Gelet op de aanvraag van het Agentschap Wonen Vlaanderen, ontvangen op 09/12/2013;

Vergelijkbare documenten
Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Landmaatschappij ontvangen op 03/11/2011;

Gelet op de aanvraag van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin ontvangen op 04/02/2011;

Betreft: aanvraag tot herziening van de beraadslaging RR nr. 34/2012 (RN-MA )

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie ontvangen op 25/10/2011;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding ontvangen op 15/03/2012;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur ontvangen op 24/02/2012; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 22/03/2012;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Belgische Rode Kruis ontvangen op 11/10/2011;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen cvba ontvangen op 27/06/2011;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Inspectie RWO ontvangen op 12/09/2011;

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer, ontvangen op 08/11/2013;

Gelet op de aanvraag van het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ontvangen op 15/10/2013;

Gelet op de aanvraag van de FOD Mobiliteit en Vervoer ontvangen op 03/11/2011;

Gelet op de aanvraag van de Orde van Vlaamse Balies, ontvangen op 31/07/2015;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 5 augustus 2016;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Toezichtcommissie (ten behoeve van Vlabel) ontvangen op 21/01/2014;

Sectoraal comité van het Rijksregister

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Betreft: aanvraag van de FOD Justitie om het Rijksregisternummer te gebruiken met het oog op het e-deposit pilootproject (RN-MA )

Gelet op de aanvraag van het Autonoom Provinciebedrijf Provinciaal Onderwijs Antwerpen, ontvangen op 15/01/2014;

Gelet op de bijkomende informatie, ontvangen op 18 mei, 5 en 9 juni 2015;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

december 2007 tot uitbreiding van het machtigingsbesluit van 22 mei 2001;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap, ontvangen op 25/02/2015;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap Kind en Gezin ontvangen op 16 mei 2017;

Gelet op de aanvraag van het extern verzelfstandigd agentschap Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen ontvangen op 06/06/2011;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 09/04/2014;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Vervoersmaatschappij De Lijn, ontvangen op 14/07/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (RN/MA/2010/130)

Gelet op de aanvraag van het Universitair Medisch Centrum Sint-Pieter ontvangen op 28/10/2013;

Gelet op de bijkomende inlichtingen, ontvangen op 17/02/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 18/08/2017;

Gelet op de aanvraag van de Federale Overheidsdienst Justitie, ontvangen op 07/05/2013;

Gelet op de aanvraag van de Chef Defensie ontvangen op 23/08/2010; Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 16 en 24/11/2010;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 12/06/2014;

Gelet op de aanvraag van het Beroepsinstituut van erkende boekhouders en fiscalisten, ontvangen op 19/03/2014;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité");

Sectoraal comité van het Rijksregister

Gelet op de aanvraag van Centrum voor Informatica voor het Brusselse Gewest (CIBG), ontvangen op 18 januari 2016;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de Polder van het Land van Waas, ontvangen op 29/03/2016;

Gelet op de aanvraag van de Rijksdienst voor Pensioenen ontvangen op 03/06/2014;

Gelet op de aanvraag van EcoWerf, Intergemeentelijk milieubedrijf Oost-Brabant, ontvangen op 25/10/2013;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Energieagentschap ontvangen op 06/04/2012;

BERAADSLAGING RR Nr 28 / 2007 van 12 september 2007

Gelet op de aanvraag van Vlaamse Radio- en Televisieomroep (VRT), ontvangen op 08/11/2012;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Wonen Vlaanderen, ontvangen op 29/06/2014;

BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2007 van 12 september 2007

Gelet op de aanvraag van de Nationale Raad van de Orde van Architecten ontvangen op 14/12/2010;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité"); Gelet op de aanvraag van van de FOD Financiën, ontvangen op 23 maart 2017;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 26 / 2005 VAN 6 JULI 2005

Gelet op de aanvraag van de provincie Luik ontvangen op 11/02/2013;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 11/09/2013;

BERAADSLAGING RR Nr 27 / 2007 van 12 september 2007

BERAADSLAGING RR Nr 25 / 2007 VAN 18 JULI 2007

Gelet op de aanvraag van de Hoge Raad voor het Handhavingsbeleid, ontvangen op 11/04/2012;

Gelet op de herwerkte aanvraag van FAMIFED, ontvangen op 26/02/2018;

