2013 N 1. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Vergelijkbare documenten
2011 N 486. de heer S.G.J. van Erk (VVD), plaatsvervangend voorzitter;

2013 N 518. de heer S.G.J. van Erk (VVD), voorzitter;

2012 N 561. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

c^rr Raad van Lelystad 2013 N 206

c_siy y Raad van Lelystad 2011 N 491

2006 N 258. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Raad van Lelystad 2013 N 88

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Raad van Lelystad 2012 N 160

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

y Raad van Lelystad 2013 N 438

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 23 april 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Notitie raadsvragen in soorten en maten

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

2014 N 68. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2013 N 525. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

2011 N 592. de heer S.G.J. van Erk (VVD), plaatsvervangend voorzitter;

* IJsselstein. Besluitenijst

Besluitenlijst RAADSVERGADERING

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Tweede Kamer, 57e vergadering, donderdag 23 februari 2017

Raad van Lelystad 2012 N 138

2011 N 262. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16).

VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE RAADSSESSIE GEMEENTE HAARLEMMERMEER OP DONDERDAG 20 januari 2005

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

RAPPORT. Bestuursorgaan : het College van burgemeester en wethouders Onderdeel : OCSW Dossiernummer :

1. Vaststelling agenda De agenda wordt conform voorstel vastgesteld. 2. Ingekomen en verzonden stukken Er wordt gehandeld als aangegeven.

1. Vaststelling agenda Op verzoek van de IPV-fractie wordt de motie Containerruil als agendapunt 13 aan de agenda toegevoegd.

y Raad van Lelystad 2011 N 77

Experiment Motiemarkt versie Opzet en Ervaringen van Enschede. Aanleiding / doel

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

2012 N 36. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

NIEUWSBRIEF. Belangrijkste cijfers. Doel. Peil-locaties. Organisatie. Opkomst. Resultaten Roosendaalse Peiling 1e uur gratis parkeren Nieuwe Markt

Praktische zaken. Waar wordt de ideeënmarkt gehouden? De ideeënmarkt wordt gehouden in de hal van het gemeentehuis.

Raad van Lelystad 2013 N 148

2014 N 1. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 17 september 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Motie A, B en C over: - intrekking motie 8 december 2015 (motie A); - motie afkeuring gang van zaken bij wijzigingspogingen vijf Westlandse

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

Welkom. bij de. gemeenteraad

Besluitenlijst van de commissievergadering Ruimtelijke Zaken van 8 december 2011

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

Besluitenlijst gemeenteraad Lelystad 2 december 2014

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

c_siy y Raad van Lelystad 2012 N 1

Raad van Lelystad 2012 N 457

Interne memo. De nadruk ligt dus op de behandeling van de perspectiefnota.

Programma van de vergadering, lijst met onderwerpen die op de vergadering worden behandeld.

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 4 december 2014 in het gemeentehuis te Uithuizen.

TOELICHTING OP HET GEBRUIK VAN DE FORMATS VAN RAADSINSTRUMENTEN

BESLUITENLIJST. Vaststelling agenda

Vragen en antwoorden over de motiemarkt. Praktische zaken

y Raad van Lelystad 2010 N 599

constaterende dat de Wet passend onderwijs scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht voor elke leerling oplegt;

c^rr Raad van Lelystad 2013 N 180

GEMEENTE HOOGEVEEN. Besluitenlijst RAADSAVOND 29 september 2011

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

2011 N 568. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 22 mei 2013 over het Deltaplan Dementie.

2012 N 213. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

Zaaknummer Portefeuillehouder Drs H. M. W. ter Heegde Voorstel Herziening van de gemeenschappelijke regeling regio Gooi en Vechtstreek

ALV-reglement van de ASVA studentenunie

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER. 19 november november 2014 Bedrijfsbureau/Heffen S.Stiphout/M.Vliegenthart

Voor het overige stelt de raad de agenda ongewijzigd vast.

Voorzitter: Van Miltenburg. Mededelingen

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 4 juli 2013 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Besluitenlijst 13 februari 2015

2014 N 111. de heer S.G.J. van Erk (VVD), voorzitter;

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De agenda wordt gewijzigd vastgesteld: het als agendapunt 13 geagendeerde voorstel PS/2016/763 HMO wordt omgezet naar hamerstuk.

De Gemeenteraad van Wijchen

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Voorstel tot invoering van een nieuw instrument van de raad tijdens raadsvergaderingen.

2. Instrumentenoverzicht Gemeenteraad Utrecht

Betreft vragen ex. Artikel 36 RvO Onderwerp: Besluit College verbod touringcars in binnenstad.

Samenvattend verslag van de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

MEMO uur: schorsing De voorzitter schorst de vergadering. Zo hebben de fracties de tijd zich voor te bereiden op de tweede termijn.

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016

REGLEMENT VAN ORDE 2. Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie. Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE

Voorzitter, Er is al heel veel gezegd. Dat gaat de VVD niet doen.

g e m e e n t e M O N T F O O R T

2. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op donderdag 29 mei 2008 te uur in het Stadhuis te Lelystad.

c_siy y Raad van Lelystad 2012 N 502

2011 N 234. mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter;

Nr. Voorstel Onderwerp Actie

Transcriptie:

2013 N 1 NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lelystad, gehouden op dinsdag 15 januari 2013 om 21.00 uur in het Stadhuis van de gemeente Lelystad. Aanwezig zijn: mevrouw M. Horselenberg, burgemeester/voorzitter; mevrouw J. d Arnaud-Appelo (PvdA), de heer P.L.W.J. Baaten (InwonersPartij), mevrouw D.B.J. Bergman (D66), de heren F. van den Brink (InwonersPartij), R.T. Brouwer (Lelystads Belang), D.W. Bussink (CDA), L.J.J. Caniels (CDA), S.G.J. van Erk (VVD), H.W. Gerritzen (VVD), P.C.W. Hamstra (VVD), E. van der Herberg (PvdA), en J.M. van den Heuvel (SP), mevrouw J.J.P. van der Hoek-Dubois (Bindend Lokaal), de heren C.J.J. Homan (Bindend Lokaal) en J.L. Jonker (VVD), mevrouw E.C. van der Kleij (PvdA), de heren H.P.M. van der Kolk (GroenLinks), E.H.G. Marseille (VVD) en M. El Mhassani (PvdA), mevrouw E.W. Middelkoop- Ferron (PvdA), de heren S. Polman (Lijst Simon Polman), W.L.G. Raijmakers (Lelystads Belang) S.M. de Reus (GroenLinks), J. Schoone (Bindend Lokaal) en P.A. Schot (D66), mevrouw K. Senf (InwonersPartij), de heren K.B.P. Slump (ChristenUnie) en H.P. Soomers (PvdA), mevrouw J.W. Sparreboom-van der Spoel (VVD), de heren C. van Veluwen (ChristenUnie) en B.E. Visscher (InwonersPartij) en mevrouw E. van Wageningen (ChristenUnie), leden van de raad; alsmede mevrouw M. Jacobs-Haagen en de heren J.A. Fackeldey, W. de Jager, W. Jansen, en R. Luchtenveld, wethouders; en de heren N. Versteeg, gemeentesecretaris, en J. Woltjer, griffier. Afwezig zijn: de heren J. van de Beek (PvdA) en E. Hers (VVD) en mevrouw A.F.M. van Rijnsoever (InwonersPartij), leden van de raad..-.-.-.-.-.

