SAMENVATTING HOOFDSTUK 4 Achtergrond instellen De achtergrond van een dia kun je opmaken via het tabblad Ontwerpen, groep Achtergrond: Met dit venster kun je de achtergrond van een dia opmaken door een kleur te kiezen of voor te kiezen. Dan open je het volgende venster: Onder Opvulling vind je heel veel mogelijkheden om de achtergrond van de dia s op te maken. Als je op klikt, wordt de gekozen opmaak gebruikt voor alle dia s in de presentatie en alle nieuwe dia s die je aan de presentatie toevoegt. - 1 -
Het is ook mogelijk de achtergrondafbeeldingen die bij een thema horen, niet weer te geven. Dat doe je via het tabblad Ontwerpen, groep Achtergrond: Mogelijkheden met opsommingstekens en nummering In het tabblad Start, groep Alinea kun je via de pijltjes van de knoppen ander opsommingsteken of een andere nummering kiezen: een Via kun je in het venster Opsommingstekens en nummering, tabblad Opsommingstekens uit nog veel meer opsommingstekens kiezen: Een afbeelding selecteren als opsommingsteken. Een symbool selecteren als opsommingsteken. De kleur van het opsommingsteken wijzigen. - 2 -
Als je kiest voor Aanpassen... kun je in de lettertypes Webdings en Wingdings veel symbolen vinden die je als opsommingsteken kunt gebruiken. Voettekst Via het tabblad Invoegen, groep Tekst, knop Koptekst en voettekst kun je een dia een voettekst geven: Een voettekst op een dia bestaat uit drie onderdelen: 1. Datum en tijd 2. Dianummer 3. Voettekst, met een eigen tekst, bijvoorbeeld je naam. Bij de datum kun je kiezen of er een vaste datum komt te staan of dat de datum automatisch bijgewerkt wordt. Door Niet weergeven op titeldia te selecteren kies je ervoor dat de voettekst niet op de titeldia verschijnt. Met de knop Overal toepassen komt de voettekst op elke dia te staan. Met de knop Toepassen komt de voettekst alleen op de geselecteerde dia('s). - 3 -
Diamodel gebruiken Met behulp van het diamodel kun je alle dia s van een presentatie op dezelfde manier opmaken. Je opent het diamodel via het tabblad Beeld, groep Modelweergaven, knop Diamodel of door met ingedrukte <Shift>-toets op (Normaal) te klikken. In het tabblad Diamodel is er voor elke bestaande dia-indeling een model. Het bovenste model is het Office-thema diamodel. Als je deze wijzigt wordt de opmaak voor alle modelindelingen aangepast: Het diamodel bestaat uit tijdelijke aanduidingen die je apart kunt opmaken. De achtergrond van het diamodel maak je op dezelfde manier op als van een dia. Ook teksten en opsommingstekens kun je op dezelfde manier opmaken als in de weergave Normaal. De opmaak die is aangebracht in de weergave Normaal gaat voor op de opmaak van het diamodel. - 4 -
Objecten in Diamodel invoegen In het Diamodel kunnen ook afbeeldingen, vormen en illustraties worden ingevoegd. Deze staan vervolgens op elke dia van de presentatie. Afbeeldingen voeg je in via het tabblad Invoegen, de groep Afbeeldingen en de knop Afbeelding. Na het invoegen kan de afbeelding verplaatst worden door deze te verslepen. Het formaat kan aangepast worden via de formaatgrepen. Ook de opmaak kan aangepast worden. Vormen voeg je in via het tabblad Invoegen, de groep Illustraties en de knop Vormen. Op vormen kunnen dezelfde bewerkingen uitgevoerd worden als op afbeeldingen en illustraties. Bovendien kun je aan de meeste vormen tekst toevoegen. Illustraties voeg je in via het tabblad Invoegen, de groep Afbeeldingen en de knop Illustratie. Geselecteerde afbeeldingen, vormen en illustraties verwijder je in het diamodel door de <Delete>-toets te gebruiken. - 5 -