Gemeente Schouwen- Duiveland

Vergelijkbare documenten
Gemeente Schouwen- Duiveland

Deskresearch gemeentelijk beleid

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Beleidsregels watervergunningen Strandbebouwing

Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

abcdefgh de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Oude Badweg 60 Eelderwolde

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

Ruimtelijke onderbouwing

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

Ruimtelijke onderbouwing

Ontwerp Wijzigingsplan. Ballumerweg 23 te Nes Ameland

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Beheersverordening Asten Stegen, Koestraat Gemeente Asten. datum: 7 augustus 2013 projectnummer: R.2013 adviseur: Jke

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Duinkampen 23 te Paterswolde

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Omgevingsvergunning Hollewandsweg 28

Namens cliënte, familie Van Kessel, woonachtig aan de Kwadestaartweg 10 te (5752 PV) Deurne, richt ik mij tot u met het volgende.

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

Nota van Beantwoording Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan. Ruimte voor de Grecht

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

Ruimtelijke onderbouwing Bûtewei 14A Ureterp (agrarische bedrijfswoning) Gemeente Opsterland

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

*Z04630B9E6E* Ruimtelijke onderbouwing. Bouwen van een loods op het perceel Westerweg 21 Ouddorp. Initiatiefnemer: Maatschap Aleman-Sperling

De zonering inclusief legenda is de afgelopen maanden tot stand gekomen in cocreatie en

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Besluit Gelet op artikel 2.1 van de Wabo besluiten wij de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten:

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

website - 47-RO ab.doc Pagina 1

Onderwerp Uitwerking vastgestelde amendementen Bestemmingsplan Buitengebied 2010

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD), A. van Hunnik (GL) en H. van Dieren (SGP/CU) (d.d. 4 mei 2017) Nummer 3292

Leggerzones Zandige kust (duinen) Leggerzones Dijk in Duin (Noordwijk)

Zandsuppleties en Morfologie langs de Nederlandse kust

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A;

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG juni 2014 Toelichting correctieve

*Z048FC38A9F* Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg perron buitenhaven Middelharnis. Initiatiefnemer: Gemeente Goeree-Overflakkee

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Wijziging Natuurbeschermingswet 1998 door de Crisis- en herstelwet

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

REGISTRATIENUMMER

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

Ruimtelijke onderbouwing

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Toelichting op het bestemmingsplan. 1e herziening bestemmingsplan Leerpark, locatie Brandweerkazerne. Stadsontwikkeling Dordrecht

Ruimtelijke onderbouwing

Visie op Zuid-Holland. Verordening Ruimte. Wijzigingsbesluit behorende bij ontwerpherziening Herijking EHS

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen

< '2 E 3. I? 3 CD co

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Ontwerp wijziging PRVS

Ruimtelijke onderbouwing

Beleidsregels evenementen strandpaviljoens Bloemendaal 2019

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

Beleidsregels Buitendijkse regionale waterkeringen

1. Streekplan Brabant in balans

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

Beheersverordening Kornputkwartier

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

1e partiële herziening Hoofdwinkelcentrum

Toelichting op de Keur waterschap Regge en Dinkel 2009

Ruimtelijke onderbouwing garageboxen Maasweg Maassluis, d.d. 5 september 2016

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

BESTEMMINGSPLAN WESTELIJK BUITENGEBIED, PARTIËLE HERZIENING NIJKERKERSTRAAT 35 - BIJZONDERE PARTICULIERE BEGRAAFPLAATS LANDGOED BIJSTEIN

VERKEER EN VERVOER. Wijzigingsplan archeologie N23 Westfrisiaweg N23 WEST

Transcriptie:

Gemeente Schouwen- Duiveland Vastgesteld bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand

Gemeente Schouwen- Duiveland Vastgesteld bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand Inhoud 1. toelichting 2. bestemmingsplanregels 3. verbeelding identificatienummer: NL.IMRO.1676.00012BpGhp-vast referentie: 00160.006bp17 opdrachtgever: Gemeente Schouwen-Duiveland datum: januari 2011 status: vastgesteld bestemmingsplan

Toelichting

00160.006bp17 7 INHOUD 1 Inleiding 9 1.1 Aanleiding 9 1.2 Ligging en plangrenzen 9 1.3 Vigerend bestemmingsplan 9 1.4 Leeswijzer 9 2 Beleidskader 11 2.1 Inleiding 11 2.2 Rijksbeleid 11 2.3 Provinciaal beleid 16 2.4 Regionaal beleid 17 2.5 Gemeentelijk beleid 22 2.6 Conclusie beleid 25 3 Inventarisatie en analyse 27 3.1 Inleiding 27 3.2 Ruimtelijke structuur 27 3.3 Functionele structuur 29 3.4 Planbeschrijving 29 3.5 Instrumentarium 33 4 Milieu en duurzaamheid 35 4.1 Inleiding 35 4.2 Archeologie en cultuurhistorie 35 4.3 Bodem 35 4.4 Water 36 4.5 Ecologie 37 4.6 Bedrijven 40 4.7 Geluid 41 4.8 Luchtkwaliteit 41 4.9 Externe veiligheid 42 4.10 Licht 43 4.11 Energie en duurzaamheid 43 5 Juridische vormgeving 45 5.1 Inleiding 45 5.2 Plansystematiek 45 5.3 Bestemming 46 6 Handhaving 49 6.1 Inleiding 49 6.2 Handhavingsbeleid gemeente 49 6.3 Ontwikkeling gestructureerd toezicht 50 6.4 Uitvoering handhaving 50 7 Economische uitvoerbaarheid 51 Bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand

8 8 Maatschappelijke toetsing en overleg 53 8.1 Vooroverleg 53 8.2 Ter inzage legging 53 8.3 Ambtelijke wijzigingen 53 8.4 Zienswijzen 54 Bijlagen 1) Natuurtoets Arcadis augustus 2010 inclusief aanvullende memo december 2010 2) Cafetariamodel strandpaviljoens 3) Marktonderzoek 4) Nota inspraak en overleg 5) Vaststellingsbesluit De Zwaluw Zuid-Zuid-West Corazon De Strandtent C est la Vie Situering projectlocaties op luchtfoto (bron: Google Earth) Gemeente Schouwen-Duiveland

00160.006bp17 9 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Eind 2008 / begin 2009 zijn bij de gemeente Schouwen-Duiveland vijf aanvragen binnen gekomen van strandpaviljoenhouders met een seizoenspaviljoen om over te gaan op jaarrond openstelling. In het huidige bestemmingsplan partiële herziening strandpaviljoens is reeds voor 8 locaties een jaarrondpaviljoen bestemd. De gevraagde ontwikkeling van 5 extra jaarrondpaviljoens is niet mogelijk binnen het vigerende bestemmingsplan. Tevens voldoet het vigerende bestemmingsplan nog niet aan de RO standaarden 2008. Daarom is het noodzakelijk een nieuw bestemmingsplan op te stellen voor deze ontwikkeling. 1.2 Ligging en plangrenzen De projectlocaties zijn gelegen op het Noordzeestrand langs van de Kop van Schouwen binnen de gemeente Schouwen-Duiveland. Op de afbeelding Zonering Noordzeestrand op pagina 28 is de zonering van het Noordzeestrand te zien, alsmede de ligging van de aanwezige strandpaviljoens. De ontwikkeling betreft de volgende strandpaviljoens: - C est la Vie; - De Zwaluw; - Zuid-Zuid-West; - Corazon; - De Strandtent. De locaties van de betreffende strandpaviljoens zijn op de luchtfoto weergegeven. 1.3 Vigerend bestemmingsplan Momenteel vigeert binnen het plangebied het bestemmingsplan partiële herziening strandpaviljoens, vastgesteld op 23 februari 2006 en goedgekeurd op 13 juni 2006. De gevraagde ontwikkeling past niet binnen de regeling van het vigerende bestemmingsplan. Het bestemmingsplan biedt niet de ruimte om 5 extra jaarrondpaviljoens te realiseren. 1.4 Leeswijzer Deze toelichting is onderdeel van het bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand. Andere onderdelen van dit bestemmingsplan zijn de bestemmingsplanregels en de verbeelding. De toelichting is opgebouwd volgens de gemeentelijke standaard en bestaat uit de volgende hoofdstukken: In hoofdstuk 2 is het relevante ruimtelijke beleid beschreven; In hoofdstuk 3 zijn de ruimtelijke en functionele analyse van het plangebied opgenomen alsmede een planbeschrijving van de gewenste ontwikkeling; In hoofdstuk 4 komen de relevante milieuaspecten en het aspect duurzaamheid aan bod; Bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand

10 In hoofdstuk 5 wordt de juridische vormgeving beschreven met een toelichting op de gebruikte bestemmingen; In hoofdstuk 6 wordt het handhavingsbeleid beschreven; In hoofdstuk 7 is de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan beschreven; In hoofdstuk 8 wordt tot slot beschreven op welke wijze maatschappelijke toetsing en overleg heeft plaatsgevonden. Bij het bestemmingsplan zijn tevens de uitgevoerde onderzoeken en het cafetariamodel als bijlagen toegevoegd. Gemeente Schouwen-Duiveland

00160.006bp17 11 2 Beleidskader 2.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door Rijks-, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante Rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beleid samengevat. Een groot deel van dit hoofdstuk is integraal overgenomen uit het vigerende bestemmingsplan partiële herziening strandpaviljoens. 2.2 Rijksbeleid Nota Ruimte De Nota Ruimte (2006) bevat de visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Het schept ruimte voor ontwikkeling en verschuift het accent van het stellen van ruimtelijke beperkingen naar het stimuleren van gewenste ontwikkelingen. Voor de kust heeft het rijk de volgende doelstelling: waarborging van de veiligheid tegen overstromingen vanuit zee met behoud van de (inter)nationale ruimtelijke waarden waarbij de gebiedsspecifieke identiteit een belangrijke kernkwaliteit is. In het nationaal ruimtelijk beleid staan voor dit gebied specifiek de volgende opgaven centraal: - een integraal kustbeheer; - begrenzing en bescherming van het kustfundament; - introductie van een strategie voor het beheer van de zandige kust; - op sterkte hebben en behouden van de zeewering. De Nota Ruimte gaat ook in op het bouwbeleid in het kustfundament en maakt onderscheid in twee zones: bebouwd gebied en niet-bebouwd gebied. Voor bebouwd gebied geldt het ja, mits -principe. Voor het niet-bebouwd gebied en het strand geldt het nee, tenzij -principe voor nieuwe permanente bebouwing. De nadere uitleg van dit beleid is geconcretiseerd in de Beleidslijn kust uit september 2007. Met deze beleidslijn trekt het rijk het interim-beleid kustzone 1997 expliciet in. Het rijk stelt zich voor de kust een dubbele doelstelling. Ten eerste moet de veiligheid tegen overstromingen worden gewaarborgd. Dit gebeurt door behoud en verbetering van het kustfundament (de drager van de waterkerende duinen en dijken) en door versterking van acht prioritaire zwakke schakels in de zeewering: de zeevakken Den Helder-Callantsoog, Hondsbossche en Pettemer zeewering, waterkering Noordwijk, waterkering Scheveningen, Hoek van Holland-Kijkduin, Flaauwe Werk, Zuidwest-Walcheren en West-Zeeuws-Vlaanderen. Ten tweede moet het bijzondere karakter van de kust behouden blijven. Grote delen van de kust zijn beschermd als natuur- of waterwingebied. In de kustplaatsen zijn beide doelstellingen van invloed. Door de zeespiegelstijging kan in de toekomst meer ruimte nodig zijn voor versterking van de zeewering. Tegelijk vragen de groeiende bevolking en economie om ruimte. 3e kustnota Traditie, Trends en Toekomst De druk op de kust vanaf land en zee neemt toe. Voorts wordt door klimaatverandering een versnelde zeespiegelstijging verwacht. Dit vergt in de toekomst bredere en sterkere waterkeringen. In de 3 e Kustnota Traditie, Trends en Toekomst (Ministerie van Verkeer en Bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand

12 Waterstaat, 2000) staat de ruimtebehoefte vanuit veiligheidsoogpunt centraal, om de mogelijkheid voor noodzakelijke toekomstige maatregelen open te houden. Ten opzichte van de 2e Kustnota Kustbalans (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1995) wordt in de 3 e Kustnota een sterkere relatie gelegd tussen kustveiligheid en ruimtegebruik. In feite is deze nota een nadere uitwerking van de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4) voor het onderwerp kustveiligheid, want één van de pijlers van NW4 is de versterking van de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Voorwaarden aan de locatie voor strandpaviljoens De jaarrondaanwezigheid van bebouwing op het strand is vanuit veiligheidsoogpunt in principe ongewenst. Daar geldt een "nee, tenzij"-benadering. Voor strandpaviljoens geldt een beperkte uitzondering. Voor brede, nog onbebouwde duingebieden is jaarrondaanwezigheid van strandpaviljoens ongewenst. Jaarrondaanwezigheid van strandpaviljoens is vanuit veiligheid en beperking van de risico s alleen op die locaties toegestaan waar sprake is van een directe functionele relatie met: - een kustplaats deels gelegen in de waterkering; - een kustplaats direct achter de waterkering; - een recreatieconcentratiepunt in of achter de waterkering. In deze gebieden kan de afweging vanuit natuurbeleid of andere belangen leiden tot een andere beoordeling van de mogelijkheden van jaarrondaanwezigheid en -exploitatie van strandpaviljoens. Naast de voorwaarden, gericht op veiligheid, kunnen vanuit belangen van ruimtelijke ordening en natuur en landschap aanvullende voorwaarden of beperkingen worden gesteld. Hierbij valt te denken aan voorwaarden met betrekking tot: - de mate van concentratie van strandpaviljoens; - de omvang van het zomergebruik; - de aanwezigheid van een ontsluitingsroute; - de breedte van de bebouwing vlak achter de zeereep; - de mate van maatschappelijke inpassing. Strandpaviljoens en een veerkrachtige kustverdediging kunnen goed samengaan als risicobewust wordt gebouwd en het paviljoen een technisch en economisch korte levensduur heeft. Elke vijf jaar kan de locatie van het paviljoen aangepast worden aan de natuurlijke ontwikkeling van het duin. Nieuwe vergunningen voor jaarrondaanwezigheid en -exploitatie zullen vanuit het oogpunt van het kustbeheer daarom alleen voor beperkte duur worden verleend. Voorwaarden aan alle strandpaviljoens ten behoeve van het kustbeheer, onafhankelijk van locatie De 3e Kustnota stelt dat alle paviljoens dienen te voldoen aan de door de beheerder van het strand en de waterkering te stellen voorwaarden. Het modelconvenant van de pilot "Zandvoort" met betrekking tot jaarrondexploitatie vormt hiervoor de basis. Belangrijke voorwaarden zijn: - op palen (bij jaarrondaanwezigheid); - verplaatsbaar binnen een week; - demontabel; - minimale vloerhoogte, maximale omvang / hoogte afhankelijk van de overschrijdingsfrequentie van de lokale waterstand; - daadwerkelijke jaarrondexploitatie ten behoeve van de strandrecreatie; Gemeente Schouwen-Duiveland

