BNP Paribas L1 SICAV. JAARVERSLAG per 31/12/2014. R.C.S Luxembourg B 32 327



Vergelijkbare documenten
BNP PARIBAS L1 SICAV. HALFJAARVERSLAG per 30/06/2014. R.C.S Luxembourg B

BNP Paribas L1 SICAV. JAARVERSLAG per 31/12/2013. R.C.S Luxembourg B

PARVEST SICAV. Verslag over de periode. van 01/03/2014 tot en met 31/12/2014. De vermogensbeheerder voor een wereld in verandering

De vermogensbeheerder voor een wereld in verandering PARVEST SICAV HALFJAARVERSLAG. op 31/08/2014. R.C.S. Luxembourg B

de ICBE/het Fonds: de BEVEK naar Luxemburgs recht, genaamd BNP PARIBAS L1. Dit Fonds wordt beheerd door BNP PARIBAS INVESTMENT PARTNERS LUXEMBOURG.

BNP Paribas L1 SICAV. JAARVERSLAG per 31/12/2016. R.C.S Luxembourg B

BNP Paribas Fund IV -BNP Paribas Rente Gigant Garantie Fonds II

BNP Paribas L1 Equity USA Small Cap afgekort tot BNPP L1 Equity USA Small Cap

NN First Class Balanced Return Fund

BNP PARIBAS B FUND II

BNP Paribas Garantie Fondsen besloten fondsen voor gemene rekening

Oktober Macro & Markten. 1. Rente en conjunctuur :

QE in de eurozone: bezit van de zaak, einde van het vermaak?

I. Algemene voorwaarden van de grensoverschrijdende fusie

TreeTop Portfolio SICAV

PARVEST SICAV. JAARVERSLAG per 28/02/2013. R.C.S. Luxembourg B

Welkom bij het webinar over de beleggingsresultaten van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI in het derde kwartaal van 2015

BNP Paribas COMFORT FCP

BNP Paribas L1 Bond World Emerging Corporate afgekort tot BNPP L1 Bond World Emerging Corporate

OPROEPING. 27 april 2018 om uur

TG Fund Management B.V. Amsterdam

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

TREETOP PORTFOLIO SICAV

Hoe (slecht) gaat het met de conjunctuur? Edwin De Boeck Fedustria 13 oktober 2011

Belfius Pension Fund Maandelijkse Reporting Juni 2015

TreeTop Portfolio SICAV

Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

NN First Class Return Fund

OPROEPING. 16 mei 2014 om uur

TG Fund Management B.V. Amsterdam

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering

VERKORT PROSPECTUS DECEMBER 2008 ALGEMENE INLICHTINGEN. Juridische vorm:

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Essentiële Beleggersinformatie 19 februari 2014

Allianz Global Investors Fund

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Op zoek naar rendement? Zoek niet langer

ABN AMRO MULTI-MANAGER FUNDS

OPROEPING AGENDA JAARLIJKSE ALGEMENE VERGADERING

OPROEPING. 20 mei 2016 om uur

Presentatie beleggingsresultaten eerste kwartaal 2018 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

Ruilverhouding fondsen

Belangrijk nieuws van de Raad van Bestuur van uw Fonds

Interpolis Obligaties 3e kwartaal 2012

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

BNP Paribas OBAM N.V.

de ICBE/het Fonds: de BEVEK naar Luxemburgs recht, genaamd PARVEST. Dit Fonds wordt beheerd door BNP PARIBAS INVESTMENT PARTNERS LUXEMBOURG.

MPC PRIVATE EQUITYFONDS

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal juli 2017 t/m 30 september Samenvatting:

De gegevens van Hewitt Associates zijn: Hewitt Associates Outsourcing B.V. Beukenlaan 143 Postbus JP Eindhoven

Marktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van miljoen naar miljoen ( miljoen ultimo Q4 2013).

Essentiële beleggersinformatie

Belgische bijlage bij het uitgifteprospectus

MAART Samenvoeging van subfondsen. BNP Paribas L1 en Parvest

AEGON Equity Fund. vierde kwartaal 2006

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2014 t/m 31 maart Samenvatting: stijgende aandelen

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2011

BNP PARIBAS B PENSION GROWTH

Perspectief Mid Year Update Economie & Beleggingsstrategie Ineke Valke

DIT DOCUMENT IS BELANGRIJK EN VEREIST UW ONMIDDELLIJKE AANDACHT.

NN First Class Return Fund

NATIXIS AM FUNDS OPROEPING

Presentatie beleggingsresultaten over het jaar 2016 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg Lex Solleveld 1

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2015 t/m 31 maart 2015

Essentiële Beleggersinformatie 1 oktober 2013

Fortis B Fix BEVEK. Fortis Fix Double Five Plus. Niet-gecontroleerd halfjaarverslag 2013/ september 2013 Nederlands

Asia Pacific Performance

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Deelnemersvergadering

NN First Class Return Fund

De datum van inwerkingtreding is voorzien voor 15 november I. Vergelijking tussen het geabsorbeerde en het absorberende subfonds

september MARKTCOMMENTAAR

I. Vergelijking tussen het geabsorbeerde en het absorberende subfonds. 1. Belangrijkste kenmerken van het geabsorbeerde en het absorberende subfonds

DIT DOCUMENT IS BELANGRIJK EN VEREIST UW ONMIDDELLIJKE AANDACHT.

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2014 t/m 31 december 2014

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2012

BI CARMIGNAC PATRIMOINE

BERICHT AAN DE AANDEELHOUDERS

DIT DOCUMENT IS BELANGRIJK EN VEREIST UW ONMIDDELLIJKE AANDACHT.

visie op 2018 Vice seminar a.s.r. vermogensbeheer 1 november 2017 Jack Julicher, Chief Investment Officer

Presentatie beleggingsresultaten over eerste kwartaal van 2017 van de Life Cycle Fondsen van Aegon PPI. Bas Endlich Jacob Vijverberg 1

NATIXIS AM FUNDS OPROEPING

NAAR MEER EENVOUD VOOR ONZE KLANTEN

NN First Class Return Fund

Het waren weekjes weer wel: 38 en 39

BNP PARIBAS B FUND I

Als de Centrale Banken het podium verlaten

Piazza BlackRock Global Allocation

Primavera Force Talents 1

Persbericht. Triodos beleggingsfondsen houden stand in lastig beleggingsklimaat Geringe daling van 3% in eerste halfjaar 2011

BNP PARIBAS B CONTROL

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni Samenvatting:

BNP PARIBAS B GLOBAL

BNP Paribas OBAM N.V.

Resultatenrekening. B. Andere

Marktomstandigheden In het tweede kwartaal van 2016 zijn de rentes op de kapitaalmarkt van de eurozone verder gedaald. In het algemeen gold hoe langer

Transcriptie:

BNP Paribas L1 SICAV JAARVERSLAG per 31/12/2014 R.C.S Luxembourg B 32 327

BNP Paribas L1 Inhoud Pagina Organisatie 3 Informatie 5 Verslag van de beheerder 6 Auditverslag 11 Financiële staten per 31/12/2014 14 Kerncijfers over de laatste 3 jaren 28 Effectenportefeuille per 31/12/2014 Bond Euro Corporate 41 Bond Euro High Yield 42 Bond Euro Premium 43 Bond Europe Plus 44 Bond USA High Yield 46 Bond USD 47 Bond World Emerging 48 Bond World Emerging Local 49 Bond World Plus 50 Convertible Bond Best Selection Europe 54 Convertible Bond World 55 Diversified Active Click Balanced 56 Diversified Active Click Stability 57 Diversified World Balanced 58 Diversified World Growth 59 Diversified World High Growth 60 Diversified World Stability 61 Equity Euro 62 Equity Europe 63 Equity Italy 64 Equity Netherlands 65 Equity USA Core 66 Equity World Aqua 67 Equity World Emerging 68 Equity World Quality Focus 69 Equity World Quant Selection 70 Lifecycle 2015 71 Lifecycle 2020 72 Lifecycle 2025 73 Lifecycle 2030 74 Lifecycle 2035 75 Pagina 1

