Handleiding groep 3-8 Oranje stappers maak je zo Wijzers Jeelo heeft gele wijzers om samen met leerlingen te verkennen hoe je een oranje stapper van Jeelo maakt. Voor groep 3-4 wijzer 2008 Zo maak je oranje stappers Voor groep 5-8 wijzer 2002 Oranje stappers maak je zo Nodig uit Jeelo: werkblad Stappers maken Instructie en werkvormen bij stappers Er zijn verschillende instructies en werkvormen mogelijk bij een stapper. U kunt een stapper: klassikaal inleiden klassikaal nabespreken in een groepje laten maken met een maatje laten maken alleen laten maken U kunt hier ook een mix van maken. Bespreek wel altijd de leerdoelen en eisen van de stapper met de leerlingen, zodat ze weten wat er van hen verwacht wordt. Als er bij een stapper een gele ster zit, dan kunt u deze gele ster goed gebruiken voor de klassikale inleiding of nabespreking. De samenvatting leent zich daar ook goed voor. Jeelo
Leer leerlingen omgaan met de onderdelen van de stappers Leer leerlingen omgaan met stappers van Jeelo. Gebruik hierbij het werkblad 'Stappers maken'. Neem een stapper klassikaal door. Welke onderdelen zitten erin? Wanneer doe je die onderdelen? Begin je met de eisen? Of met de samenvatting? Elk kind zal zijn eigen voorkeuren hebben. De volgende leervragen en -antwoorden stimuleren de leerlingen om bewuster bepaalde onderdelen uit stappers te gaan gebruiken. Wil je gelijk weten wat je moet doen? Kijk dan eerst naar de eisen. Bekijk daarna welke stappen je kunt doorlopen. Wil je gelijk weten welke stappen je allemaal gaat doorlopen? Bekijk dan eerst de samenvatting. Per stap kun je daarna kijken waar je allemaal aan moet denken. Heb je moeite met lezen? Gebruik dan een koptelefoon en luister naar de audio. Wil je weten of je het goed gedaan hebt? Vul dan de controlelijst in. Voldoe je nog niet aan alle controlepunten? Verbeter dan je werk. De bedoeling is dat je aan alle eisen voldoet. Laat de leerlingen vervolgens samen met een maatje aan de slag gaan. Bespreek samen na. Hebben de leerlingen tips voor elkaar om een stapper te maken? Bijvoorbeeld: tussentijds controleren aan welke eisen je al voldoet, een print van de samenvatting erbij houden om niets te vergeten, een taakverdeling maken of zorgen dat je eerst alle spullen hebt voordat je begint. Tijdsduur Zorg dat leerlingen echt de tijd en ruimte hebben om te voldoen aan alle eisen die in de stapper genoemd worden. Hoeveel tijd dat is, hangt af van wat er in de stapper gedaan moet worden. Doe liever minder stappers goed, dan veel stappers half. Zo bereikt u meer leerdoelen bij meer leerlingen. Geef leerlingen de kans om een 100% score in de Controleer jezelf te halen. Dat is beter dan veel stappers aanbieden en lagere scores accepteren. Koptelefoon Alle stappers zijn ingesproken. Het doel is niet begrijpend lezen, maar werken aan je competenties. Dus laat leerlingen koptelefoons gebruiken als zij daar baat bij hebben. Jeelo - 2
Voorbereiding beoordeling stapper Stimuleer leerlingen om eerst de Controleer jezelf te gebruiken voordat ze hun stapper door u laten controleren en beoordelen. Als ze constateren dat ze nog niet aan alle eisen voldoen, kunnen ze zelf weer aan de slag om hun resultaat te verbeteren. De beoordeling van de stapper in Mijn Jeelo Controleer de stapper met de controlelijst van de stapper. Als u ontdekt dat de leerling nog niet aan alle eisen voldoet, vraagt u hem om zijn werk alsnog te verbeteren. Het doel is immers dat de leerling aan alle eisen voldoet. Leg leerlingen uit dat zij in hun latere werk ook opdrachten krijgen waaraan eisen worden gesteld. Dan geldt ook dat je aan alle eisen moet voldoen. Stel dat je als loodgieter een wastafel moet ophangen bij een klant. Dan moet die wastafel echt recht hangen. Want als de wastafel scheef hangt, is de klant niet tevreden. U kunt in Mijn Jeelo aangeven of de leerling heeft voldaan met veel, weinig of geen bijsturing. Extra stappers kiezen Als u stappers beoordeelt in Mijn Jeelo, bouwt de leerling een portfolio op. Daarmee kunt u de ontwikkeling van de groep en van individuele leerlingen volgen. U ziet welke competenties al veel geoefend zijn en welke nog niet. Ook ziet u welke competenties al goed gaan en welke nog niet. Op basis daarvan bepaalt u per groep en per leerling welke stappers nog geoefend moeten worden. Uiteraard kunt u leerlingen die meer uitdaging nodig hebben meer stappers aanbieden en/of complexere stappers laten maken. Leerling zelf keuzes laten maken U kunt leerlingen ook zelf stappers laten kiezen. Dit vergroot de betrokkenheid van leerlingen bij het leren. Maak met de leerling een individueel ontwikkelplan en geef hem invloed op het leerproces. Zo leert de leerling verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen leerproces. Jeelo - 3
