Jaarverslag Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds

Vergelijkbare documenten
HALFJAARBERICHT 2015 BNG VERMOGENSBEHEER B.V.

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

Halfjaarbericht BNG Vermogensbeheer B.V.

2.4 Paragraaf 4 Financiering en beleggingen

Halfjaarverslag Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds. (Subfonds van paraplufonds BNG Kapitaalmarkt Fonds)

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2010

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

Rotterdams Vastgoedfonds I CV. Halfjaarcijfers 2011

Rotterdams Vastgoedfonds VI CV. Halfjaarcijfers 2010

SynVest Beleggingsfondsen nv. Halfjaarcijfers Bestuursverslag Verslag directie 2

IBUS FONDSEN BEHEER B.V. JAARVERSLAG Krijgsman 6 - Postbus LA AMSTELVEEN Telefoon Fax

IBUS Fondsen Beheer B.V. Jaarverslag 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

Jaarverslag BNG Fido Optimaalselect

Rotterdams Vastgoedfonds I C.V. gevestigd to Rotterdam. Financieel verslag over het boekjaar /

BNP Paribas Fund IV -BNP Paribas Rente Gigant Garantie Fonds II

Fundament Bond Fund. Halfjaarverslag. over de periode 1 januari 2011 tot en met 30 juni 2011

OVMK Paraplufonds Gouda

Rotterdams Vastgoed Fonds III C.V. gevestigd to Rotterdam. Financieel verslag over het boekjaar /

BNP Paribas Garantie Fondsen besloten fondsen voor gemene rekening

Beleggingsverslag. 1 januari 2017 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

Beleggingsverslag. 31 december 2015 tot en met 31 december Aegon Levensverzekeringen NV inzake toeslagen Loodswezen

OVMK Paraplufonds Gouda

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Fountain Umbrella Fund

STICHTING DEPOSITARY QUANTRUST MACRO FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2013

Halfjaarverslag 2009 BNG CAPITAL MANAGEMENT B.V.

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2017

Halfjaarcijfers per 30 juni 2010

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

J A A R STUKKEN Pertax BV Ede

Tussentijds bericht Staalbankiers Beleggingsfondsen Beheer B.V. per

Halfjaarbericht Bright LifeCycle Fonds

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016

AANVULLEND PROSPECTUS. BNG Kapitaalmarkt Fonds BNG APPA Fonds. juli 2014

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Bond Fund

BEWAARDER RE WONINGFONDS IV BV DIRECTIEVERSLAG 2016

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Financiële bijsluiter ASR Euro Bedrijfsobligatie Fonds Subfonds van ASR Beleggingsfondsen

Financiële bijsluiter ASR Geldmarkt Fonds Subfonds van ASR Beleggingsfondsen

Stichting Homburg MediArena Amsterdam Jaarrapport 2010

American Value Fund. Halfjaarverslag. over de periode 5 november 2009 (datum van oprichting) tot en met 30 juni 2010

Stichting Fondsenbeheer Spoorwegmuseum. Jaarrapport 2015

JAARVERSLAG 2017 STICHTING WINKELFONDS DUITSLAND 14

Supplement J Think iboxx AAA-AA Government Bond Tracker

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Vinc Vastgoed Management I B.V. gevestigd te Rotterdam

Stichting Winkelfonds Duitsland 10. Flight Forum DD EINDHOVEN. Jaarverslag 2016

ASR KAPITAALMARKTFONDS. Aanvullend prospectus. ASR Kapitaalmarkt Fonds Onderwijs Fonds. Januari 2017

JAARVERSLAG 2017 STICHTING PARKING FUND NEDERLAND V

Halfjaarcijfers Add Value Fund Management B.V. Johannes Vermeerstraat DR Amsterdam. Tel: Fax:

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

AANVULLEND PROSPECTUS. BNG Kapitaalmarkt Fonds BNG Government Bond Fonds. juli 2014

Halfjaarcijfers per 30 juni 2011

TG Fund Management B.V. Amsterdam

Halfjaarcijfers per 30 juni 2015

HALFJAARVERSLAG Over de periode 1 januari 2017 tot en met 30 juni Finles Multi Strategy Hedge Fund I.L.

JAARVERSLAG 2018 STICHTING PARKING FUND NEDERLAND V

CONCEPT. Stichting Rijksherbariumfonds dr. E. Kits van Waveren. te Leiden. Rapport inzake de jaarrekening Geen accountantscontrole toegepast

STICHTING BEWAARDER COMMODITY DISCOVERY FUND AMERSFOORT JAARREKENING 2014

Jaarverslag Stichting Optimix Beleggersgiro 2013

BEWAARDER RE WONINGFONDS VI BV DIRECTIEVERSLAG 2015

Triodos Cultuurfonds (in liquidatie)

BNG Deposito Fonds Vaste Looptijd Tranches

Jaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV

Algemene informatie 3. Verslag van de beheerder 4. Jaarrekening 6. Balans per 31 december Winst- en verliesrekening over

JAARVERSLAG 2017 STICHTING RESIDENTIAL FUND DE LODEWIJK

Halfjaarverslag BNG Financial Bond Fonds. (Subfonds van paraplufonds BNG Kapitaalmarkt Fonds)

Halfjaarcijfers per 30 juni 2012

HOLLAND IMMO GROUP INSINGER DE BEAUFORT BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

Stichting Parking Fund Nederland V. Flight Forum DD EINDHOVEN. Jaarverslag 2016

HOLLAND IMMO GROUP BEHEER B.V. TE EINDHOVEN. Halfjaarcijfers per 30 juni Geen accountantscontrole toegepast

ABN AMRO Basic Funds N.V. Jaarrekening 2013

JAARVERSLAG 2017 STICHTING IMMO HUURWONINGFONDS NEDERLAND

Halfjaarcijfers per 30 juni 2014

JAARVERSLAG 2018 STICHTING PARKING FUND NEDERLAND IV

PUBLICATIESTUKKEN 2013 VAN OSTRICA B.V. TE AMSTERDAM

HALFJAARBERICHT 2014 BNG VERMOGENSBEHEER B.V.

Halfjaarverslag BNG Fido Kapitaalmarktselect. BNG Fido Geldmarktselect

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Tussentijdse cijfers / voor publicatiedoeleinden. van Ostrica B.V. te Amsterdam

Publicatierapport 2017

TG Fund Management B.V. Amsterdam

Tussentijdse cijfers / voor publikatiedoeleinden. van Ostrica B.V. te Amsterdam

Halfjaarverslag BNG Deposito Fonds. (voorheen: BNG Fido Geldmarktselect)

Eagle Fund Beheer B.V.

