Meerjarenplan Frisdranken, Waters, Sappen, Siropen

Vergelijkbare documenten
MJA Sectorrapport 2011 Frisdranken, Waters en Sappen

Meerjarenplan Energie-efficiency Nederlandse Universiteiten Samenvatting van de universitaire Energie Efficiency Planne n

MJA-Sectorrapport 2015 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2013 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2012 Frisdranken, Waters en Sappen

Meerjarenplan Energiebesparing

MJA-Sectorrapport 2014 Frisdranken, Waters en Sappen

MJA-Sectorrapport 2014 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Cacao-industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Textielservicebedrijven

MJA-Sectorrapport 2015 Cacao-industrie

MEERJARENPLAN ENERGIE EFFICIENCY ICT-sector

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. MEE-Sectorrapport 2014 Nederlandse Glasindustrie

MEE-Sectorrapport 2014 Metallurgische industrie

MEE-Sectorrapport 2013 Bierbrouwerijen

MJA-Sectorrapport 2012 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MEE-Sectorrapport 2011 Bierbrouwerijen

MEE-Sectorrapport 2015 Metallurgische industrie

MJA Sectorrapport 2011 Aardappelverwerkende industrie

MEE-Sectorrapport 2013 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Koffiebranderijen

MJA-Sectorrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

MEE-Sectorrapport 2013 Raffinaderijen

MJA-Sectorrapport 2014 Universitair Medische Centra

Mineraal- en bronwater in Nederland. Natuurzuiver, gezond en verantwoord

MJA-Sectorrapport 2011 Fijnkeramische industrie

MJA-Sectorrapport 2014 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA MEERJARENPLAN RUBBER- EN KUNSTSTOFINDUSTRIE (1062/2013) Opgesteld door de NRK. Auteurs: Jolanda Neeft Erik de Ruijter INHOUDSOPGAVE

MEE-Sectorrapport 2014 Bierbrouwerijen

MEE-Sectorrapport 2015 Raffinaderijen

MEE-Sectorrapport Overige industrie

e Sectorrapport 2015 Universitair Medische Centra

MJA-Sectorrapport 2012 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MEE CONVENANT. Methodiek energie efficiëntie

MJA-Sectorrapport 2014 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA-Sectorrapport 2012 Meelfabrikanten

FWS milieu en duurzaamheid. bereikte resultaten en ambities

MEE-Sectorrapport 2014 Raffinaderijen

MEE-Sectorrapport 2015 Bierbrouwerijen

Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency

Hoofdstuk 3A Protocol Monitoring, procedure

MEE-Sectorrapport 2012 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2012 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA-Sectorrapport 2013 Hoger beroepsonderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vereenvoudigde aanpak MJA

MJA-Sectorrapport 2015 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MEE-Sectorrapport 2011 METALLURGISCHE INDUSTRIE. Datum: 24 augustus 2012

MJA Sectorrapport 2011 Groenten- en Fruitverwerkende industrie

MJA3-Bedrijfsrapport 2013 Railsector

MJA- Sectorrapport 2013 ICT

MJA-Sectorrapport 2011 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA-Sectorrapport 2014 Metallurgische industrie

MEERJARENAFSPRAAK ENERGIE-EFFICIËNTIE

MJA-Sectorrapport 2015 Gieterijen

Meerjaren afspraak Energie-Efficiëntie MJA3. Resultaten 2009

MJA-Sectorrapport 2014 Textielservicebedrijven

MJA-Sectorrapport 2014 Gieterijen

Meerjarenplan

MJA-Sectorrapport 2013 Koffiebranderijen

VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

MJA-Sectorrapport 2014 Financiële dienstverleners

MJA-Sectorrapport 2015 Wetenschappelijk onderwijs. Beste energiebesparingsproject 2015 Gebouw Helix, TU Eindhoven

Datum 4 december 2018 Betreft Resultaten 2017 Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MJA3 en MEE

MJA-Sectorrapport 2014 Textielindustrie

MJA-Sectorrapport 2011 Koffiebranderijen

Datum 20 december 2017 Betreft Resultaten 2016 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

MJA-Sectorrapport 2012 ICT

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MJA3-Bedrijfsrapport 2012 Railsector

