Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen



Vergelijkbare documenten
Hoofdstuk 2. De woordleestoetsen Engels en Frans in de brugklas

Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas Streefscores klas Streefscores klas 3...

Leestoetsen Engels en Frans onder de loep

Inhoudsopgave... 2 Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas Streefscores klas 2...

Scores en referentieniveaus... 3 Scores per leerjaar per toets... 3 Streefscores klas Streefscores klas Streefscores klas 3...

Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs

Automatisering van het lezen op woordniveau

Automatisering van het lezen op woordniveau

Schoolloopbanen middelbare scholieren Amsterdam. Lotje Cohen Merel van der Wouden Esther Jakobs

Samenvatting Leidse Monitor

NIO & 10 jaar aanvullend intelligentieonderzoek. Dr. H. van Dijk

Format Leerlingdossier Dyslexie

Toekomstgericht onderwijs. Schoolrapport eerste jaar Algemeen deel Maart 2017

Scores en referentieniveaus.. Scores per leerjaar per toets.. Streefscores klas 1 blz.3. Streefscores klas 2 blz.5. Streefscores klas 3 blz.

STREVEN NAAR FUNCTIONELE GELETTERDHEID: ZINVOL EN HAALBAAR. 1. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo

Format Leerlingdossier Dyslexie

Resultaten Brugklas. Tevredenheidonderzoek Inleiding

Verbanden 1. Doelgroep Verbanden 1

Bevorderingsnormen

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL H. HART

Uitgebreide toelichting van het meetinstrument. De Klepel. Review 1: E. Oosterlinck, N. Ramakers Review 2: M. Jungen Invoer: E.

Rapportage Eindresultaten 2014

Maximaal 2 II-scores. Cito LVS M8 niveau Vaardigheidsscore niveau Vaardigheidsscore

(Technisch) leesproblemen in het Frans. Landelijke Studiedag Levende Talen 2011 Ans van Berkel

NBS Boeimeer Jan Nieuwenhuijzenstraat RJ Breda

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie

Automatisering van het lezen op woordniveau

VERANTWOORDINGSTEKST Profielproduct KJKramer. 1. Inleiding

Protocol dyslexie Vechtstede College A. Verhulst Remedial Teacher

Dyslexieprotocol RSG

Toets DMT E3 DMT E4 Rekenen / Wiskunde E4 Begrijpend Lezen M6 Rekenen / Wiskunde E6

Automatisering van het lezen op woordniveau

De Plaatsingswijzer. Leeuwarden, 16 september 2010.

Nutsbasisschool Dirk van Veen Laan van Mecklenburg GD Breda

Bevorderingsreglement Onderbouw

BEVORDERINGSNORMEN ALLE LEERJAREN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK. Wessel Gansfortcollege Heerdenpad Afdeling vwo

Ouders van brugklasleerlingen met dyslexie worden in het begin van het schooljaar uitgenodigd voor een informatieavond Dyslexie op het UC H/V.

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Statistiek met Excel. Schoolexamen en Uitbreidingsopdrachten. Dit materiaal is gemaakt binnen de Leergang Wiskunde schooljaar 2013/14

Dyslexieprotocol. Stafbeleidsdocument. Scholengemeenschap, voor onderwijs dat zin geeft, voor vmbo havo atheneum gymnasium

Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer Datum schoolbezoek Rapport vastgesteld te Utrecht op

Psychometrische kanttekeningen bij de onderzoeken van Bosman en Schraven

Dyslexieprotocol Cambium College

Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken en de vorderingen van uw kind te volgen, nemen wij in iedere groep niet-methode gebonden toetsen af.

Berekening en correctie indicatoren leerresultaten

2 Wettelijke kaders m.b.t. het verlenen van ontheffing voor één der twee moderne vreemde talen Frans of Duits in het tweede leerjaar

CvE-bijlage bij rapportage invoering centrale toetsing en examinering referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen

Neem er even de tijd voor!