JAARREKENING 2012 ROM-D HOLDING NV

Publicatiestukken van Ostrica B.V. te Amsterdam

MPC PRIVATE EQUITYFONDS

NE-iT Automatisering B.V. De Tienden 26c 5674 TB Nuenen. Publicatierapport 2016

Stichting Parking Fund Nederland IV. Flight Forum DD EINDHOVEN. Jaarverslag 2015/2016

JAARSTUKKEN 2017 ROM-D HOLDING NV

Halfjaarverslag BNG Fido Kapitaalmarktselect. BNG Fido Geldmarktselect

Jaarverslag BNG Fido Optimaalselect

Transcriptie:

Jaarverslag 2013 Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds

2

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 3 Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds (fonds voor gemene rekening) Beheerder BNG Vermogensbeheer B.V. Bezoekadres: Postadres: Koninginnegracht 2 Postbus 16450 2514 AA Den Haag 2500 BL Den Haag Tel.: 070 3750245 Fax: 070 3750929 Website: www.bngvermogensbeheer.nl Bewaarder Stichting ITS Bewaarder Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds Adres: Postadres: Storkstraat 15a-15b Storkstraat 15a-15b 3833 LB Leusden 3833 LB Leusden Accountant Deloitte Accountants B.V. Orlyplein 10 1043 DP Amsterdam Dit document dient alleen ter informatie en biedt onvoldoende basis voor een eventuele beleggingsbeslissing. U wordt geadviseerd om de fondsvoorwaarden te lezen en een beleggingsadviseur te raadplegen alvorens een beleggingsbeslissing te nemen. De fondsvoorwaarden van de beleggingsinstellingen zijn kosteloos verkrijgbaar bij de beheerder op bovengenoemd adres. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De behaalde resultaten van elke belegging worden beïnvloed door gemaakte (transactie)kosten. De beleggingsinstelling is bedoeld voor belegging op middellange tot lange termijn. Beleggen bij wie en in welke vorm dan ook brengt financiële risico s mee. Door te beleggen in een beleggingsinstelling kunt u vermogenswinst behalen maar het is ook mogelijk dat u verlies lijdt.

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 4 INHOUDSOPGAVE Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds 05 Verslag van de beheerder 06 Beleggingen 12 Jaarrekening 13 Balans 14 Winst- en verliesrekening 15 Kasstroomoverzicht 16 Toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening 17 Overige gegevens 29 Belangen van de directie van de beheerder 29 Resultaat over het boekjaar 29 Periodieke uitkering 29 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 29

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 5 JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS

Verslag van de beheerder JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 6 Kerncijfers (x 1.000) 2013 2011/2012 16 september 2011 t/m 31 december 2012 Beleggingen 15.607 15.245 Vorderingen 316 306 Overige activa 10 14 Liquiditeiten 217 816 Kortlopende schulden (12) (228) Fondsvermogen 16.138 16.153 Totaal bedrijfsopbrengsten 358 836 Lasten (68) (83) Resultaat 290 753 Aantal participaties: 14.934.951,99 15.231.541,96 Intrinsieke waarde per participatie: 1,080498 1,060491 Beleggingsresultaat per participatie 2013 2011/2012 Beleggingsrendement 1,90% 6,04% waarvan: Inkomsten 3,53% 3,43% Waarderveranderingen -1,22% 3,27% Kosten -0,41% -0,66% Resultaten Het Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds is op 16 september 2011 van start gegaan. De beleggingsdoelstelling van het Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds is erop gericht om risicogewogen een zo hoog mogelijk rendement te behalen. Hierbij staat een zorgvuldige selectie van obligaties, gebaseerd op een fundamentele macro-economische analyse, ondersteund door kwantitatieve analyses, centraal. Hierbij geldt dat wordt belegd in vastrentende waarden of afgeleide instrumenten daarvan, die voldoen aan de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010 van OC&W. Het Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds behaalde in 2013 een rendement na aftrek van kosten van 1,90%. De stijging van de marktrente had een negatief effect op de waardeontwikkeling van het fonds. Daarentegen hadden de fors gedaalde risico-opslagen van staatsobligaties uit de periferie een positieve effect op de waardeontwikkeling. Ook de daling van de risico-opslagen van financiële instellingen had een positief effect op het rendement. De gemiddelde looptijd van de portefeuille lag heel 2013 aan de onderkant van de bandbreedte van 1 tot 3 jaar. Dit vanwege de visie dat de rentes op de kapitaalmarkt zouden gaan stijgen. Door de relatief lage duration bleven de koersverliezen door de rentestijging beperkt. Om toch te kunnen profiteren van de risicoopslagen was de portefeuille voor gemiddeld 80% belegd in obligaties met een looptijd langer dan 1 jaar. Ter beperking van het bijbehorende renterisico zijn er futures op Duitse staatsobligaties verkocht. Het fondsvermogen kwam ultimo december 2013 uit op 16,1 miljoen.

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 7 Marktomstandigheden De rentes op de kapitaalmarkt van de eurozone zijn in 2013 gestegen. Zo is de 10-jaars swaprente met ca. 60 basispunten (0,6 procentpunt) toegenomen tot het niveau van 2,16%. Korte kapitaalmarktrentes en geldmarktrentes zijn minder gestegen. Het 3-maands euribortarief is bijvoorbeeld met 10 basispunten toegenomen, tot het niveau van 0,29%. De rentecurve is steiler geworden. In 2013 is de kans op een goede afloop van de Europese schuldencrisis verder toegenomen. De renteverschillen van de landen uit de periferie van de eurozone ten opzichte van Duitsland, dat in de markt als het meest veilige land wordt gezien, zijn het afgelopen jaar sterk afgenomen. Er was positief nieuws over diverse perifere landen. Zo won in Italië de regering van premier Letta, die aan het bezuinigen en hervormen is, een cruciale vertrouwensstemming en werd Berlusconi uit de senaat gezet. Ierland kreeg de laatste betaling aan noodhulp uitgekeerd en Spanje voldeed eveneens aan de ei- sen om het hulpprogramma van de EU, de ECB en het IMF te beëindigen. Het land lag in 2012 nog zwaar onder druk op de financiële marken, maar het afgelopen jaar klom het uit een recessie dankzij een strak bezuinigings- en hervormingsprogramma. De bankensector werd geherkapitaliseerd. Probleembank Bankia, die in 2012 nog vele miljarden verlies maakte, liet weer winst zien. De kredietbeoordelaars pasten hun oordeel over het vooruitzicht voor de rating van Spanje naar boven toe bij. Beleggers kregen meer vertrouwen in de financierbaarheid van de Spaanse overheidsschuld. De spread van 10-jaars staatsobligaties ten op van Duitsland daalde van ca. 390 tot ca. 220 basispunten. Als gevolg van de verbeterde economische cijfers namen in het kielzog van de kleinere renteverschillen tussen landen ook de creditspreads van Europese financiële instellingen af. De gemiddelde opslag boven staatsleningen van 5-jaars obligaties van senior AA-debiteuren daalde van ca. 110 tot nog geen 50 basispunten. Figuur 1. Rentecurve (euro swap) Rentecurve (effectief rendement euro swap) 2,75 2,50 2,25 2,00 1,75 1,50 % 1,25 1,00 0,75 0,50 0,25 0,00 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 jaar 31-dec-12 31-dec-13

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 8 Figuur 2. Creditspreads voor de financiële sector versus staatsrente, 5-jaars Credit spreads versus Staatsobligaties (5-jaars looptijden) 2,25 2,00 1,75 1,50 1,25 % 1,00 0,75 0,50 0,25 0,00 Jun-08 Sep-08 Dec-08 Mar-09 Jun-09 Sep-09 Dec-09 Mar-10 Jun-10 Sep-10 Dec-10 Mar-11 Jun-11 Sep-11 Dec-11 Mar-12 Jun-12 Sep-12 Dec-12 Mar-13 Jun-13 Sep-13 Dec-13 Banken AAA 5-jaars Banken AA 5-jaars Swap 5-jaars Figuur 3. Landenspreads ten opzichte van Duitsland, 10-jaars 10 jaars landenspreads vs. Duitsland 16,00 15,00 14,00 13,00 12,00 11,00 10,00 9,00 8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00 Sep-09 Dec-09 Mar-10 Jun-10 Sep-10 Dec-10 Mar-11 Jun-11 Sep-11 Dec-11 Mar-12 Jun-12 Sep-12 Dec-12 Mar-13 Jun-13 Sep-13 Dec-13 Spanje Italie Portugal