00160.006bp17 13 - schade voor rekening van de eigenaar; - geen recht op extra bescherming en / of suppletie. Per kustvlak kunnen, afhankelijk van de lokale omstandigheden, aanvullende en licht afwijkende voorwaarden gesteld worden. Jaarrondexploitatie bij kustplaatsen heeft een relatie met de procedure die ten behoeve van het vaststellen van contouren doorlopen dient te worden. Jaarrondaanwezigheid kan pas ingaan nadat de contouren en recreatieconcentratiepunten afdoende planologisch verankerd zijn. Bij het planologisch mogelijk maken van jaarrondexploitatie moet rekening worden gehouden met het vigerende kustbeleid dat door de provincie in het omgevingsplan is verwoord. Het kustbeleid in het omgevingsplan is gebaseerd op het kustbeleidsplan dat door de provincie, Waterschappen en Rijkswaterstaat in 2004 is vastgesteld. Bij het opstellen van het kustbeleidsplan en later het omgevingsplan is beleid geformuleerd mede op basis van de 3 e kustnota. In de 3 e kustnota wordt jaarrondexploitatie van strandpaviljoens gekoppeld aan zgn. recreatieconcentratiepunten. Daar waar een recreatieconcentratiepunt aan de kust gelegen is, is het toegestaan om strandpaviljoens jaarrond te exploiteren. In Zeeland is echter voor sommige paviljoens al vóór de vaststelling van de 3 e kustnota jaarrond exploitatie toegestaan. Bovendien is de kust van Zeeland niet te vergelijken met de Hollandse kust, waar duidelijke recreatieconcentratiepunten aan te wijzen zijn. Voor de Zeeuwse kust is dit veel moeilijker omdat de badplaatsen in Zeeland vaak verder landinwaarts liggen en de omvang een stuk kleiner is. In het provinciaal kustbeleid is daarom onderscheidt gemaakt tussen twee zones in het kustbeheer: zones met een dynamisch beheer en zones met een niet-dynamisch beheer. Jaarrondexplotatie is mogelijk daar waar de kust niet dynamisch beheerd wordt, hier is het toeristisch belang gelijkwaardig aan het natuur belang. In de dynamisch beheerde gebieden is jaarrondexploitatie niet toegestaan. In deze zones is het natuurbelang groter dan het recreatiebelang. Deze zonering in dynamisch en niet-dynamisch beheerde gebieden kan worden beschouwd als vervanging van de recreatieconcentratiepunten uit de 3 e kustnota. Beleidslijn kust (2007) De Beleidslijn kust (2007) bestaat uit een Beleidsbrief met een Uitwerking en een toelichting. De Beleidslijn kust bevat onder meer een kader vanuit het waterveiligheidsbelang voor toetsing van ingrepen of activiteiten met een ruimtebeslag. De Beleidslijn kust maakt een onderscheid in: I. Beleid voor bestaand bebouwd gebied; II. Beleid voor onbebouwd gebied; III. Beleid voor semipermanente jaarrond aanwezige bouwwerken op het strand; IV. Voorwaarden. Ad II. Het bevoegd gezag kan medewerking verlenen aan ingrepen, bij: c) Voorzieningen van openbaar belang: Nutsvoorzieningen, voorzieningen voor operationeel beheer door hulpdiensten, natuur, drinkwaterwinning en andere zaken tot nut van het algemeen. Bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand

14 Ad III. Ten aanzien van semi-permanente jaarrond aanwezige bouwwerken op het strand geldt dat deze in beginsel zijn toegestaan, mits voldaan wordt aan bepaalde zonerings- en uitvoeringsvoorwaarden ( ja, mits -benadering). De invulling of aanvulling van deze voorwaarden is gebieds- en locatieafhankelijk. De uitvoeringvoorwaarden van het rijk voor semi-permanente jaarrond aanwezige bouwwerken vanuit het oogpunt van waterveiligheid zijn: De geldigheidsduur van de vergunning is tijdelijk, meestal vijf jaar. De positionering van de paviljoens: - afstand uit duinvoet of afrastering; - afstand tot strand- en paalhoofden; - fundering op (verwijderbare) palen of anders flexibel aan te passen. Bouwvoorschriften voor deze bouwwerken; - minimale vloerhoogte; - hoogte van het paviljoen; - waterkeringstechnische voorwaarden voor de doorvoer van kabels en leidingen; - verplaatsbaarheid van de bebouwing (verplaatsbaar binnen orde van een week), de bebouwing moet demontabel zijn; - berekend op uit elkaar kunnen vallen van de bebouwing bij blootstelling aan zware golven. Ad IV. Naast de uitvoeringsvoorwaarden gelden er vanuit de waterveiligheid algemene voorwaarden zoals: Geen belemmering voor meegroeien met de zee, kustlijnzorg en waterstaatswerk; Er is sprake van een zodanige situering, ontwerp en uitvoering van de ingreep dat voldaan wordt aan zacht waar kan en hard waar moet ; Er is geen sprake van een feitelijke belemmering van het onderhoud, de huidige veiligheid of toekomstige versterking van de primaire waterkering inclusief de ruimte nodig voor 200 jaar zeespiegelstijging; Indien van toepassing voldoen aan de Keur van het Waterschap. Net als voor andere buitendijkse activiteiten geldt voor jaarrondaanwezigheid en -exploitatie van strandpaviljoens en andere semi-permanente bouwwerken op het strand dat ze plaatsvinden op eigen risico. Jaarrond Op grond van de 3 e Kustnota kon het verlenen van vergunning voor het jaarrond aanwezig zijn van strandpaviljoens alleen plaatsvinden op die locaties waar sprake was van een directe functionele relatie met een kustplaats of een recreatieconcentratiepunt en wanneer de mogelijkheid daartoe afdoende planologisch was verankerd. Deze koppeling met het ruimtelijke ordeningspoor is in de Beleidslijn kust niet meer als voorwaarde opgenomen voor het verlenen van een vergunning op grond van de Waterwet. In dit geval bestaat er vanuit het waterstaatsbelang geen bezwaar tegen het jaarrond laten staan van het strandpaviljoen. Geldigheidsduur In de Beleidslijn kust is bepaald dat de geldigheidsduur van de vergunning tijdelijk zal zijn, waarbij uitgegaan wordt van vijf jaar. De grondslag voor deze termijn vloeit voort uit het gegeven dat primaire waterkeringen op grond van de Wet op de waterkering om de vijf jaar Gemeente Schouwen-Duiveland