MJA-Sectorrapport 2013 Gieterijen

MJA-Sectorrapport 2015 Metallurgische industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Groenten- en fruitverwerkende industrie

MJA-Sectorrapport 2013 Railsector

MEERJARENPLAN NEKOVRI

MJA-Sectorrapport 2013 Meelfabrikanten

MJA Routekaart ICT 2030 en SER Energieakkoord

MJA-Sectorrapport 2014 Wetenschappelijk onderwijs. Wageningenur was in 2014 de beste binnen de universiteiten op het gebied van proces efficiency

MJA-Sectorrapport 2015 Tankopslag en -overslagbedrijven

MJA3-Sectorrapport 2014 Nederlandse olie- en gasproducerende industrie

MJA-Sectorrapport 2015 Koffiebranderijen

MEE CONVENANT. Protocol Monitoring, procedure

Meerjarenplan MJAE diervoederindustrie

Resultatenbrochure convenanten Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MEE MJA3 MJA2 MJA1

Format voor het indienen van voorstellen voor ketenbrede afspraken ter verlaging van het zout-, (verzadigd) vet- en suikergehalte van voedingsmiddelen

Resultaten Resultatenbrochure convenanten Meerjarenafspraken energie-efficiëntie MEE MJA3 MJA2 MJA1

MEERJARENPLAN NEKOVRI

MJA-Sectorrapport 2011 Railsector

MJA-Sectorrapport 2014 Groenten- en fruitverwerkende industrie

Meerjarenplan Energie-efficiency MJP Asfaltindustrie. Periode

MJA-Sectorrapport 2014 ICT

MJA-Sectorrapport 2015 Zuivelindustrie

MJA-Sectorrapport 2015 Asfaltindustrie

MJA-Sectorrapport 2015 ICT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds MEERJARENAFSPRAAK ENERGIE-EFFICIËNTIE INHOUDSOPGAVE

MJA-Sectorrapport 2015 Meelfabrikanten

MJA-3 MEERJARENAFSPRAAK ENERGIE-EFFICIËNTIE Versie 22 mei 2008

Transcriptie:

Meerjarenplan Frisdranken, Waters, Sappen, Siropen 2013 2016 Datum: 20 mei 2013 Revisie: 1.0

Inhoudsopgave: 1. Inleiding 3 1.1 Doel 3 1.2 Verplichting vanuit MJA3 3 1.3 Draagvlak 4 2. Branche 5 2.1 Marktsituatie 5 2.2 Deelnemers MJA3 5 2.3 Aandachtspunten 6 3. Energiegebruik in de branche 8 3.1 EEP 8 3.2 Ketenkaart 8 3.3 Rol van de brancheorganisatie 9 4. Terugblik 11 4.1 2009-2012 11 5. Vooruitblik 2013 2016 13 5.1 Sommatie van EEP s 13 5.2 Branche activiteiten 15 6. Vooruitblik verdere toekomst 17 7. Noten en afkortingen 18 Meerjarenplan energie-efficiëntie 2