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 9 Economische omgeving De wereldeconomie nam in 2013 in kracht toe. In Azië was het beeld wat betreft China wisselend, maar in Japan wierp een groeibevorderend monetair beleid vruchten af. Er kwamen daar sterke macro-economische cijfers uit en de inflatie liep op tot 1,5% per jaar, wat het hoogste percentage sinds oktober 2008 was. In de Verenigde Staten (VS) waren de macroeconomische data het afgelopen jaar overwegend positief. Het aantal banen nam toe en de werkloosheid daalde tot 6,7% van de beroepsbevolking; het laagste niveau sinds november 2008. Het herstel van de huizenmarkt zette door, met stijgende woningverkopen, bouwaanvragen en huizenprijzen. Het producentenen het consumentenvertrouwen namen toe. Hetzelfde gold voor de groei van de industriële productie. De consumentenbestedingen bleven op peil. De belangrijkste tegenvaller was de afname van de groei van de persoonlijke inkomens. De Federal Reserve (Fed), de centrale bank van de VS, kondigde aan te gaan starten met het terugschroeven van het tempo van aankopen van obligaties ( tapering ). Fed-voorzitter Bernanke meldde wel dat de rente mogelijk nog lang laag zal blijven, zelfs als de werkloosheid tot onder de 6,5% zal zijn gezakt. In de eurozone was sprake van enig economisch herstel, na een lange periode van negatieve groei. De detailhandelsverkopen en de industriële productie veerden op. Vooruitlopende indicatoren als het consumenten- en het producentenvertrouwen stegen ook. De werkloosheid stabiliseerde op het nog altijd hoge niveau van rond de 12%. In mei en in november verlaagde de ECB haar belangrijkste rentetarief, de zogenaamde refirente, met in totaal 50 basispunten tot 0,25%. Het depositotarief, waartegen banken hun overtollige middelen bij de ECB kunnen stallen, bleef staan op 0,00%. De centrale bank gaat uit van een verdere verbetering van de economie, maar voorzitter Draghi vertelde dat de ECB zo lang als nodig is een ruim monetair beleid zal voeren en bereid is nadere actie te ondernemen als de economische omstandigheden mochten verslechteren. De inflatie bleef wereldwijd beperkt. In de VS daalde de consumentenprijsinflatie van 1,7% tot 1,5% op jaarbasis. De Amerikaanse kerninflatie (geschoond voor voedsel- en energieprijzen) daalde van 1,9% tot 1,7%. In de eurozone nam de inflatie sterker af; van 2,2% tot 0,8%. De kerninflatie daalde hier van 1,5% tot 0,7%. Figuur 4. Inflatie EMU versus olieprijsontwikkeling Inflatie en kerninflatie E.M.U (% jaar-op-jaar, linker schaal) en olieprijs (in euro's, rechter schaal) 4 3,6 100 90 3,2 80 2,8 2,4 2 1,6 1,2 70 60 50 40 Kerninflatie Inflatie Olieprijs in euro's 0,8 0,4 0-0,4 30 20 10-0,8 0 Dec-03 Jun-04 Dec-04 Jun-05 Dec-05 Jun-06 Dec-06 Jun-07 Dec-07 Jun-08 Dec-08 Jun-09 Dec-09 Jun-10 Dec-10 Jun-11 Dec-11 Jun-12 Dec-12 Jun-13 Dec-13

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 10 Figuur 5. Detailhandelsverkopen (Retail Sales), industriële productie (Industrial Production), consumenten- en producentenvertrouwen (Consumer Confidence and Industrial Confidence) EMU Detailhandelsverkopen & Industriele Productie (% jaar-op-jaar, linker schaal) en Consumentenvertrouwen & Producentenvertrouwen E.M.U. 10 20 8 6 4 2 0-2 -4-6 -8-10 -12-14 -16-18 -20-22 10 0-10 -20-30 -40-50 Industriele produktie Detailhandelsverkopen Consumentenvertrouwen Producentenvertrouwen dec-03 jun-04 dec-04 jun-05 dec-05 jun-06 dec-06 jun-07 dec-07 jun-08 dec-08 jun-09 dec-09 jun-10 dec-10 jun-11 dec-11 jun-12 dec-12 jun-13 dec-13 Marktvooruitzichten De vergadering van 19 juni 2013 van het beleidscomité van de Fed heeft volgens ons het internationale rentelandschap veranderd. Het voornemen om minder obligaties te gaan opkopen heeft het begin van het einde van het adagium van lage rentes voor lange tijd gemarkeerd. Inmiddels is de zogenoemde tapering een feit. Op de kapitaalmarkt is de Amerikaanse 10-jaars staatsrente sinds de eerste signalen van een mogelijk minder ruim monetair beleid met meer dan een procentpunt gestegen. Met het in het Amerikaanse Congres bereikte akkoord over de overheidsbegroting voor de komende twee jaar lijken een nieuwe government shutdown en de negatieve economische repercussies die dat heeft, te zijn afgewend. Gegeven het herstel van de Amerikaanse economie en de tapering, is de ingezette trend van hogere kapitaalmarktrentes in de VS naar onze mening nog niet voorbij. Gezien de hoge correlatie van de Europese rentemarkten met die van de VS en de ook in Europa verbeterende economie zullen de rentes op staatsobligaties uit de eurozone een opwaartse druk ondervinden. Dit betreft vooral obligaties met een looptijd langer dan een of twee jaar. Omdat de ECB heeft aangegeven haar rentetarieven voorlopig op het huidige niveau of lager te houden zullen mogelijke rentestijgingen bij kortlopende obligaties beperkt kunnen blijven. Bij voorkeur houden we de duration van de beleggingen in de kernlanden relatief laag. We blijven van mening dat een groot deel van de rentedaling van de afgelopen jaren kan worden verklaard doordat marktpartijen die in euro s beleggen ervoor kozen te vluchten in als veilige haven beschouwde Duitse staatsleningen. Omdat we denken dat de Europese schuldencrisis stap voor stap zal worden opgelost zullen volgens ons de rentes op staatsobligaties van de eurozone naar elkaar toe bewegen, met hogere rentes in kernlanden als Duitsland als gevolg. We compenseren een deel van de lage duration in de kernlanden met beleggingen in de periferie. We voelen ons hierin gesterkt door de positieve economische ontwikkelingen in de meeste perifere landen. Uiteraard blijven we de ontwikkelingen op het gebied van de economische groei en zeker ook de inflatie in de VS en Europa nauwgezet volgen. Het proces van Europese integratie gaat door. Ook in 2013 zijn er stappen gezet richting meer gemeenschappelijk beleid. De weg naar een bankenunie is ingeslagen, met de ECB als centrale toezichthouder. De Europese regeringsleiders hebben besloten dat er bij een dreigend faillissement van banken zal worden overgegaan tot zogenoemde bail-ins, waarbij er zal worden gekort op de aanspraken van kapitaalverschaffers. Verder komt er een gemeenschappelijk afwikkelfonds, dat in 2025 door de banken zelf zal moeten zijn volgestort. Het nieuwe beleid ten aanzien van de redding van banken en de hieraan voorafgaande gebeurtenissen in Cyprus en de nationalisatie van SNS Reaal hebben ons geleerd dat houders van bankobligaties er niet langer op kunnen rekenen te worden gespaard als een financiële onderneming van de ondergang moet worden gered. De risico-opslagen van ongedekte bankobligaties zullen naar onze mening volatieler worden en op een hoger niveau komen te liggen. We willen in voorkomende gevallen bij voorkeur beleggen in staats- en staatsgegarandeerde obligaties en covered bonds (obligaties met een onderpand als extra zekerheid).