BNP Paribas L1 Inhoud Pagina Model 1 76 Model 2 77 Model 3 78 Model 4 79 Model 5 80 Model 6 81 Multi-Asset Income 82 Opportunities World 83 Real Estate Securities World 84 Safe Balanced W1 85 Safe Balanced W4 86 Safe Balanced W7 87 Safe Balanced W10 88 Safe Conservative W1 89 Safe Conservative W4 90 Safe Conservative W7 91 Safe Conservative W10 92 Safe Growth W1 93 Safe Growth W4 94 Safe Growth W7 95 Safe Growth W10 96 Safe High Growth W1 97 Safe High Growth W4 98 Safe High Growth W7 99 Safe High Growth W10 100 Safe Stability W1 101 Safe Stability W4 102 Safe Stability W7 103 Safe Stability W10 104 Sustainable Active Allocation 105 Toelichtingen bij de financiële staten 108 Niet-gecontroleerde bijlage 141 Inschrijvingen mogen niet alleen op de financiële staten worden gebaseerd. Inschrijvingen kunnen alleen worden aanvaard indien zij worden gedaan nadat het huidige volledige prospectus ontvangen is, samen met het laatste jaarverslag en het laatste halfjaarverslag indien dat recenter is dan het laatste jaarverslag. Pagina 2

BNP Paribas L1 Organisatie Statutaire zetel van de vennootschap 33 Rue de Gasperich, L-5826 Hesperange, Groothertogdom Luxemburg Raad van Bestuur Voorzitter Leden De heer Philippe MARCHESSAUX, "Chief Executive Officer", BNP Paribas Investment Partners, Parijs De heer Marnix ARICKX, "Chief Executive Officer", BNP Paribas Investment Partners Belgium, Brussel De heer Vincent CAMERLYNCK, "CEO Asia Pacific", BNP Paribas Investment Partners, Hong Kong De heer Christian DARGNAT, "Head of Distributors Business Line", BNP Paribas Investment Partners, Parijs Mevrouw Marianne DEMARCHI, "Head of Group Networks", BNP Paribas Investment Partners, Parijs De heer William DE VIJLDER, "Vice-Chairman", BNP Paribas Investment Partners, Parijs (tot 1 september 2014) De heer Andrea FAVALORO, ''Head of External Distribution'', BNP Paribas Investment Partners, Parijs (tot 20 maart 2014) De heer Anthony FINAN, "Deputy-Head of Distributors Business Line", BNP Paribas Investment Partners, Parijs De heer François HULLO, "Head of External Distribution", BNP Paribas Investment Partners, Parijs (sinds 14 mei 2014) De heer Marc RAYNAUD, ''Head of Global Fund Solutions'', BNP Paribas Investment Partners, Parijs De heer Christian VOLLE, "Chairman of the Fondation pour l'art et la Recherche", Parijs Algemeen directeur De heer Anthony FINAN, "Deputy-Head of Distributors Business Line", BNP Paribas Investment Partners, Parijs Secretaris van de Vennootschap (geen lid van de raad) De heer Stéphane BRUNET, "Chief Executive Officer", BNP Paribas Investment Partners Luxembourg, Hesperange Beheerder BNP Paribas Investment Partners Luxembourg, 33 Rue de Gasperich, L-5826 Hesperange, Groothertogdom Luxemburg BNP Paribas Investment Partners Luxembourg is een beheerder als gedefinieerd in hoofdstuk 15 van de Luxemburgse Wet van 17 december 2010 betreffende instellingen voor collectieve belegging, zoals gewijzigd. In deze hoedanigheid is de beheerder verantwoordelijk voor de administratie, het portefeuillebeheer en de marketing. De berekening van de intrinsieke waarde en de taken van transferagent en registerhouder zijn uitbesteed aan: BNP Paribas Securities Services, Luxemburgs filiaal, 33 Rue de Gasperich, L-5826 Hesperange, Groothertogdom Luxemburg Pagina 3

Organisatie BNP Paribas L1 Het portefeuillebeheer is uitbesteed aan: Huidige beleggingsbeheerders Beheervennootschappen van de BNP Paribas-groep (in het algemeen BNP Paribas Investment Partners genoemd) BNP Paribas Asset Management S.A.S., 1 Boulevard Haussmann, F-75009 Parijs, Frankrijk BNP Paribas Asset Management Inc., 75 State Street, 6 th Floor, Boston, MA 02109, VS BNP Paribas Investment Partners Belgium, Vooruitgangsstraat 55, B-1210 Brussel. België BNP Paribas Investment Partners Netherlands N.V., Burgerweeshuispad Tripolis 200, PO box 71770, NL-1008 DG Amsterdam, Nederland BNP Paribas Investment Partners UK Ltd., 5 Aldermanbury Square, Londen EC2V 7BP, Verenigd Koninkrijk Fischer Francis Trees & Watts, Inc., 200 Park Avenue, 11 th floor, New York, NY 10166, VS Fischer Francis Trees & Watts UK Ltd., 5 Aldermanbury Square, Londen EC2V 7HR, Verenigd Koninkrijk THEAM S.A.S., 1 Boulevard Haussmann, F-75009 Parijs, Frankrijk Beheervennootschappen die geen deel uitmaken van de groep Impax Asset Management Limited, Norfolk House, 31 St James s Square, Londen SW1Y 4JR, Verenigd Koninkrijk Fondsbeheerder van het subfonds "Equity World Aqua" Neuflize OBC Investissements (NOI), 3 Avenue Hoche, F-75008 Parijs (tot 15 januari 2014) Fondsbeheerder van het subfonds "Convertible Bond Best Selection Europe" River Road Asset Management, LLC, 462 South Fourth Street, Suite 1600, Louisville, Kentucky 40202-3466 (tot 31 januari 2014) De vennootschap kan ook advies inwinnen bij de volgende beleggingsadviseur FundQuest Advisor, 1 Boulevard Haussmann, F-75009 Parijs, Frankrijk Adviseur voor een beperkt aantal externe beleggingsbeheerders Depotbank/Betaalkantoor/Transferagent en registerhouder BNP Paribas Securities Services, Luxemburgs filiaal, 33 Rue de Gasperich, L-5826 Hesperange, Groothertogdom Luxemburg Externe Accountant PricewaterhouseCoopers, Société coopérative, 2 rue Gerhard Mercator, B.P. 1443, L-1014 Luxemburg, Groothertogdom Luxemburg. Pagina 4

Informatie BNP Paribas L1 BNP PARIBAS L1 is een beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal ("Société d Investissement à Capital Variable" afgekort "SICAV") die op 29 november 1989 overeenkomstig de bepalingen in Deel I van de Luxemburgse wet van 30 maart 1988 betreffende instellingen voor collectieve belegging voor onbeperkte duur werd opgericht onder de naam "INTERSELEX WORLD. De naam werd gewijzigd in "INTERSELEX EQUITY" door een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering op 4 november 1996, en daarna in "INTERSELEX" door een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering op 4 mei 1998 en in "FORTIS L FUND" door een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering op 30 september 1999. Door een buitengewone algemene aandeelhoudersvergadering op 14 mei 2010 werd de naam van de vennootschap met ingang van 1 augustus 2010 gewijzigd in "BNP Paribas L1" (afgekort BNPP L1). De vennootschap valt momenteel onder deel I van de gewijzigde Wet van 17 december 2010 betreffende instellingen voor collectieve belegging en onder de Europese Richtlijn 2009/65/EG (de ICBE IV-richtlijn). De statuten van de vennootschap zijn geregistreerd bij de griffie van de arrondissementsrechtbank van Luxemburg, waar belangstellenden ze kunnen raadplegen en er een exemplaar van kunnen krijgen. Ze zijn laatstelijk gewijzigd op 31 januari 2012, en op 21 maart 2012 in het Luxemburgse publicatieblad "Mémorial, Recueil des Sociétés et Associations", gepubliceerd. De vennootschap is ingeschreven in het "Registre de Commerce et des Sociétés" (handelsregister) van Luxemburg onder het nummer B 32 327. De intrinsieke waarde wordt berekend op elke Luxemburgse bankwerkdag. Ten aanzien van de intrinsieke waarde en dividenden publiceert de Vennootschap de wettelijk vereiste informatie in het Groothertogdom Luxemburg en in alle andere landen waar de aandelen aan het publiek worden aangeboden. U vindt deze informatie ook op de website: www.bnpparibas-ip.com. De statuten, het prospectus, de KIID en periodieke verslagen kunnen worden geraadpleegd in de statutaire zetel van de Vennootschap en bij de instellingen die verantwoordelijk zijn voor de financiële dienstverlening van de Vennootschap. De statuten, het jaarverslag en de tussentijdse verslagen zijn op verzoek te verkrijgen. Informatie over wijzigingen in de vennootschap wordt gepubliceerd in het dagblad "Luxemburger Wort" en in andere dagbladen die door de Raad van Bestuur van de SICAV daartoe geschikt worden geacht in landen waar de vennootschap haar aandelen aan het publiek verkoopt. U vindt deze documenten en informatie ook op de website www.bnpparibas-ip.com. Pagina 5