2013 N 2 Agenda 1 Opening N 2 2 Mondelinge vragen N 2 3 Vaststelling agenda N 5 4 Notulen van 4 en 18 december 2012 N 6 5 Ingekomen stukken N 6 6 Vaststelling A-stukken N 7 6a Voorstel inzake werkplannen en MJP s GO Groen en WSP N 7 6b Voorstel inzake begroting Kunstwerken N 10 6d Voorstel inzake Kadernota Sport 2013-2016 N 17 7 Motie vreemd aan de orde van de dag N 22 1. Opening De voorzitter: Dames en heren. Ik open de raadsvergadering. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Hers, de heer Van de Beek en mevrouw Van Rijnsoever. 2. Gelegenheid tot het stellen van mondelinge vragen (art. 37 RvO) De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. Een aantal minuten geleden is er een persbericht verschenen van de provincie. Het heeft te maken met DE-on. Naar aanleiding van dit persbericht hebben wij twee vragen. Wat is de huidige stand van zaken als het gaat om DE-on en wat brengt ons de toekomst in relatie tot dit persbericht? Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. De vorige keer werd mij door D66 gevraagd om in een minuut uitleg te geven wat de stand van zaken van DE-on was. Dat was in de vorige raadsvergadering. In de tussentijd is de wereld wel enigszins veranderd. Andere gemeenten waren al teruggetrokken. HVC en Aliander hadden zich ook al teruggetrokken. De stand van zaken was dat er twee gemeenten overbleven die nog geloof hadden in DE-on en de activiteiten die daarin zouden kunnen plaatsvinden, inclusief de provincie. Ik heb het in het college besproken vanmorgen. Er wordt momenteel gewerkt aan een brief met de exacte uitleg, want de tijd ontbreekt me nu om het u tot in detail uit te leggen, en daarin wordt u nader en goed geïnformeerd. Dan bent u goed op de hoogte van wat er nu aan de hand is en hoe wij tegen de toekomst aankijken als college met deze zaak. Daar waar het de communicatie betreft, hadden wij met de provincie afgesproken om samen op te trekken. Daarin heeft de provincie zich kennelijk vergist en daarmee bracht men de andere leden van de stuurgroep, ook Almere, enigszins in verlegenheid. Dat is ook de aanleiding van uw vragen geweest, maar ik hoop u zo afdoende te hebben geïnformeerd. De heer Homan: Mevrouw de voorzitter. Ik wilde ook aan het college iets over de toekomst vragen en misschien ook wel bij wethouder de heer Jansen. Het gaat over de verkeersveiligheid of liever gezegd de verkeersonveiligheid in het buitengebied. Lelystad heeft een naam waar het gaat om verkeersveiligheid, ik denk terecht, maar dan hebben we het wel over de stad. Het buitengebied ligt in feite buitengesloten. De mensen die daar wonen voelen zich ook wat dat betreft vaak buitengesloten. Ik heb vandaag gegoogled. Larserringweg heb ik ingetikt en wat kreeg ik? 20 afbeeldingen. 8 idyllisch; prachtig mooi, landschap. 9 aanrijdingen, waarbij één traumahelikopter in beeld was. Dat zegt iets. Bindend Lokaal heeft actie ondernomen. We hebben een

2013 N 3 enquête ingesteld en we hebben van de bijna honderd bevraagden ongeveer vijftig antwoorden teruggekregen. Dat is heel veel. Met de uitslag van de enquête hebben we ook met gesprekken boven water gekregen: waar gaat het om, wat is nu het probleem. We hebben dat al aan het college, wethouder Jansen, gemaild, dus het is al binnen. De verbeteringssuggesties en wensen kunnen wat ons betreft besproken worden met de mensen van de Larserringweg. Laat ik er geen doekjes om winden, Bindend Lokaal heeft vanaf het begin gedacht: men wil een fietspad langs alle wegen. Maar dat is natuurlijk niet zo. Topprioriteit heeft een fietspad in het verlengde van het huidige fietspad tot de vuilstort tot de Lisdoddeweg. Misschien nog meer, maar in goed overleg en misschien in de tijd wat weggezet. En, dat is toch prachtig, er worden volop suggesties gedaan. Er zijn misschien wel sponsoren te vinden. En misschien zijn er wel eigenaren van bedrijven die willen voorschieten en er misschien een mogelijkheid is om op termijn te voorzien in een veiliger omgeving van het buitengebied. Daar komt nog bij, onder dat fietspad hoeft geen fundering, er hoeft geen drainage te gebeuren, dat kan zo beton op klei. Er zijn vijf vragen die wij aan het college stellen; en wethouder de heer Jansen heeft ze al kunnen bekijken: 1. Is de Larserringweg van gebiedsontsluitingsweg afgewaardeerd tot erftoegangsweg? 2. Volgens welk wetsartikel heeft de gemeente de plicht om bij het afwaarderen van een weg de situatie aan te passen? 3. Is het college bereid om bij het opstellen van de gebiedsvisie buitengebied het onderwerp verkeersveiligheid nadrukkelijk aandacht te geven en daarbij ernstig rekening te houden met de wensen en de verbeteringssuggesties van de betrokken omwonenden? 4. Wij doen een beroep op het college en in het bijzonder op wethouder Jansen, die ons heeft geïmponeerd met het bezoeken van heel veel bewoners in deze stad waar het ging om speelplaatsen. Wij hopen dat hij de weg vindt naar de mensen van het buitengebied, dat hij dus de boer op gaat, of misschien de mensen uit dat gebied hier uitnodigt om met ze van gedachten te wisselen, en ze dus niet alleen te betrekken maar ook te consulteren, volgens de participatieladder. Hij heeft een naam hoog te houden. 5. Heeft het college de intentie om het onderhavige onderwerp in te brengen in het overleg met de andere Flevolandse gemeenten en de daarbij aanwezige gedeputeerde van de provincie? In eerste termijn waren dit de vragen. We zijn nieuwsgierig naar de antwoorden. Wethouder Jansen: De laatste vraag kan ik meteen met een volmondig ja beantwoorden. Als je over wegen in het buitengebied praat met dezelfde structuur dan zijn dat er nogal wat en niet alleen in het gebied van Lelystad. Ook in andere gemeenten, zoals u al zegt, heb je soortgelijke wegen en die worden niet allemaal gelijk gekwalificeerd als zeer gevaarlijk. Daarom ben ik heel benieuwd naar het onderzoek dat u hebt gedaan. Daar ga ik kennis van nemen. De stukken die u gezonden hebt, liggen al bij de afdeling om te bestuderen. Als we die stukken goed hebben bestudeerd, kan ik pas antwoord geven op de vier voorgaande vragen die u hebt gesteld. Ik wil u graag, of we ze nu wel of niet gaan betrekken bij het ontwikkelen van de gebiedsvisie buitengebied, daarover nader informeren. Het lijkt mij zaak om serieus en goed te kijken naar de stukken die u hebt ingebracht en naar aanleiding daarvan u te berichten. De heer Homan: Wij hebben goed geluisterd en van datgene wat hier gezegd is hebben we goede nota genomen. Wij hopen dat we schriftelijk geïnformeerd worden als er iets te melden valt. Wij willen u heel graag succes wensen met de besprekingen met de mensen. Dank u wel.

