Naam leerlingen. Groep BBL1 Engels. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Transcriptie

1 Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL1 Engels Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 3 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten. Verdieping op de basisdoelen krijgen de leerlingen door het aanbieden van de extra opdrachten. Deze staan aan het eind van elk hoofdstuk in het werkboek. - Korte instructie - Complexere opgaven Januari:een cijfer hoger dan 8 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3. Mei/juni: een cijfer hoger dan 8 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 5 tot en met 6. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten voor de leerstofdoelen. 1.De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Engels door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten. 2. de leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat. 3.De leerling leert strategieën«n te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten 4. de leerling leert in Engelstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken,te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. 5.de leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven. 6. de leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen,inlichtingen te vragen en om hulp te vragen. 7. de leerling leert informeel contact in het Engels te onderhouden via ,brief en chatten. 8. de leerling leert welke rol het Engels speelt in verschillende soorten internationale contacten. Lesmodel: Instructievaardigheden: Oriëntatie: Verwijzen naar de vorige Engels les. Instructie: lesdoel benoemen aan het begin van de Engels les. Begeleide in-oefening: verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief Verwerking tussentijdse feedback geven aan individuele leerlingen Afsluiting: leerlingen leveren individueel het werk in. Januari:een cijfer hoger dan 7 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3. Mei/juni: een cijfer hoger dan 7 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 4 tot en met 6.

2 Intensief Extra aanvullend op het basis: Leertijd: Na elke klassikale les tenminste een verlengde instructie van tenminste 10 minuten aanbieden. Extra aandacht voor de leerstofdoelen: - Het vergroten van de woordenschat, waardoor een beter tekstbegrip ontstaat. - Het extra oefenen van de aangeboden grammatica regels. - Het inoefenen van de uitspraak aan de hand van teksten uit het boek. - Het kunnen schrijven van een verhaaltje in het Engels. - Engels voor jou (methode Engels) - Extra basisstof uit werkboek Engels voor jou - Visualiseren van de stappen die genomen zijn, eventueel opschrijven. - Voorzeggen, voor- en nadoen. - Meer in-oefening van de aangeboden leerstof. - Vergroten van zelfvertrouwen door veel complimenten. Januari:een cijfer hoger dan 6 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3. Mei/juni: een cijfer hoger dan 6 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 4 tot en met 6.

3 Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL2 Engels Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 3 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten. Verdieping op de basisdoelen krijgen de leerlingen door het aanbieden van de extra opdrachten. Deze staan aan het eind van elk hoofdstuk in het werkboek. - Korte instructie - Complexere opgaven Januari:een cijfer hoger dan 8 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3. Mei/juni: een cijfer hoger dan 8 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 5 tot en met 6. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten voor de leerstofdoelen. 1.De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Engels door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten. 2. de leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Engelse woordenschat. 3.De leerling leert strategieën«n te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten 4. de leerling leert in Engelstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken,te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. 5.de leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven. 6. de leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen,inlichtingen te vragen en om hulp te vragen. 7. de leerling leert informeel contact in het Engels te onderhouden via ,brief en chatten. 8. de leerling leert welke rol het Engels speelt in verschillende soorten internationale contacten. Lesmodel: Instructievaardigheden: Oriëntatie: Verwijzen naar de vorige Engels les. Instructie: lesdoel benoemen aan het begin van de Engels les. Begeleide in-oefening: verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief Verwerking tussentijdse feedback geven aan individuele leerlingen Afsluiting: leerlingen leveren individueel het werk in. Januari:een cijfer hoger dan 7 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3.

4 Mei/juni: een cijfer hoger dan 7 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 4 tot en met 6. Intensief Extra aanvullend op het basis: Leertijd: Na elke klassikale les tenminste een verlengde instructie van tenminste 10 minuten aanbieden. Extra aandacht voor de leerstofdoelen: - Het vergroten van de woordenschat, waardoor een beter tekstbegrip ontstaat. - Het extra oefenen van de aangeboden grammatica regels. - Het inoefenen van de uitspraak aan de hand van teksten uit het boek. - Het kunnen schrijven van een verhaaltje in het Engels. - Engels voor jou (methode Engels) - Extra basisstof uit werkboek Engels voor jou - Visualiseren van de stappen die genomen zijn, eventueel opschrijven. - Voorzeggen, voor- en nadoen. - Meer in-oefening van de aangeboden leerstof. - Vergroten van zelfvertrouwen door veel complimenten. Januari:een cijfer hoger dan 6 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3. Mei/juni: een cijfer hoger dan 6 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 4 tot en met 6.