Bijlage: Woordenschatuitbreiding bij Jeelo Een uitgebreide woordenschat is onmisbaar bij het verwerven van kennis. Kinderen met een uitgebreide woordenschat hebben een groter tekstbegrip en eigenen zichzelf sneller schriftelijk of mondeling overgedragen informatie toe. Het ontwikkelen van de woordenschat krijgt binnen Jeelo dan ook volop aandacht. In Jeelo heeft elke blauwe steen, oranje stapper en lichtgroene bron een woordenlijst. Er zijn ook aparte oranje stappers die woordspelletjes bevatten voor extra oefening. Hoe werken we met woorden binnen Jeelo? Jeelo gaat uit van de vier didactische stappen in het woordenschatonderwijs zoals ontwikkeld door Verhallen en Van der Nulft. Deze stappen zijn terug te vinden in elk project: Voorbewerken Semantiseren Consolideren Controleren Bij voorbewerken wordt de leerling nieuwsgierig gemaakt naar wat komen gaat. De aandacht wordt gericht op de te leren woorden, de verbanden die deze woorden met elkaar hebben en het verband met de voorkennis van de leerling. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het tonen van voorwerpen of een kort gesprekje. Bij semantiseren worden de nieuwe woorden toegelicht in woord en beeld. Iedere steen en iedere stapper heeft een aparte woordenlijst waarin de moeilijke woorden worden verduidelijkt door middel van afbeeldingen, een definitie en meerdere voorbeeldzinnen. Deze woorden komen in de steen of stapper in context voor, waardoor de leerling ze zowel passief (luisteren, lezen en begrijpen) als actief (spreken, schrijven) leert hanteren. Bij consolideren worden de woorden geoefend en herhaald. Dit gebeurt in stappers die vallen onder de competenties Bronnen gebruiken en Leren leren. Daarin zitten ook stappers met woordspelletjes. Hiermee worden lastige woorden, indien nodig, nog eens extra geoefend. Zie voor meer informatie de tekst onder de kop Woordenschat: herhaling en routine. Bij controleren wordt de omvang van de woordenschat van de leerling getoetst. Dit gebeurt in de toetsen van stenen. De leerlingen leggen een portfolio aan met alle woorden die ze kennen. Met dit portfolio kunnen ze zelf controleren welke en hoeveel woorden ze al kennen. (Het portfolio is in ontwikkeling.) Op zichzelf is deze aanpak voldoende om een omvangrijke woordenschat op te bouwen. Voor verdere achtergrondinformatie over dit onderwerp, zie de handleiding Woordenschat voor groep 1-2. Jeelo - 4
Woordenschat: herhaling en routine Om extra te oefenen op woorden uit de leerroutes, zijn er verschillende stappers beschikbaar waarin de leerlingen door middel van woordspelletjes woorden herhalen en reflecteren op taal. Deze woordspelletjes zijn ontwikkeld om leerlingen op regelmatige basis en in vertrouwde werkvormen te laten oefenen met nieuwe/moeilijke woorden. Hierbij maken ze gebruik van visualisaties en spelen ze samen in een groepje. Dit heeft de volgende voordelen: Herhaling Woorden, ook woorden die enige tijd geleden zijn geleerd, worden regelmatig herhaald, op verschillende manieren. Hierdoor worden ze ingeslepen in het geheugen. Routine Er wordt een beperkt aantal spelvormen aangeboden. Doordat de leerlingen vertrouwd zijn met de spelregels, is er meer aandacht voor de woorden zelf en is het leerproces intensiever. Visualiseren Onze hersenen zijn voornamelijk visueel ingesteld. Visuele informatie wordt gemakkelijker en beter onthouden dan schriftelijke of mondelinge informatie. Door een nieuw of moeilijk woord te koppelen aan een afbeelding of door het uit te beelden, wordt het sneller geleerd en beter onthouden. Daarom gebruiken we bij de woordspelletjes spelvormen als pictionary en hints. Coöperatieve werkvormen Leren vindt vaak plaats in interactie met anderen. Door communicatie met anderen leren leerlingen hun gedachten onder woorden te brengen en te ordenen. Ze komen erachter dat anderen over andere of betere kennis beschikken dan zij zelf en leren zo van elkaar. Om het leren van nieuwe of moeilijke woorden te verdiepen en te versnellen, zijn de woordspelletjes binnen Jeelo dan ook groepsspelen. De woordsoorten die in deze woordspelletjes geoefend worden, zijn de volgende: dingen, dieren, mensen, gebeurtenissen (zelfstandig naamwoorden), zoals liniaal, kalf, metselaar, geboorte eigenschappen, zoals zuinig, gehoorzaam, bovenaan, tegelijk, anoniem doe-woorden (werkwoorden), zoals groeien, klimmen, optillen namen, zoals Philips, Europese Unie, Boeddha Jeelo - 5
Oranje stappers maak je zo Werkblad groep 5-8: Stappers maken Jeelo - 6
Oranje stappers maak je zo Werkblad groep 3-4: Stappers maken Jeelo - 7