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 11 Risk management en compliance Het fonds maakt gebruik van financiële instrumenten. De hiermee samenhangende risico s zijn nader omschreven in de toelichting op de balans en winst- en verliesrekening en in het prospectus. Er wordt belegd binnen de limieten zoals die in het prospectus zijn vastgesteld. De beleggingen van het fonds dienen te voldoen aan de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo) van de Wet fido, waarin naast eisen aan de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling of aan het waardepapier ook eisen worden gesteld aan de kredietwaardigheid van het land van vestiging van de uitgevende instelling. Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Bij de beheerder fungeert een Risk Management Committee, waarin risicoanalyses worden besproken en dat besluiten rondom risico s aan de directie van de beheerder voorlegt. De afdeling Risk Control van BNG Bank kwalificeert, kwantificeert en monitort onafhankelijk de risico s en rapporteert deze aan het Risk Management Committee. De directie van de beheerder heeft in de verslagperiode gesproken over zaken met betrekking tot risicobeheer en compliance. Er is uitvoerig van gedachten gewisseld over de (macro) economische en politieke ontwikkelingen, over de gevolgen van de economische crisis, over het beleggingsbeleid en de daarmee gepaard gaande risico s, de behaalde resultaten en de ontwikkeling van het belegde vermogen. Tijdens het verslagjaar werd in het bijzonder veel aandacht besteed aan de crisis rondom de schulden van de overheden in de eurozone, waarbij niet alleen werd gekeken naar de directe gevolgen die de crisis heeft gehad op het schuldpapier van deze overheden, maar ook naar de indirecte gevolgen van de crisis voor de kredietwaardigheid van banken en de verhandelbaarheid van schuldpapier uit de eurozone in het algemeen. Daarnaast werd uiteraard ook aandacht besteed aan landenrisico s. Ook is in het verslagjaar de nodige aandacht besteed aan het aanscherpen van risicorapportages voor de bewaking bij het gebruik van afgeleide instrumenten, zoals futures en swaps. Er hebben zich overigens geen incidenten voorgedaan ten aanzien van het gebruik van afgeleide instrumenten. Aan de hand van rapportages van en regulier overleg met de compliance officer heeft de beheerder vastgesteld dat de noodzakelijke maatregelen en principes ter bescherming van de participanten zijn nageleefd. De directie van de beheerder is van mening dat met het hiervoor geschetste raamwerk op adequate en efficiënte wijze invulling wordt gegeven aan de eis van onafhankelijk toezicht op de gang van zaken bij de beleggingsinstelling. van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij deze werkzaamheden hebben wij geen constatering gedaan dat de beschrijving niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in de Wet op het financieel toezicht of dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar niet effectief of niet overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd. Den Haag, 14 maart 2014 De beheerder: BNG Vermogensbeheer B.V. Inrichting van de bedrijfsvoering De beheerder beschikt voor het Fonds over een systeem van bedrijfsvoering, dat op schrift is gesteld. De beheerder heeft gedurende het afgelopen verslagjaar verschillende aspecten

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 12 BELEGGINGEN Per 31-12-2013 Omschrijving Marktwaarde Opgelopen % van de interest beleggingen x 1.000 x 1.000 % Obligaties Staat en semi-staat 6.085 148 38,6 5,25% BANCO FINANC Y AHORROS 4/7/2016 267 10 1,7 3% BANCO CAM 11/12/2014 253 1 1,6 4% BANK OF IRELAND 1/28/2015 206 8 1,3 4,875% BRADFORD & BINGLEY PLC 6/28/2017 565 12 3,6 4,25% BRADFORD & BINGLEY PLC 5/4/2016 162 4 1,0 3,25% CAIXABANK 2/25/2015 304 8 1,9 2,625% DEXIA CREDIT LOCAL 1/21/2014 400 10 2,5 4% EBS BUILDING SOCIETY 2/25/2015 309 10 2,0 var% EUROPEAN INVESTMENT BANK 7/25/2015 806 4 5,0 3% FLEMISH COMMUNITY 1/31/2018 321 8 2,0 5% INSTITUTO CREDITO OFICIAL 7/5/2016 107 2 0,7 4% PERMANENT TSB PLC 3/10/2015 514 16 3,3 4,5% IT BUONI POLIENNALI DEL TESORO 2/1/2018 324 6 2,0 6,4% PORTUGUESE TREASURY 2/15/2016 423 22 2,8 4,2% PORTUGUESE TREASURY 10/15/2016 202 2 1,3 4,375% REPUBLIKA SLOVENIJA 2/6/2019 305 12 2,0 2,75% REPUBLIKA SLOVENIJA 3/17/2015 617 13 3,9 Financiële dienstverlening 9.522 168 60,1 3,625% ABBEY NAT. TRES. SERV. PLC/LONDON 10/14/2016 432 3 2,7 4,25% ABN AMRO BANK NV 3/1/2017 443 14 2,8 4,25% ACHMEA HYPO,BANK NV 2/26/2014 302 11 1,9 2,25% AXA BANK EUROPE SCF 4/19/2017 209 3 1,3 0% BAYERISCHE LANDESBANK 6/15/2017 194 0 1,2 3,5% DEXIA MUN, AGENCY 9/24/2020 664 6 4,2 4,125% CIE FIN, FONCIER 10/25/2017 279 2 1,7 2,875% CIE FIN, FONCIER 1/14/2016 105 3 0,7 3,75% CIF EUROMORTGAGE 10/23/2019 390 2 2,4 4% CIF EUROMORTGAGE 10/25/2016 381 3 2,4 4,625% DEKABANK 12/21/2015 240 0 1,5 5,375% DEKABANK 1/31/2014 100 5 0,7 4,25% EUROHYPO SA LUX 6/4/2018 462 10 2,9 4,125% FRIESLAND BANK 1/8/2016 203 8 1,3 1,625% HSBC FRANCE 12/3/2018 298 0 1,9 3,85% HSH NORDBANK AG 12/23/2014 205 0 1,3 3,375% ING BANK NV 3/23/2017 141 3 0,9 4,75% LB BADEN-WUERTT 12/30/2015 151 0 0,9 6,375% LB BADEN-WUERTT 6/8/2015 161 5 1,0 5,75% LB BADEN-WUERTT 3/28/2014 708 31 4,6 3,5% LLOYDS TSB BANK PLC 1/11/2017 378 12 2,4 var% NORDDEUTSCHE LANDESBANK 4/5/2014 200 0 1,2 4,125% NORTHERN ROCK ASSET MGT, PLC 3/27/2017 385 11 2,5 3,875% NORTHERN ROCK ASSET MGT, PLC 11/16/2020 391 2 2,5 3,375% RABOBANK NEDERLAND 4/21/2017 214 5 1,4 4,125% RABOBANK NEDERLAND 1/14/2020 221 8 1,4 var% RABOBANK NEDERLAND 7/9/2020 213 0 1,3 5.875% RABOBANK NEDERLAND 5/20/2019 403 13 2,6 3.375% ROYAL BANK OF SCOTLAND PLC 11/23/2016 215 1 1,3 3.5% SNS BANK NV 10/27/2015 420 3 2,6 4% SOC. GENERALE SOC. CREDIT FONCIERE 7/7/2016 217 4 1,4 var% WESTLB AG 12/15/2015 197 0 1,2 Totaal 15.607 316 98,7 Liquiditeiten 217 1,3 Totaal beleggingen inclusief liquiditeiten 15.824 316 100,0

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 13 JAARREKENING 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 14 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 na resultaatverdeling 31-12-2013 31-12-2012 x 1.000 x 1.000 (1) Beleggingen Obligaties 15.607 15.245 Totaal beleggingen 15.607 15.245 (2) Vorderingen Te vorderen interest 316 306 (2a) 316 306 (3) Overige activa (3a) Immateriële activa 10 14 Liquiditeiten (4) 217 816 227 830 Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva 12 228 Uitkomst van vorderingen en overige activa min kortlopende schulden 531 908 Uitkomst van activa min kortlopende schulden 16.138 16.153 (5) Fondsvermogen (5a) Waarde Participaties 16.138 16.153 (4b) Wettelijke reserve (5b) 10 14 Algemene reserve (5c) (10) (14) 16.138 16.153 (*) Nummers verwijzen naar de toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening.