Sectoraal comité van het Rijksregister

Betreft: aanvraag van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid tot uitbreiding van beraadslagingen nrs. 36/2008 en 01/2009 (RN/MA/2011/303)

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

Gelet op de aanvraag van het Agentschap Ondernemen - Afdeling Economisch Ondersteuningsbeleid van de Vlaamse Overheid ontvangen op 19/10/2011;

Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 11/01/2013;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Zorgfonds ontvangen op 08/08/2016;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het comité");

Gelet op de aanvraag van het Agentschap voor Overheidspersoneel, ontvangen op 07/01/2013;

Betreft: Aanvraag van Limburg.net strekkende tot uitbreiding van beraadslaging RR nr. 23/2008 van 4 juni 2008 (RN-MA )

Brussel, De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Sectoraal comité van het Rijksregister. Beraadsiaging RR nr 62/2013 van 31 juli 2013

Gelet op de aanvraag van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en gasmarkt, ontvangen op 25/06/2014;

Betreft: aanvraag van de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn tot uitbreiding van de beraadslaging RR nr. 39/2007 (RN-MA )

Gelet op de aanvraag van de Provincie Vlaams-Branbant, ontvangen op 18/12/2013;

Brussel, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER BERAADSLAGING RR Nr 52 / 2005 van 21 december 2005

Gelet op de aanvullende informatie ontvangen op 18 april 2017, 8 juni 2017, 26 en 28 september 2017;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het comité");

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 11/06/2009 en 13/07/2009;

Het Sectoraal comité van het Rijksregister (hierna "het Comité");

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Gelet op de aanvraag van de VMM en AIV ontvangen op 29 maart 2017;

Gelet op de aanvraag van de Naamloze Vennootschap van Publiek Recht Bpost ontvangen op 11/08/2011;

Gelet op de aanvraag van het Vlaams Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV) ontvangen op 15/06/2011;

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA )

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis;

Transcriptie:

1/10 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 85/2013 van 18 december 2013 Betreft: aanvraag van het Agentschap Wonen Vlaanderen om toegang te bekomen tot een aantal informatiegegevens van het Rijksregister en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken met het oog op het toegangs- en gebruikersbeheer van het huurgarantiefonds (RN-MA- 2013-424) Het Sectoraal comité van het Rijksregister, (hierna "het Comité"); Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen (hierna "WRR"); Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 31bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde Sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; Gelet op de aanvraag van het Agentschap Wonen Vlaanderen, ontvangen op 09/12/2013; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken op 12/12/2013; Gelet op het technisch en juridisch advies ontvangen op 12/12/2013;

Beraadslaging RR 85 /2013-2/10 Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 18 december 2013, na beraadslaging, als volgt: I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 1. Het Agentschap Wonen Vlaanderen, hierna de aanvrager, verzoekt om:. toegang te bekomen tot de informatiegegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1 en 5, WRR; het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken; met het oog op het gebruikers en toegangsbeheer van het huurgarantiefonds. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG 2. De aanvrager werd bij koninklijk besluit van 20/09/2002 1 - bevestigd door punt 31 van de beraadslaging RR nr.04/2010 gemachtigd om toegang te hebben tot een aantal informatiegegevens van het Rijksregister en om het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken. 3. Bijgevolg kan het onderzoek van het Comité zicht ertoe beperken na te gaan of: het doeleinde welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd is (artikel 4, 1, 2, WVP); de gegevens tot dewelke toegang wordt gevraagd en het gebruik van het identificatienummer toereikend, ter zake dienend en niet overmatig zijn in het licht van dit doeleinde (artikel 4, 1, 3, WVP). A. DOELEINDE 4. Krachtens artikel 58 van het decreet van 23 december 2011 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2012, wordt bij het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid 1 Koninklijk besluit van 20 september 2002 waarbij de afdeling Financiering Huisvestingsbeleid, de afdeling Woonbeleid en de afdelingen Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, en Monumenten en Landschappen in Antwerpen, Limburg, Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, worden gemachtigd zich toegang te verschaffen tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen en het identificatienummer ervan te gebruiken.