CTC Procedure voor aanmelding en toelating voor het schooljaar

Zorg voor onze kinderen

Product Informatie Blad - Taaltoets

Samenvatting en conclusies

TOETSKALENDER VOOR GROEP 5

Protocol vrijstelling van onderwijs in één der drie moderne vreemde talen Frans, Duits of Spaans

Flitsend Spellen en Lezen 1

BELEEF HET ASSINK OM THUIS NA TE LEZEN

Protocol Dyslexie Gerrit Rietveld College. oktober 2012

Leerlingen met dyslexie krijgen een dyslexiepasje. Voor elke leerling stelt de school een handelingsplan op.

Dyslexieprotocol Missie Doelgroep Leerlingen met een dyslexieverklaring Signalering Het wonderlijke weer. : Hoe gevaarlijk is een tekenbeet?

Rapportage Eindresultaten 2013

Basisschooladviezen en etniciteit Onderzoeksverslag, 29 januari 2007

Protocol dyslexie Chr. College Groevenbeek. 1a. Doel en uitgangspunten van het dyslexiebeleid op Groevenbeek

Naam notitie/afspraak/procedure Bevorderingsnormen Citadel College

Woordkennis als onderdeel van taaldiagnostisch onderzoek

Resultaten kim-versie van Veilig leren lezen blijven overtreffen

Document Opbrengsten Gereformeerde Basisschool Benjamin

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Rekenen met de procentenstrook

Toelichting Ankeronderzoek met Referentiesets. Ankeronderzoek. Beschrijving ankeronderzoek. Saskia Wools & Anton Béguin, Cito 2014

Uitleg van de figuren PO 1

Onder- en overadvisering in beeld 2006/ /2009 Gemeente Helmond

BELEEF HET ASSINK. Locatie Bouwmeester OM THUIS NA TE LEZEN

Informatieavond WELKOM. 23 januari 2018

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE ARK

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

Onderzoek eindadviezen werkers WP BO die doorstromen naar WP VO

Verslag opbrengsten technisch lezen

Bevorderingsrichtlijnen

Flitsend Spellen en Lezen 3

Doorstroom naar voortgezet onderwijs

Richtlijn Omgaan met doublures bij de screening voor toegang tot vergoede dyslexiezorg

Drentse Onderwijsmonitor

Bevorderingsnormen onderbouw

Richtlijn Omgaan met doublures bij de screening voor toegang tot vergoede dyslexiezorg

PLD de Spindel, bijlage 4

OVERGANGSNORMEN JUNIOR STUDIEHUIS (T-Havo/Vwo leerjaar 1 2)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VERIFICATIEONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS. osb De Wissel

Tevredenheidonderzoek

Aan: Ouders/verzorgers/leerlingen van Almere College Kampen Van: Rein Westrik Betreft: Overgangsnormen vmbo, havo, vwo

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL CANADA

Flitsend Spellen en Lezen 1

Achtergrondinformatie dyslexieonderzoek in groep 7 basisschool

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Taalresultaten Giessenlanden. Toetsresultaten basisscholen en

OVERGANGSNORMEN EN SLAAG-/ZAKREGELING LOCATIE VEENSEWEG

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Procedure schooladvies VO Basisschool St. Dionysius

Transcriptie:

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen Inleiding In de voorgaande twee hoofdstukken hebben wij de nieuwe woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. kritisch onder de loep genomen. Uit ons onderzoek bleek dat voor het vaststellen van de ernst van de leesproblemen in het en bij brugklassers toetsen met e en e leenwoorden te verkiezen zijn boven deze toetsen. In dit hoofdstuk doen we verslag van onderzoek met een aantal dyslectische leerlingen. Omdat zij bij uitstek de doelgroep van de toetsen zijn, wilden we zien hoe deze groep het er bij de nieuwe toetsen vanaf zou brengen en ook specifiek voor deze groep leerlingen nagaan of de nieuwe toetsen niet vervangen zouden kunnen worden door toetsen met leenwoorden. In de brugklassen die wij onderzochten, zaten in totaal zes dyslectische leerlingen. Evelyn Wiers heeft in haar RT-praktijk veelvuldig te maken met dyslectische leerlingen uit de brugklas en hogere leerjaren die worstelen met en/of. De toetsen zijn afgenomen bij 25 leerlingen uit deze RT-praktijk. Van één leerling zijn de scores niet verwerkt, omdat zij op een aantal toetsen zeer veel hoger scoorde dan de jaargenoten, wat niet zo verwonderlijk is, omdat zij slechts licht dyslectisch is. Hoewel de woordleestoetsen en en de op het moment van ons onderzoek alleen voor de brugklas waren genormeerd, hebben we deze toetsen toch bij de oudere leerlingen afgenomen. Ook de EMT-A en de Klepel- A werden afgenomen, eveneens toetsen waarvoor, behalve voor de leerlingen van leerjaar 4 1, geen normering voorhanden is. Deze leerlingen kregen bovendien de voorgeschoteld. Voor de bespreking van de resultaten hebben we de leerlingen in drie groepen verdeeld. De leerlingen van de brugklas zijn apart genomen, omdat de toetsen voor dit niveau genormeerd zijn. De overige leerlingen zijn verdeeld in twee groepen: de leerlingen van het tweede leerjaar samen en de leerlingen van de hogere leerjaren samen. Wij hebben geen rekening gehouden met de verschillende schooltypen die de leerlingen bezoeken. 2 Resultaten In tabel 1 zijn de gemiddelde scores te vinden; de standaarddeviaties staan tussen haakjes. Ook worden het minimum- en maximumaantal goed gelezen woorden vermeld. Bij de vijf dyslectische leerlingen van het eerste leerjaar uit de RT-praktijk zijn de zes dyslectische leerlingen uit de onderzochte brugklassen gevoegd. Vijf leerlingen uit de hogere leerjaren hebben wel de, maar niet de e woordleestoets gedaan, omdat ze al langere tijd geen hadden gehad of dit vak nooit hadden gevolgd. 1 Te vinden in Kleijnen e.a. 2008, 125 e.v. 2 De leerlingen van de RT-Praktijk waren als volgt over de leerjaren en schooltypen verdeeld (het aantal leerlingen staat tussen haakjes): vwo 1 (2), havo/vwo 1 (2), vmbo-t/havo 1 (1), vwo 2 (1); havo/vwo 2 (3), havo 2 (2), vmbo-t 2 (1), havo 3 (4), vmbo-t 3 (1), vmbo-k 3 (1), vwo 4 (2), havo 4 (1), vmbo-t 4 (2), vmbo-b 4 (1), havo 5 (1).