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 15 WINST- EN VERLIESREKENING 01-01-2013 16-09-2011 t/m t/m 31-12-2013 31-12-2012 x 1.000 x 1.000 Baten Opbrengsten uit beleggingen Interestresultaat obligaties (6) 547 428 Interest op liquiditeiten (7) (1) - 546 428 Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen (8) Obligaties (8) 36 134 Futures (9) 50 (273) 86 (139) Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen (8) Obligaties (8) (274) 547 (274) 547 Som der opbrengsten 358 836 Lasten Kosten (10) (8) (64) (78) Afschrijving immateriële activa (4) (5) Som der lasten (68) (83) Resultaat 290 753 (*) Nummers verwijzen naar de toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening.

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 16 KASSTROOMOVERZICHT 01-01-2013 16-09-2011 t/m t/m 31-12-2013 31-12-2012 x 1.000 x 1.000 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat 290 753 Gerealiseerde waardeverschillen (36) (134) Ongerealiseerde waardeverschillen 274 (547) Aankopen van beleggingen (8.630) (26.424) Verkopen van beleggingen 8.030 11.860 Geactiveerde oprichtingskosten - (19) Afschrijving immateriële activa 4 5 Mutatie kortlopende vorderingen (10) (306) Mutatie kortlopende schulden (216) 228 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten (294) (14.584) Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten bij uitgifte participaties 1.200 15.400 Betaald bij inname participaties (1.505) - Kasstroom uit financieringsactiviteiten (305) 15.400 Netto kasstroom (599) 816 Liquiditeiten 1 januari /begin verslagperiode 816 - Liquiditeiten 31 december 217 816 Mutatie liquiditeiten (599) 816

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 17 TOELICHTING OP DE BALANS EN DE WINST- EN VERLIESREKENING Algemeen Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds ( het Fonds ), gevestigd te Den Haag, is een fonds voor gemene rekening dat voor rekening en risico van de participanten het vermogen belegt in vastrentende waarden en hoofdsomgegarandeerde beleggingen, uitgegeven door (semi-)overheidsinstellingen respectievelijk door eersteklas debiteuren uit de financiële sector die gevestigd zijn in de landen van de Europese Economische Ruimte, luidend in euro of de voormalige valuta van de aan de EMU deelnemende landen, een en ander conform de Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010. Het eerste boekjaar was een verlengd boekjaar en betrof de periode 16 september 2011 tot en met 31 december 2012. Een normaal boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. BNG Vermogensbeheer B.V. beschikt over een vergunning als beheerder van beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 2:65 lid 1 sub a Wet op het financieel toezicht (Wft). Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds is vrijgesteld van de verplichtingen uit hoofde van de Wft. Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds heeft een open-end karakter in die zin dat, onder de in de fondsvoorwaarden genoemde voorwaarden, uitgifte respectievelijk vervreemding van participaties aan het Fonds op een handelsdag mogelijk is. Toetreding tot en deelname in het Fonds staan uitsluitend open voor in Nederland gevestigde onderwijsinstellingen die diensten afnemen bij Onderwijsbureau Meppel. Daarnaast kunnen onderwijsinstellingen toetreden die verbonden zijn aan onderwijsbureaus waarmee Onderwijsbureau Meppel een samenwerkingsverband is aangegaan. Participaties zijn onder voorwaarden royeerbaar. Mocht royement van participaties, gezien de omstandigheden op de markten waarop activa en passiva van het Fonds worden verhandeld of gezien het belang van de overige participanten in het Fonds, naar het oordeel van de beheerder bezwaarlijk zijn, dan heeft hij de bevoegdheid het royement van de desbetreffende participaties op te schorten. Indien en zodra opschorting van het royement naar het oordeel van de beheerder geen doel meer dient, zal uitbetaling aan de participant plaatsvinden. BNG Vermogensbeheer B.V. fungeert als beheerder en is als zodanig belast met het beheer van het Fonds. De Stichting ITS Bewaarder Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds fungeert als bewaarder en is als zodanig belast met de bewaring van de vermogensbestanddelen van het Fonds. De beheerder heeft namens het Fonds een overeenkomst gesloten met Stichting ITS Bewaarder Onderwijsbureau Liquiditeiten Fonds, gevestigd te Leusden ("de Stichting"). De Stichting treedt uitsluitend op als bewaarder van de bezittingen (liquide middelen en beleggingen) van het Fonds. In de jaarrekening van het Fonds zijn de liquide middelen en beleggingen die op naam staan van de Stichting, verwerkt, aangezien het economisch eigendom hiervan bij het Fonds berust en alleen het juridisch eigendom bij de Stichting. Grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening Algemeen De jaarrekening is opgesteld volgens in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen van waardering en resultaatbepaling en in overeenstemming met de bepalingen zoals opgenomen in Richtlijn voor de Jaarverslaggeving Hoofdstuk 615 Beleggingsinstellingen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten met inachtneming van het hiernavolgende. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van de verslagperiode, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 18 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva (1) Beleggingen Beleggingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, welke op balansdatum is gelijkgesteld aan de marktprijs geldend op het einde van de balansdatum. Voor de waardering van beleggingen wordt in principe gebruikgemaakt van externe koersbronnen, zoals Bloomberg. Voor de waardering van illiquide beleggingen (dit betreft beleggingen waarin naar maatstaven van de beheerder te weinig handel plaatsvindt) wordt gebruikgemaakt van alternatieve, door de beheerder goedgekeurde koersbronnen en waarderingsmodellen. Binnen de gehanteerde waarderingsmodellen wordt gebruikgemaakt van inputvariabelen verkregen uit open bronnen, zoals rating curves, CDS-spreads of peer bonds. Transactiekosten bij aankoop van beleggingen worden verwerkt als onderdeel van de kostprijs van de belegging. Transactiekosten bij verkoop van beleggingen worden in mindering gebracht op de verkoopopbrengst. Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeverschillen op beleggingen worden verantwoord in de winsten verliesrekening. (2) Vorderingen en schulden Vorderingen en schulden worden opgenomen tegen nominale waarde, waar nodig rekening houdend met voorzieningen voor oninbaarheid. De vorderingen en schulden worden vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Tenzij anders vermeld, bijvoorbeeld indien er sprake is van agio of disagio en transactiekosten, is de geamortiseerde kostprijs van de vorderingen en schulden gelijk aan de nominale waarde. (3) Overige activa De onder de immateriële activa opgenomen kosten terzake van de oprichting worden gewaardeerd tegen kostprijs onder aftrek van afschrijvingen. Deze kosten worden over een periode van vijf jaar door middel van de lineaire methode afgeschreven. Ter hoogte van het geactiveerde bedrag wordt een wettelijke reserve aangehouden. Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop zij betrekking hebben. (5) Interestresultaat obligaties Het interestresultaat obligaties bestaat uit het saldo van betaalde en ontvangen interest bij aankopen en verkopen, ontvangen couponrente en opgelopen interest aan het eind van de verslagperiode minus de opgelopen interest aan het eind van de vorige verslagperiode. (6) Interest op liquiditeiten Dit betreft interestinkomsten behaald op liquide middelen gedurende de periode. (8) Futures Het resultaat op futures is het cumulatieve resultaat van alle nog open staande en reeds gesloten contracten gedurende de verslagperiode. De waarde van de per balansdatum nog openstaande contracten wordt bepaald door het verschil te nemen tussen de slotkoers per balansdatum en de transactiewaarde op moment van aangaan van de contracten. De waarde van de gesloten posities wordt bepaald door het verschil tussen de eindwaarde bij sluiting van de contracten en de koers waartegen de contracten zijn aangegaan of de waardering aan het begin van de verslagperiode. De futures worden op dagbasis afgerekend. Derhalve is geen waarde zichtbaar in de balans. Verbonden partijen Het Fonds kan beleggen in financiële producten die worden beheerd door de beheerder van het Fonds of die werden ontwikkeld door een aan de beheerder van het Fonds verbonden partij. Het Fonds kan ook transacties aangaan met gelieerde partijen. Deze transacties kunnen onder meer beleggingstransacties en overeenkomsten tot bewaring van effecten betreffen. In deze gevallen is er sprake van transacties tussen verbonden partijen. Hierbij worden normale marktvoorwaarden toegepast en worden normale, marktconforme vergoedingen in rekening gebracht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, tenzij anders aangegeven. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquiditeiten. Ontvangen interest, ontvangen coupons en waardeverschillen op beleggingen worden opgenomen onder de kasstroom uit beleggingsactiviteiten. Ontvangsten bij geplaatste participaties en uitkeringen worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De posten aankopen van beleggingen en verkopen van beleggin-

