveringsvoorwaarden Voor het ter beschikking stellen van uitzendkrachten.

1 We Care 4 U B.V. - Algemene Leveringsvoorwaarden Voor het ter beschikking stellen van uitzendkrachten. Deze voorwaarden zijn grotendeels gebaseerd op de algemene voorwaarden voor het ter beschikking stellen van uitzendkrachten van de Algemene Bond voor Uitzendondernemingen (ABU), zoals deze zijn gedeponeerd

Nadere informatie

De huurwet. de editie - MAART 2013

De huurwet. de editie - MAART 2013 De huurwet 14 de editie - MAART 2013 o Voorwoord Vele burgers huren een woning. Met de eigenaar van de woning wordt dan een huurovereenkomst gesloten. In die overeenkomst staan de rechten en plichten van

Nadere informatie