Verslag van de beheerder BNP Paribas L1 Conjunctuur De tijdelijke sluiting van bepaalde federale diensten in de Verenigde Staten en de uitzonderlijk koude weersomstandigheden in Noord-Amerika liggen grotendeels aan de basis van de wisselvallige economische indicatoren tot de lente. Daarbij komen nog de geopolitieke gebeurtenissen in Oekraïne en later ook in het Midden-Oosten vanaf begin 2014. Dat alles resulteerde in een neerwaartse herziening van de voor 2014 verwachte groei, waarbij de conjunctuursituatie echter sterk verschilt tussen de regio's. Dé gebeurtenis van het tweede halfjaar blijft ongetwijfeld de pijlsnelle daling van de aardolieprijs, die op zes maanden met de helft is gezakt. Het vat Brent-aardolie sloot het jaar af onder de 60 dollar. Verenigde Staten Toen de begrotingsperikelen van eind 2013 van de baan waren, verschoof de aandacht naar het monetaire beleid en de weerberichten. De uitzonderlijke weersomstandigheden tijdens de wintermaanden hebben een krimp van het bbp van het eerste kwartaal veroorzaakt, gevolgd door een scherpe opleving tijdens het tweede kwartaal en het derde kwartaal, dat zelfs een groei van 5% op jaarbasis voorlegde. Uit diverse enquêtes blijkt dat de versnelling van de activiteit in de maaksector zich in de herfst doortrok, alvorens zeer licht te kalmeren aan het einde van het jaar. De ISM-index, die het vertrouwen van de aankoopdirecteurs meet, is dan ook gestegen van 55,3 in juni naar 59 in augustus, het hoogste peil sinds begin 2011, om zich vervolgens te stabiliseren. En volgens die zelfde indicator noteert de activiteit in de dienstensector zijn sterkste expansie sinds midden 2005. De daling van de aardolieprijs ondersteunde het vertrouwen en het verbruik aan het einde van het jaar. Ook de vastgoedmarkt heeft een herstel ingezet. In het licht van deze zeer solide gegevens kan het vreemd lijken dat op de arbeidsmarkt, waar er vooral aan het einde van het jaar een sterke banenschepping was en waar de werkloosheid gestaag is afgenomen (5,8% in november), de loonstijgingen zo beperkt zijn gebleven. Deze ontwikkeling weerspiegelt volgens Janet Yellen de zwakte van de arbeidsmarkt, meteen ook de reden waarom de inflatie weer onder het streefcijfer op lange termijn van 2% is gezakt. Tegen deze relatief evenwichtige achtergrond heeft de Fed haar aankopen van activa in het kader van haar beleid voor kwantitatieve versoepeling verder afgebouwd. Eind oktober werd het programma volledig stopgezet, maar de basisrente zou nog een hele tijd laag worden gehouden. De beslissingen zullen ook in de toekomst afhangen van de evolutie van de economische indicatoren en van de vooruitzichten voor de groei en inflatie, wat een grotere flexibiliteit mogelijk maakt maar een zeer duidelijke communicatie vereist om abrupte bijsturingen van de verwachtingen te voorkomen. Europa Hoewel de PMI-indexen (enquêtes bij de aankoopdirecteurs) in april 2014 tot het hoogste peil van de afgelopen drie jaar waren geklommen, volgden de teleurstellingen elkaar daarna op door de problemen van de eurozone om wat te doen aan de zwakke groei, die al aanhoudt sinds het einde van de recessie midden 2013. In het tweede kwartaal stagneerde het bbp (na de reeds tegenvallende groei van amper 0,2% in het eerste kwartaal) en in het derde kwartaal was er opnieuw een zeer bescheiden groei van 0,2%. Vanaf de lente gingen de PMI-indexen achteruit, om het jaar af te sluiten op het laagste peil sinds de zomer van 2013. Bovendien staan de verschillen tussen de grote economieën van de zone weer bovenaan de agenda. Italië is in recessie, Spanje boekt een bevredigende bbp-groei, de Franse economie noteert een wat artificiële opleving in het derde kwartaal, en de Duitse economie stabiliseerde zich na een solide eerste kwartaal. De bezorgdheid over de situatie in Oekraïne en de gevolgen van het Russische embargo hebben de investeringen beperkt en het vertrouwen aangetast. Dat kwam het duidelijkst tot uiting in Duitsland, dat aanzienlijke economische en commerciële banden met Oost-Europa heeft. Hoewel de eurozone als geheel aan de recessie is ontsnapt, blijft de groei zwak en kwetsbaar, wat bijdroeg tot de afname van de inflatie. Op jaarbasis is de index van de consumptieprijzen gedaald van 0,7% in januari naar 0,3% in november. Hoewel een deel van deze daling kan worden toegeschreven aan de lage prijzen van de energieproducten, blijft het een zorgwekkend element, omdat het de deflatieverwachtingen kan aanwakkeren, wat het herstel van de activiteit nog moeilijker zou maken. Om die trend te keren, heeft de ECB nieuwe maatregelen genomen om haar monetaire beleid verder te versoepelen en de kredietverstrekking aan de privésector te ondersteunen. Zij blijft ook aangeven dat zij klaarstaat om nog meer te doen indien nodig. Pagina 6