2013 N 4 Mevrouw d Arnaud: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een vraag over overvolle glascontainers en plastic containers. Ik weet niet of u als college de afgelopen 14 dagen boodschappen hebt gedaan. Dan hebt u misschien ook gemerkt, als u met uw lege flessen van de feestdagen bij de glasbak kwam, dat daar geen plek meer voor was. Ik heb van meerdere kanten gehoord dat mensen daar niet zo blij mee zijn. Er zijn zelfs winkeliers die het personeel de flessen in een winkelwagentje achter de winkel laten zetten en op het moment dat de container dan weer wordt geleegd, staat het personeel alsnog die flessen in de container te doen. Ik geloof niet dat dat helemaal de bedoeling is. Mijn vraag is: wordt er wel op de tendens ingespeeld dat mensen met bepaalde feestdagen meer afval hebben, zeker met het goede voornemen in het nieuwe jaar, dat men besluit ook plastic te gaan verzamelen. Ik denk dat je daarop als gemeente juist op die momenten adequaat moet inspelen en als zo n container vol is direct maatregelen moet nemen om die te legen, zodat mensen hun goede voornemens kunnen voortzetten. Mijn vraag aan het college, ik ga ervan uit dat HVC hierover gaat: ziet u mogelijkheden om met HVC hierover in contact te gaan, of er mogelijkheden zijn om onze mooie stad schoon te houden en schoon te laten zijn en onze actieve burgers daarin te helpen. Wethouder Jansen: Ik zou nu met alleen ja kunnen antwoorden, maar daar zult u niet tevreden mee zijn. De constateringen die u hebt gedaan, heeft het college ook gedaan rond de feestdagen. Zelfs heeft dat binnen het college tot irritatie geleid. Dat heeft ook geleid tot overleg tot op directieniveau met HVC. Na de feestdagen heeft dat geleid tot extra rondes die door HVC zijn gemaakt. We hebben met HVC een contract en afspraak is afspraak. Met name hebben we daarin afgesproken met elkaar, dat rond de feestdagen geen volle containers langs de weg kunnen staan, want vuurwerk en containers is geen goede combinatie. Dan is ook de veiligheid in het geding. Daar is dus op geacteerd door het college in die tijd. We zijn nog geen 14 dagen verder en we worden geconfronteerd met plastic containers. Ook daarover hebben we goede afspraken. Ik heb foto s gezien en daar zou ik me voor schamen. Daarvan heb ik ook vanmorgen in het college mededeling gedaan. Ook daarop is weer geacteerd, nu in vermanende zin. We hebben echt erop aangedrongen om de afspraken na te komen. Er vindt binnenkort weer overleg plaats, en ik ga daarvoor namens het college naar Alkmaar, om over dit soort zaken te praten met de directie. De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Wij hebben ook een vraag naar aanleiding van het rumoer in het buitengebied over de Larserringweg. In aanvulling op hetgeen mijn collega daarnet aangaf, zou ik graag willen weten wat de status van die weg is. Je krijgt steeds een discussie: het is een gebiedsontsluitingsweg of het is een erfontsluitingsweg. Ik zou willen weten welke voorschriften voor beide situaties gelden en of aan die voorschriften wordt voldaan. En als dat niet het geval is, wat er dan nog moet gebeuren, wat dat gaat kosten en dergelijke. Vervolgens heb ik begrepen dat het onderwerp een keer op de agenda heeft gestaan voor het periodiek overleg met de landbouworganisaties in het najaar. Dat overleg is blijkbaar afgezegd vanwege agendatechnische of mij niet bekende andere redenen. De vraag is of u dat onderwerp dan wel op het eerstvolgende overleg met die organisaties, met die gegevens die ik net vraag, wilt inbrengen. Wethouder Jansen: Op de laatste vraag kan ik volmondig ja zeggen. De datum voor dat overleg met LTO is overigens al gepland. De eerste vraag die u hebt gesteld ga ik u schriftelijk beantwoorden.

2013 N 5 De heer Bussink: Mevrouw de voorzitter. Uit de benchmark van de Landelijke Vereniging Lokale Belastingen blijkt, dat Lelystad en Amsterdam in 2011 het hoogste percentage kwijtscheldingen van de lokale belastingen hadden. Aan meer dan 10% van de inwoners wordt kwijtschelding verleend. Dat vonden wij een hoog percentage en het riep bij ons de volgende vragen op. Welk bedrag in geld vertegenwoordigt de kwijtschelding van de lokale belastingen? Is het percentage kwijtscheldingen gestegen de afgelopen jaren en is de verwachting dat dit percentage nog verder zal stijgen? Is het kwijtscheldingsbeleid in Lelystad ruimhartiger dan elders in Nederland, of is dit aan strikte landelijke regels gebonden? Wethouder Luchtenveld: Mevrouw de voorzitter. Ik weet dat er in de crisismonitor een hele passage staat over kwijtschelding, dus ik denk dat het verstandig is om de vragen even schriftelijk te beantwoorden, zodat we in één keer het hele pakket met elkaar kunnen bespreken. De heer Van der Herberg: Mevrouw de voorzitter. Ik heb een korte vraag, ook over het buitengebied. De raad heeft in 2007 een verkeersvisie buitengebied vastgesteld, waarin vastlag wat gebiedsontsluitingswegen zijn en erfontsluitingswegen. Dat is inmiddels al weer vijf jaar geleden, dus mijn vraag aan het college is: met welk een frequentie herzien wij die verkeersvisie en wanneer kunnen wij de eerstvolgende herziening verwachten. Wethouder Jansen: Die gebiedsvisie is het college nu aan het herzien. Daar doelde de heer Homan ook op; kunnen we de onderwerpen die door de heer Homan zijn aangevoerd laten meelopen in die gebiedsvisie, met name daar waar het betreft de Larserringweg. Daarover heb ik de toezeggingen gedaan zoals ik ze gedaan heb. Binnenkort zal eerst het college een oordeel moeten gaan vellen over deze visie. De heer Van der Herberg: Dat is dus ook een verkeersvisie? Wethouder Jansen: Inderdaad. 3. Vaststelling agenda De heer De Reus: Mevrouw de voorzitter. Wij zouden graag een motie vreemd aan de orde van de dag op de agenda willen zetten. De voorzitter: Akkoord. Dat wordt het laatste agendapunt. De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. Wij zouden graag punt 6a van de agenda, de werkplannen groot onderhoud, kort willen bespreken, omdat wij daarover een motie willen indienen. De voorzitter; Daar kom ik zo even op, over de stukken die naar de B-agenda zijn gegaan. Punt 7 wordt dus een motie vreemd aan de orde van de dag die wordt ingediend door GroenLinks. Ik kan u melden dat bij punt 6 alleen punt c. een A-stuk is gebleven, de overige worden bespreekstukken. Met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen wordt de agenda vastgesteld.

2013 N 6 4. Notulen van de raadsvergaderingen van 4 en 18 december 2012 De heer Polman: Mevrouw de voorzitter. Ik heb toentertijd een motie vreemd aan de orde van de dag ingediend. Dat is ook verwoord in de notulen. U hebt mij een vraag gesteld waarop ik ja gezegd heb. Dat staat er niet in, maar wat ik nog vreemder vind is dat de stemverhoudingen er niet in staan. Kan dat gecorrigeerd worden? De voorzitter: Dat zullen wij toevoegen. Dat lijkt me wel verstandig. De heer Polman: Helemaal fijn. Dank u wel. De voorzitter: U had het al schriftelijk aangemeld, of meldt u het nu voor het eerst hier? De heer Polman: Ik meld het voor het eerst. De voorzitter: Akkoord; het was een vraag van mijn kant. We zullen dat aanpassen. De notulen van de op 4 december 2012 gehouden openbare raadsvergadering worden overigens conform ontwerp vastgesteld. De notulen van de op 18 december 2012 gehouden openbare raadsvergadering worden conform ontwerp vastgesteld. 5. Ingekomen stukken (stuk nr. A12-03564) -1 Voor kennisgeving aangenomen. -2 Voor kennisgeving aangenomen. -3 In handen van het college gesteld voor het uitbrengen van een advies. -4 Ter afdoening in handen van het college gesteld. -5 De heer Caniels: Mevrouw de voorzitter. Er staan nogal wat stevige punten in deze brief en die rechtvaardigen volgens mij onze vraag om het afdoeningsadvies te wijzigen in: in handen van het college stellen voor het uitbrengen van een advies aan de raad. Dat is mijn voorstel over het afdoeningsadvies. Dus niet alleen in handen van het college stellen, maar uitdrukkelijk voor advies aan de raad over de punten die de provincie in deze brief aanhangig maakt. Wethouder Luchtenveld: Op zichzelf is daar geen bezwaar tegen, maar er is al aangegeven dat veel punten in de kadernota terug zullen komen. Dat zou ook een moment kunnen zijn om daarover nader te spreken. De heer Caniels: Wat mij betreft zou ik het liever eerder expliciet naar aanleiding van deze punten willen hebben. Wethouder Luchtenveld: Dat kan. In handen van het college gesteld voor het uitbrengen van een advies. -6 De heer Slump: Mevrouw de voorzitter. Ik wou vragen of wij over de afdoening van deze brief geïnformeerd kunnen worden. Er staan namelijk beweringen in die brief waarvan ik graag de reactie van het college zou willen vernemen.