Beraadslaging RR 85 /2013-3/10 en Onroerend Erfgoed een Dienst met Afzonderlijk Beheer opgericht met als naam «Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen». 5. Artikel 61 van dat decreet bepaalt: De middelen van het Fonds kunnen aangewend worden om uitgaven te financieren verbonden aan: 1 het verstrekken van subsidies aan de verhuurders of huurders die voldoen aan de voorwaarden voor het bekomen van de tegemoetkoming, zoals die bepaald worden door de Vlaamse Regering; 2 de werkingskosten eigen aan het Fonds. 6. Op 04/10/2013 vaardigde de Vlaamse Regering het besluit houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen uit dat per 01/01/2014 in werking treedt. 7. Ingevolge dit besluit kunnen verhuurders mits betaling van een vergoeding van 75 euro binnen de 2 maanden nadat een huurovereenkomst wordt ondertekend, aansluiten bij het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen, hierna het Fonds. Wanneer de huurder in gebreke blijft om de huur te betalen, zal de verhuurder onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming uit het Fonds kunnen ontvangen gelijk aan de huurprijs voor 3 maanden met een maximum van 2.700 euro. 8. Krachtens artikel 3, tweede lid van het besluit van 04/10/2013 wordt dergelijke aanvraag gedaan aan de hand van een daartoe bestemd formulier, vergezeld van de geregistreerde huurovereenkomst die de stempel van de registratie bevat, evenals de identiteit van de huurder en van de verhuurder, de huurprijs en het rekeningnummer van de verhuurder. 9. De aanvrager heeft een toepassing ontwikkeld waardoor een verhuurder of zijn lasthebber die dat wenst langs elektronische weg een aanvraag kan indienen en het huurcontract kan opladen. 10. Volgens de informatie verstrekt door de aanvrager zal de toepassing als volgt werken: een persoon die toegang wenst tot de toepassing moet zich identificeren en authenticeren, hetzij via zijn eid of eventueel via het federaal token (hierbij wordt gebruik gemaakt van de diensten van Fedict); bij succesvolle identificatie en authenticatie wordt het rijksregisternummer, naam en voornamen en adres van de aangemelde persoon doorgegeven aan de aanvrager. Het Fonds slaat deze gegevens (het rijksregisternummer, de naam, de voornamen en het adres)

Beraadslaging RR 85 /2013-4/10 op, tezamen met de bijkomende gegevens die door de betrokkene worden verstrekt aan de hand van een formulier dat hij invult de eerste keer dat de persoon zich aanmeldt; de bijkomende gegevens worden opgeslagen in het profiel van de betrokkene, dat hij steeds online kan aanpassen; indien een persoon zich later opnieuw aanmeldt, zal aan de hand van het identificatienummer van het Rijksregister gecontroleerd worden of de betrokkene reeds gekend is door de toepassing en voor wie deze persoon desgevallend mag optreden. 11. Het Comité stelt vast dat dit in hoofde van de aanvrager een adequaat toegangs- en gebruikersbeheer vereist zodat wordt gewaarborgd dat alleen bevoegde personen toegang krijgen en dat hun toegang daarenboven overeenkomstig hun hoedanigheid beperkt is tot bepaalde delen van het systeem. 12. Het gebruikersbeheer omvat 3 stadia. De eerste twee zijn identificatie 2 en authenticatie 3 die op een beveiligde en zekere manier moeten gebeuren (hier de eid of federaal token). Indien deze stappen succesvol werden doorlopen, wordt het identificatienummer van de betrokkene meegedeeld aan de aanvrager. In casu is het de bedoeling om ook de bijhorende naam, voornamen en hoofdverblijfplaats op te halen uit het Rijksregister. Daarnaast wordt aan de betrokkene gevraagd een aantal persoonsgegevens in te vullen die door de aanvrager aan het identificatienummer worden gekoppeld en samen met de uit het Rijksregister opgehaalde gegevens worden opgeslagen met het oog op de derde fase, namelijk de autorisatie. In deze fase wordt aan de gebruiker toelating gegeven om een bepaalde actie uit te voeren of om een bepaalde dienst te gebruiken. 13. Het Comité is van oordeel dat het hierboven vermelde en nagestreefde doeleinde welbepaald en uitdrukkelijk omschreven is in de zin van artikel 4, 1, 2, WVP en artikel 5, tweede lid, WRR. Het is tevens gerechtvaardigd vermits de eruit voortspruitende verwerkingen gebaseerd zijn op artikel 5, eerste lid, f), WVP. B. PROPORTIONALITEIT B.1. Ten overstaan van de gegevens 14. De aanvrager wenst met het oog op het toegangs- en gebruikersbeheer toegang tot de gegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1 en 5, WRR, namelijk: 2 Toekenning van een unieke set van gegevens die toelaat te weten wie een persoon is. 3 Verificatieproces om na te gaan of hetgeen beweerd wordt correct is (bv. de identiteit wordt gecontroleerd aan de hand van een paswoord of pincode).