Verslag van de beheerder BNP Paribas L1 Japan De Japanse economie blijft de speelbal van het Abenomics -beleid dat is ingevoerd door de regering van Shinzo Abe, sinds einde 2012 de premier van Japan. In 2014, de bbp-groei van het eerste en tweede kwartaal was zeer wisselvallig. De vervroegde aankopen in de aanloop naar de btw-verhoging van 1 april hadden de activiteit een boost bezorgd, en daarop volgde logisch genoeg een inkrimping. De activiteit van de maaksector herstelde tijdens de zomer. Het gedrag van de consumenten oogt echter aarzelender, en de Japanse economie heeft het moeilijk om de schok van de btwverhoging te boven te komen. Uit de nationale rekeningen van het derde kwartaal bleek dat Japan in een recessie was beland, wat Shinzo Abe ertoe aanzette het parlement te ontbinden en vervroegde verkiezingen uit te schrijven voor 14 december. De regeringscoalitie kwam versterkt uit de verkiezingen. Shinzo Abe won zijn gok en hij heeft nu de handen vrij om zijn economisch beleid een versnelling hoger te schakelen en ook sterker aan structurele hervormingen te werken, vooral op de arbeidsmarkt. Dat is een broodnodige ingreep, want de lonen volgen de versnelling van de inflatie niet (die gestegen is van 1,4% op jaarbasis in januari naar 2,4% in november, door de daling van de yen en de gestegen belastingdruk). Eind december kondigde de regering een nieuw plan voor de ondersteuning van de activiteit aan (kredieten aan plaatselijke overheden, hulp voor gezinnen met bescheiden inkomen), waarvan de impact echter beperkt lijkt. Opkomende markten Tijdens het hele jaar zijn de economische indicatoren (bbp, industriële productie, detailverkoop, investeringen) teleurstellend gebleven. De enquêtes bij de aankoopdirecteurs (PMI) van de maaksector komen hierop neer: de samengestelde index voor het geheel van de opkomende markten is zonder duidelijke trend gebleven tijdens de laatste twaalf maanden. De verbetering die werd ingezet van april tot september heeft zich daarna niet doorgezet. Bovendien boeken de verschillende regio's een zeer uiteenlopende groei, een ontwikkeling die nog versterkt is door de abrupte val van de aardoliekoers tijdens de tweede jaarhelft. Het Internationaal Monetair Fonds heeft zijn verwachtingen neerwaarts bijgesteld en gaat nu uit van een bbp-groei in de ontwikkelingslanden van slechts 4,4% in 2014 en van 5% in 2015. De Chinese economie klimt geleidelijk verder naar een nieuwe kruissnelheid, met een bbp dat zou moeten uitkomen op 7%, maar de autoriteiten lijken nog niet van plan dit officieel te maken. Rusland gaat niet alleen gebukt onder de gevolgen van zijn positie als aardolieproducent, maar ook onder de Oekraïense crisis en de Westerse sancties tegen het land. De val van de roebel heeft een aantal andere opkomende valuta's meegesleurd (vooral Indiase roepie, Braziliaanse real en Turkse lire). De snelle ingrepen van de monetaire autoriteiten en de verwezenlijkte structurele inspanningen (vooral in Azië) beginnen echter vruchten af te werpen. Monetair beleid De Europese Centrale Bank (ECB) heeft haar basisrente verlaagd in juni en september (de herfinancieringsrente bedraagt nu 0,05%, de marginale leenfaciliteit 0,30% en de depositorente -0,20%). Zij heeft een nieuw instrument aan haar arsenaal toegevoegd: de TLTRO (Targeted longer-term refinancing operations, gerichte herfinancieringstransacties op langere termijn), die bedoeld zijn om de bankleningen aan de niet-financiële privésector te versterken (exclusief woningleningen). Op 4 september werden nog andere maatregelen aangekondigd om het krediet te ondersteunen en de deflatieverwachtingen in te dijken. In dat verband is de ECB begonnen met de aankoop van door vermogen gedekte effecten, tot nu toe voor een totaalbedrag van 1,7 miljard euro, en zekergestelde obligaties (voor 30 miljard euro). Dit blijven echter bescheiden bedragen, net als de 212 miljard die in totaal is toegewezen aan de twee TLTRO-operaties tijdens het jaar. Gelet op het feit dat de ECB ernaar streeft haar balans weer op het niveau van begin 2012 te krijgen, de aarzelende groei en de inflatie die in november 0,3% op jaarbasis bedroeg, neemt de verwachting van nieuwe maatregelen toe. Mario Draghi zelf heeft overigens aangegeven dat de ECB zou doen wat nodig is om de inflatie en de inflatieverwachtingen zo snel mogelijk aan te wakkeren, waar hij nog aan toevoegde dat als de huidige beleidsingrepen niet volstaan om deze doelstelling te bereiken, of als andere risico's voor de inflatievooruitzichten toenemen, het nodig zal zijn om de omvang, het tempo en de samenstelling van de aankopen aan te passen. Dat lijkt sterk op een verklaring die het pad effent voor de aankoop van staatsobligaties. Pagina 7

Verslag van de beheerder BNP Paribas L1 De Amerikaanse Federal Reserve (Fed) heeft gewacht tot haar laatste vergadering van 2013 om te melden dat zij de maandelijkse aankopen in januari 2014 met 10 miljard dollar zou terugschroeven. Dat afbouwtempo is aangehouden en na afloop van de vergadering van oktober 2014 kondigde de Fed aan dat de aankopen in november zouden worden stopgezet. Dat aspect van de normalisering van het monetaire beleid viel grotendeels in goede aarde bij de marktactoren, die er al in sterke mate op hadden vooruitgelopen, in tegenstelling tot de verwachtingen inzake de basisrente. Zoals eerder al Ben Bernanke heeft ook Janet Yellen die hem in februari 2014 opvolgde herhaald dat de basisrente van de federal funds nog lange tijd zeer laag zou blijven. De communicatie daarover liep echter niet altijd van een leien dakje. Eerst moest de Fed in maart de verwijzing naar een streefcijfer voor de werkloosheid van 6,5% laten vallen, gelet op de snelle daling van deze indicator. Rond datzelfde tijdstip, ter gelegenheid van haar eerste persconferentie als voorzitter van de Fed, gaf Janet Yellen ook de indruk dat het optrekken van de rente reeds in de lente van 2015 zou kunnen worden ingezet. De verklaringen daarna hebben dit misverstand snel rechtgezet, en de teneur van de officiële communiqués is pas in december gewijzigd, toen de Fed nota nam van de verbetering op de arbeidsmarkt en van de solide groei. Zij heeft de vermelding een aanzienlijke termijn (ter aanduiding van het interval tussen het einde van de activa-aankopen en de eerste renteverhoging) laten vallen en stelt nu dat zij geduldig zal zijn alvorens de verhogingen in te zetten. Valutamarkten De koers EUR/USD schommelde tot in april zonder duidelijke trend tussen 1,34 en 1,39. De marktdeelnemers schonken weinig aandacht aan de zeer soepele teneur in de verklaringen van de ECB. Die verklaringen vonden meer weerklank vanaf begin mei, toen Mario Draghi aangaf dat in juni ingrijpende maatregelen (zoals een negatieve depositorente) zouden worden genomen. Het verschil in monetair beleid aan beide zijden van de plas is dan ook een sleutelfactor geworden voor de evolutie van de wisselkoersen. Het groeiverschil tussen de Verenigde Staten en de eurozone werkt in dezelfde zin. Ten slotte bood ook de toename van de geopolitieke risico's steun aan de dollar. De stijging van de dollar tegenover de euro is begin september versneld na de verlaging van de basisrente van de ECB, en wat later ook na de vergadering van het FOMC waar de Fed haar voornemen om de basisrente in 2015 op te trekken bevestigde. Die trend, die de koers van meer dan 1,39 in mei naar 1,25 begon oktober had gebracht, is aan het einde van het jaar weggeëbd door de turbulentie op de financiële markten en, blijkbaar, een consolidatie na de snelle daling. De schommelingen zijn aarzelend gebleven tot midden december, toen de koers weer verzwakte tot 1,21, het laagste peil sinds juli 2012, door de ongerustheid over de Russische situatie (rol van vluchthavenvaluta van de dollar) en de politieke crisis in Griekenland (die druk zet op de euro). De verklaringen van de ECB, die uitzicht bieden op de aankoop van staatsobligaties op korte termijn, hebben natuurlijk ook bijgedragen tot de daling van de euro, die het jaar afsloot op 1,2104 dollar, een daling van 12,1% op twaalf maanden. De USD/JPY-koers, die 105 bedroeg eind december, lag eind januari weer op 102 om daarna zonder duidelijke richting rond dit niveau te schommelen tot midden augustus. Veel marktactoren hadden gehoopt op een nieuwe massale versoepeling van het monetaire beleid van de Bank of Japan in de aanloop naar de btw-verhoging op 1 april. De BoJ hield het echter bij enkele kleinere aanpassingen aan het begin van het jaar via de verlenging en versoepeling van de mechanismen voor steun aan het bankkrediet (speciale kredietfaciliteiten). In augustus ging de USD/JPY-koers weer de hoogte in, maar dat was voornamelijk een weerspiegeling van de stijging van de dollar. Eind oktober joeg de onverwachte beslissing van de BoJ om haar reeds zeer ambitieuze doelstelling inzake de uitbreiding van de monetaire basis nog te verhogen, de koers USD/JPY vrijwel meteen naar meer dan 112. Op hetzelfde moment kondigde het fonds voor de overheidspensioenen (GPIF) aan dat het zijn blootstelling aan activa buiten Japan zou versterken. Die beweging werd later nog versterkt. De USD/JPY-koers steeg begin december tot meer dan 120 (het hoogste peil sinds midden 2007) alvorens wat wisselvalliger te evolueren, om het jaar af te sluiten op 119,80 (+14% ten opzichte van eind 2013). Pagina 8