2013 N 7 Wethouder Fackeldey: We zullen u een kopie van ons antwoord toezenden. Ter afdoening in handen van het college gesteld; het antwoord wordt voor de raad ter inzage gelegd. 6. Vaststelling A-stukken c. Voorstel inzake grondexploitatie bedrijventerrein Flevopoort (stuk nr. Z12-246192) Zonder beraadslagingen en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van het college besloten. B-stukken: 6a. Voorstel inzake werkplannen en MJP s GO Groen en WSP (stuk nr. Z12-248157) Motie De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 15 januari 2013 Constaterende dat: er bij het groot onderhoud, met name bij herbestrating in de woonwijken, in belangrijke mate gebruik is gemaakt van nieuwe (bestratings)materialen. Van mening dat: met hergebruik van materialen een belangrijke bijdrage kan worden geleverd aan kostenreductie en duurzaamheid. Roept het college op: om bij groot onderhoud zoveel mogelijk hergebruik van materialen toe te passen. En gaat over tot de orde van de dag. (Deze motie is ingediend door de fracties van VVD, PvdA en GroenLinks) De heer Gerritzen: Mevrouw de voorzitter. De VVD-fractie kan zich in belangrijke mate vinden in dit voorstel, maar we willen toch op een bepaald onderwerp een motie indienen en die zal ik even toelichten. Tijdens de beeldvormende sessie hebben wij vragen gesteld over het hergebruik van materialen en dan met name bestratingsmateriaal. Het college heeft hierop geantwoord dat dit in principe het uitgangspunt is, maar dat kapotte stenen niet worden teruggelegd. Daar zijn wij het mee eens. De praktijk is echter dat bij groot onderhoud aanzienlijke hoeveelheden nieuw materiaal zijn gebruikt. Met deze motie willen wij het college oproepen om zoveel mogelijk gebruik te gaan maken van hergebruik van materialen. Deze motie dienen wij in mede namens de PvdA en GroenLinks. Verder heeft zojuist in de sessie bij de A-stukken de discussie plaatsgevonden over het Bultpark, met name de bewonersparticipatie zoals die daar niet heeft plaatsgevonden. Daarover heeft het college een toezegging gedaan, dat met die mensen nog een gesprek zal worden opgevat en dat de raad van de uitkomsten van dat gesprek in kennis wordt gesteld. Daar hebben wij vrede mee, dat het op die manier gedaan wordt. Ik zal u de motie overhandigen. Ik weet niet of er nog vragen zijn? De voorzitter: Ik kijk even. De heer Homan.

2013 N 8 De heer Homan: We hebben een sessie gehad waarin dit besproken is en er is vanuit het college volop aangegeven dat dat niet alleen de aandacht had, en misschien ook meer moet gaan krijgen, maar dát dat ook zou gebeuren. We hebben dat hier wel vaker, dan bespeur ik van sommige partijen: steun nu. Maar in dit geval vind ik het overdone om hier nog eens met zoveel nadruk met een motie nog wel en dat is niet niks, terwijl u de toezegging volop hebt. Hoe ver moeten we gaan? Dank u. Ik wil wel graag antwoord van de heer Gerritzen. De heer Gerritzen: Dat verwachtte ik al en dat gaat u ook krijgen. Mijnheer Homan, wij hebben deze motie simpelweg gesteld omdat wij zien, dat de dagelijkse praktijk tot op heden veelal een ander beeld laat zien. In feite ondersteunen we met deze motie de toezegging van het college. We verschillen nu eenmaal van opvatting en dat kan. Dat mag. De heer Homan: Wij verschillen totaal niet van mening. U hebt gelijk, maar we hebben een plan en daarin is aangegeven dat datgene wat wij zo graag willen, u en wij, de hele raad, volop een doelstelling is van het college. Dus in wezen is er die toezegging niet alleen, er is een uitspraak gedaan: dat gaan wij doen. We hebben er ook over gesproken. Daarom vind ik het te veel. De heer Gerritzen: Dan verschillen we daarover van mening. De heer Baaten: Een opmerking in de richting van de heer Gerritzen van de VVD en een vraag richting college aan het einde. In het verlengde van de heer Homan, we hebben dezelfde kritiek. Er is een vraag over gesteld tijdens de behandeling, we hebben er antwoord op gekregen, we hebben zelfs een toezegging van het college mogen ontvangen wat ze met het geheel zouden doen. Bovendien hebben we op die avond op basis van alle informatie met zijn allen geconstateerd dat het een A-stuk zou kunnen zijn. Verder vragen wij ons af waarom nu in één keer een B-stuk. In feite doet u niet anders dan een toezegging van het college onderschrijven en dus bevestigen. Deze motie is wat ons betreft tijdverspilling en overbodig. In dit kader de vraag aan het college, want er zou natuurlijk iets veranderd kunnen zijn: de toezegging die u hebt gedaan tijdens de behandeling, staat die nog of hebben wij het aan het verkeerde eind, want dan zou de motie in een heel ander daglicht komen. De heer Gerritzen: De opmerking aan mijn adres, mijnheer Baaten, is in feite dezelfde als die de heer Homan heeft gemaakt. Dan past mij ook om hetzelfde antwoord te geven. Ik hoop dat dat voor u volstaat. De heer Baaten: We moeten het met uw antwoord doen. Alleen, een motie omwille van het indienen van een motie, ik denk dat we dat moeten voorkomen. De heer Homan: Mag ik een vraag stellen aan de heer Gerritzen? Als de toezegging in zo n sessie wordt gedaan, dan zou het toch voldoende moeten zijn? Dan zou je door de motie in te dienen in feite een motie van wantrouwen indienen, omdat je niet vertrouwt dat het college die toezegging nakomt. Dat is toch niet nodig? De heer Gerritzen: Mijnheer Homan, u weet net zo goed als ik dat er geen sprake is wantrouwen. Vat u het maar zo op, en dat zeg ik bij dezen, dat het mag worden gezien als een ondersteuning van de toezegging van het college. Mevrouw Bergman: Mevrouw de voorzitter, ik ben wel een beetje verbaasd over de motie. D66 vindt hem in die zin ook wat overbodig. Ik ben ook heel nieuwsgierig naar de uitspraak die de VVD hier doet, over het gevoel hebben dat de materialen niet