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 19 gen en de posten ontvangsten bij uitgifte participaties en betaald bij inname participaties en uitkeringen aan deelnemers zijn omwille van het inzicht opgenomen volgens de directe methode. Risico s samenhangend met beleggen in het Fonds Algemeen Transacties in financiële instrumenten kunnen ertoe leiden dat financiële risico s door het Fonds worden verkregen of overgedragen aan een andere partij. De beheerder ziet toe op beheersing van de risico s. De risico s die verbonden zijn aan de beleggingen en het beleggingsbeleid van het Fonds zijn, voor zover zij betrekking hebben op beleggingen in het Fonds, als volgt te omschrijven: Marktrisico De prijzen van (een categorie van) beleggingstitels in een markt kunnen door verschillende oorzaken dalen, waardoor de prijs en de waarde van de beleggingen van het Fonds kunnen worden beïnvloed. Als belangrijkste oorzaken kunnen worden genoemd: Economisch risico Hieronder worden verstaan risico s met betrekking tot inkomens en economische structuur, economische groei verwachtingen, fiscale flexibiliteit, collectieve staatsschuld en monetair beleid. Politiek risico Hieronder worden verstaan risico s met betrekking tot stabiliteit en legitimiteit van politieke instituten, ordelijke opvolging van de politieke leiders, transparantie bij de economische besluitvorming, nationale veiligheid en geopolitieke risico's. Structuurrisico Hieronder worden verstaan risico s met betrekking tot de veiligheid en het veiligheidsgevoel in een land en verstoring van het mondiaal financieel stelsel. Het risico van een algehele crisis op één of meerdere markten door economische, politieke of structuuroorzaken is moeilijk in te perken anders dan door spreiding in de beleggingen. Beleggingsrisico Het beleggingsrisico is de som van alle risico s die bij een beleggingportefeuille aan de orde zijn. Het betreft meer specifiek, echter niet uitputtend, de volgende risico s: Wetgevingsrisico Het risico op wetswijzigingen is inherent aan wetgeving in het algemeen. Als financiële en fiscale weten regelgeving veranderen, kan een (gunstige) omstandigheid ten tijde van toetreding ten nadele van de Participant dan wel het Fonds wijzigen. Hierbij wordt opgemerkt dat het van toepassing zijnde fiscale regime kan veranderen gedurende het bestaan van het Fonds, als gevolg van veranderingen, al dan niet met terugwerkende kracht, in (fiscale) wetgeving, jurisprudentie en het teruggavenbeleid. Voorts geldt dat wijzigingen in het van toepassing zijnde belastingregime van het land waar een belegging van het Fonds plaatsvindt een negatieve impact zullen hebben op de waardeontwikkeling van die belegging. Renterisico Het Fonds belegt in vastrentende waarden, zoals bijvoorbeeld obligaties, deposito s, medium term notes of afgeleide instrumenten daarvan. De waardeontwikkeling van het Fonds is afhankelijk van de waardeontwikkeling van deze beleggingstitels. De waardeontwikkeling van de beleggingen is afhankelijk van de ontwikkeling van de kapitaalmarktrente en de kredietrisico-opslagen op de beleggingen. Wanneer de kapitaalmarktrente stijgt, zal de waarde van beleggingen in vastrentende waarden dalen en omgekeerd. In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de partial duration van de portefeuille per looptijdensegment. Partial durations meten de rentegevoeligheid voor verschillende delen van de rentecurves. In dit geval zijn dat de delen van de rentecurves met looptijdsegmenten 0 tot 1 jaar, 1 tot 3 jaar, 3 tot 5 jaar, 5 tot 7 jaar, 7 tot 10 jaar en 10+ jaar.

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 20 Tabel 1 Partial duration per looptijdensegment Looptijd 31-12-2013 31-12-2012 0 tot 1 0,08 0,13 1 tot 3 0,70 0,31 3 tot 5 0,91 1,32 5 tot 7-0,28-1,04 7 tot 10-0,36 0,07 10+ 0,00 0,00 Totaal 1,05 0,78 Kredietrisico Aan een belegging in vastrentende waarden is debiteurenrisico verbonden. De waarde van de beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende uitgevende instellingen, de debiteuren. Veranderende inzichten ten aanzien van de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen, of zelfs van sectoren, kunnen de waarde van de beleggingen zowel positief als negatief beïnvloeden. Bepalend is hier de inschatting in hoeverre een debiteur tijdig kan voldoen aan zijn betalingsverplichting van rente en aflossing. De beheerder stelt hoge eisen aan de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen ten tijde van het aangaan van de belegging. Niet uit te sluiten echter is een onverwachtse verslechtering van de kredietwaardigheid van een uitgevende instelling ten gevolge waarvan de waarde van een beleggingstitel kan dalen. In tabel 2 is een overzicht opgenomen van de kredietwaardigheid van de portefeuille per ultimo boekjaar 2013. De beheerder tracht het beleggingsrisico bestaande uit rente- en kredietrisico door het voeren van een actief beleggingsbeleid binnen het in de fondsvoorwaarden beschreven verwachte risicoprofiel te houden. Tabel 2 Kredietwaardigheid van de portefeuille in procenten van het vermogen Kredietwaardigheid 31-12-2013 31-12-2012 % van het vermogen % van het vermogen AAA 32,9 36,8 AA+ 12,6 7,2 AA 11,3 21,0 AA- 8,1 4,6 A+ 3,8 - A 6,8 6,0 A- - 9,4 BBB+ 7,2 6,9 BBB 2,0 - BBB- 5,9 4,7 BB+ 5,3 3,4 BB- 4,0 - Totaal 100,0 100,0 Concentratierisico Een concentratie van de risico s in componenten binnen de beleggingsportefeuille, zoals een spreiding over slechts enkele debiteuren, een spreiding over slechts enkele landen of een spreiding over slechts enkele looptijden, zal het risico van het Fonds verhogen. Doordat de beleggingen door het Fonds (en de daaraan gestelde voorwaarden) zijn afgestemd op de normen die gesteld zijn aan het beheer van gemeenschapsgelden als neergelegd in de Wet fido zijn enerzijds de kredietrisico s beperkt tot de sector financials. Anderzijds brengt dit een hoger concentratierisico met zich mee naar financials.