Beraadslaging RR 85 /2013-5/10 de naam en de voornamen; de hoofdverblijfplaats. 15. Het Comité stelt vast dat: Fedict n.a.v. het identificatie- en authenticatieproces aan de hand van de eid of het federaal token standaard de naam en voornamen van de betrokkene meestuurt waardoor vergissingen/typfouten m.b.t. de correcte schrijfwijze van de naam en de voornamen wordt vermeden; het ophalen van de hoofdverblijfplaats uit het Rijksregister de aanvrager het juiste contactadres en de juiste schrijfwijze ervan verschaft wanneer schriftelijk contact vereist is met het oog op de afhandeling van een dossier. 16. De beoogde toegang tot de gegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1 en 5, WRR is in overeenstemming met artikel 4, 1, 3, WVP. B.2. Ten overstaan van het identificatienummer van het Rijksregister 17. Het is essentieel voor de goede werking van het systeem dat gebruikers correct geïdentificeerd worden. Dit betekent dat misverstanden die kunnen ontstaan n.a.v. homonymie en foutieve schrijfwijzen uitgesloten moeten worden teneinde de verdere stappen van authenticatie en autorisatie niet te hypothekeren. 18. Aan de hand van het unieke identificatienummer van het Rijksregister kan een persoon precies geïdentificeerd worden. Zo kunnen de handelingen die een gebruiker verricht, getraceerd worden. 19. Het door de aanvrager gewenste gebruik van het identificatienummer is, in het licht van de opgegeven doeleinde, in overeenstemming met artikel 4, 1, 3, WVP. B.3. Ten opzichte van de frequentie van de toegang en de duur van de machtiging 20. De aanvrager wenst een permanente toegang. 21. Het Comité stelt vast dat personen zich op om het even welk tijdstip voor de eerste maal kunnen aanmelden en registreren. In het licht daarvan is een permanente toegang gepast (artikel 4, 1, 3, WVP).

Beraadslaging RR 85 /2013-6/10 22. Het gebruik wordt voor onbepaalde duur gevraagd gelet op het feit dat de aanvrager niet kan voorzien hoelang er ter ondersteuning van het Fonds gebruik zal gemaakt worden van een toepassing die toegangs- en gebruikersbeheer vereist. In het licht hiervan is een machtiging van onbepaalde duur gepast (artikel 4, 1, 3, WVP). B.4. Ten opzichte van de bewaringstermijn 23. De aanvrager stelt dat hij de gegevens niet langer bewaart dan nodig voor het afhandelen van een dossier. Afgesloten dossiers worden niet onmiddellijk vernietigd omdat de aanvrager onderworpen is aan zowel de Archiefwet als het Archiefdecreet. Met uitzondering van de dossiers waarvoor de Rijksarchivaris toestemming gaf om ze te vernietigen, worden deze dossiers overgedragen aan de bevoegde archiefdienst. 24. Het Comité stelt vast het doeleinde toegangs-en gebruikersbeheer op zich niets te maken heeft met de behandeling ten gronde van de dossiers tot het bekomen van een tegemoetkoming uit het huurgarantiefonds. In de mate dat het identificatienummer en de naam en voornamen worden gebruikt met het oog op toegang- en gebruikersbeheer moeten de gegevens van een persoon die niet langer bevoegd is om toegang te hebben tot de toepassing of zich heeft laten schrappen, verwijderd worden uit de desbetreffende gegevensbank. 25. De aanvraag bevat geen nadere informatie m.b.t. de bewaartermijn van de loggings. Het Comité vestigt er de aandacht op dat een bewaarduur van 10 jaar zich opdringt in het kader van gebruikers- en toegangsbeheer gelet op het feit dat het misbruik maken van een toegang tot persoonsgegevens een strafbaar feit is. 26. Het Comité oordeelt dat, voor zover de aanvrager zich aan het hiervoor bepaalde houdt, hij conform artikel 4, 1, 5, WVP handelt. B.5. Intern gebruik en/of mededeling aan derden 27. Uit de door de aanvrager meegedeelde informatie blijkt dat de gegevens en het identificatienummer normalerwijze uitsluitend intern zullen gebruikt worden, namelijk door de personen die instaan voor de werking en het onderhoud van de toepassing. 28. Hij meldt tevens dat bepaalde gegevens en het identificatienummer van het Rijksregister zullen worden meegedeeld aan een gerechtsdeurwaarder met het oog op invordering bij de huurder van door het Fonds uitbetaalde vergoedingen. Dit kadert in de dossierbehandeling ten gronde waarvoor de aanvrager gemachtigd is krachtens het besluit 20/09/2002 en is dus geen mededeling