1. Inleiding Op 19 mei 2009 heeft de vereniging FWS Meerjarenafspraak Energie Efficiëntie ondertekend. Andere deelnemers zijn het ministerie van EZ, provincies (IPO) en AgentschapNL. De Meerjarenafspraken zijn vrijwillige, maar zeker niet vrijblijvende convenanten tussen overheid en het bedrijfsleven om zuiniger om te gaan met energie. Kern van deze afspraken is dat van 2005 tot 2020 30% energieefficiëntieverbetering wordt nagestreefd. Dit komt neer op 2% energie efficiëntieverbetering per jaar. Om de gemaakte afspraken te kunnen nakomen, moet de hoeveelheid benodigde energie per eenheid van een product omlaag. Hierbij wordt gekeken naar processen binnen, maar ook buiten het bedrijf (in de zogenoemde bedrijfsketen). 1.1 Doel Het Meerjarenplan Frisdranken, Waters, Sappen en Siropen 2013 2016 dat voor u ligt, is gepubliceerd in het kader van deze Meerjarenafspraak Energie Efficiëntie (MJA3). Dit plan schetst een kort overzicht van ontwikkeling in de sector FWS en geeft specifiek aan op welke manier de brancheorganisatie en haar leden in de komende periode invulling geven aan de afspraken. De basis voor verbetering van energie efficiëntie zijn de Energie-efficiëntieplannen van de betrokken ondernemingen. De inzet van de brancheorganisatie gaat echter verder dan uitsluitend een sommatie van de ingediende plannen. FWS vertaalt maatschappelijke ontwikkelingen naar voor de branche relevante thema s. Zij biedt daarvoor een platform voor kennisuitwisseling in de verschillende commissies. Zij stimuleert bedrijven om op deze thema s actie te ondernemen, onder andere door uitwisseling van kennis en het zelf uitvoeren van verkenningen. Vanzelfsprekend vertegenwoordigt de brancheorganisatie de bedrijven in overleggen met de Overheid en andere stakeholders. 1.2 Verplichting vanuit MJA3 Volgens artikel 3.6 van de MJA3 moet het meerjarenplan in ieder geval de volgende informatie bevatten: Uit het Meerjarenplan blijkt dat het totale energiegebruik van de Ondernemingen waarop het Meerjarenplan betrekking heeft minimaal 1 PJ/jaar is. Dit totale energiegebruik betreft minimaal 80 procent van het energiegebruik in de branche. Het Meerjarenplan bevat de kwantitatieve doelstelling voor energieefficiëntieverbetering voor de Ondernemingen die bij de Brancheorganisatie zijn aangesloten. Deze doelstelling is minimaal gelijk aan het gewogen gemiddelde van de energie-efficiëntie doelstellingen, zoals aangegeven in de Energie-efficiëntieplannen van de betrokken inrichtingen. De hierboven genoemde energie-efficiëntie doelstelling wordt uitgedrukt in een Energie-efficiëntie-Verbetering (EEV). Het Meerjarenplan bevat de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen voor de implementatie van systematische Energiezorg, verbetering van de procesefficiency, ketenefficiency en duurzame energie. Het Meerjarenplan geeft een overzicht van de wijze waarop de Brancheorganisatie c.q. het Productschap invulling beoogt te geven aan haar c.q. zijn verplichtingen. Meerjarenplan energie-efficiëntie 3

1.3 Draagvlak Het MJP wordt gedragen door alle bedrijven die in de vereniging FWS vertegenwoordigd zijn. Het geeft een volledig beeld van de ambities van de sector. De resultaten van alle ingediende EEP s in het kader van de MJA3 zijn in dit plan verwerkt. Meerjarenplan energie-efficiëntie 4

2. De branche De Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters, Sappen (FWS) is de brancheorganisatie voor de frisdranken-, water-, sappen- en siropenindustrie. Bij de FWS zijn in Nederland gevestigde producenten van frisdranken, waters, sappen en siropen aangesloten, evenals een aantal buitenlandse fabrikanten met verkoopkantoren in Nederland. Van de branchevereniging zijn in totaal 23 bedrijven lid. Lang niet alle bedrijven kennen een productielocatie in Nederland. 2.1 Marktsituatie De consumptiecijfers van frisdranken, waters, sappen en siropen zijn gelijkmatig. In de periode van 2007 tot en met 2011 laten de cijfers een constante ontwikkeling zien voor alle productgroepen. Tabel 1 Ontwikkeling in afzet van frisdranken, waters, sappen en siropen 1 Consumptie 2007 2008 2009 2010 2011 (per capita in liters) Frisdranken 96,7 98,9 102,7 101,8 102,6 Natuurlijke mineraal- en 21,9 21,5 21,6 bronwaters 21,0 21,5 Sappen en nectaren 27,5 27,7 27,9 27,9 28,4 Siropen (onverdund 14,8 15,0 15,1 15,0 14,9 Cola is veruit de meest favoriete frisdrank met 62% marktaandeel. Ruim de helft van de gedronken sappen en nectaren betreft sinaasappel. In periode vanaf 2000 is een duidelijke verschuiving te zien van regular naar laagcalorische frisdranken. In 2011 was meer dan 35% van de frisdranken light. Aan het begin van de eeuw was nog maar 18% van de frisdranken light. Hierdoor is het aantal kilocalorieën in frisdranken (koolzuurhoudend en koolzuurvrij) in acht jaar tijd gedaald met 21% tot 67 kcal per hoofd per dag. 2 In de komende tijd zal de verschuiving naar laagcalorische frisdranken verder doorzetten. De verhouding tussen koolzuurhoudende en niet koolzuurhoudende frisdranken laat een beperkte verschuiving zien naar niet koolzuurhoudend. Ook bij waters verschuift de voorkeur lichtjes naar niet koolzuurhoudende varianten. De consument vraagt zijn dranken in toenemende mate in kleinere en gekoelde verpakkingen. 2.2 Deelnemers MJA3 Aan de MJA3 FWS nemen 5 bedrijven met 9 inrichtingen deel. Dit zijn de belangrijkste frisdrankondernemingen met productie in Nederland. Enkele FWSbedrijven zijn aangesloten bij een andere Meerjarenafspraak omdat hun hoofdactiviteit op een ander vlak ligt. De leden van de vereniging FWS zijn gegeven in tabel 2. Meerjarenplan energie-efficiëntie 5