Verslag van de beheerder BNP Paribas L1 Obligatiemarkten Begin 2014 schommelde het renteniveau van de T-note op 10 jaar (3,03% eind 2013) binnen een relatief smalle vork (2,60% - 2,80%), de speelbal van de economische indicatoren, de verwachtingen rond het monetaire beleid en de evolutie van de risicobereidheid. De geleidelijke vermindering van de activa-aankopen van de Fed heeft niet geleid tot een afname van de vraag naar Amerikaans schatkistpapier. Vanaf april 2014 heeft de rente van 10-jarige obligaties een vrijwel ononderbroken daling ingezet, tot onder 2,40% in augustus. De toezegging van de Fed om de basisrente in de buurt van nul te houden en de zeer soepele verklaringen van de ECB hebben een rol gespeeld, net als de verschuiving naar activa met minder risico door de opflakkerende geopolitieke spanningen (conflicten in Oekraïne en Irak). De bevestiging van de opleving van de activiteit in de Verenigde Staten na een eerste kwartaal dat op een laag pitje was gebleven door de weersomstandigheden, zorgde ervoor dat de ontspanning beperkt bleef. Vanaf september is de lange rente overigens veel wisselvalliger geëvolueerd. In een eerste fase hebben de verwachtingen rond het monetaire beleid van de Fed een lichte spanning veroorzaakt in september, waarna de spectaculaire bewegingen van de aandelenkoersen in oktober en december de volatiliteit van de obligaties versterkten. De rente van de T-note op 10 jaar is op 15 oktober even onder de 1,90% gezakt als gevolg van de abrupte daling van de aandelen. Die trend keerde echter al snel door het opveren van de aandelen en de economische indicatoren, die de 10-jarige rente in november weer op 2,35% brachten. Daarna werd het verloop van de rente-evolutie opnieuw wisselvalliger en leidde de zoektocht naar veiligheid tot een dieptepunt voor het jaar van 2,06% op 16 december door de problemen van de aandelen en de ontspanning van de Duitse rente. De rente van de T-note op 10 jaar is op twaalf maanden 86 bp gedaald, om 2014 af te sluiten op 2,17%. De rente van de Duitse Bund op 10 jaar daalde van 1,93% eind 2013 naar 0,54% een jaar later (-139 bp) in een vrijwel ononderbroken beweging (met slechts een korte adempauze in september). De outperformance van de Europese effecten is te danken aan diverse factoren. In de eerste plaats zijn er het monetaire beleid van de ECB met twee renteverlagingen en de talrijke aankondigingen van Mario Draghi in juni en september, gevolgd door zeer soepele verklaringen die uitzicht boden op de aankoop van staatsobligaties op korte termijn. Vervolgens hebben de tegenvallende groei en de afname van de inflatie de vraag naar deze obligaties versterkt. Ten slotte was ook de status van vluchthavenbelegging van de Duitse staatsobligaties een cruciale factor in de daling van de rente van de Duitse Bund op 10 jaar tot onder 1% in augustus, wat ook daarna zo bleef door de bokkesprongen van de aandelenkoersen en de bezorgdheid over de financiële markten in Rusland en de politieke situatie in Griekenland. Het uitstelgedrag van de Griekse regeringscoalitie is uitgemond in de ontbinding van het parlement en het uitschrijven van vervroegde wetgevende verkiezingen, die zouden kunnen leiden tot een overwinning voor een partij die vastbesloten is de onderhandelingen rond de internationale financiële steun aan Griekenland weer te openen. Die situatie wakkert de vrees voor een nieuwe crisis op Europees niveau aan. Bij de Russen roept de pijlsnelle val van de roebel, in parallel met de daling van de aardolieprijzen, pijnlijke herinneringen op aan de crisis van 1998. Ten slotte voeden ook de zwakke inflatie in de eurozone (0,3% in november) en diverse expliciete verklaringen van ECB-leden de verwachting van de invoering van een uitgebreide kwantitatieve versoepeling. Die hypothese bood vooral steun aan de perifere markten en zorgde voor een duidelijke versmalling van de rentespread met Duitsland. Op één jaar tijd is de rente van de 10-jarige Italiaanse staatsobligatie 224 bp gedaald, tot 1,89%, terwijl de Spaanse rente 254 bp daalde tot 1,61%. Pagina 9

Verslag van de beheerder BNP Paribas L1 Aandelenmarkten Begin 2014 hadden de geopolitieke situatie en de bezorgdheid over de opkomende economieën voor een eerste waarschuwing op de financiële markten gezorgd. Hoewel de beleggers al snel terugkeerden naar de risicoactiva, bleven de ontwikkelingen op de beurzen aangestuurd worden door geopolitieke factoren en de door de centrale banken verstrekte liquiditeit, en in het tweede halfjaar door de pijlsnelle daling van de aardolieprijs (-50% op zes maanden voor het vat Brent-aardolie, dat het jaar afsloot onder de 60 dollar). De gebeurtenissen in Oekraïne en het nieuwe conflict in de Gazastrook zetten de aandelenkoersen onder druk in april, en opnieuw in de zomer, ondanks de geruststellende verklaringen van de centrale bankiers, die in mei en juni aan de basis lagen van een duidelijke rally. In augustus en begin september reageerden de beleggers enthousiast op de toezegging van Mario Draghi om de monetaire voorwaarden in de eurozone verder te versoepelen. In de herfst stonden de geopolitieke gebeurtenissen weer in het brandpunt van de bezorgdheid. De aandelen noteerden twee volatiliteitspieken in de loop van het jaar (hoogste volatiliteit sinds midden 2012), in oktober en december. De dalingen tijdens het laatste kwartaal waren zeer abrupt en snel, maar werden ook in enkele beursdagen weggewerkt. Zij zijn het gevolg van de ongerustheid over de aardoliekoers. Dat element, dat twijfel doet rijzen over de gezondheid van de wereldeconomie, zette een zware druk op de activa van de productielanden en ligt aan de basis van de daling van de opkomende aandelenkoersen tijdens het jaar (-4,6% voor de MSCI Emerging index in dollar). Vooral de Russische financiële markten waren het slachtoffer van deze ontwikkeling, en de daling van de roebel (-35% op drie maanden, ondanks de interventies van de centrale bank) roept herinneringen op aan de Russische crisis. De Europese markten werden bovendien ook beïnvloed door de politieke situatie in Griekenland, die wel eens een nieuwe fase van instabiliteit zou kunnen inluiden. In deze troebele context zijn de centrale banken er niet in geslaagd de beleggers duurzaam vertrouwen in te boezemen. De liquiditeit blijft aanzienlijk, maar dat thema werd overschaduwd door de ontwikkeling van de aardolieprijs en de geopolitieke perikelen. De jaarlijkse balans is licht positief, met een stijging van 2,1% voor de MSCI AC World index in dollar. Het rendement liep uiteen naargelang van de regio's. De S&P 500 steeg 11,4% en ging van record naar record dankzij de bevredigende resultaten van de bedrijven en de talrijke financiële transacties tegen een achtergrond van solide economische groei. In de eurozone daarentegen bleef de stijging door de zwakke groei en inflatie en de bezorgdheid over Rusland en Griekenland beperkt (+1,2% voor de Euro Stoxx 50). De Japanse indexen (+7,1% voor de Nikkei 225) profiteerden van de daling van de yen en het beleid van economische steun aan de bedrijven. De Raad van Bestuur Luxemburg, 28 januari 2015 Opmerking: De informatie in dit verslag heeft betrekking op het verleden en vormt niet noodzakelijk een aanwijzing voor toekomstige resultaten. Pagina 10

