Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Vergelijkbare documenten
REGELS. Kies het goede woord. 1 Ik vind de fiets niet mooi. Ik koop... niet. a het b hem

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager

Wat eten we vanavond?

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

3 Jij gaat toch volgende week verhuizen? Je mag het... van mijn vriendin wel gebruiken! a bus b busje

REGELS. Wat hoort bij elkaar?

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

ALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN

Grammatica Woordbenoemen 2. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 7 WERKEN

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 5 Eten

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Een retour Rotterdam

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Spreekopdrachten thema 8 Opleidingen

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.

Geregeld spreken. Ditte Oost & Monique Schoorl ANTWOORDEN

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

GIEL BEELEN door Catherine Keyl

Melkweg. Naar de speelzaal. Lezen van Alfa B naar Alfa C. Taal en ouders: Peuters. Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann

Gezond thema: DE HUISARTS

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Brood, tafel, maaltijd houden

Inleiding Waarom vind jij bewegen belangrijk?

Extra spreekopdrachten

Leesboekje eten en drinken

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Een varende stad. Celien maakt overal foto s van. Binnen en buiten. Ze is zo druk aan het fotograferen, dat ze haar verdriet vergeet.

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 1 Het huis

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

Bijbellezing: Johannes 2 vers Bruiloftsfeest

Onderwerp: Je kunt het leven leiden dat je wenst

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

OEFENSCHRIFT DEEL 2 A1-A2

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

Voor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 8 OPLEIDINGEN

KLEINE DEUGNIET Door Marcel van Rijn

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1

Thema 2 De Samenleving: samen of ieder voor zich?

Help me, Zoey, zeg ik. Zoey kijkt verbaasd. Waarmee?, vraagt ze.

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

At the train station. Treinstation. Situation 1. Begroet de persoon. Koop een enkele reis naar London.

Kijk op YouTube spreekvaardigheid A1

Brieven van Ama welpen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Antwoorden Thema 5 Vrije tijd

Thema Kinderen en school. Lesbrief 20. Op het schoolplein

ProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 1 NEDERLAND

Vertaling Frans Bobby

Iris marrink Klas 3A.

Tijdens deze challenge eet je volgens een vast, uitgebalanceerd schema en combineer je Clean Meals

Wat zie je er leuk uit!

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Eindverslag zomerkamp 2016 Oosterzee, Friesland 18 juli t/m 22 juli 2016

Bureau Bijles. werkwoord werkwoord. Bureau Bijles

Beoordelingsmodel voorbeeldexamen Maatschappelijk Informeel

Melkweg. De deur op slot. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Veilig wonen

René op vakantie mei 2013 P U T T E N

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 7 In huis

Wat eten we vanavond?

Eet smakelijk. ( 5 januari t/m 31 januari)

Rivka voelt tranen in haar ogen. Vader aait over haar wang. Hij zegt: Veel plezier, prinsesje. Vergeet je nooit wie je bent? Dan draait vader zich

Ik mag tien vriendinnen uitnodigen op mijn verjaardagsfeestje. De uitnodigingen liggen netjes naast elkaar op mijn bureau. Ik heb de namen heel dun

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Melkweg. Hier is de bon. Lezen Alfa A. Naar de winkel

40 DAys 40 nights. Werkboekje 40 dagentijd ProJOP

Veenendaal Rhenen Wageningen

Ons vakantieverblijf in De Lutte.

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken

Tijdens deze challenge eet je volgens een vast, uitgebalanceerd schema en combineer je Clean Meals

Transcriptie:

103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar getrouwd. Dat is een dag. 3 Dit restaurant is open, van 18.00 uur tot 22.00 uur. 4 Ik ga niet met de auto naar Amsterdam, dat is niet. Ik ben er sneller met de trein. 5 U mag deze krant meenemen, hij is. 2 Lees de woorden. Is het vlees of vis? vlees vis 1 de garnaal 2 de biefstuk 3 de zalm 4 de tonijn 3 1 het lied a het restaurant 2 de sla b de muziek 3 de ober c de slagroom 4 de taart d de zus 5 de broer e de groente 4 1 Ik ben een beetje... voor die man. Waarom kijkt hij zo naar mij? a bang b blij 103 103 103