Tabel 2. Leden vereniging FWS en deelnemers aan de MJA Bedrijf Productie in NL MJA3 FWS sinds Bavaria NV ja, water MEE bier Budelse Brouwerij BV nee MJA3 overige industrie Burg Groep BV ja, siroop nee Cargill BV nee nvt Coca-Cola Enterprises Nederland ja, frisdranken en waters 15 juni 2009 BV Coca-Cola Nederland BV nee nvt Danone Waters Beverages nee nvt Benelux DIS BV ja, frisdranken en waters 9 februari 2010 FrieslandCampina ja, sappen MJA3 zuivel HJ Heinz BV ja, siropen MJA3 groenten en fruit Hero Nederland BV ja, frisdranken 23 juni 2011 Het Zuiden Siropen nee nvt Hoogesteger BV ja, sappen nee Nestlé Waters nee nvt PEPSICO International nee nvt Red Bull Nederland BV nee nvt Refresco Benelux ja, frisdranken, waters en 15 juni 2009 sappen Schweppes International Limited nee nvt Siebrand NV ja, siropen nee Spadel Nederland BV nee nvt United Softdrinks BV ja, frisdranken en waters 15 juni 2009 Vorselaars Vruchtensappen en ja, sappen nee Frisdranken Vrumona BV ja, frisdranken en waters 15 juni 2009 Voor de deelnemende frisdrankbedrijven vraagt deelname aan deze Meerjarenafspraak continue aandacht voor het effectiever en efficiënter inzetten van energie. 2.3 Aandachtspunten Van de brancheorganisatie is een grote diversiteit aan bedrijven lid. Het betreft Nederlandse vestigingen van grote internationale concerns, maar ook kleine familiebedrijven. Sommige bedrijven zijn eigenaar van de merken die zij produceren, andere produceren voor externe merkhouders. De beleidsvrijheid van deze bedrijven kan behoorlijk uiteenlopen. De diversiteit in schaalgrootte, marktbenadering en soorten dranken maken het een uitdaging voor de brancheorganisatie om één gemeenschappelijke visie te ontwikkelen. Aan de andere kant biedt de diversiteit juist een inspirerende mogelijkheid om vanuit verschillende zienswijze kennis uit te wisselen en gebruik te maken van elkaars ervaringen. FWS stimuleert deze kennisuitwisseling en streeft ernaar om tot een zo breed mogelijk gedragen beleid te komen. Meerjarenplan energie-efficiëntie 6

Dit uitdaging om tot een gemeenschappelijke visie te komen speelt extra sterk bij grensoverschrijdende thema s als duurzaamheid en energie-efficiëntie. Voor internationale ondernemingen kan het effectiever zijn een milieu-investering buiten Nederland te laten plaatsvinden. In een open Europese markt zijn Nederlandse ondernemingen gevoelig voor verschil in milieubeleid in de verschillende Europese landen. De ontwikkeling op het gebied van verpakkingen is een belangrijk duurzaamheidthema voor de sector. Niet alleen vanwege het energiegebruik, maar meer nog vanwege materiaal (her)gebruik. Beslissingen op het gebied van materiaal (her)gebruik, hebben een directe invloed op energie efficiëntie in de bedrijven en de rest van de keten. Een aantal ontwikkelingen werkt, net als in de vorige MJA3-periode de verbetering van de energie-efficiëntie tegen. Zo vraagt de markt in toenemende mate om kleinere verpakkingen. Door het grotere aantal vullingen is ook de energiebehoefte per liter groter. Daarnaast moet door een andere manier van voorraadbeheersing (bijvoorbeeld door dagelijkse levering aan distributiecentra van supermarkten) weer vaker van product gewisseld worden op de afvullijnen. Dit leidt tot grotere stilstandverliezen en tot verlies van proces- en energie-efficiëntie. Niettemin wil de industrie toch proberen om de hoge doelstelling van 30% besparing in 2020 te halen. Meerjarenplan energie-efficiëntie 7

