Wethouder van Jeugd, Welzijn en Sport drs. K.P. Klein Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag De voorzitter van Commissie Samenleving Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk BSW/2012.192 - RIS251368 Doorkiesnummer 070-353 7672 E-mailadres Aantal bijlagen 1 Datum 22 augustus 2012 Onderwerp Uitgangspunten Europese aanbesteding hulp bij het huishouden Geachte voorzitter, Op 22 april 2013 lopen de contracten voor hulp bij het huishouden (HH) in het kader van de Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo) ten einde. Het aflopende contract kan na 4 jaar niet nog een jaar verlengd worden. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor een nieuwe Europese aanbesteding /contractperiode gestart. Ik wil uw commissie met deze brief informeren over de belangrijkste ontwikkelingen die van invloed zijn op de aanbesteding en deelgenoot maken van de uitgangspunten die ik hanteer bij het aangaan van nieuwe contracten voor de hulp bij het huishouden. De huidige contracten voor HH zijn medio april 2009 ingegaan en in eerste instantie voor twee jaar afgesloten. Na een wat moeizame start, vanwege het faillissement van Meavita, hebben zowel de gemeente als de aanbieders van HH er voor gezorgd dat de HH een betrouwbare en gewaardeerde Wmo voorziening werd waarvan zo n 12.500 Haagse huishoudens gebruik maken. De HH scoort hoog op klanttevredenheid en dat komt met name doordat veel burgers beschikken over een vaste hulp. De klanttevredenheid en het gegeven dat de uitvoering van de HH en de samenwerking met de aanbieders van HH goed verloopt, is voor mij dan ook reden geweest om tot tweemaal toe de contracten met een jaar te verlengen. Zoals ik hierboven al aangeef, is het na vier jaar niet mogelijk de aflopende contracten nogmaals te verlengen en moet er dus opnieuw gecontracteerd worden. Voor de nieuwe contractperiode is een aantal dingen van belang. Waar mogelijk wil ik er voor zorgen dat de burgers hun vaste hulp ook in de nieuwe contractperiode kunnen behouden. Daarnaast heb ik uiteraard te maken met budgettaire kaders waarbinnen de Wmo moet worden uitgevoerd. Tevens wil ik het voorzieningenniveau voor de Haagse burger op hetzelfde hoge niveau houden. Zoals u zult begrijpen levert dit een spanningsveld op. Tenslotte zijn er nog een tweetal wetswijzigingen binnen de Wmo waarmee ik rekening moet houden en die van invloed zijn op het aangaan van nieuwe contracten voor HH. Inlichtingen bij Mark Venekamp Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: 14070 Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: 070-353 2390 Internetadres: www.denhaag.nl
BSW/2012.192 2 Aanbesteden volgens het Zeeuwse model Zowel in 2007 als in 2009 is bij de aanbesteding voor HH in Den Haag gebruik gemaakt van het zogenaamde Zeeuwse model. Kort gezegd houdt dit in dat de gemeente kwaliteitseisen formuleert en het uurtarief vaststelt. Met alle partijen die aan de gestelde kwaliteitseisen voldoen wordt een contract gesloten. Burgers die een HH indicatie krijgen kunnen vervolgens zelf uit de gecontracteerde aanbieders kiezen. Het Zeeuwse model heeft zich in de praktijk bewezen als een model dat goed werkt en breed gedragen wordt: de gemeente en aanbieders zijn tevreden over dit model en dat komt ook tot uiting in de tevredenheidcijfers van de gebruikers. Groot voordeel van het Zeeuwse model is dat indien (één of meerdere van) de huidige aanbieders weer voor een contract in aanmerking komt, de klanten van deze aanbieder de eigen hulp kunnen houden. Een ander voordeel is dat het Zeeuwse model maximale keuzevrijheid geeft aan de klant. Recent is in de Wmo vastgelegd dat wanneer het college van b. en w. besluit de HH door derden te laten verrichten, het college niet langer verplicht is tot het uitschrijven van een aanbesteding. Het college mag de vorm van opdrachtverlening zelf bepalen. Er is nog steeds onduidelijkheid over de juridische houdbaarheid van deze wetswijziging in verband met mogelijke strijdigheid met Europese regelgeving. De VNG zal bij de rijksoverheid blijven aandringen op meer helderheid. Tot die tijd kan de VNG gemeenten geen zekerheid geven dat zij geen juridische