leerjaar EMT-A Klepel-A woordleestoets brugklas (n=11) woordleestoets gemiddeld (sd) 71.5 (12.6) 58.3 (17.7) 50.9 (7.1) 19.2 (7.3) 57.5 (9.8) 45.5 (14.7) minimum/ maximum 42 / 87 26 / 80 41 / 62 6 / 30 38 / 74 21 / 64 2 (n=7) gemiddeld (sd) 75 (11.4) 59.6 (18.5) 54.3 (5.8) 29.3 (12.5) 63.7 (10.4) 47 (10.2) minimum/ maximum 54 / 87 43 / 96 46 / 64 16 / 53 49 / 76 39 / 65 3 en hoger gemiddeld (sd) 69.7 (16) 50.2 (21.7) 52.8 (11.4) 34 (9.7) 57.5 (18.5) 49 (18.7) (n=12 / 7) minimum/ maximum 38 / 94 16 / 87 25 / 69 23 / 48 19 / 77 14 / 68 Tabel 1. Aantal goed gelezen woorden door de dyslectische leerlingen uit verschillende leerjaren. Wij hebben ons afgevraagd of dyslectische leerlingen die meer ervaring hebben met en, ook beter scoren dan de brugklassers. Daartoe hebben we de leerlingen uit de opeenvolgende leerjaren met elkaar vergeleken. Er blijkt niet alleen geen statistisch significant verschil tussen de leerjaren op de EMT of op de Klepel, maar ook niet op de woordleestoets en de en en. 3 Hoewel we in dit onderzoek te maken hebben met relatief kleine groepen, en we daarom voorzichtig moeten zijn met conclusies, vinden we dit resultaat op zich alarmerend. Ook na een aantal jaren onderwijs worden er geen betere resultaten behaald op de afgenomen toetsen. Daarbij moeten we ons wel realiseren dat het hier om toetsen op woordniveau gaat, waarmee de leesproblemen van deze leerlingen in alle hevigheid blootgelegd worden. Er zijn alleen verschillen tussen de leerjaren bij de woordleestoets. De leerlingen uit leerjaar 3 en hoger blijken op deze toets een hogere score te hebben behaald dan de leerlingen uit leerjaar 1. 4 De score van leerjaar 2 is statistisch niet verschillend van de score van beide andere groepen. De jongste leerlingen lezen gemiddeld 19 woorden correct in één minuut, de oudste leerlingen 34, wat nog steeds niet veel is vergeleken met de scores op de woordleestoets. Vergelijking met de niet-dyslectische leerlingen Behalve op de woordleestoets verschillen de resultaten van de dyslectische leerlingen uit de opeenvolgende leerjaren dus niet. Op deze toets na kunnen de dyslectische leerlingen daarom als één groep worden beschouwd. In tabel 2 staan de gemiddelde scores van de niet-dyslectische en de dyslectische leerlingen vermeld, met tussen haakjes de standaarddeviaties. De niet-dyslectische leerlingen komen allen uit de brugklas, de dyslectische leerlingen komen, zoals gezegd, uit diverse leerjaren. 3 Brus: F (2,29) = 0.33, p = 0.72; Klepel: F (2,29) = 0.71, p = 0.50; woordleestoets : F (2,29) = 0.32, p = 0.73; leenwoorden : F (2,29) = 0.53, p = 0.60; leenwoorden : F (2,29) = 0.15, p = 0.86. 4 Woordleestoets : F (2,24) = 5.61, p < 0.025. Vergelijking tussen de groepen onderling met behulp van post hoc Tukey. 2