3. Energiegebruik in de branche Van bedrijven met productielocaties voor frisdrank en waters in Nederland heeft het overgrote deel de MJA3 ondertekend. Dit betreft in ieder geval alle grotere productielocaties. De bedrijven die deelnemen aan de Meerjarenafspraak (Coca- Cola, Hero, Vrumona, Refresco, United Soft Drinks en DIS) vertegenwoordigen ruim 80% van het energieverbruik van de sector. 3.1 EEP Alle aangesloten MJA3-FWS deelnemers hebben een EEP opgesteld. Uit de EEP s blijkt dat het de som van het primair energiegebruik van de bij de MJA3 aangesloten bedrijven een totaal 1,300 TJ bedraagt (cijfers 2012). In 2008 bedroeg het primair energiegebruik 1,212 PJ. In de sector gebruikt geen afwijkende monitoringssystematiek en procedure. 3.2 Ketenkaart In het kader van de MJA hebben de deelnemende bedrijven in 2009 een sectorale ketenkaart laten uitvoeren. Deze ketenkaart geeft een overzicht van het energiegebruik en de broeikasgasemissies per stap in de keten van frisdranken en waters. De categorie sappen is vanwege de kwaliteit van de gegevens buiten beschouwing gelaten. De ketenkaart is in de achterliggende periode gebruikt om besparingen te identificeren en ligt bij de deelnemende bedrijven als naslagwerk. Uit het rapport blijkt dat de grootste bijdrage aan het totale energiegebruik in de keten geleverd wordt door: - productie van verpakkingsmateriaal - koeling van het product bij verschillende stappen in de keten (met name bij de klant) Bij de productie van frisdranken levert de productie van ingrediënten ook nog een belangrijke bijdrage. De belangrijkste ingrediënten in dit verband zijn suikers en koolzuur. Het energiegebruik op de productielocatie bedraagt iets minder dan tien procent van het totaal. De resultaten van de ketenstudie zijn gegeven in figuur 1. Meerjarenplan energie-efficiëntie 8

Figuur 1. Verdeling van energiegebruik in de keten 3 frisdranken 4% 9% Transport Koelen van het product 13% bronwaters/mineraalwaters 0% 3% 17% 34% Productie van verpakking 31% 52% 36% Productie van ingredienten Energiegebruik op locatie 3.3 Rol van de brancheorganisatie Om het milieu te beschermen moet de maatschappij zich duurzaam gaan inrichten. De FWS realiseert zich dat deze problematiek steeds dringender en dwingender wordt. Daarom neemt ze haar verantwoordelijkheid. Duurzaamheid en daarbinnen energie-efficiëntie zijn een speerpunt binnen de activiteiten van de brancheorganisatie. FWS beoogt daarbij in het kader van de MJA3-afspraken kennisuitwisseling te stimuleren. De verantwoordelijke beleidsmedewerker van de brancheorganisatie speelt hierbij zowel een informerende als ook regisserende rol. Periodiek komen milieuonderwerpen aan de orde in het Algemeen Bestuur van de vereniging. Ook op beleidsniveau staat duurzaamheid permanent op de agenda. De brancheorganisatie vertaalt de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen op dat gebied naar voor de bedrijven relevante thema s. Inhoudelijke activiteiten op het gebied van duurzaamheid worden door Algemeen Bestuur naar de het secretariaat (FWS) gedelegeerd. Vanzelfsprekend vertegenwoordigt de branchevereniging FWS de bedrijfstak in de bestaande overlegstructuren rondom de MJA zoals het OGE en het platform MJA. Overigens vindt ook overleg plaats met andere stakeholders. In de periode 2013 2016 wordt de bestaande werkwijze gecontinueerd. Meerjarenplan energie-efficiëntie 9