2013 N 9 worden hergebruikt. Ik vraag me dan ook af of de vraag aan het college is gesteld hoeveel van de materialen hergebruikt zijn over de afgelopen periode. De heer Gerritzen: We hebben niet gevraagd om stenen te tellen, mevrouw Bergman. Wij dienen deze motie in op basis van wat wij zien in de stad. De heer El Mhassani: Ik wil hierop reageren. Ook onze constateringen zijn dat er niet voldoende wordt hergebruikt. Dus ik sluit me helemaal aan bij de VVD. Het is ter ondersteuning aan het college. De heer Baaten: Mag ik de heer El Mhassani een vraag stellen? U gaat uit van een feit, u legt iets neer, maar dat is de kern niet. De kern van de zaak is: is de toezegging van het college die we hebben gehad voldoende ja of nee. Dat was de vraag en niet wat u constateert in de wijk. We hebben een toezegging van het college en ik kan me niet voorstellen dat u in de afgelopen week door de wijken bent geweest en alle stenen hebt bekeken. De heer El Mhassani: Een toezegging van het college is voor ons altijd voldoende, echter onze motie is bedoeld als ondersteuning en meer ook niet. De heer Brouwer: Ik verbaas me enigszins over de discussie, en volgens mij moeten we hem ook niet voeren, of we stenen gaan tellen en of er op de ene plek wel of niet genoeg wordt hergebruikt en wie nu wat ervaart. Het grappige is dat daarover blijkbaar verschil is. Los van dat verschil staat er op papier dat het werkplan is opgesteld binnen de kaders van de notitie die de raad heeft vastgesteld. Daarbij is mede aandacht gegeven aan maatregelen die bijdragen aan efficiënter of goedkoper dagelijks beheer, zoals, en dan staat er een voorbeeld. Dan zegt het college mondeling toe, uw college nota bene, dat daar ook onder valt dat we kritisch kijken naar hergebruik van materialen. En dan voelt men ineens de behoefte om dat in een motie te gaan vastleggen met drie partijen. Ik zit me daar echt over te verbazen. Dan sluit ik me aan bij de heer Homan, dat het meer klinkt als wantrouwen, wat keihard op papier bevestigd wordt, dan dat we functioneel bezig zijn. Het is echt praten voor de bühne volgens mij; een stukje aandacht denk ik dan maar. De heer Gerritzen: Die woorden laat ik voor uw rekening. Daarover ga ik niet eens in discussie. De heer Van den Heuvel: Mevrouw de voorzitter, het lijkt mij goed dat we ons in het presidium eens beramen over het opnieuw opstellen van het Reglement van Orde, om daarin ook het begrip memo op te nemen. De voorzitter: Die nemen we mee, want er komt een presidium aan. De motie maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. Geen reacties meer vanuit de raad? Dan wethouder Jansen. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Het college heeft deze motie niet gezien als een motie van afkeuring of een andere motie. We hebben de motie gelezen zoals hij hier voor ons ligt. Ik wil wel even terugkomen op de sessie die wij 18 december met elkaar hebben gehad. Ik vond dat een zinnige sessie, waar we een goede discussie gevoerd hebben met elkaar, ook een discussie met de heer Gerritzen daar waar het ging over breukstenen en hele stenen en het verwachtingspatroon dat de heer Gerritzen daarbij had. Toen zei hij al: wij zien in de wijken dat er veel nieuw materiaal wordt gebruikt. Toen hebben we nog aan de hand van een foto een voorbeeld gegeven hoe we met oud materiaal omgaan, passend bij nieuw materiaal. Daarmee eindigde uiteindelijk de discussie waar het in feite om ging: waarom niet het

2013 N 10 terugleggen van de biggenruggen; die ik zelfs nog varkensruggen heb genoemd. Juist omdat we heel efficiënt in de wijk met het herbestraten willen omgaan, hebben we u aangegeven waaruit die efficiëntie blijkt. Het oude materiaal meestal als markering voor de parkeerplaatsen. De biggenruggen hebben we weggehaald, want dan heeft het geen hoeken en gaten meer zodat we heel goed machinaal kunnen vegen. Daarover kreeg ik van iedereen de glimlach. Vervolgens stelt de voorzitter welke conclusie zij mocht trekken en dat was A-stuk en is het college ervan uitgegaan dat het inderdaad als A-stuk werd aangepast. U stelt nu dat u dit als een ondersteuning en een onderschrijven van het collegebeleid ziet. Het college ziet er weinig meer in dan een herbevestiging van de toezegging die al door het college is gedaan, zoals ook door de heer Homan is verwoord. Dus ik laat graag het oordeel over deze motie over aan de raad. De voorzitter: Niemand behoefte aan een tweede termijn? Dan breng ik het voorstel in stemming. Unaniem wordt conform het voorstel van het college besloten. De fracties van VVD, PvdA, ChristenUnie, GroenLinks en Lijst Simon Polman stemmen voor de motie. De fracties van InwonersPartij, Bindend Lokaal, CDA, D66, Lelystads Belang en SP stemmen tegen de motie. Met 18 stemmen voor en 14 stemmen tegen wordt de motie aangenomen. 6b. Voorstel inzake begroting Kunstwerken (stuk nr. Z12-248454) Amendement De fractie van de ChristenUnie stelt het volgende amendement voor: De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 15 januari 2013 Gelezen het voorstel van het college Z12-248454 Begroting Kunstwerken 2013-2017 Het beslispunt 1 bullet 1 te wijzigen in: Onderhoud wordt uitgevoerd als dit noodzakelijk is vanuit veiligheid en vanuit technische noodzaak (disfunctioneren of verlies van functie). Het beslispunt 1 bullet 3 te wijzigen in: Bij het vervangen van onderdelen wordt gekozen voor een duurzame oplossing. Argumenten: Bullet 1 - Veiligheid heeft de focus op preventief handelen. D.w.z. voorkom dat er iets kapot kan gaan voordat er een gevaarlijke situatie voor passanten kan ontstaan. Technische noodzaak is over het algemeen herstel van schade achteraf. Bullet 3 - Duurzame oplossing: de keuze van de toe te passen materialen moet ook milieutechnisch verantwoord zijn maar ook hergebruik van materialen die ergens anders vrijkomen (2 e hands) moet een uitvoeringsmogelijkheid kunnen zijn. De heer Van Veluwen: Mevrouw de voorzitter. Ik hoop niet dat het zo intensief wordt als bij het vorige onderwerp. De strekking is ongeveer hetzelfde. We zijn het in grote lijnen met het voorstel eens, maar we hebben toch een paar opmerkingen en aanvullingen en dat hebben we verwoord in een amendement. Allereerst wordt er gesteld: we doen onderhoud uit technisch oogpunt; als er iets stuk is dan gaan we het vervangen. Wij hadden graag gezien dat ook het thema veiligheid als kader wordt meegegeven bij de uitgangspunten. Dat is voorkomen dat er iets kapot gaat voordat er een gevaarlijke situatie ontstaat voor passanten. U kunt zich voorstellen, als we alleen maar vervangen omdat het stuk is, dan kan er allang een

