box 1 Info voor de leerkracht 3 Het link.mundopakket heeft als doel een duidelijke link te leggen vanuit het mundo wereldoriëntatiepakket naar de wiskunde- of taallessen van de kinderen. In elke box zit een linkbundel met een taal- en wiskundecontractwerk. Het pakket bestaat telkens uit een tweetal werkblaadjes per taak die de leerlingen zelfstandig kunnen maken. Het zijn fiches die vlot in te voeren zijn in een hoeken- of contractwerk. Op de fiches worden wiskunde- of taaloefeningen aangeboden binnen het thematische kader van het wereldoriëntatiethema. Je vindt ook telkens het ingevulde werkblad terug, zodat de kinderen ook zelfstandig hun werk kunnen corrigeren. In het volgende overzicht geven we de doelen mee die met de verschillende contractoefeningen bereikt kunnen worden. In de eerste kolom vind je telkens de oefening van de linkles terug, in de tweede kolom de doelomschrijving van het vakgebied en in de derde kolom verwijzen we naar de taal of rekenles uit kameleon (taal) en kompas (wiskunde), de taal- en wiskundemethode van onze uitgeverij, waar dit contractwerk kan bij aansluiten. De kinderen kunnen een breuk nemen van een grootheid en van een hoeveelheid. De kinderen kunnen breuken als verhouding gebruiken. De kinderen kunnen breuken gelijknamig maken. De kinderen kunnen breuken omzetten naar procenten. Week 3 les 1 Week 4 les 1 Week 8 les 1 De kinderen kennen de standaardmaateenheden en de symbolen ervan betreffende gewicht en kunnen die correct gebruiken. De kinderen kennen de tiendelige verhouding tussen de maateenheden van gewicht en kunnen die gebruiken bij eenvoudige herleidingen. De kinderen kunnen bewerkingen betreffende gewicht uitvoeren. De kinderen kunnen een breuk nemen van een grootheid en van een hoeveelheid. De kinderen kunnen prijzen en hoeveelheden aflezen van prijslijsten. Week 3 les 1 Week 3 les 4 Spelling: De kinderen kunnen woorden schrijven op ig(e), -heid en lijk(e). Kam. Spelling 6 Les 1.2 en 1.3 beschouwing: De kinderen herkennen een mededelende en bevelende zin. De kinderen kunnen een bevelende zin maken. De kinderen kennen de belangrijkste leestekens en kunnen ze correct gebruiken. Les 1.3 beschouwing: De kinderen kennen de term bijvoeglijk naamwoord en kunnen die woordsoort herkennen in een zin. De kinderen herkennen werkwoorden zoals die in verschillende vormen in een tekst kunnen voorkomen en kunnen ze aanduiden. De kinderen kunnen een bevelende zin maken. Les 1.3 Les 1.8 Les 4.5 BOX 1 INFO OOR DE LEERKRCHT
box 1 4 Naam: Klas: 1 ul de breuken en procenten aan. Een groep van 60 zwervers (1200 v. Chr.) tracht bescherming te vinden tegen het gure weer en de hongerige wolven. 42 zwervers vinden een grot. 18 zwervers bouwen een primitieve tent. = =. % = = % 60 10 60 10 Rome (600 v. Chr.): in een huurkazerne wonen mensen. 60 kinderen = = 1 = % 60 mannen tot 40 jaar = = 1 = % 80 vrouwen tot 40 jaar = = 1 = % 40 oudere mannen en vrouwen = = 1 = % Illustreer de samenstelling van de bewoners in het cirkeldiagram. Geef elke groep een andere kleur. Maak nu opnieuw de som van de gevonden breuken. + + + = + + + = 1 BOX 1 WISKUNDE
box 1 5 2 ul de berekeningen aan. enetië (1630): een karveel vertrekt naar ntwerpen met een kostbare lading aan boord. Bereken het totale gewicht van de vracht. 400 zakken aardappelen van 20 kg = = kg 50 kisten pepers van 500 g = = kg 150 zakjes kruidnagel van 200 g = = kg 25 zakken cacaobonen van 2,5 kg = = kg 100 rollen zijde van 5,2 kg = = kg 220 rollen stof met gouddraad van 8,4 kg = = kg 100 porseleinen beeldjes van 2,6 kg = = kg 80 Chinese vazen van 12,4 kg = = kg 1000 kristallen glazen van 24 g = = kg Totaal gewicht = kg Jan van Steen, een rijke ntwerpse koopman, koopt 1 / 5 van de kistjes pepers, 1 / 10 van de zakken aardappelen en 1 / 100 van de kristallen glazen. Wat moet hij betalen aan zijn enetiaanse collega? kistjes pepers aan 6 carolus* / stuk = carolus zakken aardappelen aan 2,28 carolus / stuk = carolus kristallen glazen aan 12,5 carolus / stuk = carolus Totaal bedrag = carolus * Carolus: munteenheid in laanderen in de 17 de eeuw BOX 1 WISKUNDE