4. Terugblik 4.1 2009-2012 In 2009-2012 heeft de branche forse stappen gezet in het kader van verbetering van de energie-efficiëntie. Zo is een maatregelenlijst vastgesteld en hebben de bedrijven hun Energie-efficiëntieplannen ingediend. In het voorgaande hoofdstuk kwam de ketenkaart al aan de orde, waarin de deelnemende bedrijven en de brancheorganisatie actief hebben geparticipeerd. Alleen zo ontstaat een zo goed mogelijk beeld van de sector en de keten waar zij deel van uitmaakt. Deze ketenkaart is een cruciaal onderdeel geweest in de strategiebepaling omdat zij aangeeft welke in stappen van de keten de grootste winst in energie-efficiëntie te behalen is. In het kader van MJA3 hebben de deelnemende leden tevens een voorstudie uit laten voeren. Een voorstudie betrof een brede doorkijk binnen de sector naar het jaar 2030 om te bezien of zelfs 50 procent energie efficiëntie mogelijk is. Op basis van deze Voorstudie heeft FWS besloten om geen routekaart op te stellen. Dit besluit is genomen vanwege onvoldoende draagvlak binnen de sector. Oorzaak hiervoor waren onder meer de grote verschillen tussen FWS-leden en onduidelijkheid over de langjarige houdbaarheid van de verschillende overheidsinstrumenten om duurzaamheid te bevorderen. Er is een maatregelenlijst opgesteld die bedrijven concrete handvatten biedt voor energie-efficiency verbeteringen. De brancheorganisatie heeft hierbij een sturende rol gespeeld. Niet alleen heeft zij zelf veel informatie aangeleverd, ook heeft zij bedrijven gestimuleerd om actief aan de voorstudie mee te werken. Dit is succesvol geweest. Mede dankzij de Voorstudie 5 is een goed beeld van de mogelijke ketenontwikkelingen ontstaan, dat gedragen wordt door alle deelnemende bedrijven. De proces van het opstellen van de Voorstudie heeft de onderlinge bereidheid vergroot om gezamenlijke stappen te zetten om de energie-efficiëntie in de keten verder te verbeteren. Nadere details over inzichten uit de voorstudie staan vermeld in het MJP over de periode 2009-2012. Meerjarenplan energie-efficiëntie 10

5. Vooruitblik 2009 2012 5.1 Sommatie van EEP s In het onderstaande is de sommatie van de EEP s voor 2013-2016 gepresenteerd. Op het moment van opstellen van dit Meerjarenplan zijn alle 9 EEP s beschikbaar met een positief advies van AgentschapNL. Gezien het kleine aantal bedrijven dat aan de MJA3 in deze sector deelneemt, zijn activiteiten niet verder uitgesplitst om vertrouwelijkheid niet in gevaar te brengen. De maatregelen binnen iedere EEP zijn onderverdeeld in zekere, voorwaardelijke en onzekere maatregelen. De verklaring van de afkortingen in de onderstaande tabellen en grafieken is als volgt: DE KE PE Duurzame Energie Keten Efficiëntie Proces Efficiëntie Aan zekere maatregelen wordt een cumulatieve efficiëntiewinst van 78 TJ voorzien.. Figuur 2. Bijdrage zekere en voorwaardelijke efficiëntiemaatregelen Tabel 3. Basisgegevens figuur 2 (totaal effect voorwaardelijke en zekere maatregelen in TJ) Som van Geplande besparing (TJ) Kwalificatie Gepland jaar in gebruik voorwaardelijk zeker Eindtotaal 2013 28 65 93 2014 45 8 52 2015 12 5 17 2016 13 1 14 Eindtotaal 98 78 176 Meerjarenplan energie-efficiëntie 11