2013 N 11 stuk beton naar beneden gevallen zijn. We vragen aan het college: focus u ook op de veiligheid, wees preventief in uw onderhoud. Het tweede punt dat we graag veranderd of aangevuld willen hebben, is het punt ten aanzien van de oplossingen. Ik wil hier niet naar een stuk besteksomschrijving, maar bullit 3 vervangen door een duurzame oplossing, want de keuze van toe te passen materialen moet ook milieutechnisch verantwoord zijn. Het tweede punt dat wij willen inbrengen is dat hergebruik van materialen, en dat hoeven geen stenen te zijn maar dat kunnen ook andere dingen zijn, tot de mogelijkheden moet behoren. In die zin dienen wij dit amendement in. De voorzitter: Dank u wel. Het amendement maakt onderdeel uit van de beraadslagingen. De heer Baaten. De heer Baaten: Ik kan de heer Van Veluwen geruststellen, ik zal de discussie met hem niet aangaan. Ik heb een vraag aan het college, als dat mag mevrouw de voorzitter. Dat is: gebeurt datgene wat in het amendement wordt voorgesteld op dit moment niet. Een simpele vraag. De voorzitter: Zijn er nog vragen aan de heer Van Veluwen? Zijn er andere woordvoerders vanuit de raad over dit onderwerp? Dat is niet het geval. Wethouder Jansen. Wethouder Jansen: Mevrouw de voorzitter. Als ik kijk naar het ingediende amendement, dan kan ik u namens het college zeggen dat als er staat technische noodzaak, dat een rechtstreekse relatie heeft met veiligheid. Als het om veiligheid is ontstaat er een technische noodzaak. Als er een punt is van technische noodzaak dan is de veiligheid in het geding. Als u specifiek het woordje veiligheid erbij wilt hebben, er ligt een rechtstreekse relatie, dus dan zou het college geen probleem ermee hebben. Anders is het met beslispunt 1, bullit 3, waar u datgene wat er staat wilt wijzigen in: bij het vervangen van onderdelen wordt gekozen voor een duurzame oplossing. Dat is een ander verhaal, want zoals u misschien weet, of niet weet, hebben we de brug achter het provinciehuis vernieuwd met composietplanken. Dat is een duurzame oplossing. De planken die niet verrot waren hebben we bewaard, omdat we die weer kunnen toepassen op andere bruggen met dezelfde afmeting. Dat is een beetje dat cradle tot cradle verhaal en dat bedoelt u waarschijnlijk ook. Maar composiet is niet echt de meest goedkope oplossing die er is. Dus als u zo impliciet wilt, want zo leest het college het, dat altijd gekozen wordt voor een duurzame oplossing, dan houdt het in dat je altijd zou moeten kiezen voor composiet en dan komt het financiële kader in het geding. Dan zou ik bijna een winstwaarschuwing moeten afgeven aan de raad, als hij hiermee gaat instemmen, dat we waarschijnlijk niet kunnen voldoen aan de 7 ton structurele bezuiniging. U schrijft het hier namelijk wel imperatief voor aan het college. Het moet dus altijd, zo wordt het gelezen door het college, een duurzame oplossing zijn voor de levenstermijn van die technische noodzaak om iets te repareren. Dan worden de kosten wel erg hoog. Dat is het antwoord van het college. De voorzitter: De heer Van Veluwen. De heer Van Veluwen: Allereerst over het eerste punt, veiligheid. Ik had die vraag van u wel verwacht. Ik neem even betonrot. Het kan best zo zijn dat er een stuk beton naar beneden valt van een viaduct. Dan krijg je hem op je pet. Dan heb je te maken met veiligheid. Maar de brug in die zin is wel functioneel, die kan nog honderd jaar mee ondanks dat dat stuk beton eraf is. Dat is wat mij betreft veiligheid. Ik wil het

2013 N 12 college oproepen om ook de focus te hebben dat het stuk beton niet naar beneden valt. Er zit dus wat ons betreft wel degelijk een knip tussen noodzakelijk onderhoud en veiligheid. Maar het college heeft toegezegd dat ze met de strekking van de zin kan leven, dus laten we in die zin het debat daarover niet voeren. Het tweede punt dat u aangeeft is het vervangen van onderdelen. Onderhoud wordt gedaan met identieke materialen, tenzij gebruik van ander materiaal leidt tot lagere kosten over de restant levensduur. Dat is eenvoudig een duurzaamheidscriterium. Wij hebben alleen maar gezegd: wilt u dat duurzaamheidscriterium breder gaan maken, wilt u in ieder geval ook naar het milieuaspect kijken. Dat is het tweede punt dat we vragen. Het derde punt is: wilt u ook gaan kijken of u materialen kunt hergebruiken. Dat zijn wat ons betreft - en dat mag opgeschreven worden, want ik wil hier geen betoog houden over dat containerbegrip duurzaamheid want dan wordt het wel heel lastig - de drie punten waarvan wij zeggen tegen het college: daar moet u als uitgangspunt mee handelen. Meer kan ik er niet van maken. We gaan echt niet heel ingewikkelde stukken tekst verzinnen over wat duurzaamheid is. Zo wou ik het graag lezen en zo hoop ik dat de raad ermee zou kunnen instemmen. Wethouder Jansen: Nogmaals wil ik u namens het college erop wijzen, dat met name het kostenaspect zoals de formulering van het college is: het mag niet duurder zijn, het moet sober zijn, maar ook duurzaam. Dus als het duurzaam kan binnen de beschikbare middelen, dan zal het college dat niet nalaten. Maar als het kostenverhogend gaat werken, en dat wilt u nu juist gaan wijzigen in de formulering zoals u dat doet in afwijking van het college. De heer Van Veluwen: Absoluut niet. Dat wil ik niet. Ik neem het voorbeeld even voor duurzaamheid op materiaal of milieu, het beroemde begrip eterniet. Als dat nog ergens in een constructie zit, dan zou u dat één op één willen veranderen, want dan zou u als uitgangspunt kunnen zeggen: kijk, we hebben dat ooit afgesproken. Dan zeg ik: nee, ik vind dat u er in ieder geval milieutechnisch ook naar kijken moet. Wethouder Jansen: Daar hebben we geen meningsverschil over. Het gaat om de formulering. Leest u nu eens uw eigen tekst. Daar staat echt: bij het vervangen van onderdelen wordt gekozen - dat schrijft u dus imperatief aan het college voor: wordt (altijd) gekozen - voor een duurzame oplossing. Dat is hetgeen u zegt. Het college vindt dat dat kostenverhogend kan gaan werken en dat wilt u eruit hebben. Dat is namelijk het collegevoorstel. Dus we zijn het op alle punten eens, behalve daar waar het de kosten betreft. De voorzitter: Ik zie de heer Homan, daarna de heer Marseille en dan de heer Baaten. De heer Homan: Als er staat, geacht college, duurzame oplossing, dan brandt u daar nooit uw vingers aan. Er staat toch niet een bepaalde tijdsperiode bij? Elk materiaal heeft een bepaalde duurzaamheid. De heer Marseille: Ik had een aanvullende vraag op de opmerking van het college. Ik denk dat er geen echt verschil van opvatting is tussen het college en wat hier in dit amendement wordt neergezet. Alleen, als je zegt: bij een duurzame oplossing kom je duurder uit, dan is het de vraag of je alleen kijkt naar het moment, naar de investering die je op dat moment doet, of kijk je ook naar de afschrijvingstermijn die daarbij hoort. Als je iets vervangt en het moet over drie jaar weer vervangen worden, dan is dat heel wat anders dan wanneer je een materiaal toepast dat twintig jaar meegaat. Wellicht kan het college daar nog een aanvulling op geven. Misschien kan dat dan in het amendement nog iets verduidelijkt worden.

