Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Vergelijkbare documenten
Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Level 1. Vul het juiste woord in

Het genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.

Level 1. Vul het juiste woord in

Newsletter April 2013

3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu?

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2

AAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

De volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende zinnen?

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica

1 Antwoorden Monohybride Kruisingen

HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde

Antwoorden Biologie Thema 4

Let er op dat je voor iedere vraag een uitwerking maakt met kruisingsschema en/of berekening.

Begrippenlijst Biologie DNA

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

vwo erfelijkheid 2010


Samenvatting Biologie Erfelijkheid

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Examen Voorbereiding Erfelijkheid

Alles door elkaar 1. a) b) c) 2. a) b) c) a) b) BIOLOGIE 2017/18 WERKBOEK

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

Dan is de waarde van het recessieve allel q dus 0,87, vanwege het feit dat p + q = 1.

Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving

Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijkheid 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

Oplossingen Biologie van 2000

Vraag /144. Vraag 14

Erfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.

Inzicht hebben in veel voorkomende patronen van overerving. Professor Martina Cornel and professor Heather Skirton Gen-Equip Project

Samenvatting Biologie Thema 3 en 4

Een bijzondere band tussen grootvader en kleinkind

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Verklarende Woordenlijst

AVL-nascholing NW02. KU Leuven

Infoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad.

OPEN VRAGEN. Genetica en Evolutie (5502GEEV9Y) Biologie en Biomedische Wetenschappen. Deeltoets 2

Verklarende woordenlijst


Mogelijke combinaties van genotypen. Mogelijke combinaties van fenotypen. Deze kruising levert 2 X 2 = 4 fenotypen.

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns

Paragraaf Homologe chromosomen

Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving

Oefen Repetitie thema Erfelijkheid

Genetische aspecten. Inleiding

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

Biologie (jaartal onbekend)

CE toets HAVO (1) erfelijkheid

1. Mendeliaanse overerving - koppelingsanalyse

HERKANSINGSTENTAMEN Moleculaire Biologie deel 2, 5 Jan 2007

Erfelijkheidsschema's deel 1.

Een modificatie is een verandering in je fenotype, je geeft dit echter niet door aan volgende generaties het is dus geen genotype.

SZH voor levend erfgoed

Oefenvraagstukken genetica

Monohybride en dihybride kruisingen vmbo-kgt34

genen die op de autosomen liggen, in tegenstelling tot X-chromosomale genen.

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.

Juli blauw Biologie Vraag 1

Juli geel Biologie Vraag 1

Erfelijkheidsleer en populatiegenetica

PRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID

T G7091. G1-fase en bevat A chromosomen en B DNA. M-fase en bevat 1 2 A chromosomen en 1 2 B DNA. S-fase en bevat A chromosomen en 1 2 B DNA

PENTA College csg Scala Rietvelden Vakgroep biologie 3 havo Thema 5 Erfelijkheid

Tentamen Van Mens tot Cel

X-gebonden Overerving

Basis erfelijkheid. K.V.K de Koperwiek 1 oktober 2013

Van Nico van Hove en Niek Spronsen. Begeleider: Dhr. Van Piekeren

Vraag Welk van de onderstaande beweringen over deze F 2 zijn juist?

Examentraining onderwerp: diagrammen Lees eerst de vraag. ga dan naar de tekst! onderwerp: Bloedsomloop Lees eerst de vraag. ga dan naar de tekst!

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie

Dialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief

Werkbladen. Boekopdrachten. K13 Erfelijkheid

Examenreader Erfelijkheid BIOLOGIE

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V

Module Basisgenetica. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

X-gebonden overerving

ERFELIJKHEID EN ZIEKTE. H.H. TAN, arts 2015

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1, 7 en 8

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8

Onderzoek naar de gezondheid van je kindje... 2 Er zijn vijf soortem prenatale testen:... 2 Combinatietest Down-, edwards-, patausyndroom...

Mitochondriële ziekten

Praktische opdracht ANW Biotechnologie

Recessieve Overerving

Transcriptie:

De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie tot uiting komt noemen we het fenotype Het fenotype staat naast het genotype ook onder invloed van de omstandigheden waaronder het organisme leeft (milieu) Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Omdat er twee sets chromosomen zijn, zijn er van elk gen ook twee per cel aanwezig. Een gen is een stukje DNA met de informatie voor een eiwit (dus voor een eigenschap) Er kunnen kleine verschillen bestaan tussen hetzelfde gen in verschillende chromosomen waardoor ook de eigenschap kan varieren Die variaties van een gen noem je allelen De plek van een gen op het chromosoom heet een locus

Allel P voor paarse bloemkleur Locus bloemkleur gen Homologe chromosomen Allel p voor wittebloemkleur

Elk diploid organisme heeft dus van elk gen 2 allelen Dat kunnen twee dezelfde allelen zijn: Homozygoot Of 2 verschillende: heteroygoot Bij een heterozygoot heeft een allel meestal de meeste invloed op het tot uiting komen van de eigenschap: dominant Het onderdrukte allel noemen we recessief

AllelP: paarse kleur, Dominant Allel p: Witte kleur: recessief Genotype: PP Homozygoot Dominant Kleur paars Genotype: pp Homozygoot recessief Kleur wit Genotype: Pp Heterozygoot: het dominante kenmerk komt tot uiting Kleur paars

Elk individu erft voor elk gen één allel van elke ouder. Elk individu geeft aan iedere nakomeling ook maar één allel door. Welk van de twee allelen dat is berust op toeval: Ieder individu heeft 50% kans op elk van de beide allelen van zijn ouders. Dominant en recessief heeft dus niets te maken met de kans dat een allel in de voortplantingscellen komt