Beraadslaging RR 85 /2013-7/10 aan derden in het licht van het doeleinde toegangs- en gebruikersbeheer. Het Comité neemt hiervan akte en vestigt de aandacht op wat hierna onder punt B.6 wordt vermeld m.b.t. mededeling van dit nummer aan derden. B.6. Netwerkverbindingen 29. Uit de aanvraag blijkt dat er geen netwerkverbindingen op basis van het identificatienummer tot stand gebracht zullen worden. 30. Volledigheidshalve benadrukt het Comité dat: indien er later netwerkverbindingen mochten tot stand komen, de aanvrager het Comité daarvan voorafgaandelijk op de hoogte moet brengen; het identificatienummer van het Rijksregister in ieder geval slechts gebruikt kan worden in relaties met derden voor zover het kadert in de doeleinden met het oog op dewelke deze laatsten eveneens gemachtigd werden om dit nummer te gebruiken. C. BEVEILIGING C.1. Consulent inzake informatiebeveiliging 31. De identiteit van de persoon die wordt voorgesteld als consulent inzake informatiebeveiliging werd meegedeeld. De betrokkene werd in het verleden door het Comité reeds aanvaard als consulent inzake informatiebeveiliging. C.2. Informatiebeveiligingsbeleid 32. Uit de door de aanvrager meegedeelde stukken blijkt dat de aanvrager over een beveiligingsbeleid beschikt en dat deze dit ook praktisch op het terrein uitwerkt. 33. Het Comité heeft er akte van genomen. C.3. Personen die toegang hebben en/of het identificatienummer van het Rijksregister gebruiken en lijst van deze personen 34. Uit de aanvraag leidt het Comité af dat het identificatienummer zal gebruikt worden door de personeelsleden die waken over het toegangs- en gebruikersbeheer.

Beraadslaging RR 85 /2013-8/10 35. De aanvrager moet, zoals voorgeschreven door artikel 12 WRR, een lijst opstellen waarop de personen vermeld worden die het nummer van het Rijksregister gebruiken. Deze lijst zal voortdurend geactualiseerd en ter beschikking van het Comité gehouden worden. 36. De personen die op deze lijst worden opgenomen moeten daarenboven een verklaring ondertekenen waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en het vertrouwelijk karakter van de informatiegegevens te bewaren. D. UITBOUW GEBRUIKERS- EN TOEGANGSBEHEERSYSTEEM 37. Uit de aanvraag blijkt dat het gebruikers- en toegangsbeheer dat door de aanvrager wordt opgezet elektronische verrichtingen viseert van particulieren en in de KBO opgenomen entiteiten 4. 38. Het Comité stelt vast dat er in e-governmenttoepassingen in grote lijnen op twee manieren omgegaan wordt met gebruikers uit de privésector. 39. Enerzijds zijn er systemen die rechtstreeks een account aanmaken voor een bepaalde persoon binnen een onderneming om toegang te krijgen tot de toepassing, al dan niet met initiële controle of de betrokkene wel degelijk hiertoe bevoegd is. Voor de hand liggend nadeel van dit systeem is dat het voor een onderneming moeilijk is het overzicht te behouden en dat wijzigingen in personeelsbestand of in takenverdeling de nodige opvolging moet krijgen, mogelijks in een veelheid van externe toepassingen. 40. Anderzijds zijn er systemen waarbij de verantwoordelijkheid voor toegang tot meerdere e- governmenttoepassingen finaal bij één enkele persoon binnen de onderneming rust. Deze persoon kan dan door delegatie van bevoegdheid ervoor zorgen dat de juiste persoon binnen de onderneming toegang krijgt tot welbepaalde e-governmenttoepassingen. Een wijziging in personeel of een verschuiving van taken kan en moet dan ook door deze verantwoordelijke persoon opgevolgd worden. Externe toepassingen kunnen automatisch gevolgen koppelen aan de doorgevoerde wijzigingen. 41. Dit laatste systeem is nota bene in gebruik in het domein van de sociale zekerheid, de vennootschapsbelastingen en in het e-health-platform. Voormelde domeinen doen beroep op een databank waarin voor elke deelnemende onderneming een verantwoordelijke toegang entiteit (VTE) geregistreerd wordt. Hiertoe wordt in de KBO eerst nagegaan wie als wettelijke vertegenwoordiger van een onderneming mag optreden. Het is deze persoon die een VTE aanduidt. Deze VTE kan 4 In de aanvraag wordt gewag gemaakt van rentmeesters die optreden voor organisaties.