2013 N 13 De heer Baaten: Als we het goed begrepen hebben, betekent het dat het college tegen het eerste punt geen bezwaar maakt. Als het gaat om het tweede punt, dan kijk ik naar het college maar ook naar de indiener van het amendement. Als er zou staan: bij het vervangen van onderdelen wordt zo mogelijk, of in beginsel, gekozen voor een duurzame oplossing, dan zit daar mogelijk het compromis. De heer Van Veluwen: Ik kijk even naar de raad om toch dit amendement haalbaar te krijgen. Ik zou haast willen voorstellen: mits financieel binnen de gestelde kaders realiseerbaar, en dat bedoelde ik ook, de kaders die genoemd staan onder punt 3. Ik denk dat we het dan helemaal dichtgetimmerd hebben. Ik moet even voelen van u ook, het is even wat hectisch, maar als u zegt: dat vind ik prima, dan hebben we in ieder geval dat financiële kader dat we afgesproken hebben, geborgd. Dan wil ik dat zo aanpassen. Kunt u dat opschrijven? De voorzitter: Dan zegt u in feite: bij het vervangen van onderdelen wordt gekozen voor een duurzame oplossing binnen de financiële kaders. Dat is uw wens. De heer Van Veluwen: Binnen de gestelde financiële kaders. Dat zou ik er graag van willen maken. De voorzitter: Financiële kaders zijn altijd vastgesteld gelukkig. De heer Van Veluwen: U hebt gelijk. Ik was een bètamens, geen alfamens. De voorzitter: Dan passen we hem zo aan. De heer Brouwer. De heer Brouwer: Ik zit nog even mee te denken tekstmatig. Het is misschien op slakken zout leggen, maar we hebben nu een tekst waarbij we zeggen: bij het vervangen van onderdelen wordt gekozen voor een duurzame oplossing binnen financiële kaders. Stel nu dat je een duurzame oplossing niet binnen de financiële kaders kunt halen. Als je het woordje mits ertussen zet, dus mits realiseerbaar binnen de gestelde financiële kaders, dan ben je er volgens mij. Nu zeg je: je moet binnen die financiële kaders een duurzame oplossing kiezen, terwijl we dat volgens mij niet bedoelen. We bedoelen allemaal hetzelfde, maar we schrijven het nu verkeerd op. De heer Van Veluwen: Mits mag er wat mij betreft tussen staan. Dat is een randvoorwaarde, goed, maar dan krijg je de discussie met de voorzitter weer, want dit is een kader. Ik vind het prima. Mits mag erbij, mevrouw de voorzitter. De voorzitter: Hoe wordt het dan? Dan wil ik het echt van u horen. De heer Van Veluwen: Ik sluit aan bij de duurzame oplossing: mits haalbaar binnen de gestelde financiële kaders. De voorzitter: Wethouder Jansen. Wethouder Jansen: Het college heeft zich natuurlijk ook met deze vraag beziggehouden. Over de tekst die er staat, en ik lees hem toch even voor: Vervanging van onderdelen bij onderhoud wordt gedaan met identieke materialen zijn we het volstrekt met elkaar eens; cradle to cradle. Als de planken van de ene brug die we nu opgestapeld hebben, wat we net besproken hebben, gebruikt kunnen worden omdat er een gebroken plank ligt van hetzelfde materiaal, dan gaan we die plank erin leggen.

2013 N 14 De heer Van Veluwen: Ik heb net uitgelegd, mijnheer de wethouder, als dat een milieutechnisch gedrocht is, dan komt het er niet in. Dat is een duurzaamheidskader. Dus als daar eterniet zit, ik noem maar iets vreemds, in een kunstwerk dan komt er geen eterniet terug. Wethouder Jansen: De tekst die er nu staat: als er een ander materiaal gebruikt wordt, dat duurzaam kan zijn, dat aan de definitie voldoet, dat leidt tot lagere kosten over het restant van de levensduur, dan gaan we dat duurzaam doen. Met andere woorden, moet het nog drie jaar meegaan, dan kiezen we voor die ene plank die we toch hebben liggen om die andere plank te repareren. Dat is de mening van het college. Moet het een duurzame oplossing zijn, dus over een periode van twintig jaar, dan kiezen we voor de duurzame oplossing. Anders moet je het per project gaan bekijken, en het zijn er nogal wat, we hebben heel veel bruggen. We hebben net een overeenkomst bereikt dat dat wat technisch is een relatie heeft met veiligheid. Daar heeft het college geen probleem mee. Eigenlijk hebben we hier ook geen probleem mee maar zitten we te discussiëren over de omschrijving. Het college is echt van mening dat we hetzelfde bedoelen maar het niet heel goed hebben opgeschreven. De heer Marseille: Mag ik de heer Jansen dan de volgende vraag stellen? Waarom staat er dan in dit besluit zo expliciet: met identieke materialen. Daar zit dan net de crux. Dat betekent namelijk dat er in principe van uitgegaan wordt dat hetzelfde soort materiaal gebruikt wordt als wat er lag. Er lag hout, dus we gaan met gewoon hout verder, om maar iets te noemen. Terwijl de omschrijving zoals die wordt voorgesteld aangeeft dat mits binnen de financiële kaders, vooral gekeken wordt naar een duurzame oplossing. Dus financieel kom je in alle gevallen op hetzelfde uit, althans niet duurder uit. Wethouder Jansen: Daarom staat er ook: als wij kiezen voor een ander materiaal, tenzij dat andere materiaal leidt op de korte termijn dan wel op de langere termijn tot lagere kosten, dan kiezen we voor de vorm van duurzaamheid. De voorzitter: De heer Van der Kolk. De heer Van der Kolk: Ik denk dat er een spraakverwarring bestaat over het begrip duurzaam. In mijn optiek is het vervangen van een brug met oude planken van een andere brug, als hij nog drie jaar mee moet, duurzaam. Wethouder Jansen: Dat is cradle to cradle. De heer Van der Kolk: Dat is duurzaam. Als je een brug geheel gaat vervangen, kies je bijvoorbeeld voor composiet, is ook duurzaam omdat het minstens twintig jaar meegaat. Wethouder Jansen: Maar dat is niet goedkoper, dat is duurder. De heer Van der Kolk: Als het binnen de financiële kaders past. Dus beide is mogelijk. Wethouder Jansen: Het werkplan is zodanig vastgesteld, dat de maatregelen die we nemen ook het gewenste financiële resultaat moeten opleveren en dat is namelijk die 7 ton. We kunnen niet per project garanderen, als wij alle maatregelen duurzaam moeten oplossen, dat we dan ook het gewenste resultaat halen. Wat ik u wil vragen is om nog eens goed de tekst onder bullit 1.3 te lezen en daar uw eigen tekst bij te leggen, de gewijzigde tekst, en te kijken wat daar het verschil in is. Voor de duidelijkheid zou ik dan willen adviseren om het collegevoorstel te volgen.

2013 N 15 De heer Van Veluwen; Met alle respect, dat is nu net niet de bedoeling. Ik probeer in dit amendement aan te geven, dat we dat duurzaamheidskader willen verbreden ten opzichte van wat er staat in het voorstel van het college. Dat willen we met de twee punten die ik net heb aangegeven, verbreden. De raad heeft mij aangegeven: doe dat dan binnen de gestelde financiële kaders. Daar wou ik het dan ook bij laten. De voorzitter: Dat is duidelijk. We gaan over tot de stemming lijkt mij. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter, mag er één minuut geschorst worden? De voorzitter: Natuurlijk mag er één minuut geschorst worden. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Baaten: Mevrouw de voorzitter. We hebben een poging gewaagd als InwonersPartij om de twee bullits uit elkaar te halen. Dan zouden we tussen beide kunnen kiezen. Maar de indiener handhaaft beide bullits. Dat betekent als we kijken naar de discussie en de verschillen die mogelijk zouden kunnen ontstaan op korte of langere termijn, dat wij zo meteen tegen gaan stemmen. De voorzitter: De heer Marseille. De heer Marseille: Naar onze mening is dit een heel belangrijk besluit, waarbij het goed is dat heel duidelijk is waar de keuzes liggen. Er lijkt namelijk toch een verschil van opvatting. Aan de ene kant waar het college zegt: pas op, anders kunnen we die besparing van 7 ton niet halen als wij die keuze maken. Aan de andere kant, de wens om te komen tot een duurzame invulling van vervanging enzovoort is ook groot. Is het wellicht mogelijk dat het college nog eens even aangeeft, en wellicht dat we het daarmee opschorten naar een volgende keer, waar dan precies de crux zit? Om die keuze nu te maken is wat ons betreft heel moeilijk. Het lijkt erop dat het college aan de ene kant zegt: we kiezen voor dezelfde materialen, tenzij het goedkoper is. Dat zouden dus in principe mindere materialen kunnen zijn. Waarschijnlijk bedoelt het college dat niet. Terwijl het amendement aangeeft: let op duurzaam maar zorg dat je binnen de kosten blijft. Naar onze opvatting is dit nu heel moeilijk te overzien. Vandaar mijn verzoek: is het wellicht verstandig om dit even aan te houden tot de volgende keer en dat het college nog een nadere toelichting geeft. De heer Schot: Een vraag aan de heer Marseille. Is dat niet erg uitvoeringsgericht? Is dit niet precies het onderwerp dat je moet laten bij het college en bij de ambtelijke staf? Ik deel de zorgen die geuit worden, maar wij gaan nu proberen iets uit te sluiten waar je ook ruimte moet laten om het recht te maken in het werk. Ik vind dat we nu wel erg ver gaan. De heer Marseille: Dan wijs ik de heer Schot erop dat er in het collegevoorstel staat, dat bij onderhoud wordt uitgegaan van identieke materialen, tenzij het gebruik van ander materiaal leidt tot lagere kosten. Dat roept de discussie op: wat ga je dan voor materialen gebruiken. Daarvan legt de ChristenUnie, naar onze mening terecht, de vinger erbij: let op de duurzaamheid. Vervolgens gaan we zeggen: het moet niet meer kosten dan binnen dit collegevoorstel. Dat maakt het heel erg warrig waartoe we precies gaan besluiten; het één of het ander. Vandaar mijn verzoek: wellicht is het verstandig de stemming aan te houden en dat het college even duidelijk aangeeft waar de verschillen zitten tussen de ene opvatting en de andere.