Door deze willekeurige verdeling van de allelen kan berekend worden wat de kans is op bepaalde genotypes (en dus fenotypes) bij de nakomelingen Dit gebeurt door het maken van een kruisingstabel Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

P Generatie fenotype: genotype geslachtscellen: Purple flowers PP P White flowers pp p F 1 Generatie fenotype : genotype geslachtscellen : Purple flowers Pp 1 / 2 P 1 / 2 p F 2 Generatie P zaadcellen p P Eicellen PP Pp PP : Pp : pp 1 : 2 : 1 p Pp pp 3 1

Fig. 14-6 Fenotype Genotype Paars PP (homozygoot) 1 3 Paars Pp (heterozygoot) 2 Paars Pp (heterozygoot) 1 Wit pp (homozygoot) 1 Ratio 3:1 Ratio 1:2:1

Hoe kunnen we testen of een individu, met het dominante kenmerk hetero of homozygoot is? Zo n individu heeft minstens eenmaal het dominante allel, maar misschien ook eenmaal het recessieve Dit is op te lossen door een testkuising met een individu met de recessieve eigenschap uit te voeren? Met welke uitkomst kun je dan met zekerheid iets over het individu zeggen??? Wat is in dit geval het voordeel van het gebruik van organismen met veel nakomelingen per generatie?

Ingewikkeldere overerving: Sommige allelen zijn niet dominant of recessief, maar spelen allebei een even grote rol: co-dominant. In dit geval heeft een heterozygoot individu een fenotype dat tussen de beide homozygote varianten in ligt.

Als er meer dan twee allelen zijn voor een gen Bloedgroepen: I A, I B en i Hierdoor meerdere combinaties I A I A, en I A i zorgen beide voor fenotype bloedgroep A I B I B, en I B i zorgen beide voor fenotype bloedgroep B I A I B zorgt voor fenotype bloedgroep AB ii zorgt voor fenotype bloedgroep 0

Als het gen op een geslachtschromosoom X ligt. In dat geval hebben vrouwen twee allelen en mannen slechts één. Mannen zijn dus nooit heterozygoot voor X- chromosmale genen. Mannen krijgen hun X-chromosomale eigenschappen altijd van hun moeder Mannen geven hun X-chromosomale eigenschappen alleen maar door aan hun dochters

Dit betekent: Als een vrouw een recessieve X-chromosomale eigenschap heeft, krijgen al haar zonen die ook. X b X b * X B Y Geeft: X B X b en X b Y Als een man een dominante X-chromosomale eigenschap heeft dan krijgen al zijn dochters die ook Van een heterozygote vrouw heet een zoon dus altijd 50% kans op de dominante en 50% kans op de recessieve eigenschap. Bij een vader met de dominante eigenschap heeft de dochter in dat geval 0% kans op de recessieve eigenschap. Recessieve X-chromosomale eigenschappen komen dus meer bij mannen dan bij vrouwen voor.

Stambomen: Mannen :vierkantje Vrouwen rondje Hoe vind je wat dominant of recessief is? Eerst: Zoek ouders met dezelfde eigenschap met een kind met andere eigenschap hebben. Hiermee is het op te lossen Vast oorlelletje Los oorlelletje

Hypothese 1: Los is dominant: L voor los oorlelletje l voor vast oorlelletje Hypothese 2: Vast is dominant: L voor vast oorlelletje l voor los oorlelletje Ll Ll ll ll ll LL of Ll In dit geval moeten alle kinderen ook ll krijgen en dus dezelfde eigenschap hebben Conclusie: Los is dominant: DUS: als twee ouders met dezelfde eigenschap met een kind met andere eigenschap hebben dan is de eigenschap van het kind recessief

Stambomen: Ligt het gen op het X-chromosoom? We weten al: Los is dominant We weten ook: bij X-chromosomale eigenschappen krijgen alle dochters de eigenschap van de vader als die de dominante eigenschap heeft. En Als een vrouw een recessieve X-chromosomale eigenschap heeft, krijgen al haar zonen die ook. Is het dit oorlel-gen X-chromosomaal? Vast oorlelletje Los oorlelletje

Als een recessief allel een zeldzame erfelijke aandoening veroorzaakt, dan is de kans dat twee dragers elkaar tegenkomen en samen een kind krijgen klein. Huwelijken tussen familieleden verhoogt de kans dat beiden drager zijn en vergroot dus de kans op deze recessieve aandoening bij kinderen binnen zo n huwelijk

Sommige aandoeningen zijn dominant. Vaak ontstaan deze aandoeningen door mutaties Achondroplasia is een erfelijke vorm van dwerggroei

Dwerg Dd Ouders Normaal dd zaadcellen Eicellen d D Dd Dwerg d dd Normaal d Dd Dwerg dd Normaal Twee ouders van normale lengte krijgen een kind met deze vorm van dwergroei. Welke gebeurtenis is er opgetreden?

Foetus Vruchtwater punctie Welke mogelijkheden? Biochemisch: opsporen bekende mutaties in genen Placenta Karyogram Opsporen chromosoomafwijkingen, bijvoorbeeld syndroom van down Fetal cells Na een aantal uren Biochemiche tests Geslachtsbepaling (bijvoorbeeld voor Draagsters van Duchenne) enkele dagen (a) Vruchtwaterpunctie enkele dagen Karyogram

Placenta Foetus Isolatie van cellen uit de Vlokken placenta (wordt later placenta) Biochemichel tests Enkele uren Foetale cellen Karyogram (Vlokkentest enkele uren

George Arlene Sandra Tom Sam Wilma Ann Michael Daniel Alan Tina Carla Christopher