1 COMPETENTIEFICHE D1-D3 EXPERT INTERN FORMULIER WZC IMMACULATA OCMW EDEGEM TECHNISCH ASSISTENT HACCP Leiding geven De eigen kennis en vaardigheden op gestructureerde wijze kunnen overbrengen naar medewerkers toe. Hiertoe de nodige formele sessies kunnen organiseren en mensen begeleiden bij het toepassen van de opgedane kennis en vaardigheden binnen het werkveld. 2. Opleiden, onderrichten 1 Het personeelslid volgt de opleidingen die hem/haar worden aangeboden of opgelegd. Hij/zij wendt de opgedane kennis en vaardigheden op de eerste plaats aan binnen de uitvoering van de eigen taken. Naar anderen toe focust het personeelslid zich op verbeterpunten van anderen en draagt op die punten kennis over. 3 Het personeelslid geeft regelmatig feedback, gebaseerd op feiten en geobserveerd gedrag. Hij/zij grijpt in indien het gedrag of de prestaties niet overeenstemmen met de verwachtingen en geeft hierbij feedback inzake veranderingen die worden verwacht. Hij/zij geeft de medewerkers daartoe voldoende uitleg en opleiding. 5 Het personeelslid begrijpt de individuele ontwikkelingsnoden van de medewerkers en stelt met hen een actieplan op. Hij/zij begeleidt de medewerkers actief in hun groei door hen mogelijkheden te geven om zich te ontplooien en daarbij ook te voorzien in richting en concreet advies. 7 Het personeelslid begeleidt zijn mensen intensief bij het toepassen van de opgedane kennis en vaardigheden binnen het werkveld. Hij/zij bewaakt de voortgang in de ontwikkeling van de medewerkers. Hij/zij voert dialoog met medewerkers over de ontwikkelingswensen en behoeften. 10 Het personeelslid stimuleert de ontwikkeling van de medewerkers door ze te ondersteunen als ze experimenteren met een nieuwe aanpak. Hij/zij biedt een gevarieerd gamma van ontwikkelingsopportuniteiten aan.
2 Mensen ontwikkelen Het overbrengen en delen van kennis, vaardigheden, expertise en werkwijzen. Kan zowel op formele als informele manier. 2. Kennis overdragen 1 Het personeelslid wendt de opgedane kennis en vaardigheden in de eerste plaats aan voor de uitvoering van de eigen taken. Hij/zij toont door voorbeeldgedrag hoe de functie naar behoren dient uitgeoefend te worden. 3 Het personeelslid antwoordt effectief en concreet op vragen van anderen. Hij/zij geeft de voorkeur aan formele kennisoverdracht. 5 Het personeelslid communiceert de opgedane kennis en vaardigheden naar de directe collega s toe. Dit zowel via informele als formele kanalen. 7 Het personeelslid stelt zijn/haar opgedane kennis, vaardigheden, expertise en succesvolle werkwijzen volledig ten dienste van anderen. Hij/zij communiceert actief waardevolle informatie, dit zowel via formele als informele kanalen. 10 Het personeelslid communiceert intensief zijn/haar opgedane kennis, vaardigheden, expertise en succesvolle werkwijzen naar de gehele organisatie toe. Hij/zij functioneert hierbij als voorbeeld. Het personeelslid wijst anderen op de meerwaarde van onderlinge kennisoverdracht. Interpersoonlijke relaties Zonder problemen contacten leggen met anderen en er gemakkelijk mee communiceren. 2. Klantgerichtheid 1 Basis/Starter Toont begrip voor de wensen en belangen van een klant. Handelt vragen, verzoeken van klanten direct correct en doeltreffend af. Handelt klachten af volgens de bekende procedures. 3 Vakman/Vakvrouw Beperkt zijn klantgerichtheid niet tot externe klanten, maar beschouwt zijn collega s ook als (interne) klanten. Blijft rustig en beheerst, ook bij emotionele of onverwachte reacties van klanten. Vraagt naar de wensen van de klant. 