2013 N 16 De heer Schot: Ik deel die mening, ware het niet dat er niet achter zou staan: over de restant levensduur. Lagere kosten over de restant levensduur; de factor tijd weegt u nu niet mee. Dus ik vind dat er meer dan voldoende staat om dit stuk nu ter stemming te brengen. De voorzitter: De heer Baaten. De heer Baaten: Ik wil niet alles overdoen. We hebben het college gehoord, de heer Schot nog, daar kunnen we ons helemaal bij aansluiten. Wij vinden het niet nodig om dit nog uit te stellen. De voorzitter: Akkoord. Ik breng hem in stemming. De heer Marseille: Brengt u mijn voorstel in stemming of brengt u het stuk in stemming? De voorzitter: Wilt u dit hele voorstel van de agenda afhalen? De heer Marseille: Dat is inderdaad inhoudelijk het voorstel. De voorzitter: U wilt het hele punt van de agenda afhalen. Dat is een ordevoorstel en ik breng dat in stemming. Gaat uw gang. Wethouder Jansen: Met dit voorstel gaat u het college echt in de problemen brengen. Hetzelfde wat ik daarnet bij de A-stukken heb gezegd: dit zijn de werkplannen 2013. De raad heeft daarom verzocht. De organisatie en het college hebben hun stinkende best gedaan om u die in december te presenteren. De agendacommissie is zo ruimhartig geweest om het nog in december te agenderen. We hebben hier met elkaar diepgaand over gediscussieerd. Omdat u het als A-stuk wenste te laten doorgaan, en dat was heel belangrijk voor het college om te horen, kon het college in de uitvoering aan de gang met het werkplan. Als u het nog een keer twee weken wilt uitstellen, dan komen de projecten waarmee we nu al bezig zijn in de uitwerking echt in gevaar. Die moeten we dan gaan stilleggen, want als u dit aanhoudt dan hebben we geen geld en kunnen we dat ook niet uitgeven. Zo simpel is het verhaal. Dat zou ik het slechtste scenario vinden, als u daartoe zou besluiten. Dan gaat het college zo ver dat wij het amendement meenemen in het overleg en ermee gaan instemmen, maar wel rekeninghoudend met datgene wat hier gezegd is. De voorzitter: De heer Marseille. De heer Marseille: Ik ben enigszins verbaasd. De werkplannen hebben we bij het vorige stuk al goedgekeurd. Het gaat hier om de kaders voor de begroting kunstwerken. Maar goed, als dat op veertien dagen zo spannend is, dan is er kennelijk ergens iets met de veiligheid aan de hand. Het verbaast ons dat het college niet zegt: wij geven die nadere toelichting nog in de komende week en dan kunnen we over veertien dagen hierover besluiten. Het voorstel ligt er, dus ik ben benieuwd hoe de raad hierover oordeelt. De voorzitter: Ik wil even iets zeggen. U zegt nu: dan leidt het waarschijnlijk tot veiligheidsproblemen. Ik vind dat als voorzitter niet zo netjes. Even los van het amendement. Het is zo dat de werkplannen in eerste instantie de bevoegdheid van het college van B&W waren. Die heeft de raad naar zich toe getrokken in het kader van de financiële kaders. Daar ging het om: willen we die investering met elkaar plegen ja of nee. Dat was de centrale afweging toen in het debat hier. Die werkplannen staan nu op de agenda, maar het jaar draait al en we moeten nog

2013 N 17 aanbestedingen en dat soort dingen doen. We moeten ons verantwoorden over een heleboel onderhoudswerkzaamheden die we met elkaar doen, ook in het kader van de controle van het Rijk: krijgt u uw begroting af ja of nee. Daar wordt ook op gewezen. We hebben dus het proces in een langer traject gebracht; dat kan. Nu hoor ik al verhalen over planken en composieten en dan denk ik als voorzitter van de raad: ik wil daar eigenlijk niet in terechtkomen. De vraag is: klopt het plan, kloppen de uitgangspunten. Nu ligt er een amendement aan ten grondslag. Ik breng het amendement in stemming. De raad spreekt zich uit. U kent de afweging vanuit het college daarin. De raad moet daarover een besluit nemen lijkt mij. We moeten dit wel gaan afronden, want anders zitten we al tegen februari aan en schieten we naar maart/april. Het gaat snel in de tijd. Dat wou ik even meegeven. Mijnheer Van Veluwen, ik breng uw amendement in stemming? Heel goed. Aangepast amendement De fractie van de ChristenUnie stelt het volgende amendement voor: De raad van de gemeente Lelystad in vergadering bijeen op 15 januari 2013 Gelezen het voorstel van het college Z12-248454 Begroting Kunstwerken 2013-2017 Het beslispunt 1 bullet 1 te wijzigen in: Onderhoud wordt uitgevoerd als dit noodzakelijk is vanuit veiligheid en vanuit technische noodzaak (disfunctioneren of verlies van functie). Het beslispunt 1 bullet 3 te wijzigen in: Bij het vervangen van onderdelen wordt gekozen voor een duurzame oplossing, mits haalbaar binnen de gestelde financiële kaders. De fracties van VVD, PvdA, Bindend Lokaal, ChristenUnie, CDA, GroenLinks, Lelystads Belang, SP en Lijst Simon Polman stemmen voor het amendement. De fracties van InwonersPartij en D66 stemmen tegen het amendement. Met 26 stemmen voor en 6 stemmen tegen wordt het amendement aangenomen. Het voorgestelde besluit, waarvan het amendement onderdeel uitmaakt, wordt unaniem aangenomen. 6d. Voorstel inzake Kadernota Sport 2013-2016 (stuk nr. Z12-239345) Amendement De fracties van CDA, ChristenUnie en D66 stellen het volgende amendement voor: De punten 1.e en 2.e in het voorgestelde besluit te schrappen en de onder speerpunt 5 daarvoor gereserveerde bedragen terug te laten vloeien naar de algemene middelen; Toelichting: 1. Wij vinden het een goede zaak dat in de nota wordt vastgehouden aan de vier speerpunten van sportbeleid. 2. Indien met minder middelen dezelfde outcome bereikt kan worden, dan is dat positief in deze tijd met krappe financiële middelen. De bespaarde 75.000 dient dan ook terug te vloeien naar de algemene middelen en kan naar onze mening niet bestemd worden om een tweetal (inter)nationale zeilevenementen te organiseren, daar deze activiteiten niet gezien kunnen worden als een bijdrage aan de met de nota beoogde sportinfrastructuur. De beoogde zeilevenementen passen naar onze mening beter in de doelstellingen van citymarketing, waaraan de gemeente overigens ook forse bijdragen beschikbaar stelt.