Auditverslag Aan de Aandeelhouders van BNP Paribas L1 Wij hebben de bijgevoegde financiële staten van BNP Paribas L1 en elk van zijn subfondsen gecontroleerd. Deze bestaan uit het overzicht van de netto-activa en de effectenportefeuille per 31 december 2014 en het winsten verliesrekening en variaties in het nettovermogen over het op die datum afgesloten boekjaar, en een overzicht van de grondslagen van de financiële verslaglegging en andere toelichtingen bij de financiële staten. Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur van de SICAV voor de financiële staten De raad van bestuur van de SICAV is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van deze financiële staten overeenkomstig de Luxemburgse wet- en regelgeving betreffende het opstellen van financiële staten en voor de interne controlemaatregelen die de raad van bestuur van de SICAV noodzakelijk acht om het opmaken van de financiële staten mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de "réviseur d entreprises agréé" (registeraccountant) Wij hebben tot taak om op basis van onze controle (audit) een verklaring over de financiële staten af te geven. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met de internationale controlenormen zoals voor Luxemburg aanvaard door de "Commission de Surveillance du Secteur Financier". Deze normen vereisen dat wij voldoen aan ethische voorschriften en dat wij onze controle (audit) zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële staten geen afwijkingen van materieel belang bevatten. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van bewijsstukken over de bedragen en de toelichtingen in de financiële staten. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van het oordeel van de "Réviseur d'entreprises agréé", met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de financiële staten een afwijking van materieel belang bevatten als gevolg van fraude of fouten. Bij het verrichten van deze risicoanalyses onderzoekt de accountant de interne controleprocedures voor de opstelling van en de getrouwe weergave van de jaarrekening, om zijn auditprocedures te kunnen afstemmen op de omstandigheden. Deze risico-analyses dienen echter niet als grondslag voor een verklaring over de doeltreffendheid van de interne controle. Een accountantscontrole omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en van de redelijkheid van de door de raad van bestuur van de SICAV gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de financiële staten. PricewaterhouseCoopers, Société coopérative, 2 rue Gerhard Mercator, B.P. 1443, L-1014 Luxemburg Tel: +352 494848 1, Fax:+352 494848 2900, www.pwc.lu Cabinet de révision agréé. Expert-comptable (autorisation gouvernementale n 10028256) R.C.S. (HANDELSREGISTER) Luxembourg B 65 477 - TVA LU25482518 Pagina 11

Wij achten de controle-informatie toereikend en geschikt ter onderbouwing van onze auditverklaring. Verklaring Naar ons oordeel geven de financiële staten een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van BNP Paribas L1 en elk van zijn subfondsen per 31 december 2014, en van de resultaten van de winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen over het op die datum afgesloten boekjaar, overeenkomstig de Luxemburgse wet- en regelgeving betreffende de opstelling van de jaarrekening. Overige zaken De in dit jaarverslag opgenomen aanvullende informatie is beoordeeld in het kader van onze opdracht, maar is niet onderworpen aan specifieke controleprocedures volgens de hierboven beschreven normen. Derhalve geven wij over deze informatie geen verklaring af. Wij hebben echter over het geheel genomen over deze informatie geen opmerkingen met betrekking tot de financiële staten. PricewaterhouseCoopers, Société coopérative Luxemburg, 16 april 2015 Vertegenwoordigd door Sébastien Sadzot Pagina 12

Pagina 13

BNP Paribas L1 Financiële staten per 31/12/2014 Bond Euro Corporate Bond Euro High Yield Bond Euro Premium Bond Europe Plus Uitgedrukt in EUR EUR EUR EUR Toelichtingen Overzicht van de netto-activa Activa 20 790 462 207 747 613 160 258 020 600 042 220 Effectenportefeuille tegen kostprijs 20 327 317 193 266 184 155 240 592 468 222 293 Latente winst (verlies) op de portefeuille 439 483 14 325 319 3 263 654 42 313 679 Effectenportefeuille tegen marktwaarde 2 20 766 800 207 591 503 158 504 246 510 535 972 Opties tegen marktwaarde 2,12 0 0 0 321 276 Netto latente winst op financiële instrumenten 2,8,9,10 0 0 0 10 582 901 Contanten op rekening en termijndeposito's 2 929 2 288 1 753 020 46 325 830 Overige activa 20 733 153 822 754 32 276 241 Passiva 37 143 402 377 8 585 337 1 898 061 Bankkredieten 0 0 0 0 Netto latent verlies op financiële instrumenten 2,8,9,10 0 0 7 691 242 0 Overige passiva 37 143 402 377 894 095 1 898 061 Intrinsieke waarde 20 753 319 207 345 236 151 672 683 598 144 159 Winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen Inkomsten uit beleggingen en activa 2 134 3 531 25 901 946 Beheerloon 3 46 188 2 246 683 1 266 696 3 814 843 Rente 0 41 1 337 951 Interesten op swaps 0 0 0 2 953 747 Overige vergoedingen 4 7 391 224 668 517 586 1 673 775 Taksen 5 5 513 166 305 236 665 745 376 Transactiekosten 17 0 0 0 125 070 Distributiekosten 0 0 5 017 41 064 Totaal kosten 59 092 2 637 697 2 027 301 9 354 826 Nettoresultaat uit beleggingen (59 090) (2 637 563) (2 023 770) 16 547 120 Gerealiseerd nettoresultaat op: Effectenportefeuille 2 216 803 610 35 485 073 2 603 879 Financiële instrumenten 0 0 160 878 5 977 544 Gerealiseerd nettoresultaat (58 874) (1 833 953) 33 622 181 25 128 543 Variatie latente nettowinst-verlies op: Effectenportefeuille 439 483 7 989 989 (22 759 089) 49 562 162 Financiële instrumenten 0 0 (3 715 202) 3 707 888 Resultaat van de verrichtingen 380 609 6 156 036 7 147 890 78 398 593 Nettobedrag inschrijvingen/(inkopen) 20 372 710 64 839 928 (51 842 495) (34 472 822) Uitgekeerde dividenden 6 0 (7 807 218) (1 375 976) (3 011 857) Toename/(afname) van het nettovermogen over het 20 753 319 63 188 746 (46 070 581) 40 913 914 boekjaar/boekperiode Nettovermogen aan het begin van het boekjaar/boekperiode 0 144 156 490 197 743 264 557 230 245 Herberekening van de geconsolideerde IW aan het begin 0 0 0 0 Nettovermogen aan het einde van het boekjaar/boekperiode 20 753 319 207 345 236 151 672 683 598 144 159 Pagina 14

BNP Paribas L1 Bond USA High Yield Bond USD Bond World Emerging Bond World Emerging Local Bond World Plus Convertible Bond Best Selection Europe USD USD USD USD EUR EUR 7 059 138 5 110 967 613 493 244 743 552 421 555 010 72 051 019 7 246 683 5 025 750 625 278 298 804 372 310 110 355 67 441 031 (196 188) 70 377 (14 204) (54 251 379) 24 880 659 2 130 220 7 050 495 5 096 127 611 074 244 552 993 334 991 014 69 571 251 0 0 0 0 97 103 0 0 0 0 0 0 55 566 2 118 2 035 2 348 741 38 250 094 2 208 578 6 525 12 805 71 189 818 48 216 799 215 624 14 802 16 696 893 549 785 21 976 375 176 056 0 0 0 0 34 119 0 0 0 0 0 120 116 0 14 802 16 696 893 549 785 21 822 140 176 056 7 044 336 5 094 271 612 600 244 193 767 399 578 635 71 874 963 0 0 0 0 23 594 236 1 317 612 30 724 11 846 3 478 4 045 700 2 380 696 765 373 9 2 0 96 2 041 200 0 0 0 0 1 609 810 0 3 074 1 895 280 323 656 1 001 500 245 710 2 274 1 413 207 240 223 424 551 95 217 0 0 0 0 141 849 4 835 0 0 0 0 2 507 1 832 36 081 15 156 3 965 4 609 675 5 562 954 1 113 167 (36 081) (15 156) (3 965) (4 609 675) 18 031 282 204 445 (3 023) 507 600 (3 848 479) (10 445 458) 2 481 554 0 0 0 0 (15 952 388) (129 898) (39 104) (14 649) (3 365) (8 458 154) (8 366 564) 2 556 101 (196 188) 70 377 (14 204) (15 735 829) 48 164 912 (169 346) 0 0 0 0 584 226 (12 280) (235 292) 55 728 (17 569) (24 193 983) 40 382 574 2 374 475 7 279 628 5 038 543 630 169 9 042 773 (16 006 358) 14 368 762 0 0 0 (18 943 489) (10 376 856) (37 584) 7 044 336 5 094 271 612 600 (34 094 699) 13 999 360 16 705 653 0 0 0 278 288 466 385 579 275 55 169 310 0 0 0 0 0 0 7 044 336 5 094 271 612 600 244 193 767 399 578 635 71 874 963 Pagina 15