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 21 De beheerder zal bij het samenstellen van de beleggingsportefeuille streven naar adequate spreiding van risico s naar de verschillende risicocomponenten. In tabel 3 is de grootste concentratie van debiteurenrisico per ultimo boekjaar 2013. In tabel 4 treft men een overzicht aan van het percentage beleggingen per land per ultimo boekjaar 2013. Tabel 3 Grootste debiteuren van de portefeuille in procenten van het vermogen Grootste debiteuren op basis van percentage totale waarde 31-12-2013 31-12-2012 % van het vermogen % van het vermogen Rabobank Nederland 6,7 5,7 LB Baden-Wuerttemberg 6,5 - Republika Slovenija 5,9 - DEXIA Credit Local - 5,1 Eurpean Investment Bank 5,0 5,0 Northern Rock Asset Management 4,9 4,9 CIF Euromortgage - 4,8 Tabel 4 Landenverdeling van de portefeuille in percentage van het vermogen Landenverdeling 31-12-2013 31-12-2012 % van het vermogen % van het vermogen Nederland (NL) 17,6 24,7 Duitsland (DE) 13,6 6,3 Verenigd Koninkrijk (GB) 15,9 15,5 Frankrijk (FR) 18,4 19,1 Spanje (ES) 5,9 4,7 Supranationaal (SNAT) 5,0 5,0 Portugal (PT) 4,0 - Ierland (IE) 6,6 6 Italie (IT) 2,1 4,4 Slovenie (SI) 5,9 3,9 Luxemburg (LU) 2,9 2,9 Oostenrijk (AT) - 5,3 Belgie (BE) 2,1 2,2 100,0 100,0 Liquiditeitsrisico De liquiditeit van de beleggingen van het Fonds is de mate van verhandelbaarheid van de beleggingstitels waarin door het Fonds wordt belegd. Een beperkte liquiditeit in een beleggingstitel kan ertoe leiden dat de beleggingstitel tegen een substantieel lagere prijs wordt verhandeld dan de theoretische waarde van de beleggingstitel. De beheerder stelt zich ten doel bij het samenstellen van de beleggingsportefeuille voldoende liquiditeit op fondsniveau te waarborgen. Dit laat echter onverlet dat onder bepaalde omstandigheden, zoals een bedreiging van de ordelijkheid van het financiële stelsel, tijdelijke of langdurige verstoringen in de liquiditeit van de beleggingsportefeuille op kunnen treden. Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een monetair financieel instrument in omvang zullen fluctueren. Indien bijvoorbeeld sprake is van een schuldinstrument met een variabele rente dan resulteren dergelijke fluctuaties in een verandering van de effectieve interestvoet van het financiële instrument, veelal zonder een overeenkomstige verandering in de bijbehorende reële waarde. Inflatierisico Inflatie is een belangrijke component van de vergoeding die investeerders eisen voor het beschikbaar stellen van kapitaal. Immers, de inflatie zorgt voor geldontwaarding. Om het geïnvesteerde kapitaal in stand te houden dient de vergoeding minimaal even groot te zijn als het inflatiepeil. Stijgende inflatie leidt tot een hogere geëiste vergoeding door investeerders voor het beschikbaar stellen van kapitaal. In de regel zal een hogere inflatie leiden tot hogere kapitaalmarktrente en hogere kapitaalmarktrente

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 22 leidt tot een lagere waarde van vastrentende beleggingen. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat een stijging van de inflatie een negatieve invloed heeft op de reële waarde van effecten. Flexibiliteitsrisico De participaties zijn niet verhandelbaar of overdraagbaar aan derden, als gevolg waarvan er geen flexibiliteit bestaat ten aanzien van uitstappen, anders dan op grond van royement voor zover dit is toegestaan, en het overschakelen op andere aanbieders indien de prijzen en de waarde van de beleggingen van het fonds mochten dalen. Rendementsrisico Het risico van het Fonds kan variëren op grond van de keuzes die mogelijk zijn op basis van het beleggingsbeleid. Als gevolg van een keuze voor financiële instrumenten en/of gebrek aan mogelijkheden in te spelen op ontwikkelingen in de vastrentende markt, kan het verwachte rendement afnemen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat participanten geen rendement behalen en/of hun inleg geheel of gedeeltelijk verliezen. Er zijn geen waarborgen afgegeven ten aanzien van de waardeontwikkeling van de participaties noch van het Fonds. Risico gebruik derivaten Voor het Fonds kan gebruik worden gemaakt van derivaten overeenkomstig het beleggingsbeleid. Het gebruik van derivaten is toegestaan binnen de kaders van de Wet fido. Dit houdt in dat het niet toegestaan is dat het gebruik van derivaten leidt tot een hefboomwerking. Met behulp van een risicomanagementsysteem wordt door de beheerder het risico van beleggingen in derivaten geschat en beheerd. Het gebruik van derivaten in het Fonds is gelimiteerd door de Wet fido. Hierbij mogen we alleen derivaten inzetten ter beperking van risico s. Vertaald naar ons risicobeleid betekent dat dat we geen short posities mogen innemen of een hefboomwerking kunnen aangaan. Deze derivatenposities worden wekelijks gemeten waarbij gemonitord wordt of er geen short- of hefboomposities worden ingenomen. Afwikkelingsrisico Voor het Fonds kunnen niet (tijdige) of onjuiste betaling dan wel aanlevering van financiële instrumenten door een tegenpartij tot gevolg hebben dat afwikkeling via een handelssysteem niet, niet op tijd of niet conform verwachting plaatsvindt. Bewaarnemingsrisico De financiële instrumenten in de beleggingsportefeuille van het Fonds worden gezamenlijk in bewaring gegeven bij een door het Fonds benoemde (onder)bewaarnemer (custodian). Het Fonds loopt een risico dat als gevolg van liquidatie, faillissement, insolventie, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de benoemde (onder)bewaarnemer bij die (onder)bewaarnemer in bewaring gegeven activa van het Fonds verloren gaan. Inrichting van de bedrijfsvoering Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Bij de beheerder fungeert een Risk Management Committee, waarin risicoanalyses worden besproken en dat besluiten rondom risico s aan de directie van de beheerder voorlegt. De afdeling Risk Control van BNG Bank kwalificeert, kwantificeert en monitort onafhankelijk de risico s en rapporteert deze aan het Risk Management Committee.