risico s lopen als zij ervoor kiezen niet aan te besteden. De manier van contracteren waar ik voor kies, past binnen de Europese regelgeving. In de debatten in de Eerste- en Tweede Kamer over de Wijzigingsvoorstellen Wmo (zie hierboven) is het Zeeuwse model ook veelvuldig aangehaald als goede optie omdat de kwaliteit het uitgangspunt is en de gemeente de tarieven vaststelt. Hiermee voldoet het aan wat de wetgever met de wetswijziging heeft beoogd. Op basis van de periodieke overleggen met de zittende aanbieders is de verwachting dat de meesten zich ook voor de nieuwe contractperiode inschrijven. Dit heeft tot gevolg dat, zoals gezegd, de meeste mensen die nu HH ontvangen in veel gevallen hun vaste medewerker houden. Mensen waarderen het over het algemeen zeer dat ze een vaste hulp hebben. Met het hanteren van het Zeeuwse model kom ik hieraan tegemoet. Ik ben van plan om wederom contracten voor twee jaar aan te gaan met de mogelijkheid om deze tweemaal met een jaar te verlengen. Met deze manier van contracteren is het mogelijk om over twee jaar te kijken of de ontwikkelingen in de AWBZ en het Centrum voor Ouderen aanleiding geven om wijzigingen aan te brengen in het huidige contract dan wel om nieuwe contracten aan te gaan. Vaststelling basistarieven hulp bij het huishouden Recent is in de Wmo vastgelegd dat de gemeenteraad de bevoegdheid heeft om de basistarieven voor de HH vast te stellen. Met deze aanpassing beoogt de wetgever te voorkomen dat aanbieders op prijs in plaats van op kwaliteit gaan concurreren. Gemeenten die de uurtarieven voor HH bepalen, moeten deze kunnen onderbouwen. Dat is niet eenvoudig. De gemeente voert de HH immers niet zelf uit maar contracteert derden. Aanbieders beschouwen hun kostprijsberekening uit oogpunt van concurrentie als vertrouwelijke informatie en zijn doorgaans niet bereid deze informatie te delen. Bij het berekenen van deze tarieven vormt, naast de gestelde kwaliteitseisen, de CAO voor Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) hiervoor de basis. De tarieven voor de HH zijn vastgesteld op basis van: reële kostprijzen; inzet van personeel tegen arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden benodigd voor het leveren van de HH. Er wordt onderscheid gemaakt tussen eenvoudige hulp en complexere ondersteuning. Bij eenvoudige hulp ligt het accent op het schoonmaken van het huis. Bij sommige burgers is inzet nodig van een meer ervaren hulp omdat er sprake is van een complexere situatie. Hier is bijvoorbeeld, naast het normale schoonmaakwerk, tijdelijk hulp nodig voor jonge kinderen of bij de organisatie van het huishouden. Uiteraard is er ook ruimte voor persoonlijke aandacht. We hebben het adviesbureau Berenschot opdracht gegeven om op basis van de geformuleerde uitgangspunten en werkzaamheden te komen met een marktconform uurtarief
BSW/2012.192 3 (zie bijlage: Berekening basistarieven huishoudelijke hulp). Marktconform houdt in dat de tarieven zodanig moeten zijn dat aanbieders niet onder de kostprijs hulp leveren. Een tarief onder de kostprijs maakt de kans aanzienlijk dat te weinig aanbieders inschrijven, medewerkers salaris moeten gaan inleveren en eventueel weglopen, dat er wachtlijsten ontstaan en dat aanbieders na verloop van tijd omvallen. Tegelijkertijd moet het tarief scherp zijn omdat de gemeente Den Haag binnen landelijke budgettaire kaders verantwoordelijk is voor de hulp bij het huishouden. Op basis van het advies van Berenschot komen we tot de volgende tarieven: Uurtarief voor HH1 20,18 Uurtarief voor HH2 24,19 Met de voorgestelde tarieven blijven we, bij gelijkblijvende omstandigheden, naar verwachting binnen het budget van de Individuele Voorzieningen Wmo gedurende de looptijd van het contract. Dit maakt het mogelijk om het voorzieningen niveau voor de Haagse burgers de komende jaren op het huidige niveau te handhaven terwijl we marktconforme tarieven hanteren. Deze tarieven zullen ter vaststelling aan de gemeenteraad worden voorgelegd 1. Uitgangspunten en wensen Mijn uitgangspunten voor de nieuwe contractperiode zijn: Kwaliteit, Continuïteit, Keuzevrijheid en Kostenbewust. Het resultaat van de aanbesteding moet zijn dat