00160.006bp17 15 dienen te worden getoetst op veiligheid. Op basis van de uitkomsten van deze vijfjaarlijkse toets zou het kunnen voorkomen dat de primaire waterkering dient te worden aangepast, waarbij de betreffende locatie in het geding zou kunnen komen. Teneinde vergunninghouder enige mate van zekerheid te kunnen bieden, zal de geldigheidsduur van de vergunning op een langere periode worden gesteld, met dien verstande dat een voorschrift zal worden opgenomen dat na de vijfjaarlijkse toetsing de locatie kan worden herzien. Bouwvoorschriften Rijkswaterstaat en het Waterschap hebben afspraken gemaakt over vloerhoogtes van strandpaviljoens in de provincie Zeeland. Voor seizoensgebonden paviljoens bedraagt deze minimaal 2 meter en voor jaarrond minimaal 3 meter boven strandniveau. Natuurbeschermingswet 1998 De Natuurbeschermingswet 1998 (Nbwet) stelt, na de wetswijziging die op 1 oktober 2005 in werking is getreden, nieuwe regels inzake de bescherming van natuur en landschap. De wet onderscheidt drie soorten beschermde gebieden (Natura-2000-gebieden), te weten: a. door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aangewezen gebieden, zoals bedoeld in de Vogel- en Habitatrichtlijn; b. door de minister van LNV aangewezen Beschermde Natuurmonumenten; c. door Gedeputeerde Staten aangewezen Beschermde landschapsgezichten. De locaties in het onderhavige bestemmingsplan behoren allemaal tot het Natura 2000-gebied Voordelta. Dit gebied is definitief aangewezen. Ook is er voor dit gebied al een in werking zijnd beheerplan. In dit beheerplan is het bestaand gebruik opgenomen. Voor het bestaand gebruik dat benoemd is in het beheerplan is geen vergunningplicht in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998. Valt het gebruik niet onder bestaand gebruik, dan zal aangetoond moeten worden dat er geen significante effecten zijn te verwachten bij dat bepaalde gebruik. In de directe nabijheid ligt verder het natuurbeschermingsgebied de Kop van Schouwen. In een beschermd natuurgebied is het verboden zonder vergunning handelingen te verrichten die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, voor de natuurwetenschappelijke betekenis ervan, voor de dieren of planten daarin of die het natuurgebied ontsieren (artikel 16 Nbwet). In dit opzicht is de Nbwet voor het bestemmingsplan van belang omdat bij de voorbereiding van het plan onderzocht moet worden of deze wet de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan niet in de weg staat. Dat zal zich voordoen, wanneer de uitvoering van het bestemmingsplan tot handelingen leidt waarvan moet worden aangenomen dat daarvoor geen vergunning ingevolge de Nbwet kan worden verkregen. De Kop van Schouwen is ook aangemeld als Habitatbeschermingsgebied. Wat betreft het aangemelde Habitatbeschermingsgebied zal gelet op de toekomstige definitieve aanwijzing als Natura 2000-gebied bij de voorbereiding van het bestemmingsplan bezien dienen te worden of de uitvoering van het plan een significante aantasting van de te beschermen habitats en natuurwaarden kan meebrengen. Gedeputeerde Staten zijn het bevoegd gezag voor de vergunningverlening en handhaving in het kader van de Natuurbeschermingswet voor het merendeel van de activiteiten in en grenzend aan de Natura-2000-gebieden. Activiteiten worden getoetst aan de Bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand

16 aanwijzingsbesluiten, instandhoudingsdoelstellingen en beheersplannen. Voor de Kop van Schouwen is nog geen beheerplan beschikbaar. Voor het Natura 2000-gebied Voordelta, wel. 2.3 Provinciaal beleid Omgevingsplan Zeeland 2006-2012 (30 juni 2006) In het Omgevingsplan Zeeland zijn drie voormalige provinciale plannen (streekplan, milieubeleidsplan en waterhuishoudingsplan) geïntegreerd tot één plan. Het plan bevat de provinciale visie op de ruimtelijke toekomst van Zeeland. Duurzaam ontwikkelen vormt het centrale uitgangspunt. Dit uitgangspunt is uitgewerkt in drie hoofddoelstellingen van beleid: Het versterken van de bijzondere Zeeuwse omgevingskwaliteiten; Het faciliteren van de noodzakelijke en gewenste economische dynamiek; Het bevorderen van de sociaal-culturele dynamiek en het vasthouden aan een gematigde bevolkingsgroei. Voor de natuurgebieden, het strand en de zee is de strategie beschermen aangegeven. Het gaat daarbij om zeer kwetsbare en waardevolle gebieden. In deze gebieden zijn nieuwe projecten, plannen of handelingen niet toegestaan indien deze de wezenlijke kenmerken of waarden van een gebied significant aantasten, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Dit beschermingsregiem sluit aan bij het afwegingskader in de Nota Ruimte voor de Ecologische Hoofdstructuur. Daarnaast geldt voor deze gebieden nationale en internationale wetgeving, zoals de Natuurbeschermingswet. Rond bestaande natuurgebieden geldt een afwegingszone van 100 meter, waarbij de invulling afhankelijk is van de mate van openheid en de verstoringsgevoeligheid van het natuurstreefbeeld. In het Omgevingsplan Zeeland wordt vermeld dat de Kop van Schouwen provinciaal Belvedèregebied is. Voor het strand worden de paalhoofden als kenmerkende elementen genoemd. Het strand maakt deel uit van de Voordelta. Hoofddoelstelling voor dit gebied is de veiligstelling van de natuurlijke ontwikkeling in relatie tot de kustbescherming. De ecologische kwaliteiten zijn daarbij richtinggevend voor andere (ruimtelijke) ontwikkelingen. Het gebied is belangrijk als kinderkamer voor vis en als broed-, foerageer- en overwinteringsgebied voor vogels. Op de droogvallende platen rusten zeehonden. Bijna de hele kust wordt intensief gebruikt voor strandrecreatie. Op de beleidskaart Zonering Deltawateren is aangegeven dat voor het strand de recreatiefunctie primair is en voor het aansluitende deel van de zee de natuurfunctie. Het strand en de duinen maken verder deel uit van de beschermingszone van de waterkering. In de brede duingebieden staat natuurontwikkeling voorop; waar geen natuurlijke processen aan de orde zijn, bestaan ruime mogelijkheden voor recreatie. Op deze locaties is eveneens sprake van jaarrondexploitatie van strandpaviljoens. Het waterschap Zeeuwse Eilanden heeft een zonering in de zandige kust aangebracht, waarbij het beheer van de waterkeringen het ordenend principe is. De zonering maakt onderscheid tussen dynamisch en niet-dynamisch beheer. Intensieve recreatie, zoals paviljoens en strandhuisjes kan plaatsvinden in niet-dynamische kustvakken. Op de Omgevingsplankaart in het Omgevingsplan Zeeland zijn voor de Kop van Schouwen dezelfde recreatieconcentraties aangegeven als in het Streekplan Zeeland. Uitgangspunt blijft dat concentratie van grootschalige recreatieve ontwikkeling hier plaatsvindt. Gemeente Schouwen-Duiveland