EMT-A Klepel-A woordleestoets niet-dyslectisch (n=43) 83.7 (11.9) 78.5 (20.3) 56.4 (9.9) 66.7 (14) 58.7 (13.3) dyslectisch (n=30) 71.6 (13.5) 55.3 (19.4) 52.5 (8.7) 58.9 (13.9) 47.2 (15.2) Tabel 2. Resultaten van de dyslectische en niet-dyslectische leerlingen. Zoals te verwachten was, verschillen de scores op de EMT en de Klepel. 5 De scores op de woordleestoets laten echter geen verschillen zien. 6 Betekent dit nu dat de dyslectische leerlingen net zo goed in staat zijn om in het te lezen als de niet-dyslectische leerlingen? Die conclusie lijkt voorbarig, want de scores op de e laten wel degelijk verschillen zien tussen de dyslecten en niet-dyslecten. 7 Datzelfde geldt voor de. Dat de dyslectische en niet-dyslectische leerlingen op de woordleestoets dezelfde scores laten zien, wordt volgens ons veroorzaakt door de uiterst matige kwaliteit van de woordleestoets : deze toets meet simpelweg niet wat hij geacht wordt te meten. Leenwoordtoetsen In hoofdstuk 2 is geconcludeerd dat de woordleestoetsen en vervangen zouden kunnen worden door toetsen met e en e leenwoorden. Onze conclusie was onder meer gebaseerd op de correlaties tussen de woordleestoetsen en en de toetsen met leenwoorden, die hoger bleken te liggen dan.80. Er is nog een andere reden om de voorkeur te geven aan de leenwoordtoetsen. Voor de leerlingen van de RT-praktijk bleken de woordleestoetsen en vrijwel zonder uitzondering een heel belastende taak, veel meer dan de toetsen met leenwoorden. Deze leerlingen hadden bij de nieuwe woordleestoetsen en de ervaring dat zij het heel slecht deden. Over dit aspect moet niet te licht worden gedacht. Een zo duidelijk merkbare confrontatie met het onvermogen e en e woorden correct en in tempo op te lezen, kan al gauw leiden tot een fikse deuk in het vaak al niet erg grote zelfvertrouwen van deze leerlingen. De woordleestoetsen en zijn bedoeld voor nader onderzoek van leerlingen die in het Nederlands risicolezers zijn. Daarom is het juist voor die risicolezers van belang om een alternatief voor deze woordleestoetsen te vinden. Net zoals in het onderzoek van de brugklassers hebben wij voor de scores van de dyslectische leerlingen op de verschillende toetsen de correlaties berekend. Deze zijn te lezen in tabel 3. Bij deze berekeningen zijn alle dyslectische leerlingen samen weer als één groep zijn beschouwd, omdat de scores tussen de leerjaren niet verschilden. De e woordleestoets is ook hier echter niet meegenomen in de berekeningen, omdat op die taak de resultaten van de dyslectische leerlingen van opeenvolgende leerjaren onderling verschilden en dus niet als één groep beschouwd konden worden. Alle correlaties zijn significant op 0.01 niveau. 5 EMT: t = 4.1, df = 71, p < 0.01; Klepel: t = 4.9, df = 71, p <0.01. 6 Woordleestoets : t = 1.74, df = 71, p = 0.09. 7 Leenwoordentoets : t = 2.35, df = 71, p < 0.025, : t = 3.41, df = 71, p < 0.01. 3

EMT-A Klepel-A woordleestoets EMT-A 1.66.54.84.76 Klepel-A.66 1.64.66.57 woordleestoets.54.64 1.81.69.84.66.81 1.85.76.57.69.85 1 Tabel 3. Correlaties tussen de leestoetsen op grond van de resultaten van de dyslectische leerlingen. Net zoals werd geconstateerd in hoofdstuk 2 naar aanleiding van de correlaties tussen de leestoetsen die wij berekenden op grond van de resultaten van de onderzochte brugklasleerlingen, blijkt de woordleestoets hoog te correleren met de (.81). Dat betekent dus dat in plaats van de woordleestoets, net zo goed de toets met e leenwoorden kan worden afgenomen. De correlatie van de woordleestoets met de andere toetsen kon op deze manier niet berekend worden. We hebben echter tot nu toe moeten vaststellen dat er aan de e woordleestoets nogal wat bezwaren kleven. Het lijkt ons daarom aan te bevelen de toets met e leenwoorden te gebruiken in plaats van de woordleestoets. Dat lijkt des te meer voor de hand te liggen, omdat ook hier blijkt dat beide en hoog correleren (.85). Opmerkelijk is overigens dat de nu ook hoog correleert met de EMT (.84). De verklaring hiervoor zou in de leeftijd van de meeste dyslectische leerlingen uit ons onderzoek kunnen liggen. De EMT is immers in feite een toets voor de basisschoolleeftijd, waardoor de woorden voor deze oudere leerlingen zeker vrij makkelijk zullen zijn en sneller direct worden herkend. Conclusie In dit en de vorige twee hoofdstukken zijn de in 2008 verschenen woordleestoetsen en beoordeeld. Hoewel de makers van de toetsen aangeven dat het om hoogfrequente woorden gaat die afkomstig zijn uit de leergangen, blijkt dat maar zeer ten dele het geval. Dat betekent dat er nogal wat woorden in de toetsen voorkomen die de leerlingen niet kennen. Ook blijkt uit onze analyse dat de gekozen woorden niet altijd voldoen aan de door de makers opgestelde criteria om verwarring tussen talen te voorkomen. Eigenlijk verbaast het ons niet dat uit de toetstechnische gegevens in de handleiding blijkt dat risicoleerlingen met deze toetsen slechts ten dele kans hebben om inderdaad als zodanig opgespoord te worden. De woordleestoetsen en worden gepresenteerd als decodeertoetsen. Omdat leerlingen de teken-klankkoppelingsregels in het en niet systematisch worden aangeboden en leerlingen dus ook niet of nauwelijks over dergelijke kennis beschikken, is het de vraag of de toetsen inderdaad decodeervaardigheid meten. Ons uitgangspunt is dat in de praktijk niet decoderen, maar inprenten de basisvaardigheid is om te leren lezen in een vreemde taal. Je leert in een vreemde taal lezen op dezelfde manier waarop je e en e leenwoorden leert lezen. Wanneer je van zo n woord de betekenis en uitspraak kent en je hebt het een paar keer gezien, dan zul je het in het vervolg herkennen, ook als je niet precies weet hoe de letters met de klanken samenhangen. De scores op de woordleestoetsen zijn ons inziens dan ook niet gebaseerd op decoderen, maar op herkenning van de woorden. Dat de scores, zeker bij de woordleestoets, 4