5 Professional/Sturen Onderzoekt actief actuele wensen en behoeften van klanten. Levert maatwerk voor de klant en behoudt de balans tussen het organisatiebelang en het klantbelang. Checkt of voorstellen en geleverde diensten aan de verwachtingen van de klant voldoet. 7 Expert/Management Bouwt aan een blijvende persoonlijke relatie met de klant. Vraagt door op mogelijke wensen en behoeften van klanten, ook wanneer de klant zich daarover niet expliciet uitlaat. Geeft een helder beeld van wederzijdse verwachtingen. 10 Strategie/Leiderschap Onderzoekt actief mogelijke toekomstige behoeften van de klant. Komt actief met lange termijn oplossingen voor de klant. Doet investeringen met het oog op een lange termijn relatie met de klant. Communicatie 2. Rapporteren Op correcte en objectieve wijze 1 Het personeelslid rapporteert zowel mondeling als schriftelijk gegevens en ervaringen naar op een aanvaardbaar niveau. anderen toe kunnen overbrengen 3 Het personeelslid rapporteert to-the-point, vermijdt het (mondeling en/of schriftelijk) met om te veel vakjargon te hanteren en zorgt ervoor dat de respect voor de regels en boodschap makkelijk toegankelijk, helder en begrijpbaar procedures die hieromtrent gelden is. Hij/zij gebruikt daarbij een voldoende rijke taal en in een organisatie. hanteert een correcte spelling. 5 Het personeelslid is vlot verstaanbaar (volume, articulatie, tempo), spreekt vlot en slaagt erin om moeilijke boodschappen zodanig te rapporteren dat de problematiek snel duidelijk, volledig en makkelijk begrijpbaar is. 7 Het personeelslid kan zijn rapportering en communicatie vlot
3 aanpassen in functie van het publiek en/of de desbetreffende doelgroep. De rapportering is gestructureerd, omvat voldoende toelichting en/of voorbeelden om de boodschap meer kracht bij te zetten. 10 Het personeelslid is een voorbeeld voor de organisatie op het vlak van rapportering. Zowel de mondelinge als schriftelijke rapportering is taalkundig correct, gestructureerd, toegankelijk en heel vlot begrijpbaar. Zelfs de meest abstracte en/of complexe boodschappen (ook delicate) worden zodanig gebracht dat deze vlot geaccepteerd en begrepen worden. Omgaan met informatie Complexe problemen en processen kunnen opsplitsen in de samenstellende delen, verbanden en linken kunnen leggen, dieperliggende oorzaken kunnen opsporen, problemen vanuit verschillende invalshoeken kunnen benaderen, diverse alternatieve oplossingen genereren en duidelijke criteria kunnen ontwikkelen om beslissingen te kunnen op baseren. 2. Analyseren 1 Het personeelslid gaat systematisch te werk bij het onderzoeken van een probleem en verwerft een algemeen inzicht in de problematiek. 3 Het personeelslid maakt bij het analyseren een onderscheid tussen hoofdzaken en bijzaken en komt tot de kern van het probleem. 5 Het personeelslid ontdekt de oorzaken van problemen en legt verbanden met reeds bekende informatie. Het personeelslid kan de analyse en de nieuwe informatie ook toepassen op andere opdrachten en problemen. 7 Het personeelslid benadert een probleem vanuit diverse invalshoeken en ontdekt trends in ogenschijnlijk nietgerelateerde feiten. Het personeelslid kan oordelen van anderen betrekken in de analyse en is in staat om een gegeven zowel in de breedte als de diepte grondig te analyseren. 10 Het personeelslid kan heel complexe opdrachten makkelijk doorgronden en kan deze naar anderen toe helder en concreet vertalen. Hij/zij houdt daarbij ook rekening met tegenstellingen en baseert zijn aanpak op heel wat verschillende aanknopingspunten in de opdracht.