5 Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL3 Engels Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 3 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten. Verdieping op de basisdoelen krijgen de leerlingen door het aanbieden van de extra opdrachten. Deze staan aan het eind van elk hoofdstuk in het werkboek. - Korte instructie - Complexere opgaven Januari:een cijfer hoger dan 8 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3. Mei/juni: een cijfer hoger dan 8 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 5 tot en met 6. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten voor de leerstofdoelen. ERK: luisteren De leerling kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn. De leerling kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke en eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. De leerling kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die de leerling regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enzovoort de leerling kan de hoofdpunten van veel radio- of tv-programma s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt. ERK: lezen De leerling kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. De leerling kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu s en dienstregelingen en de leerling kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. De leerling kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse of aan mijn werk gerelateerde taal. De leerling kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen. ERK: gesprekken voeren

6 De leerling kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. De leerling kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel de leerling gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden. De leerling kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. De leerling kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen). ERK: spreken/productie De leerling kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen zijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven. De leerling kan uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat de leerling ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. De leerling kan in het kort redenen en verklaringen geven voor mijn meningen en plannen. De leerling kan een verhaal vertellen of de plot van een boek of film weergeven en mijn reacties beschrijven ERK: schrijven De leerling kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. De leerling kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken. De leerling kan een eenvoudige samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. De leerling kan persoonlijke brieven schrijven waarin de leerling mijn ervaringen en indrukken beschrijf. Lesmodel: Instructievaardigheden: Oriëntatie: Verwijzen naar de vorige Engels les. Instructie: lesdoel benoemen aan het begin van de Engels les. Begeleide in-oefening: verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief Verwerking tussentijdse feedback geven aan individuele leerlingen Afsluiting: leerlingen leveren individueel het werk in. Januari:een cijfer hoger dan 7 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3. Mei/juni: een cijfer hoger dan 7 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 4 tot en met 6.

7 Intensief Extra aanvullend op het basis: Leertijd: Na elke klassikale les tenminste een verlengde instructie van tenminste 10 minuten aanbieden. Extra aandacht voor de leerstofdoelen: - Het vergroten van de woordenschat, waardoor een beter tekstbegrip ontstaat. - Het extra oefenen van de aangeboden grammatica regels. - Het inoefenen van de uitspraak aan de hand van teksten uit het boek. - Het kunnen schrijven van een verhaaltje in het Engels. - Engels voor jou (methode Engels) - Extra basisstof uit werkboek Engels voor jou - Visualiseren van de stappen die genomen zijn, eventueel opschrijven. - Voorzeggen, voor- en nadoen. - Meer in-oefening van de aangeboden leerstof. - Vergroten van zelfvertrouwen door veel complimenten. Januari:een cijfer hoger dan 6 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3. Mei/juni: een cijfer hoger dan 6 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 4 tot en met 6.

8 Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL4 Engels Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 3 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten. Verdieping op de basisdoelen krijgen de leerlingen door het aanbieden van de extra opdrachten. Deze staan aan het eind van elk hoofdstuk in het werkboek. - Korte instructie - Complexere opgaven Januari:een cijfer hoger dan 8 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3. April : een cijfer hoger dan 8 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 5 tot en met 6. Leertijd; 3 keer per week 45 minuten voor de leerstofdoelen. ERK: luisteren De leerling kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn. De leerling kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke en eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. De leerling kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die de leerling regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enzovoort de leerling kan de hoofdpunten van veel radio- of tv-programma s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt. ERK: lezen De leerling kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. De leerling kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu s en dienstregelingen en de leerling kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen. De leerling kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse of aan mijn werk gerelateerde taal. De leerling kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen. ERK: gesprekken voeren

9 De leerling kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. De leerling kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel de leerling gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden. De leerling kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. De leerling kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen). ERK: spreken/productie De leerling kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen zijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven. De leerling kan uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat de leerling ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. De leerling kan in het kort redenen en verklaringen geven voor mijn meningen en plannen. De leerling kan een verhaal vertellen of de plot van een boek of film weergeven en mijn reacties beschrijven ERK: schrijven De leerling kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. De leerling kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken. De leerling kan een eenvoudige samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. De leerling kan persoonlijke brieven schrijven waarin de leerling mijn ervaringen en indrukken beschrijf. Lesmodel: Instructievaardigheden: Oriëntatie: Verwijzen naar de vorige Engels les. Instructie: lesdoel benoemen aan het begin van de Engels les. Begeleide in-oefening: verlengde instructie voor de leerlingen van het intensief Verwerking tussentijdse feedback geven aan individuele leerlingen Afsluiting: leerlingen leveren individueel het werk in. Januari:een cijfer hoger dan 7 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3. April: een cijfer hoger dan 7 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 4 tot en met 6.

10 Intensief Extra aanvullend op het basis: Leertijd: Na elke klassikale les tenminste een verlengde instructie van tenminste 10 minuten aanbieden. Extra aandacht voor de leerstofdoelen: - Het vergroten van de woordenschat, waardoor een beter tekstbegrip ontstaat. - Het extra oefenen van de aangeboden grammatica regels. - Het inoefenen van de uitspraak aan de hand van teksten uit het boek. - Het kunnen schrijven van een verhaaltje in het Engels. - Engels voor jou (methode Engels) - Extra basisstof uit werkboek Engels voor jou - Visualiseren van de stappen die genomen zijn, eventueel opschrijven. - Voorzeggen, voor- en nadoen. - Meer in-oefening van de aangeboden leerstof. - Vergroten van zelfvertrouwen door veel complimenten. Januari:een cijfer hoger dan 6 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 1 tot en met 3. April: een cijfer hoger dan 6 voor de methoden gebonden toetsen van de thema s 4 tot en met 6.