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 23 Toelichting op de balans (1) Beleggingen Dit betreft beleggingen in obligaties, afgeleide instrumenten ( derivaten ), zoals futures, en beleggingsfondsen in vastrentende waarden. Voor nadere informatie over de futuresposities wordt verwezen naar punt 8 van de Toelichting op de winst- en verliesrekening. Het verloop van de beleggingen was als volgt: Obligaties Derivaten Totaal x 1.000 x 1.000 x 1.000 Stand 16 september 2011-0 - Aankopen 26.424 0 26.424 Verkopen (11.860) 0 (11.860) Gerealiseerde en ongerealiseerde koersverschillen 681 0 681 Stand 31 december 2012 15.245 0 15.245 Aankopen 8.630 0 8.630 Verkopen (8.030) 0 (8.030) Gerealiseerde en ongerealiseerde koersverschillen (238) 0 (238) Stand 31 december 2013 15.607 0 15.607 Omloopfactor De omloopfactor (portfolio turnover rate) over de periode tot en met 31 december 2013 is 87,71% op jaarbasis (16 september 2011 tot en met 31 december 2012: 235,18%). De omloopfactor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de activa van het Fonds. De omloopfactor wordt bepaald door het bedrag van de omzet (turnover) uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde. Het bedrag van de turnover wordt bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van inkopen en uitgifte van eigen participaties. Indien het totaal van de effectentransacties lager is dan het totaal van de transacties van de deelnemingsrechten dan wordt de omloopfactor op nihil gesteld. De omloopfactor wordt als volgt berekend: 1 2013 2011/2012 x 1.000 x 1.000 Aankopen van beleggingen 8.630 26.424 Verkopen van beleggingen 8.030 11.860 Absolute som 16.660 38.284 Inkopen van eigen participaties 1.505 - Uitgifte van eigen participaties 1.200 15.400 Absolute som 2.705 15.400 Totaal aan- en verkopen gecorrigeerd voor inkoop en uitgifte 13.955 22.884 (1) Gewogen gemiddelde intrinsieke waarde 15.910 9.730 Omloopfactor van de portefeuille (%) 87,71 235,18 1 Voor de wijze van berekening van de gewogen gemiddelde intrinsieke waarde zie pagina 27.

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 24 (2) Vorderingen (2a) Overige vorderingen en overlopende activa De overige vorderingen betreffen transitoire posten per 31 december 2013. De vorderingen hebben een looptijd van ten hoogste 1 jaar. (3) Overige activa (3a) Immateriële activa Het verloop van de immateriële activa was als volgt: 31-12-2013 31-12-2012 x 1.000 x 1.000 Stand begin 14 - Geactiveerde oprichtingskosten - 19 Afschrijvingen (4) (5) Stand eind 10 14 Cumulatieve afschrijvingen 9 5 In overeenstemming met de fondsvoorwaarden zijn de oprichtingskosten geactiveerd en worden in maximaal vijf jaar lineair afgeschreven ten laste van het fondsvermogen. De oprichtingskosten bestaan uit de kosten verschuldigd aan juridisch en fiscaal adviseurs en de accountantskosten. In de oprichtingskosten zijn geen vergoedingen begrepen die ten goede zijn gekomen aan de beheerder of verbonden partijen. (4) Liquiditeiten Per 31 december 2013 is een bedrag ad 125.742,70 aangemerkt als cash margin in verband met derivatenposities van het Fonds. Voor het overige staan de liquide middelen ter vrije beschikking van het fonds. (5) Fondsvermogen (5a) Waarde participaties 01-01-2013 16-09-2011 t/m t/m 31-12-2013 31-12-2012 Aantal Totaal Totaal x 1.000 x 1.000 Stand begin 15.231.542 16.153 - Uitgifte 1.118.295 1.200 15.400 Inname (1.414.885) (1.505) - Periodieke uitkering - - - Stand eind 14.934.952 15.848 15.400 Resultaat 290 753 Stand eind 14.934.952 16.138 16.153 De intrinsieke waarde per 31 december 2013 bedroeg 16.137.180,34 (31 december 2012: 16.152.914,53) verdeeld in 14.934.951,99 (31 december 2012: 15.231.541,96) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 31 december 2013 bedroeg 1,080498 (31 december 2012: 1,060491.

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 25 (5b) Wettelijke reserve Ter hoogte van de immateriële activa wordt een wettelijke reserve aangehouden. De toevoegingen en de onttrekkingen aan de wettelijke reserve komen ten laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve. Het verloop van de wettelijke reserve was als volgt: 01-01-2013 16-09-2011 t/m t/m 31-12-2013 31-12-2012 x 1.000 x 1.000 Stand begin 14 - Dotatie/(onttrekking) wettelijke reserve - 19 Ontrekking wetteijke reserve (4) (5) Stand eind 10 14 De wettelijke reserve wordt pro rata parte toegerekend aan de participanten. (5c) Algemene reserve Het verloop van de algemene reserve was als volgt: 01-01-2013 16-09-2011 t/m t/m 31-12-2013 31-12-2012 x 1.000 x 1.000 Stand begin (14) - Dotatie/(onttrekking) wettelijke reserve - (19) Ontrekking wetteijke reserve 4 5 Stand eind (10) (14) De algemene reserve wordt pro rata parte toegerekend aan de participanten. (5d) Onverdeelde winst Het verloop van de onverdeelde winst was als volgt: 01-01-2013 16-09-2011 t/m t/m 31-12-2013 31-12-2012 x 1.000 x 1.000 Stand begin - - Resultaat boekjaar 290 753 Van: Fondsvermogen (290) (753) Stand eind - -

JAARVERSLAG 2013 ONDERWIJSBUREAU LIQUIDITEITEN FONDS 26 Toelichting op de winst- en verliesrekening (6) Interestresultaat obligaties Het interestresultaat obligaties bestaat uit het saldo van betaalde en ontvangen interest bij aankopen en verkopen, ontvangen couponrente en opgelopen interest aan het eind van de verslagperiode minus de opgelopen interest aan het eind van de vorige verslagperiode. (7) Interest op liquiditeiten Dit betreft interestinkomsten behaald op liquide middelen gedurende de periode. (8) Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeverschillen op beleggingen, zijnde het verschil tussen de kostprijs inclusief transactiekosten en de verkoopprijs minus transactiekosten dan wel de reële waarde, worden verantwoord in de winst- en verliesrekening van het Fonds. (9) Futures Er is gedurende het boekjaar gebruikgemaakt van derivaten ten einde bepaalde renterisico s in de beleggingsportefeuille af te dekken. Het resultaat op futures wordt bepaald door het verschil tussen de waarde van het contract bij aanvang van de positie en de waarde op het moment van cash settlement, aan het einde van de handelsdag. Per 31 december 2013 was er een positie in de volgende futures: Futures aantal EURO-BOBL FUT MAR 14 (31) EURO-BUND FUT MAR 14 (5) (10) Kosten Deze post betreft: - de kosten van beheer: per maand achteraf is over het fondsvermogen een beheervergoeding verschuldigd. Het percentage vergoeding is afhankelijk van de omvang van het fondsvermogen. Bij een fondsvermogen tot 15 miljoen bedraagt het percentage 0,40% op jaarbasis over het fondsvermogen exclusief btw en bij een fondsvermogen vanaf 15 miljoen tot 20 miljoen bedraagt dit percentage 0,30%. Bij een nog grotere omvang van het fondsvermogen daalt het percentage beheervergoeding verder tot 0,125% bij een fondsvermogen vanaf 50 miljoen. - alle overige kosten. Voor de kosten van administratie, bewaarneming en de functie van bewaarder wordt op maandbasis een bedrag van 1/12 van circa 0,04% (exclusief btw) in rekening gebracht, berekend over het fondsvermogen aan het begin van die maand. - de accountantskosten die in rekening zijn gebracht voor het verrichten van de wettelijk verplichte accountantscontrole van het Fonds door Deloitte Accountants B.V. Er zijn gedurende het boekjaar 2013 geen (2012: nihil) bedragen in rekening gebracht voor niet-reguliere fiscale, advies- of overige werkzaamheden. De aan het Fonds in rekening gebrachte kosten samenhangend met de bewaring van de activa bedragen 2.438,36 (16 september 2011 t/m 31 december 2012: 4.206,41).