Figuur 3. Bijdrage keten- en procesefficiency maatregelen Tabel 4. Basisgegevens figuur 3 (totaal effect alle maatregelen in GJ) Som van Geplande besparing (TJ) Categorie Gepland jaar in gebruik Procesefficiency Ketenefficiency Eindtotaal 2013 40 53 93 2014 32 20 52 2015 17 17 2016 14 14 Eindtotaal 103 72 176 Tabel 5. Overzicht maatregelen en bijbehorende besparingen Som van Geplande besparing (TJ) Kwalificatie Categorie Subcategorie onzeker voorwaardelijkzeker Duurzame energie Inkoop duurzame energie 56 Totaal Duurzame energie 56 Ketenefficiency Materiaalbesparing 0 12 36 Optimalisatie distributie 4 1 Optimalisatie functievervulling 0 Optimalisatie productafdanking en - herverwerking 47 1 Vermindering energieverbruik tijdens productgebruik 19 Totaal Ketenefficiency 47 35 38 Procesefficiency Energiezorg en gedragsmaatregelen 14 Installaties en gebouwen 13 32 18 Procesmaatregelen 3 32 9 Totaal Procesefficiency 16 63 40 Eindtotaal 119 98 78 Uit de bovenstaande informatie blijkt dat de totale winst in zekere energie efficiëntie maatregelen ongeveer gelijkelijk is verdeeld tussen proces en keten maatregelen. Zowel verbetering in de keten als in het proces brengen ongeveer 40 TJ op. Wanneer ook de onzeker en voorwaardelijke maatregelen worden bekeken, valt te zien dat ketenmaatregelen een grotere bijdrage hebben aan het totaaal. Het procentuele effect van alle maatregelen staat weergegeven in tabel 6 Meerjarenplan energie-efficiëntie 12

Tabel 6 Procentuele besparing per activiteit en maatregel Categorie Subcategorie voorwaardelijk zeker Eindtotaal Duurzame energie Inkoop duurzame energie 0,0% 0,0% 0,0% Totaal Duurzame energie 0,0% 0,0% 0,0% Ketenefficiency Materiaalbesparing 0,9% 2,8% 3,7% Optimalisatie distributie 0,3% 0,1% 0,4% Optimalisatie functievervulling 0,0% 0,0% 0,0% Optimalisatie productafdanking en - herverwerking 0,0% 0,0% 0,0% Vermindering energieverbruik tijdens productgebruik 1,5% 0,0% 1,5% Totaal Ketenefficiency 2,7% 2,9% 5,6% Procesefficiency Energiezorg en gedragsmaatregelen 0,0% 1,1% 1,1% Installaties en gebouwen 2,4% 1,4% 3,8% Procesmaatregelen 2,4% 0,7% 3,1% Totaal Procesefficiency 4,9% 3,1% 7,9% Eindtotaal 7,5% 6,0% 13,5% Tabel 7 Som van vermeden CO 2 in ton Som van Vermeden CO2 (ton) Kwalificatie Categorie Subcategorie onzeker voorwaardelijk zeker Duurzame energie Inkoop duurzame energie 3.177 Totaal Duurzame energie 3.177 Ketenefficiency Materiaalbesparing 0 786 2.028 Optimalisatie distributie 524 69 Optimalisatie functievervulling 8 Optimalisatie productafdanking en - herverwerking 2.683 47 Vermindering energieverbruik tijdens productgebruik 1.410 Totaal Ketenefficiency 2.683 2.728 2.143 Procesefficiency Energiezorg en gedragsmaatregelen 831 Installaties en gebouwen 733 1.955 1.025 Procesmaatregelen 162 1.982 585 Totaal Procesefficiency 895 3.937 2.441 Eindtotaal 6.755 6.665 4.584 5.2 Branche activiteiten De kwantitatieve doelstelling voor de energie-efficiëntieverbetering voor de branche is gelijk aan hierboven gepresenteerde som van de EEP s van de deelnemende bedrijven. Naast de kwantitatieve inspanningen die uit de ingediende EEP s van de bedrijven blijkt, zal de brancheorganisatie FWS zich inspannen de energie-efficiëntie van de aangesloten bedrijven verder te verbeteren en de inzet van duurzaamheid verder te vergroten. De brancheorganisatie ziet duurzaamheid in brede zin als één van haar belangrijkste speerpunten. Binnen de vergadering van het bestuur van de vereniging is duurzaamheid een vast agendapunt. Daarbij wordt continu bekeken of er collectieve acties nodig zijn. Wanneer dit het geval is, wordt dit geagendeerd en door het secretariaat, samen met aangesloten bedrijven opgepakt. De brancheorganisatie geeft periodiek nieuwsbrieven uit. Ook door middel van deze nieuwsbrieven wordt het resultaat en de doelstelling van de MJA3 actief onder de aandacht van de leden gebracht. Uit de Voorstudie en de EEP s blijkt dat ketenprojecten in de nabije toekomst een belangrijk besparingspotentieel hebben. Verschillende ondernemingen hebben hier al een begin mee gemaakt. Juist in het onderzoeken en stimuleren van ketenprojecten is een belangrijke rol voor de branchevereniging weggelegd. Hierbij valt te denken aan mogelijkheid om binnen de eigen keten meer samen te werken Meerjarenplan energie-efficiëntie 13