BNP Paribas L1 Financiële staten per 31/12/2014 Convertible Bond World Diversified Active Click Balanced Diversified Active Click Stability Diversified World Balanced Uitgedrukt in EUR EUR EUR EUR Toelichtingen Overzicht van de netto-activa Activa 133 331 299 33 145 508 25 441 190 312 309 476 Effectenportefeuille tegen kostprijs 122 859 409 26 601 990 19 231 339 290 093 094 Latente winst (verlies) op de portefeuille 10 337 165 1 763 116 1 296 686 13 952 703 Effectenportefeuille tegen marktwaarde 2 133 196 574 28 365 106 20 528 025 304 045 797 Opties tegen marktwaarde 2,12 0 27 362 27 238 0 Netto latente winst op financiële instrumenten 2,8,9,10 0 129 831 0 0 Contanten op rekening en termijndeposito's 1 906 4 584 477 4 859 566 8 252 961 Overige activa 132 819 38 732 26 361 10 718 Passiva 293 142 68 903 810 227 2 366 394 Bankkredieten 0 0 0 0 Netto latent verlies op financiële instrumenten 2,8,9,10 0 0 766 371 1 522 636 Overige passiva 293 142 68 903 43 856 843 758 Intrinsieke waarde 133 038 157 33 076 605 24 630 963 309 943 082 Winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen Inkomsten uit beleggingen en activa 27 794 207 561 052 2 386 687 Beheerloon 3 1 508 038 644 128 464 561 4 521 491 Rente 57 784 475 1 358 Interesten op swaps 0 0 0 0 Overige vergoedingen 4 175 938 150 911 108 835 1 192 557 Taksen 5 112 118 56 415 40 836 258 056 Transactiekosten 17 0 21 987 15 224 11 401 Distributiekosten 0 0 36 239 Totaal kosten 1 796 151 874 225 629 967 5 985 102 Nettoresultaat uit beleggingen (1 796 124) (80 018) (68 915) (3 598 415) Gerealiseerd nettoresultaat op: Effectenportefeuille 2 1 006 419 1 917 685 1 476 948 14 844 476 Financiële instrumenten 0 (1 243 243) (654 775) (8 311 187) Gerealiseerd nettoresultaat (789 705) 594 424 753 258 2 934 874 Variatie latente nettowinst-verlies op: Effectenportefeuille 3 484 548 (598 194) (483 101) 9 372 595 Financiële instrumenten 0 791 453 (8 045) (3 138 314) Resultaat van de verrichtingen 2 694 843 787 683 262 112 9 169 155 Nettobedrag inschrijvingen/(inkopen) 6 777 604 (26 707 548) (18 322 585) (80 122 030) Uitgekeerde dividenden 6 (2 749 904) 0 0 (3 515 005) Toename/(afname) van het nettovermogen over het 6 722 543 (25 919 865) (18 060 473) (74 467 880) boekjaar/boekperiode Nettovermogen aan het begin van het boekjaar/boekperiode 126 315 614 58 996 470 42 691 436 384 410 962 Herberekening van de geconsolideerde IW aan het begin 0 0 0 0 Nettovermogen aan het einde van het boekjaar/boekperiode 133 038 157 33 076 605 24 630 963 309 943 082 Pagina 16

BNP Paribas L1 Diversified World Growth Diversified World High Growth Diversified World Stability Equity Euro Equity Europe Equity Italy EUR EUR EUR EUR EUR EUR 147 994 712 25 905 588 97 763 307 361 695 616 896 788 358 64 508 642 139 795 598 24 561 790 93 409 454 301 649 319 740 856 860 72 249 959 6 993 867 1 278 225 2 867 168 59 785 737 155 539 946 (7 834 324) 146 789 465 25 840 015 96 276 622 361 435 056 896 396 806 64 415 635 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 201 714 65 229 1 485 076 0 0 93 007 3 533 344 1 609 260 560 391 552 0 1 450 017 391 733 566 717 272 037 873 564 4 939 0 0 0 113 1 225 0 800 641 161 545 283 885 0 0 0 649 376 230 188 282 832 271 924 872 339 4 939 146 544 695 25 513 855 97 196 590 361 423 579 895 914 794 64 503 703 733 555 80 604 692 799 8 452 943 22 105 742 1 453 384 1 929 466 465 058 1 412 254 1 089 179 3 526 596 2 409 87 305 730 2 288 39 0 0 0 0 0 0 532 064 108 938 367 711 1 009 005 2 388 513 31 744 89 581 28 592 71 759 112 693 413 749 5 334 2 415 992 33 664 171 1 415 930 80 012 180 0 149 35 39 896 0 2 554 115 603 667 1 852 211 2 875 813 7 786 972 117 131 (1 820 560) (523 063) (1 159 412) 5 577 130 14 318 770 1 336 253 5 632 522 1 684 575 1 993 666 71 858 474 69 978 255 (2 629 838) (4 710 303) (941 337) (1 532 876) 0 (275 696) 4 069 (898 341) 220 175 (698 622) 77 435 604 84 021 329 (1 289 516) 7 537 660 1 134 832 3 647 461 (59 883 092) (54 112 683) (7 834 324) (1 655 402) (364 330) (625 751) 0 264 0 4 983 917 990 677 2 323 088 17 552 512 29 908 910 (9 123 840) (25 765 316) (11 239 358) (28 390 850) (166 299 945) (81 901 319) 73 627 543 (600 351) (26 013) (456 223) (271 134) (2 817 678) 0 (21 381 750) (10 274 694) (26 523 985) (149 018 567) (54 810 087) 64 503 703 167 926 445 35 788 549 123 720 575 510 442 146 950 724 881 0 0 0 0 0 0 0 146 544 695 25 513 855 97 196 590 361 423 579 895 914 794 64 503 703 Pagina 17

BNP Paribas L1 Financiële staten per 31/12/2014 Equity Netherlands Equity USA Core Equity World Equity World Aqua Uitgedrukt in EUR USD EUR EUR Toelichtingen Overzicht van de netto-activa Activa 385 880 066 1 440 578 283 0 220 017 920 Effectenportefeuille tegen kostprijs 314 344 006 1 248 479 129 0 188 571 778 Latente winst (verlies) op de portefeuille 53 175 416 181 244 857 0 29 571 133 Effectenportefeuille tegen marktwaarde 2 367 519 422 1 429 723 986 0 218 142 911 Opties tegen marktwaarde 2,12 0 0 0 0 Netto latente winst op financiële instrumenten 2,8,9,10 290 600 0 0 0 Contanten op rekening en termijndeposito's 16 310 171 9 881 213 0 825 788 Overige activa 1 759 873 973 084 0 1 049 221 Passiva 836 115 1 267 597 0 1 382 107 Bankkredieten 0 0 0 0 Netto latent verlies op financiële instrumenten 2,8,9,10 0 0 0 0 Overige passiva 836 115 1 267 597 0 1 382 107 Intrinsieke waarde 385 043 951 1 439 310 686 0 218 635 813 Winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen Inkomsten uit beleggingen en activa 8 508 036 18 674 097 1 443 956 70 Beheerloon 3 268 637 1 256 797 796 500 1 894 365 Rente 1 287 987 1 920 38 Interesten op swaps 0 0 0 0 Overige vergoedingen 4 958 552 3 461 162 274 008 370 603 Taksen 5 65 535 241 621 66 681 190 709 Transactiekosten 17 340 873 1 219 082 173 547 0 Distributiekosten 0 1 066 0 1 596 Totaal kosten 1 634 884 6 180 715 1 312 656 2 457 311 Nettoresultaat uit beleggingen 6 873 152 12 493 382 131 300 (2 457 241) Gerealiseerd nettoresultaat op: Effectenportefeuille 2 30 579 781 228 523 436 16 515 641 192 473 Financiële instrumenten 171 825 (349 566) 139 427 (1 388) Gerealiseerd nettoresultaat 37 624 758 240 667 252 16 786 368 (2 266 156) Variatie latente nettowinst-verlies op: Effectenportefeuille (12 347 148) (88 803 840) (3 757 986) 24 280 815 Financiële instrumenten (110 160) 0 0 0 Resultaat van de verrichtingen 25 167 450 151 863 412 13 028 382 22 014 659 Nettobedrag inschrijvingen/(inkopen) (73 500 203) (157 392 399) (109 663 877) 132 831 442 Uitgekeerde dividenden 6 (158 504) (559 359) (349 957) 0 Toename/(afname) van het nettovermogen over het (48 491 257) (6 088 346) (96 985 452) 154 846 101 boekjaar/boekperiode Nettovermogen aan het begin van het boekjaar/boekperiode 433 535 208 1 445 399 032 96 985 452 63 789 712 Herberekening van de geconsolideerde IW aan het begin 0 0 0 0 Nettovermogen aan het einde van het boekjaar/boekperiode 385 043 951 1 439 310 686 0 218 635 813 Pagina 18