Info voor de leerkracht 3 Het linkles.mundopakket heeft als doel een duidelijke link te leggen vanuit het mundo wereldoriëntatiepakket naar de wiskunde- of taallessen van de kinderen. In elke box zit een linklesbundel met een taal- en wiskundecontractwerk. Het pakket bestaat telkens uit twee werkblaadjes per taak die de leerlingen zelfstandig kunnen maken. Het zijn fiches die vlot in te voeren zijn in een hoeken- of contractwerk. Op de fiches worden wiskunde- of taaloefeningen aangeboden binnen het thematische kader van het wereldoriëntatiethema. U vindt ook telkens het ingevulde werkblad terug, zodat de kinderen zelfstandig hun werk kunnen corrigeren. In het volgende overzicht geven we de doelen mee die met de verschillende contractoefeningen bereikt kunnen worden. In de eerste kolom vind je telkens de oefening van de linkles terug, in de tweede kolom de doelomschrijving van het vakgebied en in de derde kolom verwijzen we naar de taal of rekenles uit kameleon (taal) en kompas (wiskunde), de taal- en wiskundemethode van onze uitgeverij, waar dit contractwerk kan bij aansluiten. Oefening 4 De kinderen kennen het begrip schaal en weten dat het gebruikt wordt om iets x keer vergroot of x keer verkleind voor te stellen. De kinderen kennen de diverse schaalaanduidingen. De kinderen kunnen de nodige berekeningen uitvoeren. De kinderen kennen het begrip schaal en weten dat het gebruikt wordt om iets x keer vergroot of x keer verkleind voor te stellen. De kinderen kennen de diverse schaalaanduidingen. De kinderen kunnen de nodige berekeningen uitvoeren. De kinderen kennen de begrippen bruto, netto en tarra en de onderlinge verhoudingen ertussen. De kinderen kunnen, als twee van de drie gegevens gekend zijn, het derde ontbrekende gegeven (gewicht) berekenen. De kinderen kennen het begrip schaal en weten dat het gebruikt wordt om iets x keer vergroot of x keer verkleind voor te stellen. De kinderen kennen de diverse schaalaanduidingen. De kinderen kunnen de nodige berekeningen uitvoeren. Week 5 les 4 Week 5 les 4 Week 5 les 6 Week 5 les 4 Spelling: De kinderen kunnen onthoudwoorden schrijven. De kinderen kunnen woorden schrijven met een koppelteken. De kinderen weten wanneer ze hoofdletters moeten schrijven. beschouwing: De kinderen kunnen onderwerp en persoonsvorm aanduiden in een zin. Kam. Spelling 6 Les 1.4 en 3.3 Les 2.5 BOX 2 WISKUNDE
Info voor de leerkracht 4 Begrijpend lezen: De kinderen kunnen de inhoud en bedoeling van een informatieve tekst weergeven. Toegepast lezen: De kinderen kunnen snel en efficiënt informatie zoeken en vinden in encyclopedieën en themaboeken. Creatief schrijven: De kinderen kunnen materiaal verzamelen door hun voorkennis over het onderwerp te mobiliseren bij zichzelf en in hun schrijfgroep. ctief luisteren: De kinderen kunnen controleren of ze de boodschap van een ander begrepen hebben. Les 3.7 Les 4.15 Les 2.4 Fac.aanbod 2.2 BOX 2 WISKUNDE
7 Naam: Klas: Zoek de juiste verklaring voor de volgende vreemde woorden. Schrijf ze daarna nog eens over in de juiste kolom. cadeau trainen migraine rails militairen container chauffeur e-mail intensief oefenen hevige hoofdpijn treinsporen behoren bij het leger een grote metalen bak autobestuurder geschenk elektronische post fkomstig uit het Frans fkomstig uit het Engels Zoek de aardrijkskundige namen met een koppelteken in je atlas. - Welke vier provincies in België schrijf je met een koppelteken? - Twee continenten schrijf je eveneens met een koppelteken. Welke? - Kaap de Goede Hoop ligt in - De Limburgse stad ligt niet zo ver van Tongeren. BOX 2 TL
8 31 december 1 januari in ustralië Onderstreep in de zinnen het onderwerp één maal en de persoonsvorm tweemaal. Nieuwjaar is een nationale feestdag in ustralië. Het is er hartje zomer! eel ustraliërs organiseren een picknick in de parken van de grote steden. Hele gezinnen kamperen op het strand. Barbecues en feestjes met vrienden en familie zijn een echte traditie. Rond middernacht komen duizenden toeschouwers naar de haven van Sydney. Ze bewonderen dan het spectaculaire vuurwerk. Formuleer zelf twee interessante vragen () over twee continenten en noteer ook het antwoord (). Je mag samenwerken met een klasgenoot. Je kunt verschillende bronnen raadplegen: je atlas, je bronnenboek Mundo, een encyclopedie of een ander boek of internet. Continent: Continent: BOX 2 TL