alle Haagse burgers met beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie in staat worden gesteld een huishouden te voeren en op deze manier langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Er wordt hierbij in eerste instantie uiteraard gekeken naar de eigen mogelijkheden van de burger, de mogelijkheden die het eigen netwerk biedt en of er wellicht andere (collectieve) voorzieningen zijn. Indien deze voorliggende voorzieningen de belemmeringen niet (volledig) wegnemen kan er hulp bij het huishouden als individuele voorziening worden ingezet. Ook bij het inzetten van HH wordt er nog gekeken of de burger bepaalde huishoudelijke taken zelf nog kan uitvoeren. Hulp bij het huishouden betreft dus maatwerk. Naast de reeds genoemde uitgangspunten voor de nieuwe contracten heeft de gemeente ook nog een aantal nieuwe wensen (zoals o.a. vastgelegd in het meerjarenbeleidspan maatschappelijke ondersteuning Zorg voor elkaar RIS180162) waaraan de aanbieders moeten voldoen alvorens ze voor een contract met de gemeente in aanmerking komen. Hieronder ga ik kort en puntsgewijs op de verschillende wensen, eisen en uitgangspunten in. 1. Kwaliteit van de dienstverlening is het uitgangspunt Hulp bij het huishouden moet bijdragen aan de kwaliteit van het leven van een grote groep mensen die veelal in een kwetsbare positie verkeren. Het is daarom van belang dat de hulp van een goede kwaliteit is. Er is voor gekozen om vooral de criteria die in de Wmo verplicht worden gesteld als eisen aan inschrijver en dienstverlening te stellen. De kwaliteitseisen waaraan de dienstverlening moet voldoen zijn ontleend aan het Kwaliteitsdocument voor verantwoorde hulp bij het huishouden. Dit document is opgesteld door o.a. de Inspectie voor de Gezondheidszorg, cliëntenorganisaties in de zorg en het ministerie van VWS 2. 1 Huidige tarieven zijn voor HH1 20.95 en voor HH2 22.15. Dat de huidige tarieven afwijken van de door Berenschot berekende tarieven komt door ontwikkelingen in de markt en door ontwikkelingen in het personeelsbestand. Sinds de overkomst van de HH van de AWBZ naar de Wmo in 2007 is er veel verloop geweest in personeel en is er meer onderscheid gekomen tussen HH1 en HH2 personeel. 2 Het Kwaliteitsdocument is opgesteld door: ActiZ, organisatie voor zorgondernemers Branchebelang Thuiszorg Nederland (BTN) Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) LOC Zeggenschap in zorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) Sting, landelijke beroepsvereniging verzorging en zorgprojecten Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG)
BSW/2012.192 4 Hiernaast dient een inschrijver uiteraard te werken met gekwalificeerd personeel en dienen de medewerkers arbeidsvoorwaardelijk de CAO Verpleeg-, Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) te volgen. Ook wil de gemeente oog hebben voor de gevolgen die aanbesteden kan hebben voor cliënten én medewerkers van de aanbieders van hulp bij het huishouden. Om deze reden maken we gebruik van de handleiding Sociaal overwogen aanbesteden ; opgesteld door de VNG en ministerie van VWS voor gemeenten om te sturen op sociaal beleid. Alle aanbieders dienen tevens te beschikken over een in de sector gebruikelijk en geldig kwaliteitscertificaat. De burger heeft er natuurlijk baat bij dat aanbieders van HH gestimuleerd worden om goede prestaties te leveren ten aanzien van de kwaliteit van de dienstverlening. In het huidige contract hanteren we een bonusregeling. Deze bonus biedt een prikkel om goede dienstverlening te leveren. In de huidige contracten werkt de bonusregeling goed. In het eerste contractjaar kwam geen van de aanbieders in aanmerking voor een bonus, in het tweede contractjaar kwamen twee partijen in aanmerking voor de bonus, terwijl in het derde contractjaar al vijf aanbieders voor een bonus in aanmerking kwamen. De criteria om in aanmerking te komen voor een bonus zijn scherp en hebben voor het grootste deel te maken met de klanttevredenheid. Voor de nieuwe contracten denken we er aan om de bonus volledig afhankelijk te maken van de klanttevredenheid. Naast bovenstaande eisen aan de kwaliteit van de dienstverlening maakt de gemeente ook afspraken over contract compliance. Waar de gemeente nu een percentage van 5% social return hanteert (verplicht aannemen van mensen uit een uitkeringssituatie) zal voor het nieuwe contract worden gekeken of het mogelijk is dit percentage te verhogen naar 10%. De gecontracteerde aanbieders worden vanuit de gemeente gestimuleerd en ondersteund om mensen uit de bijstand en uit de WW in deze arbeidsintensieve en maatschappelijk relevante sector aan te nemen. 