BNP Paribas L1 Equity World Emerging Equity World Quality Focus Equity World Quant Selection Lifecycle 2015 Lifecycle 2020 Lifecycle 2025 USD EUR USD EUR EUR EUR 45 553 207 183 305 405 142 268 954 12 965 911 10 426 774 8 581 696 47 425 030 148 514 674 143 201 639 12 331 471 9 364 445 7 592 610 (1 927 292) 26 815 728 (1 123 362) 587 384 1 015 898 946 977 45 497 738 175 330 402 142 078 277 12 918 855 10 380 343 8 539 587 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 376 7 040 389 66 774 0 26 599 26 963 53 093 934 614 123 903 47 056 19 832 15 146 124 444 545 377 287 047 19 088 29 356 26 209 0 0 0 11 145 0 0 0 0 0 0 0 0 124 444 545 377 287 047 7 943 29 356 26 209 45 428 763 182 760 028 141 981 907 12 946 823 10 397 418 8 555 487 0 882 406 4 231 0 6 7 827 535 842 848 476 648 98 758 85 285 106 935 13 662 44 260 174 179 0 0 0 0 0 0 18 915 234 457 33 713 22 926 19 597 19 500 42 098 77 494 29 683 14 123 12 273 10 950 0 118 590 0 314 410 1 313 0 1 005 62 0 0 0 888 561 1 275 056 540 150 136 381 117 739 138 877 (888 561) (392 650) (535 919) (136 381) (117 733) (138 870) (100 451) (16 550 452) (140 579) 453 951 609 468 886 818 0 (5 189 979) (38 044) (3 590) (2 711) 698 (989 012) (22 133 081) (714 542) 313 980 489 024 748 646 (1 219 137) 26 815 728 (1 123 362) 621 966 1 011 794 888 279 0 0 0 (661) (579) (556) (2 208 149) 4 682 647 (1 837 904) 935 285 1 500 239 1 636 369 71 228 178 077 381 143 819 811 (5 626 782) (6 263 522) (8 377 961) (1 226 801) 0 0 0 0 0 (3 363 722) 182 760 028 141 981 907 (4 691 497) (4 763 283) (6 741 592) 48 792 485 0 0 17 638 320 15 160 701 15 297 079 0 0 0 0 0 0 45 428 763 182 760 028 141 981 907 12 946 823 10 397 418 8 555 487 Pagina 19

BNP Paribas L1 Financiële staten per 31/12/2014 Lifecycle 2030 Lifecycle 2035 Model 1 Model 2 Uitgedrukt in EUR EUR EUR EUR Toelichtingen Overzicht van de netto-activa Activa 6 723 305 7 678 468 6 361 706 18 811 733 Effectenportefeuille tegen kostprijs 5 904 547 6 751 199 5 981 462 17 351 895 Latente winst (verlies) op de portefeuille 794 965 905 670 347 799 1 429 495 Effectenportefeuille tegen marktwaarde 2 6 699 512 7 656 869 6 329 261 18 781 390 Opties tegen marktwaarde 2,12 0 0 0 0 Netto latente winst op financiële instrumenten 2,8,9,10 0 0 0 0 Contanten op rekening en termijndeposito's 21 927 19 694 29 209 0 Overige activa 1 866 1 905 3 236 30 343 Passiva 5 589 7 544 25 559 33 250 Bankkredieten 0 0 0 1 948 Netto latent verlies op financiële instrumenten 2,8,9,10 0 0 0 0 Overige passiva 5 589 7 544 25 559 31 302 Intrinsieke waarde 6 717 716 7 670 924 6 336 147 18 778 483 Winst- en verliesrekening en variaties in het nettovermogen Inkomsten uit beleggingen en activa 0 0 6 219 9 583 Beheerloon 3 105 870 109 551 38 446 113 813 Rente 74 72 106 206 Interesten op swaps 0 0 0 0 Overige vergoedingen 4 15 577 16 066 12 254 39 318 Taksen 5 7 485 8 739 6 391 19 883 Transactiekosten 17 173 173 307 899 Distributiekosten 0 0 0 0 Totaal kosten 129 179 134 601 57 504 174 119 Nettoresultaat uit beleggingen (129 179) (134 601) (51 285) (164 536) Gerealiseerd nettoresultaat op: Effectenportefeuille 2 772 236 726 653 101 914 539 789 Financiële instrumenten (958) 210 610 3 066 Gerealiseerd nettoresultaat 642 099 592 262 51 239 378 319 Variatie latente nettowinst-verlies op: Effectenportefeuille 718 565 831 770 379 191 1 443 074 Financiële instrumenten (450) (438) 0 0 Resultaat van de verrichtingen 1 360 214 1 423 594 430 430 1 821 393 Nettobedrag inschrijvingen/(inkopen) (7 200 471) (5 992 678) (2 478 245) (5 631 977) Uitgekeerde dividenden 6 0 0 0 0 Toename/(afname) van het nettovermogen over het (5 840 257) (4 569 084) (2 047 815) (3 810 584) boekjaar/boekperiode Nettovermogen aan het begin van het boekjaar/boekperiode 12 557 973 12 240 008 8 383 962 22 589 067 Herberekening van de geconsolideerde IW aan het begin 0 0 0 0 Nettovermogen aan het einde van het boekjaar/boekperiode 6 717 716 7 670 924 6 336 147 18 778 483 Pagina 20

BNP Paribas L1 Model 3 Model 4 Model 5 Model 6 Multi-Asset Income OBAM Equity World EUR EUR EUR EUR EUR EUR 52 185 196 72 077 102 26 818 535 5 214 914 499 324 751 0 46 645 981 64 013 338 23 816 626 4 566 446 485 975 776 0 5 218 710 7 814 843 2 958 417 639 893 6 651 740 0 51 864 691 71 828 181 26 775 043 5 206 339 492 627 516 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 161 194 13 239 5 860 2 773 810 0 320 505 87 727 30 253 2 715 3 923 425 0 261 580 338 850 110 904 7 585 8 058 416 0 14 110 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 997 578 0 247 470 338 850 110 904 7 585 6 060 838 0 51 923 616 71 738 252 26 707 631 5 207 329 491 266 335 0 26 661 40 125 4 041 0 1 488 764 2 496 455 513 738 606 093 298 880 42 393 668 801 1 946 700 946 2 566 180 56 215 221 0 0 0 0 0 0 170 025 213 716 66 578 14 822 176 501 565 985 53 863 71 089 21 169 5 014 137 130 174 406 4 443 3 515 593 0 4 358 261 0 0 0 0 11 008 2 131 743 015 896 979 387 400 62 285 993 659 3 047 704 (716 354) (856 854) (383 359) (62 285) 495 105 (551 249) 3 233 256 5 165 632 1 297 562 231 082 605 541 42 286 410 13 652 11 806 2 524 3 374 (875 985) 192 603 2 530 554 4 320 584 916 727 172 171 224 661 41 927 764 5 010 192 6 819 640 2 796 354 586 128 6 651 740 (23 834 907) 0 (4 095) (1 099) 0 (1 997 578) 0 7 540 746 11 136 129 3 711 982 758 299 4 878 823 18 092 857 (91 450 100) (34 440 168) (2 625 589) (2 828 738) 486 387 512 (266 404 779) 0 0 0 0 0 (1 268 882) (83 909 354) (23 304 039) 1 086 393 (2 070 439) 491 266 335 (249 580 804) 135 832 970 95 042 291 25 621 238 7 277 768 0 249 580 804 0 0 0 0 0 0 51 923 616 71 738 252 26 707 631 5 207 329 491 266 335 0 Pagina 21