(bijvoorbeeld door samen met leveranciers van grondstoffen te praten over verduurzaming), of te inventariseren van welke andere ketens best practices gedeeld kunnen worden. Ketens hebben als kenmerk dat ze vaak voor de gehele branche gelijk zijn. De brancheorganisatie wil ook in de periode 2013-2016 blijven onderzoeken of gezamenlijke projecten mogelijk zijn en op te treden als coördinator van uit te voeren verkenningen, als kennisplatform en als stimulator om goede praktijken branchebreed in te voeren. Dit kan plaatsvinden via bijeenkomsten gericht op kennisdeling, of het toegankelijk maken van best practices via (digitale) middelen. Meerjarenplan energie-efficiëntie 14

6. Vooruitblik verdere toekomst Tijdens de laatste MJP-periode heeft de inzet rond energie-efficiëntie zich hoofdzakelijk toegespitst op de eigen productielocatie. Hierin is veel bereikt, en dit zal ook de komende jaren een belangrijk uitgangspunt blijven. Zoals eerder al uit de ketenkaart gebleken is, is het aandeel van de productielocatie in het totale energiegebruik binnen de keten relatief beperkt. Verder significante energie-efficiëntieverbetering binnen de productielocatie is afhankelijk van de ontwikkeling van doorbraaktechnologieen. Bedrijven en branche volgen daarom nieuwe ontwikkelingen nauwgezet. Individuele bedrijven kijken daarnaast continu naar mogelijkheden om efficiencyverbeteringen in de keten te realiseren. Te denken valt aan transport, out of home-verkooppunten en wellicht horeca. Hierbij bestaat een verschil tussen de bedrijven in de sector. Sommige bedrijven maken deel uit van internationale concerns en hebben minder vrijheid om specifiek Nederlandse projecten vorm te geven. Vanuit internationale context wordt er gekeken naar de meest efficiënte manier om energie-efficiënt te opereren. Dit kan betekenen dat multinationale concerns voorrang geven aan investeringen in andere landen (waar energie-efficiency minder goed ontwikkeld is). De consequentie hiervan kan zijn dat er voor Nederlandse vestigingen minder investeringsmogelijkheden zijn. Loonbottelaars zijn in belangrijke mate afhankelijk van de ruimte die ze van opdrachtgevers krijgen om maatregelen op de productielocatie of in de keten door te voeren. De branchevereniging FWS zet zich in voor een zo groot mogelijke participatie van de branche in projecten gericht op energiebesparing en het faciliteren van gezamenlijke kennisopbouw en -uitwisseling. Meerjarenplan energie-efficiëntie 15

7. Noten en afkortingen 1. Kerngegevens FWS, Den Haag, 2012 2. Wat drinkt Nederland? Onderzoek van GfK in opdracht van FWS, 2012 3. Slimmer met Energie, 15 jaar Meerjarenafspraken Energie Efficiëntie, Senter Novem 4. Concept Ketenstudie Frisdranken, EcoFys september 2010 5. Concept Voorstudie FWS, K+V, december 2010 DE EEP EEV EHS ETS FWS GJ IPO KE LNV MJA MEE OGE PE PJ TJ Duurzame energie Energie Efficiëntie Plan Energie Efficiëntie Verbetering Environment, Health and Safety Emission Trading Scheme Vereniging Frisdranken, Waters, Sappen Gigajoule (10 9 joule) Interprovinciaal Overleg Keten Efficiëntie Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Meerjarenafspraak Energie Efficiëntie Meerjarenafspraak Energie Efficiëntie ETS ondernemingen Overleggroep Energie Proces Efficiëntie Petajoule (10 15 joule, 1.000.000 GJ) Terajoule (10 12 joule, 1.000 GJ) Meerjarenplan energie-efficiëntie 16