104 104 2 Dat kleine meisje is helemaal alleen. Dat vind ik.... a leuk b zielig 3 Je hebt dat huis dus niet gekocht...., het is veel te duur. a Jammer b Gelukkig 5 Kies uit: namelijk minstens door nog tegen 1 Wat heb je hem gezegd? 2 Ik loop graag de stad. 3 Wil je een kopje thee? 4 Ik kom nooit bij de slager. Ik ben vegetariër. 5 Een broek is niet zo duur, maar een jas kost honderd euro. 6 Kies uit: meenemen terugbellen uitnodigen aangekomen 1 Ik ben vijf kilo. Vreselijk! 2 Zullen we je zus ook voor het feest? 3 Je moeder heeft gebeld. Kun je haar even? 4 Ik ga patat halen in de snackbar. Zal ik voor jou ook wat? 7 1 de bruiloft a het dessert 2 eerst b trouwen 3 de film c daarna 4 het voorgerecht d rijden 5 varen e de bioscoop 8 1 Chris woont naast ons. Hij is mijn.... a buurjongen b ober 104 104 104

105 105 2 Een... is geel. a citroen b tomaat 3 Ik ga een boterham eten. Ik heb.... a dorst b honger 9 1 Ik ga een lekkere, grote... voor mijn verjaardag kopen, met heel veel slagroom. a citroen b taart 2 Hij is niet thuis,... ik. a geloof b bel 3 In Nederland eten ze drie... per dag. a boten b maaltijden 10 Kies uit: spannend gewoon straks volgens open 1 Ik eet nooit koekjes. Ik vind ze niet lekker. 2 Die film moet je zien, die is erg. 3 Om negen uur gaan de winkels. 4 Ik kan u nu niet helpen, maar heb ik wel tijd. 5 Hé Marie, mij ben jij morgen jarig. Klopt dat? 11 Kies uit: plan saus borrel vraag hoofdgerecht 1 Welk zullen we bestellen? Ik heb zin in vis. 2 Kom je morgen een bij me drinken? 3 Ik neem de biefstuk, maar zonder. 4 Zullen we vanavond naar de film, of heb jij een ander? 5 Ik heb nog even een : hebt u ook een voorgerecht zonder vlees? 105 105 105

106 106 12 1 Donderdag ga ik voor mijn vrienden.... a koken b eten 2 Mag ik dat boek van je...? a uitnodigen b lenen 3 In welke... ga je op vakantie? a periode b supermarkt 13 Kies uit: binnen pakken algemene getrouwd gebakken 1 Op zaterdag eten we graag een visje op de markt. 2 Voor informatie moet u een ander nummer bellen. 3 Ik woon alleen, ik ben niet. 4 Waar is mamma? Is ze? 5 Kun je de suiker even voor me? 14 Kies uit: uitnodiging diploma werkdag voetbal toegang 1 Kinderen hebben geen tot de disco. 2 We hebben een voor Peters feest gekregen, maar we kunnen niet komen. 3 Ik kijk graag naar op tv. 4 Mijn is van negen tot vijf. Soms ga ik om vier uur naar huis. 5 Hans heeft zijn gehaald. Nu kan hij gaan studeren. 15 1 Wij hebben een... docent. Dat is fijn. a geweldige b bange 106 106 106

107 107 2 Ober, deze vis is..., maar ik heb gebakken vis besteld. a gratis b gegrild 3 Ik heb nog een stukje... pizza. Heb je daar zin in? a zielige b koude 16 Kies uit: knoflook kaart want plaats 1 Ober, mogen we de even zien? We willen graag bestellen. 2 Ik hou niet van, maar wel van champignons. 3 Zullen we naar een ander restaurant gaan? Hier is geen meer. 4 De winkels zijn niet open vandaag, het is een feestdag. 17 Kies uit: openingstijden dieren sprookjes openbaar vervoer 1 We hebben thuis vissen en ook nog andere. 2 Wil jij even op internet kijken wat de van dat museum zijn? 3 Ik reis liever met het dan met de auto. 4 Anna heeft heel veel gelezen. 18 1 Dat dessert... me lekker, dat ga ik bestellen. a pakt b lijkt 2 We komen... acht. Of zullen we later komen? a om een uur of b met het openbaar vervoer 3 De... op het feest waren heerlijk. a bloemen b hapjes 107 107 107

108 108 19 1 Je moet niet bij die slager kopen. Zijn vlees is.... a slecht b bang 2 Zullen we samen naar die... gaan? Jij houdt toch ook van voetbal? a openingstijden b wedstrijd 3 Waar is die... nou? Ik wil bestellen! a broer b ober 20 1 open a bijzonder 2 algemeen b dorst 3 honger c gesloten 21 Kies uit: uitnodiging broer citroen liedje film 1 Op die nieuwe cd van Shakira staat een prachtig. 2 Zal ik een beetje in de saus doen? 3 Vanavond is er een spannende op tv. 4 Kom je zaterdag ook op ons feest? Je krijgt nog een. 5 Haar heet Alexander, geloof ik. 22 1 In de vakantie ben ik dikker geworden. Ik ben wel twee kilo.... a aangekomen b gekregen 2 Er zijn nog wel kaartjes voor de film,... ik. a pak b geloof 3 Ik heb nu even geen tijd. Zal ik je straks...? a terugbellen b uitnodigen 108 108 108