00160.006bp17 17 Indien ontwikkelingen plaatsvinden binnen een gebied kan verevening aan de orde zijn. Het principe van verevening wil zeggen dat een rode ontwikkeling gepaard dient te gaan met een gelijktijdige investering in de omgevingskwaliteiten, publieke voorzieningen of de ruimtelijke kwaliteit. Daarbij moet het in alle gevallen gaan om een fysiek-ruimtelijke ontwikkeling die aantoonbaar zoveel mogelijk een directe relatie heeft met initiatief of project. Deze relatie kan gelegd worden op individueel initiatiefniveau (bijvoorbeeld bij nieuwe economische dragers), op projectniveau en of op gebiedsniveau (bijvoorbeeld in een gebiedsvisie, gebiedsprogramma). Er zijn twee hoofdvormen van het vereveningsprincipe: - verevening door een investering te doen in de omgevingskwaliteit of publieke voorzieningen; - de ruimte voor ruimte benadering. Bij het toepassen van het vereveningsprincipe in de vorm van investeringen in publieke voorzieningen is gesteld dat maatwerk mogelijk is, mits er sprake is van een goede argumentatie en onderbouwing. Het Cafetariamodel dat bij uitbreiding van strandpaviljoens van toepassing is, geeft hier invulling aan door de mate van vergroting te koppelen aan de mate van investering in publieke voorzieningen. Het werkelijke uitvoeren en behoud wordt geborgd met een privaatrechtelijke overeenkomst. Er wordt pas aan een vergroting van een strandpaviljoen meegewerkt nadat er een privaatrechterlijke overeenkomst is afgesloten. 2.4 Regionaal beleid Zeeuws Kustbeleidsplan 2004 Het Zeeuws Kustbeleidsplan is opgesteld door het Zeeuws Overlegorgaan Waterkeringen (ZOW). In het plan wordt het rijksbeleid voor de kust uitgewerkt in een integraal afwegingskader voor de kustzone van Zeeland. Centraal staat de zorg voor de waterkeringen (het veiligheidsbelang). Het Kustbeleidsplan heeft geen formele status. Van belang voor onderhavig bestemmingsplan is dat de kust van de Kop van Schouwen niet is aangemerkt als zogenaamde zwakke schakel. In het Kustbeleidsplan wordt ingegaan op het medegebruik van waterkeringen. Binnen de randvoorwaarde dat de veiligheid in het achterland duurzaam gewaarborgd blijft, is er ruimte voor andere vormen van gebruik. Het waterschap Zeeuwse Eilanden maakt onderscheid in delen van de kust die dynamisch beheerd (brede duinen, natuurontwikkeling primair) worden en delen die niet dynamisch beheerd worden. Deze zonering sluit aan op het strandbeleid van de gemeente. De keuze tussen dynamisch en niet-dynamisch kustbeheer is voor de waterkeringbeheerders maatgevend voor de bebouwingsmogelijkheden en het jaarrond aanwezig zijn van strandpaviljoens. Waar dynamisch kustbeheer plaatsvindt, is elke vorm van bebouwing ongewenst. Bestaande bebouwing mag blijven staan, maar moet wel demontabel zijn en voldoen aan de voorwaarden die de beheerder in zijn ontheffing heeft gesteld. Op stranden zonder dynamisch beheer is nieuwe bebouwing vanuit het waterkeringsbelang toe te staan, zowel seizoensgebonden als jaarrond. Voor bouwen in de kustzone is een vergunning nodig van de waterkeringbeheerder. Het Zeeuws Kustbeleidsplan 2004 wordt momenteel herzien. Dit beleid wordt op termijn vervangen door de Zeeuwse Nota Waterkeringen. Bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand

18 Waterkeringbeheerplan 2008-2013 De waterkering veilig gebruikt In het Waterkeringbeheerplan heeft het Waterschap het Zeeuws Kustbeleidsplan verder uitgewerkt. Het geeft aan hoe het Waterschap in de periode 2008-2013 wil omgaan met de waterkeringen die het beheert. Met het Waterkeringbeheerplan wordt voldaan aan de verplichting die is neergelegd in de Verordening op de waterkeringen Zeeland. Gelet op het gestelde in de Beleidslijn kust (september 2007), De Nota Ruimte (2006) en de bepalingen van de Waterwet (2009), ziet het Waterschap geen bezwaren tegen het onder voorschriften plaatsen en behouden van strandpaviljoens op het strand, voor zover gelegen binnen de gemeente Schouwen-Duiveland in niet dynamisch beheerde gebieden. Op die locaties waar het Waterschap de primaire waterkering beheerd en geen dynamisch kustbeheer nastreeft, ziet het Waterschap eveneens in het kader van de bescherming kustfundament en kustlijnzorg geen bezwaren voor genoemde jaarrondexploitatie van strandpaviljoens. Voor Schouwen komt dat er op neer dat het waterschapbeleid toestaat dat alle paviljoens behalve De Strandloper jaarrond mogen worden geëxploiteerd. Uitwerking beleid strandpaviljoens in Zeeland van het Zeeuws Overlegorgaan Waterkeringen (februari 2001) Het Zeeuws Overlegorgaan Waterkeringen (ZOW) heeft in februari 2001 de notitie Uitwerking beleid strandpaviljoens in Zeeland vastgesteld. Deze notitie vormt een regionale uitwerking van het beleid zoals geformuleerd in de 3e Kustnota en biedt aanknopingspunten en acties voor de verdere afstemming, structurering en stroomlijning van de beleidsvoering door de betrokken overheden. De nota is bedoeld als beleidskader voor de partners, waarbij de beleidsuitwerking en implementatie aan de partijen zelf is. Beleidsdoelen overheden In de notitie worden de doelen omschreven die de betrokken overheden elk voor zich of gezamenlijk met de beleidsuitwerking voor ogen hebben. Deze doelen bieden een verklaring voor de te stellen criteria en voorwaarden. Alle overheden: algemeen. 1. Behoud en ontwikkeling (ruimtelijke) "kwaliteiten" van de kust. 2. Overheden zijn uitgesloten van aansprakelijkheid voor storm-, golf- en / of hoogwaterschade en van exploitatieschade als gevolg hiervan. 3. Er is afstemming tussen overheden voor wat betreft de hantering van de beleidsinstrumenten (vergunningafgifte en dergelijke). Waterschap, rijk, provincie: Waterkeringsbeheer en kustlijnzorg. 4. Geen ongewenste invloed op (huidig en toekomstig) functioneren en beheer van de zandige zeewaterkering. 5. Geen belemmering van natuurlijke processen (ongestoorde duinontwikkeling) en geen (verdere) bolwerkvorming. Gemeente, provincie: regionaal ruimtelijk en toeristisch-recreatief beleid, milieubeleid (inclusief natuur). 6. Een strandpaviljoen dan wel een verandering (bouwkundig en / of in de exploitatie) daarvan dient een meerwaarde te hebben voor de kwaliteit van het toeristisch-recreatieve product ter plaatse en te passen binnen de (inter)gemeentelijke visie over het Gemeente Schouwen-Duiveland

00160.006bp17 19 strandgebruik (gericht op differentiatie en mobiliteit conform streekplan en gemeentelijke beleidsnota s). 7. De aanwezigheid en het gebruik van een strandpaviljoen dient acceptabel te zijn vanuit milieuoverwegingen, en te sporen met de doelstellingen ten aanzien van de LNC-waarden (Landschap, Natuur, Cultuurhistorie). 8. De aanwezigheid van een strandpaviljoen dient expliciet in overeenstemming te zijn met het vigerende bestemmingplan, zodat bij de vaststelling en goedkeuring van dit plan een geautomatiseerde integrale afweging van met name de onder 1, 4, 5, 6 en 7 genoemde aspecten heeft plaatsgevonden. Criteria en voorwaarden voor alle strandpaviljoens In de nota wordt verder het volgende gesteld. "In rechtstreekse zin heeft een strandpaviljoenhouder altijd te maken met de waterkeringbeheerder en met de gemeente. De waterkeringbeheerder is de vergunningverlener op grond van de Wet Beheer Rijkswaterkeringswerken (Rijkswaterstaat beheerder) of de Keur (Waterschap beheerder). De waterkeringbeheerder hanteren daarbij de volgende voorwaarden. - Het paviljoen is demontabel en moet op aanzegging van de beheerder binnen korte tijd (bijvoorbeeld één week) afgebroken en verwijderd kunnen worden. Voorts kan worden geëist dat de bebouwing in delen uiteen moet kunnen vallen (geen monolietconstructies). Een bouwkundig rapport of verwijderingplan kan gevraagd worden. - Nadere eisen kunnen worden gesteld aan de fundering en in geval van paalfundering aan de paaldiepte en de minimale paalafstand. - Er kan een minimale en eventueel een maximale afstand tot de (momentane) duinvoet worden voorgeschreven, evenzo een minimale afstand tot de (gemiddelde) hoogwaterlijn, een minimale afstand tussen strandpaviljoens onderling en een minimale afstand tot strand- en paalhoofden en stenen bermen. - De maximale omvang / hoogte van het paviljoen alsmede de minimaal aan te houden vloerhoogte (onderkant vloerbalken), al dan niet na een suppletie, kan worden aangegeven. - De aansprakelijkheid voor schade is uitgesloten evenals het recht op (extra) bescherming en / of suppletie bij strandverlaging. - Het opruimen van alle resten en alle herstelwerk na storm is geheel voor risico van de exploitant. - Zonder toestemming van de beheerder mag niet aan de duinvoet worden gegraven. Watertechnische voorwaarden kunnen worden gesteld voor de doorvoer van kabels en leidingen en voor de bereikbaarheid. - In de vergunning wordt aangegeven of de standplaats ook buiten het zomerseizoen mag worden ingenomen (jaarrondpaviljoen)." Als gemeentelijke instrumenten worden genoemd: de omgevingsvergunning, de huur- of pachtovereenkomst (op grond van de Gebruiksovereenkomst met de Dienst Domeinen), de vergunning(en) op grond van (gemeentelijke) verordeningen zoals de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) of gebaseerd op milieuregelgeving en / of Drank- en Horecawet. Niet al deze instrumenten zijn direct van toepassing op locationele aspecten van een strandpaviljoen of op de toelaatbaarheid van jaarrondexploitatie. Ook wordt opgemerkt dat "daar waar gebruik gemaakt wordt van meerdere gemeentelijke instrumenten, daartussen een goede afstemming moet plaatsvinden. Er zijn vijf invalshoeken aangedragen voor het formuleren van concrete criteria en voorwaarden op basis van het relevante gemeentelijke beleid: Bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand

20 1. ruimtelijke toets (plaats, afmetingen, planologische afweging met andere belangen, waaronder natuur en landschap); 2. beeldkwaliteittoets (redelijke eisen van welstand, bouwkundige kwaliteit); 3. milieutoets (te stellen voorwaarden aan geluid-, licht- en geurhinder en afvalwaterafvoer); 4. recreatietoets (de toegevoegde recreatieve waarde in relatie tot het gemeentelijke recreatiebeleid); 5. mobiliteitstoets (de ontsluitingsaspecten in relatie tot het gemeentelijke verkeers- en vervoersbeleid)." Ten slotte wordt in de notitie vermeld dat "ook vanuit het natuurbelang en het beheer van natuurterreinen voorwaarden gesteld kunnen worden aan de doorvoer van kabels en leidingen door de duinen en aan overige werkzaamheden in het duingebied. In duingebied dat onder de Natuurbeschermingswet valt, is daarvoor een vergunning nodig die namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wordt verstrekt. Extra criteria en voorwaarden voor jaarrondpaviljoens In de notitie wordt gesteld: "in het algemeen zullen nieuwe jaarrondpaviljoens via de reguliere beleidsinstrumenten van beheerder en gemeente beoordeeld kunnen worden, waarbij enkele extra criteria gelden. Onderstaand worden deze criteria beschreven. 1. Niet op kustvlakken waar aan "dynamiek" en "veerkracht" een grote betekenis is toegekend en uit dien hoofde een flexibel en natuurlijk kust- en waterkeringsbeheer wordt of kan worden gevoerd. De waterkeringsbeheerder kan, eventueel in overleg met de natuurbeheerder van de duinen, aangeven om welke vakken het gaat. 2. Geen overige overtuigende bezwaren tegen aanwezigheid van het paviljoen buiten het zomerseizoen uit hoofde van waterkeringszorg en beheer; voor jaarrondpaviljoens zal in elk geval een paalfundering worden voorgeschreven. 3. De gemeente toetst of jaarrondexploitatie: a. op de gewenste locatie een directe functionele relatie heeft met een kustplaats of recreatieconcentratie in of direct achter de waterkering; b. ook voor het overige past in het recreatieve beleid (kwaliteitsverbetering recreatieve product, differentiatie gebruik stranden, seizoensverlenging); c. past in het mobiliteitsbeleid (ligging / ontsluiting, parkeer- en stallingvoorzieningen); d. daadwerkelijk plaatsvindt (bijvoorbeeld af te leiden uit daarop gerichte investeringsplannen). De gemeente kan aan de hand van een generieke toepassing van de criteria 3a, b en c op voorhand aangeven waar volgens deze criteria (nieuwe) jaarrondpaviljoens mogelijk zouden zijn. Alleen waar dit beeld volledig spoort met de door de waterkeringsbeheerder aan te geven mogelijkheden volgens criterium 1 kunnen nieuwe jaarrondpaviljoens worden toegestaan. Uiteraard kan de toetsing ook plaatsvinden aan de hand van een concrete aanvraag." Betekenis voor de huidige en toekomstige situatie Alle bestaande strandpaviljoens - Alle bestaande strandpaviljoens zijn in beginsel als gegeven "planologisch geregeld en ingepast" (positief bestemd) in het bestemmingsplan Partiële herziening strandpaviljoens. De gemeenten zoeken naar de voor hen meest geëigende vorm van planologische regeling. - Toepassing door de waterkeringsbeheerder en gemeente van de criteria en voorwaarden voor alle strandpaviljoens (en indien van toepassing voor jaarrondpaviljoens) kan een aanscherping van vergunningvoorwaarden betekenen. Gemeente Schouwen-Duiveland

00160.006bp17 21 - Uitbreiding van een bestaand paviljoen is alleen toegestaan na een integrale afweging door de gemeente en een aanpassing van het bestemmingsplan, waarbij uit het overleg met de waterkeringsbeheerder moet blijken of deze vergunning wil verlenen voor de uitbreiding. - Alle vergunningen van de waterkeringsbeheerder en gemeente (en eventueel nog andere overheden) worden steeds zoveel mogelijk per dezelfde ingangsdatum verleend. Indien vergunningen een bepaalde geldigheidsduur hebben wordt bezien of de periodeduur kan worden gelijkgeschakeld. De uitwerking Beleid Strandpaviljoens in Zeeland wordt momenteel herzien. Nota Ontheffingenbeleid Waterkeringen (juli 2003) In de Nota Ontheffingenbeleid Waterkeringen van het waterschap Zeeuwse Eilanden wordt wat betreft bouwwerken op het strand onderscheid gemaakt in strandhuisjes, strandpaviljoens en overige bouwwerken. Plaatsing van jaarrondpaviljoens is voor het Waterschap mogelijk in gebieden waar geen dynamisch kustbeheer wordt toegepast. Strandpaviljoens en andere bebouwing staan immers de natuurlijke processen in de duinen in de weg en zijn daarmee (in het stormseizoen) ongewenst in dynamisch te beheren gebieden. Het Waterschap is van mening dat in dynamisch te beheren kustvakken harde constructies en bouwwerken op de stranden moeten worden vermeden. Dat betekent dat in deze gebieden geen nieuwbouw op de stranden zal worden toegestaan, tenzij daarmee een zwaarwegend belang wordt gediend. Op het dynamisch te beheren strand op de Kop van Schouwen bevindt zich één strandpaviljoen. Dit paviljoen heeft een seizoensgebonden ontheffing voor de periode tussen 1 maart en 1 november. Jaarlijks wordt bekeken of in verband met een aangroeiende duinvoet verplaatsing van de paviljoens nodig zal zijn. De exploitant krijgt daarvan schriftelijk bericht. Indien verplaatsing nodig blijkt, krijgt de exploitant daarvoor uiterlijk één jaar de tijd. Na verplaatsing zal het Waterschap gedurende ten minste vijf jaar niet dwingen opnieuw te verplaatsen, met het oog op de financieel- economische belangen. Aan strandpaviljoens stelt het Waterschap in de nota in ieder geval de volgende voorwaarden: - twee tot vijf meter uit de duinvoet; - strandpaviljoens mogen niet binnen vijf meter ter weerszijden van strand- en paalhoofden en stenen bermen worden geplaatst of uitgebreid; - onderlinge afstand tussen paviljoens ten minste tweehonderd meter in verband met een ongestoorde ontwikkeling van het duin; - vloer of bordes minimaal drie meter boven het strand na eventuele suppletie. Wanneer het bouwwerk s winters wordt verwijderd, is de minimale hoogte twee meter boven het strand, tenzij een suppletie voor dat strandgedeelte is voorzien; - slechts een verwijderbare paalfundering is toegestaan; - het gebouw is demontabel; - er mag zonder toestemming van het Waterschap niet aan de duinvoet worden gegraven. Het Waterschap heeft middels een schrijven van 25 maart 2004 aangegeven dat er vanuit watertechnisch oogpunt geen bezwaar is tegen funderingspalen boven het zand in de winterperiode. Indien palen onder het zand moeten worden gebracht, zou juist het graaf- en aanvulwerk de natuurlijke dynamiek kunnen verstoren. Een palenfundering is geen belemmering voor natuurlijke processen ter plaatse van het duinfront. Naar de mening van het Bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand

22 Waterschap kan het verplaatsen van de paalfunderingen zich beperken tot die palen die in de loop der tijd te dicht bij de duinvoet zijn komen te staan. In verband met de jaarrondaanwezigheid van strandpaviljoens heeft het waterschap Zeeuwse Eilanden in februari 2001 een voorstel neergelegd voor de aanwijzing van kustvlakken met veerkracht. Op die gedeelten waar de duinen zodanig breed zijn dat een toekomstige verzwaring voor een periode van 50 jaar geheel binnen het huidige profiel kan worden opgevangen, vallen de landwaartse begrenzingen van de kern- en beschermingszone samen. Waar dat het geval is kan een dynamisch kustbeheer worden gevoerd. Dat geldt onder meer voor een groot deel van de Kop van Schouwen. In deze delen zijn geen jaarrondpaviljoens gewenst. Met de inwerkingtreding van de Waterwet (per 22 december 2009) wordt de Nota Ontheffingenbeleid Waterkeringen van het Waterschap geactualiseerd en is de Keur waterschap Zeeuwse Eilanden 2009 in werking getreden. In deze Keur is het begrip 'kernzone' vervangen door 'waterstaatswerk' en valt de 'buiten-beschermingszone' binnen de beschermingszone, met als aanduiding 'beschermingszone 50m strook'. Met de inwerkingtreding van de Waterwet is de ontheffing van de Keur vervangen door de watervergunning. 2.5 Gemeentelijk beleid Schouwen-Duiveland kiest voor toerisme De recreatiesector is een belangrijke pijler van de economie van Schouwen-Duiveland. Om deze sector te versterken heeft de gemeente met dit actieprogramma in 2004 de koers uitgezet voor het toeristische beleid voor de periode 2005 tot en met 2015. De belangrijkste uitgangspunten zijn: 1. kiezen voor recreatie en toerisme 2. kiezen voor behoud van de eigenheid 3. kiezen voor samenhang 4. kiezen voor kwaliteit 5. kiezen voor samenwerking De notitie is de basis geweest voor de Nota Hoofdlijnen strand (en daaruit voortvloeiende nota s) en de Strandvisie 2008-2013. Strandvisie 2008-2013 (3 juli 2008) In de Strandvisie 2008-2013, de opvolger van de Nota Hoofdlijnen Strand (door de raad vastgesteld op 17 juli 2003), heeft de gemeente Schouwen-Duiveland voor de komende jaren vastgelegd welk verzorgings- en voorzieningenniveau de gemeente nastreeft op en rond het Schouwse Noordzeestrand. De Strandvisie 2008-2013 geeft antwoord op de vraag welk kwaliteitsniveau de gemeente over vijf jaar op en om het Schouwse strand bereikt willen hebben. Op 10 december 1997 is een gebruikersovereenkomst voor onbepaalde tijd getekend tussen de gemeente Schouwen-Duiveland en de Dienst der Domeinen. Hierin is bepaald dat de gemeente het Noordzeestrand vanaf de gemeentegrens op de Brouwersdam tot de Oosterscheldekering en het strandje bij Ouwerkerk tegen een vergoeding in gebruik krijgt om te exploiteren. Als gebruiker heeft de gemeente het recht onder haar verantwoordelijkheid aan derden tegen vergoeding vergunningen voor afzonderlijke strandinrichtingen te verlenen. Het Gemeente Schouwen-Duiveland

00160.006bp17 23 waterkeringbeheer van het strand langs de Kop van Schouwen is deels in handen van Rijkswaterstaat en deels in handen van het waterschap Zeeuwse Eilanden. Het strand is één van de peilers onder het toeristisch recreatief product op Schouwen- Duiveland. De kracht van het Schouwse strand ligt in de openheid en diversiteit van het strand. Een open en divers strand zijn twee sterke punten die niet onafhankelijk van elkaar kunnen bestaan. Door de uitgebreide en specifieke zonering van het strand is de basis voor een divers strand met behoud van het open en natuurlijk karakter reeds gelegd. Grote stukken ongerept strand met natuurbeleving worden afgewisseld met zones voor allerlei (extreme) sporten, zoals kitesurfen en stuntvliegeren. Tevens is er, bijvoorbeeld bij de strandpaviljoens, ruimte om te genieten van luxe en comfort. De openheid moet behouden blijven en voorzieningen dienen daarom geconcentreerd te worden in de nabijheid van de strandovergangen. De gemeente dient er zorg voor te dragen dat elke doelgroep zich thuis voelt en blijft voelen op de Schouwse stranden. De komende jaren is het beleid van de gemeente Schouwen-Duiveland erop gericht het Schouwse strand completer te maken, met behoud van de eigen identiteit. Paviljoenhouders bieden een aanzienlijk deel van de openbaar toegankelijke voorzieningen aan. Langs het Schouwse strand staan in totaal 14 strandpaviljoens. Van de 14 strandpaviljoens hebben er momenteel 8 de mogelijkheid jaarrond te blijven staan en exploiteren. De gemeente streeft met het oog op seizoensverlenging naar uitbreiding van het aantal jaarrondpaviljoens en waarborging van de feitelijke jaarrondexploitatie van de paviljoens om het verzorgings- en voorzieningenniveau van de paviljoens naar een hoger niveau te tillen. 2 e Wijziging beleidsnota zonering en ontwikkelingskader strand (6 oktober 2009) In deze nota, voor het laatst gewijzigd in 2009, wordt per strandtype weergegeven welk voorzieningenniveau wordt nagestreefd. Aan de strandzonering wordt een ontwikkelingskader gekoppeld. Per strandopgang wordt bepaald welke activiteiten en ontwikkelingen gewenst zijn. De strandzonering en het ontwikkelingskader vormen de basis voor het zogenaamde cafetariamodel. Ieder strandpaviljoen heeft een eigen verzorgingsgebied. Dit is het gebied rondom het strandpaviljoen, gemeten 150 meter rechts en 150 meter links, of (voor zover van toepassing) tot aan de helft van de afstand tot het naastgelegen paviljoen, en richting zee tot aan de vloedlijn, steeds gemeten vanuit het hart van het strandpaviljoen. De paviljoenhouder dient dit gebied schoon te houden van achtergelaten afval door de toeristen c.q. badgasten. In de vergunning houden we rekening met het uitgangspunt dat paviljoenhouders het eerste recht hebben om binnen hun verzorgingsgebied activiteiten te ontplooien. Dit eerste recht betreft niet de exploitatie van strandcabines. Indien van het eerste recht geen gebruik wordt gemaakt, is er ruimte voor vergunningverlening aan een derde. We staan vooral een concentratie van voorzieningen en activiteiten bij strandpaviljoens voor. Op basis van de gebruikersovereenkomst met de Dienst der Domeinen (Staat) is de gemeente bevoegd vergunningen af te geven. Voor de strandpaviljoens worden privaatrechtelijke overeenkomsten gesloten tussen gemeente en exploitant. In deze overeenkomsten worden de basisvoorzieningen vastgelegd, die een paviljoenhouder dient te realiseren ingevolge het cafetariamodel. Bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand

24 Cafetariamodel (22 november 2005) Het Cafetariamodel strandpaviljoens is vastgesteld in het kader van de nadere planologische ontwikkeling van strandpaviljoens in het bestemmingsplan Partiële herziening strandpaviljoens. Hierin zijn de volgende richtlijnen opgesteld ten aanzien van de bouw van strandpaviljoens: De oppervlakte van strandpaviljoens mag maximaal 450 m2 bedragen. Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan mag een paviljoen worden vergroot tot maximaal 900 m2. Vergroting van de oppervlakte tot 900 m2 is alleen mogelijk als het voorzieningenniveau op het strand wordt verhoogd. Dit geschiedt aan de hand van een zogenaamd "cafetariamodel". Het cafetariamodel beschrijft welke voorzieningen gerealiseerd kunnen worden en hoeveel vierkante meters compensatie een paviljoenhouder voor realisatie van de betreffende voorzieningen krijgt om zijn paviljoen te vergroten. Aan vergroting van het paviljoen wordt een aantal eisen gesteld. De oppervlakte moet bijvoorbeeld verdeeld worden in binnenruimte, aansluitend terras en terras op strandniveau. Het cafetariamodel beschrijft hoe deze verdeling moet plaatsvinden. Innoverende en nieuwe voorzieningen blijven mogelijk. Hiervoor is een procedure beschreven. Om de benaming "luxe paviljoen" te verkrijgen geldt een specifieke regeling. Voor de gemeente is het van belang dat voorzieningen daadwerkelijk worden uitgevoerd en behouden blijven. Beschreven is hoe dit wordt bewerkstelligd. In de bijlagen is het cafetariamodel terug te vinden. Welstandsnotitie strand (1 e wijziging vastgesteld op 22 november 2005) In de Welstandsnotitie strand wordt de beeldkwaliteit van de bebouwde oppervlakten van strandpaviljoens, alsmede overige voorzieningen op het strand, zoals de voorzieningen benoemd in de beleidsnota zonering en ontwikkelingskader strand (hierna: de beleidsnota), bijvoorbeeld strandcabines en dergelijke, maar ook reddingsposten, beschreven. Burgemeester en wethouders streven voor het strand een hoog beeldkwaliteitsniveau na. Zij willen het open en natuurlijke karakter van het strand van Schouwen-Duiveland behouden. Uitgangspunten in de gewenste beeldkwaliteit van alle voorzieningen, bouwwerken en dergelijke op het strand zijn dan ook: - openheid; - natuurlijkheid; - eenheid; - transparantie. Strandpaviljoens en overige voorzieningen moeten strandtype-, strandovergang- en omgevingsgerelateerd zijn. Verder moet de beeldkwaliteit aansluiten bij het voorzieningenniveau en de kwaliteit van het strandproduct. Voor de strandpaviljoens worden eisen geformuleerd met betrekking tot: - bebouwde oppervlakte en open karakter; - innovatieve ontwerpen; - hoogte paviljoen; - uitstraling en materiaalgebruik; - oriëntatie; - harmonie (opstanden op strandniveau); - overige voorzieningen zoals strandcabines, opslagunits en kinderspeeltuig. Gemeente Schouwen-Duiveland

00160.006bp17 25 Nota Kamperen (26 februari 2009) De gemeente bepaalt door middel van de Nota Kamperen de algemene kaders waarbinnen de recreatiesector kan werken aan de ontwikkeling van het toeristisch product. Op termijn moeten op Schouwen-Duiveland kwalitatief hoogwaardige, innoverende en gezonde recreatiebedrijven aanwezig zijn, waar zoveel mogelijk gasten jaarrond veilig en vraaggericht in een gedifferentieerd kwaliteitsproduct kunnen recreëren. Beleidsplan archeologie (2008) De gemeente heeft een beleidsplan Archeologie vastgesteld in de raadsvergadering van 28 februari 2008. Dit archeologiebeleid is voorzien van een gedetailleerde beleidskaart, die een overzicht geeft van gekende en te onderzoeken waarden. Zo zijn de gekende waarden onderverdeeld in: terrein van zeer hoge archeologische waarde, terrein van hoge archeologische waarde en terrein van archeologische waarde. In de te onderzoeken waarden is een onderscheid gemaakt in onderzoeksgebied A en B. De beleidskaart is gedetailleerder dan de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). In hoofdstuk 4 wordt nader op het aspect archeologie ingegaan. Vigerend bestemmingsplan Momenteel vigeert binnen het plangebied het bestemmingsplan partiële herziening strandpaviljoens, vastgesteld op 23 februari 2006 en goedgekeurd op 13 juni 2006. Dit betreft een 3 e herziening op het vigerende bestemmingsplan Buitengebied West, van de voormalige gemeente Westerschouwen. Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 16 oktober 1972 en goedgekeurd op 30 januari 1974. Het plan is twee maal herzien: in 1976 (vastgesteld 7 maart 1977, goedgekeurd 22 augustus 1977) en in 1987 (vastgesteld 22 februari 1988, goedgekeurd 3 mei 1988). In de 3 e herziening is ten aanzien van de bestaande strandpaviljoens een planologischjuridische regeling getroffen. Binnen het bestemmingsplan zijn de locaties gelegen binnen de bestemming Strand. Per strandopgang is hierin onder andere aangegeven hoeveel strandpaviljoens toegestaan zijn en hoeveel jaarrondpaviljoens toegestaan zijn. Tevens vigeert binnen het plangebied het bestemmingsplan partiële herziening duinvoetregeling strandpaviljoens, vastgesteld op 25 september 2008 en goedgekeurd op 13 januari 2009. Het doel van deze herziening was het zodanig aanpassen van de voorschriften dat de bestemmingsregeling aansluit op de praktijk van het waterkeringbeheer. Conclusie De ontwikkeling past niet binnen de regeling van het vigerende bestemmingsplan. De mogelijkheid tot jaarrond openstelling van de vijf strandpaviljoens is niet mogelijk. 2.6 Conclusie beleid In het vigerende bestemmingsplan was jaarrondexploitatie van de 5 paviljoens niet mogelijk omdat deze paviljoens niet gelegen waren bij recreatieconcentratiepunten. Met de komst van de Beleidslijn kust in 2007 is dit standpunt herzien. Nu is jaarrondexploitatie mogelijk mits het strandpaviljoen gelegen is in een niet-dynamisch beheerd kustvlak. Hier voldoen alle 5 de paviljoens aan. Daarnaast past de gevraagde wijziging in het recreatiebeleid van de gemeente, is er voor de doelgroepen van de paviljoens voldoende parkeergelegenheid en is er met afzonderlijke ondernemingsplannen aangetoond dat jaarrondexploitatie de paviljoens financieel rendabeler maakt. Bestemmingsplan Uitbreiding jaarrondpaviljoens Noordzeestrand

Corazon Zuid-Zuid-West De Zwaluw C est la Vie 26 Foto s en luchtfoto s strandpaviljoens Cést la Vie, De Zwaluw, Zuid-Zuid-West, Corazon Gemeente Schouwen-Duiveland