relatief laag zijn, ligt dan ook aan het feit dat vele woorden in de toetsen onbekend zullen zijn. Woorden die je niet kent, kun je ook niet herkennen. Omdat wij inprenting als de centrale vaardigheid beschouwen om in het en te leren lezen, hebben we gezocht naar een instrument om brugklassers daarop te toetsen. Wij denken een goede mogelijkheid gevonden te hebben door woordlijsten met e en e leenwoorden op te laten lezen. De toets met e leenwoorden is een bestaande toets (zie voor de gegevens hoofdstuk 2), de toets met e leenwoorden is door ons ontwikkeld. Wij hebben erop toegezien dat het om bekende leenwoorden gaat. Beide toetsen met leenwoorden zijn samen met de woordleestoetsen en afgenomen bij twee brugklassen, waaronder 6 dyslectici, en 25 dyslectische leerlingen van verschillende leerjaren uit de RT-praktijk van één van de auteurs. Bovendien werden de EMT en de Klepel afgenomen. Over de hele linie presteerden de leerlingen aanmerkelijk beter op de en dan op de woordleestoetsen en. Bovendien bleek in de brugklas dat de en hoog correleerden met de woordleestoetsen (>.80), waardoor wij ons gesterkt voelen in onze aanname dat het bij het lezen in een vreemde taal om directe woordherkenning en niet om decoderen gaat. De prestaties van de dyslectici vertoonden in het hetzelfde beeld. Voor kon dit niet worden vastgesteld, voornamelijk omdat de prestaties op de leeswoordentoets in de eerste twee leerjaren bedroevend waren. Onze conclusie luidt dat voor het signaleren van leerlingen die het risico lopen op leesproblemen in het en het, toetsen met leenwoorden de voorkeur verdienen boven de woordleestoetsen en van Kleijnen e.a. De is voor het begin van de brugklas genormeerd en is gratis te downloaden op www.muiswerk.nl > Voortgezet Onderwijs > Kennishoek > Leenwoordentest. Het zou volgens ons zinvol zijn als er ook voor begin groep 8 een normering voorhanden was, zodat bij gebleken achterstand leerlingen beter op het lezen van in de brugklas voorbereid zouden kunnen worden. Op de website van Muiswerk worden gebruikers van de leenwoordentest in de brugklas gevraagd om de gegevens op te sturen naar Muiswerk, zodat deze gebruikt kunnen worden om de normering nog betrouwbaarder te maken. Muiswerk is bereid ook een normering te verzorgen voor de basisschool, wanneer zich voldoende scholen hebben aangemeld. De link is te vinden op www.muiswerk.nl > basisschool > kennishoek > leenwoordentest. 5