2. Keuzevrijheid van de klant Met de keuze voor een raamovereenkomst, waarin wel de voorwaarden maar niet het volume wordt vastgelegd, wordt keuzevrijheid van de Haagse burger gegarandeerd en geoptimaliseerd. De klant kiest zelf door welke aanbieder hij / zij geholpen wenst te worden. Als een klant niet tevreden is, is het makkelijk om over te stappen naar een andere aanbieder. De aanbieders hebben er dus een (financieel) belang bij om tevreden klanten te hebben. 3. Continuïteit van de hulp Feit is dat de tevredenheid over de hulp bij het huishouden nauw verbonden is met het hebben van een vaste medewerker. Het is daarom van belang tot een manier van contracteren te komen waarbij veel van de huidige contractpartners behouden blijven en hierdoor de continuïteit van een vaste hulp te borgen. Het Zeeuwse model is hier bij uitstek een geschikt model voor. Ook bij ziekte, vakantie of andersoortig verlof/uitval van personeel dient de aanbieder te garanderen dat kwalitatief goede vervanging/back-up geregeld is. Uiteraard kan het voorkomen dat aanbieders niet in aanmerking (willen) komen voor een nieuw contract. Om deze reden verlangt de gemeente dat nieuw gecontracteerde aanbieders met aanbieders die geen contract meer krijgen in overleg gaan over de overname van personeel dat met ontslag bedreigd wordt als gevolg van de wisseling van aanbieders. De overname van personeel kan er voor zorgen dat klanten dezelfde hulp houden. 4. Huishoudelijke hulp en nieuwe ontwikkelingen De mogelijke decentralisatie van onderdelen van de AWBZ en de ontwikkeling van de wijkgerichte regiefunctie voor ouderen (het Centrum Voor Ouderen) brengen grote veranderingen met zich mee. Deze veranderingen kunnen gevolgen hebben voor combinatie van zorg, begeleiding en hulp bij het huishouden. Hoe dit er precies uit komt te zien, is nu nog onduidelijk. Om de samenwerking te stimuleren neem ik (vooruitlopend op deze ontwikkelingen) in het bestek een constructie (inspanningsverplichting) op waarbij de aanbieders verplicht worden om op stadsdeelniveau meer te doen dan alleen maar HH leveren. Aanbieders worden contractueel verplicht om actief te participeren op stadsdeelniveau.
BSW/2012.192 5 5. Signaleringsfunctie De uitdrukkelijke wens is dat de aanbieders van HH een actieve(re) rol in de wijk / hun stadsdeel gaan spelen bij het opsporen van kwetsbare ouderen en er voor zorgen dat zij de zorg/ hulp krijgen die ze nodig hebben. Er worden met de aanbieders goede afspraken gemaakt over de invulling van deze functie. De signaleringsfunctie en het gebruik van de meldcode spelen uiteraard ook een rol bij de overheveling van onderdelen uit de AWBZ naar het gemeentelijk domein. Doel is dat alle partijen in een stadsdeel meer dan nu samenwerken om kwetsbare groepen in beeld te krijgen en te helpen. Alle partners in een stadsdeel, dus ook de aanbieders van HH, moeten verantwoordelijkheid dragen voor alle ouderen die daar wonen. 6. Uitbreiding toezicht In de nieuwe contractperiode worden extra middelen vrijgemaakt om toezicht op de kwaliteit te intensiveren. Door middel van huisbezoeken wordt de kwaliteit van de hulp en de gemaakte afspraken gewaarborgd. De huisbezoeken worden gedaan aan de hand van duidelijke richtlijnen. Deze werkwijze kan in latere fase worden doorgetrokken naar de taken die overkomen uit AWBZ. Uiteraard gaan we door met het jaarlijkse klanttevredenheid onderzoek en zullen we middels telefonische enquêtes continu de klanttevredenheid monitoren. Hiernaast wordt gestudeerd op de mogelijkheid om een aantal kwaliteitseisen onderdeel uit te laten maken van de jaarlijkse accountantsverklaring. Met vriendelijke groet, de wethouder van Jeugd, Welzijn en Sport, Karsten Klein