Beraadslaging RR 85 /2013-9/10 volgens bepaalde regels taken en bevoegdheden toewijzen aan personen naargelang de behoeften binnen de organisatie. 42. Het Comité is van oordeel dat deze VTE-databank beantwoordt aan de functionele definitie van een authentiek bron. De beheerder van de VTE-databank valideert dit gegeven en biedt specifieke garanties ten aanzien van de juistheid, de volledigheid en de beschikbaarheid van dit gegeven. Het gegeven VTE wordt éénmalig geregistreerd en is vervolgens bruikbaar voor verschillende overheden. 43. Het Comité meent dat het inschakelen van de VTE van ondernemingen, en desgevallend van andere entiteiten, de norm moet worden in gebruikers- en toegangsbeheer voor e-government toepassingen om het risico op onrechtmatige toegang tot gegevens te beperken. 44. Het Comité beslist daarom, net zoals dat in de beraadslagingen RR nr. 29/2013 van 17 april 2013 en RR nr. 44/2013 van 8 mei 2013 het geval was, de huidige machtiging toe te kennen op voorwaarde dat de VTE-databank in het gebruikers- en toegangssysteem van de aanvrager ingepast wordt. De aanvrager krijgt daartoe 1 jaar de tijd te rekenen vanaf de datum van huidige beraadslaging OM DEZE REDENEN het Comité 1 machtigt het Agentschap Wonen Vlaanderen, onder de voorwaarden bepaald in deze beraadslaging en met het oog op het doeleinde vermeld in punt A, om voor onbepaalde duur: een permanente toegang te hebben tot de gegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1 en 5, WRR; het identificatienummer van het Rijksregister te gebruiken; Deze machtiging zal evenwel van rechtswege een einde nemen 1 jaar na datum van deze beraadslaging indien uit de voor die datum door het Agentschap Wonen Vlaanderen verstrekte inlichtingen en stukken niet blijkt dat de VTE-databank in het gebruikers- en toegangssysteem werd ingeschakeld (zie luik D). 2 bepaalt dat indien op een later tijdstip een wijziging wordt aangebracht aan de organisatie van de informatiebeveiliging die een impact kan hebben op de antwoorden die met het veiligheidsformulier aan het Comité werden verstrekt (aanstelling van een consulent inzake informatiebeveiliging en antwoorden op de vragen m.b.t. de organisatie van de beveiliging), het Agentschap Wonen

Beraadslaging RR 85 /2013-10/10 Vlaanderen een nieuwe vragenlijst i.v.m. de stand van de informatiebeveiliging naar waarheid moet invullen en aan het Comité bezorgen. Het Comité meldt de ontvangst ervan en behoudt het recht om daarop later eventueel te reageren; 3 bepaalt dat wanneer het Comité het Agentschap Wonen Vlaanderen een vragenlijst met betrekking tot de informatiebeveiligingsstatus toestuurt, dit laatste de lijst waarheidsgetrouw moet invullen en terugbezorgen aan het Comité. Het Comité zal de ontvangst bevestigen en behoudt zich het recht voor om, indien daartoe aanleiding bestaat, te reageren. De Wnd. Administrateur, De Voorzitter, (get.) Patrick Van Wouwe (get.) Mireille Salmon