109 109 23 1 een voorstel a drinken 2 een diploma b doen 3 een borrel c stellen 4 een vraag d halen 24 Kies uit: varen geleend meenemen gepakt uitnodigen 1 Dat boek is niet van mij, maar van mijn broer. Ik heb het. 2 Heb jij de koekjes uit de kast? 3 Zaterdag geven we een feest. We willen twintig mensen. 4 Ga je naar de keuken? Kun je dan de melk? 5 Het feest is op een boot. Ze van Elburg naar Harderwijk. 25 1 Geef mij maar een groot stuk vlees. Ik hou van een dikke.... a biefstuk b zalm 2 Wil je een beetje citroen op de...? a zalm b ober 3 Hou je van vis? Dan moet je de... bestellen, die is heerlijk. a tonijn b kip 26 Kies uit: garnalen dieren hapjes bloemen 1 Elke week koop ik op de markt, het liefst rode. 2 Die kleine, Hollandse vind ik heerlijk. Andere vis eet ik niet. 3 Ik hou van alle. Daarom ben ik vegetariër. 4 Ik ga geen hele maaltijd koken, maar ik wil wel wat lekkere maken. 109 109 109

110 110 27 Kies uit: gelukkig binnen geweldig door volgens 1 Het is erg koud. Zullen we naar gaan? 2 Het regent. Ik heb een jas bij me. 3 Kim vindt het voorstel niet goed, maar mij is het niet zo slecht. 4 Ze gaat met haar vriend op vakantie naar Australië. Dat is! 5 Ik loop s avonds niet graag alleen een grote stad. 28 1 koud a gegrild 2 gebakken b maar 3 want c slecht 4 goed d warm 29 1 We gaan... naar de bakker en dan naar de slager. a eerst b daarna 2 Wat is die man lang! Hij is... twee meter. a straks b minstens 3 Volgende week kun je me niet bellen, dan ben ik... op vakantie. a namelijk b straks 30 Kies uit: saus nog plaats tegen 1 Je kunt hier niet zitten, er is geen meer. 2 Er zit een beetje knoflook in de. 3 We hebben niets hem gezegd. 4 Mag ik een koekje pakken, mama? 110 110 110

111 111 31 1 de maaltijd a lezen 2 het sprookje b varen 3 de boot c reizen 4 het openbaar vervoer d koken 32 Kies uit: buurjongen wedstrijd voetbal sla dessert 1 Wanneer is die van Ajax tegen AC Milaan? 2 Ik kijk elke zondag naar op tv. 3 Is dat nou jouw? Die met die rode broek? 4 Ga jij nog een eten of niet? 5 We eten elke dag of een andere groente. 33 1 het plan a de tijd 2 de periode b samen 3 straks c het voorstel 4 getrouwd d later 34 Kies uit: knoflook werkdagen kaart flessen hoofdgerecht 1 Wilt u de nog even zien voor het dessert? 2 Ik doe altijd een beetje door de sla. 3 Zullen we nog een paar water kopen? 4 Welk neem jij? Het lijkt me allemaal lekker. 5 Mijn vriend maakt lange en in het weekend moet hij studeren. 111 111 111

112 112 35 Kies uit: gratis aanstaande bang dagelijks gewoon 1 Ik krijg zaterdag vakantie, maar we gaan pas na het weekend weg. 2 Mijn kleine broertje is in het donker. 3 Bij de Free Record Shop krijg je nu bij elke cd een tweede cd. 4 Dat kind zit de hele dag achter de computer. Dat is niet goed. 5 Mevrouw Van Zomeren belt haar dochter, dus ook in het weekend. 36 Kies uit: toegang bioscoop park voorgerecht slagroom 1 Ik loop s avonds niet alleen door het. Ik ben een beetje bang. 2 Dat is fijn, de voor dit museum is vandaag gratis. 3 Ik heb honger. Wanneer komt dat nou? 4 Suiker en zijn wit. 5 Naar welke zullen we gaan? Cinema Palace misschien? 37 Kies uit: praktische om een uur of daarna openingstijden zielig 1 Ik kom negen, is dat goed? 2 We gaan eerst een borrel drinken en gaan we eten. 3 De van Disneyland kun je op internet zoeken. 4 Een kind zonder vader en moeder is. 5 Als ik in de tuin ga werken, draag ik kleren. 38 1 Dat... me een prima plan. a leent b lijkt 112 112 112

113 113 2 Deze vakantie ga ik naar Thailand. Ik vind het erg...! a zielig b spannend 3 Ik eet nooit zoete dingen, ook geen.... a zalm b suiker 113 113 113