4 Taak-management Uitwerken van efficiënte en overzichtelijke plannen in logische stappen en in functie van de prioriteiten. De vereiste middelen juist inzetten. Besluiten De toegewezen taken autonoom kunnen uitvoeren zonder hierbij anderen onnodig te betrekken. Gepast kunnen omgaan met onverwachte wendingen. Binnen de grenzen van de functie en eigen mogelijkheden initiatieven ontwikkelen om hieraan het hoofd te bieden. Hieromtrent diverse alternatieven kunnen generen, de gepaste keuze maken en deze implementeren binnen het operationele werkveld. 2. Plannen en organiseren 1 Het personeelslid voert taken efficiënt uit volgens de vooropgestelde bepalingen en regels en kan de prioriteitsregels die worden aangereikt toepassen. Hij/zij maakt hierbij gebruik van een aantal planningstools (agenda, to-do-lijsten, ) 3 Het personeelslid kan taken gestructureerd plannen en houdt daarbij rekening met belangrijkheid, dringendheid, uitvoeringstijd, 5 Het personeelslid plant en organiseert eigen werk effectief. Hij/zij brengt een duidelijke structuur aan in het eigen werk en werkt ook onder tijdsdruk alles tijdig en correct af. Hierbij houdt het personeelslid ook rekening met onverwachte opdrachten. 7 Het personeelslid kan met succes grote projecten en opdrachten plannen. Daarbij houdt hij/zij rekening met de deadline en met de deadlines van deelprojecten. Hij/zij kan milestones uitzetten, volgt de vorderingen goed op en stuurt proactief bij waar nodig. Hij/zij ontwikkelt systemen en methodes om te anticiperen op onvoorziene omstandigheden. 10 Het personeelslid ontwikkelt procedures en werkmethodes die pieken in de werkdruk kunnen vermijden en die de planning transparanter maken. Het personeelslid plant proactief zodat anderen op een comfortabele wijze hun deelopdrachten kunnen uitvoeren. Hij/zij volgt de planning proactief op en is tevens in staat om externe partijen en factoren te beheersen. 2. Oplossingsgerichtheid 1 Het personeelslid ziet de problemen in een dossier en vraagt anderen om oplossingen. 3 Het personeelslid voert de toegewezen taken autonoom uit. Hij/zij merkt problemen/knelpunten m.b.t. de eigen taken op en signaleert deze. Hij of zij kan deze problemen helder verwoorden en hiervoor zelf mogelijke oplossingen aanbrengen. 5 Het personeelslid schat problemen en de ernst ervan in en stelt mogelijke acties voor. Het personeelslid onderzoekt de oorzaak van problemen en zoekt naar structurele oplossingen. 7 Het personeelslid ziet problemen aankomen en speelt hier tijdig op in. Hij/zij gaat het succes van de aangegeven oplossingen na en evalueert het uiteindelijke resultaat. 10 Het personeelslid stimuleert oplossingsgericht denken. Hij of zij treedt anderen bij, bij het oplossen van problemen. Wanneer de situatie het zich vereist, treedt het personeelslid op als bemiddelaar.
5 Gedrevenheid Zich flexibel opstellen en met een positieve attitude tegen verandering aankijken. 2. Omgaan met verandering 1 Het personeelslid is bereid om de eigen werkmethodes bij te sturen in functie van verbeteringen of gewijzigde omstandigheden. 3 Het personeelslid stelt zich snel in op een nieuwe situatie en stelt zich constructief en bereidwillig op naar nieuwe werkmethodes en procedures. Hij/zij stelt zich begrijpend op naar andere visies inzake werkaanpak. 5 Het personeelslid stelt zich bij veranderingen constructief op en heeft oog voor prioriteiten bij de veranderingen. Hij/zij is constructief kritisch en zal waar nodig aanbevelingen formuleren. Hij/zij voelt zich bij wisselende omstandigheden goed en zal er steeds voor zorgen dat de belangrijkste zaken afgewerkt worden. 7 De medewerker is een duidelijk steunpunt voor de dienst bij veranderingen. Hij/zij denkt actief mee in termen van effectiviteit en efficiëntie tijdens de veranderingen. Helpt de collega's bij de veranderingen waar mogelijk en zorgt voor een bewaking van de kwaliteit. 10 De medewerker kan perfect blijven functioneren tijdens veranderingsprocessen. Hij/zij stelt duidelijk zelf de doelen voor wat betreft de eigen dienst en kan ook collega's begeleiden tijdens deze veranderingsprocessen. Hij/zij stelt zich uitdrukkelijk mee verantwoordelijk voor de behaalde resultaten van het veranderingsproces.