Sociale w knetwerken. Land van Cu k. Notitie. Land van Cuiik Gemeente Boxmeer. Gemeente Mill & Sint Hubert. Gemeente Cuijk Gemeente Grave

Vergelijkbare documenten
Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Basisteam centrum jeugd en gezin land van Cuijk. Hoe werkt het in praktijk

Met elkaar voor elkaar

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

*Z011014BED9* documentnr.: INT/C/15/19525 zaaknr.: Z/C/14/14895

Hoe regelt Heerlen de toegang tot zorg?

RIBW werkt in & met sociale wijkteams

Wijkteams in de startblokken. Aswin van der Linde

Feiten en cijfers: Wat feiten en cijfers: Vrijwilligers: 342 Stagiaires: 43 Beroepskrachten: 78 Medewerkers: 463. Omzet: 4,3 miljoen

Regionaal transitiearrangement Jeugdzorg Noordoost-Brabant. Commissievergadering 25 november Gemeente Sint Anthonis

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

De slimste route? Vormgeven toegang

Inhoudsopgave. Inleiding pagina 2

Nieuwe Jeugdwet 1. Vanaf 01 januari 2015 geldt de nieuwe Jeugdwet. Vanaf dat moment is de gemeente

Het Signalerend. Toegankelijke. Activerende. Netwerk

IrisZorg Preventieve wijkgerichte

Raadscommissie 13 oktober 2014 Transitie Jeugdzorg Sint Anthonis

Informatiebijeenkomst

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het?

Veranderingen op het gebied van de Wmo/AWBZ. Bijeenkomst KBO Alverna 13 maart 2014

Het verhaal van Careyn Het Dorp

Doorontwikkeling gebiedsgericht werken Sociaal Domein. 7 juni 2016 Presentatie voor Wmo-raad

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd

Gemeente kiest voor nieuwe werkwijze jeugdhulp Beleidsplan jeugdhulp

Presentatie voor cliëntenorganisaties

Burgemeester en wethouders

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Lezing Evaluatie Wijkteams en Jeugdhulp Ervaringen met vormen en aansturing van wijkteams

Sociom in de gemeente Mill en Sint Hubert

Ouder en Kindadviseur Amsterdam Oud Oost. Onderdeel van Ouder- en kindteam Amsterdam Oud Oost

Onderwerp Afdoening toezegging nota 'Een Sterke Basis' Wij gaan er van uit dat toezegging 15-06, lid 2 hiermee is afgedaan.

Werk & inkomen en sociale wijkteams; een goed huwelijk? Divosa-congres 15 mei Hilde van Xanten

We worden steeds ouder. Notitie Ouderen

Functioneel Ontwerp 3D Hilvarenbeek

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Wmo 2015 Gemeente Zeist

Sociale Gebiedsteams gemeente Nijkerk. 16 maart 2016

Sociale wijkteams

FACTSHEET SAMENWERKING COA

Leerkring Samen werken en samen leren in wijkteams. Erik Sterk, 5 maart 2015

Sociaal beleid gemeente Heerenveen

AAN DE RAAD. Raadsvergadering d.d. : 26 juni 2014 Voorstelnummer : Portefeuillehouder : E. Hollenberg Carrousel d.d.

Zorg Groep Beek en de huisarts, samen goed in ketenzorg

Iedereen in s-hertogenbosch doet volwaardig mee in de samenleving. Breed Welzijn s-hertogenbosch. Nieuwe combinaties in een nieuwe tijd

Een verkenning van de toeleiding van vluchtelingen naar de reguliere zorg Praktijkervaringen uit 5 gemeenten

Wijkgezondheidsteams Arnhem. 1 November 2013

Het sociale domein in verandering. Kansen voor verbetering

SWING project. Maatschappelijk rendement preventieve jeugdbescherming. Presentatie SWING Conferentie 18 april 2016

Huis van Renkum. Doelen waaraan wordt bijgedragen

Een innovatieve samenwerking tussen Stichting Eerstelijnszorg Appingedam en gemeente Appingedam.

Themabijeenkomst Transitie Jeugdzorg Land van Cuijk

postbusŵgemëeñfeňoořdëľnveldľnl- uèťheenïe NOORDENVELD

Het Wat Werkt boekje. Wat werkt voor wijkteams?

Wat werkt in wijkteams jeugd? Amsterdamse ervaringen doordenken

Integrale toegang Best, Oirschot en Veldhoven

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop

sociale teams In de stad Groningen

De expertpool voor de regio Brabant Noord Oost

Werkplan. Versie 30 september 2015

Presentatie Nuenense buurt- en wijkverenigingen 17 november 2014 Wethouder Paul Weijmans, portefeuillehouder coördinatie Transities

KOERSDOCUMENT SOCIAAL DOMEIN VIJFHEERENLANDEN Werkgroep Sociaal Domein Versie 1.0

De ondersteuning voor elkaar

Nieuwe Wmo: dagbesteding en individuele begeleiding

AAN DE RAAD. Onderwerp : Opdracht sociaal team in Voorgesteld besluit :

Foar en mei elkoar! Lokale agenda sociaal domein gemeente Menameradiel

Van theorie naar de dagelijkse praktijk van de Wmo, De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl in Wielwijk

Monitoren effect en indicatoren

*Z009319C333* documentnr.: INT/M/14/10736 zaaknr.: Z/M/14/10411

Opleidingsprogramma De Wmo-professional

Vragenlijst gemeentelijke samenwerking decentralisatie AWBZ naar WMO

Presentatie vergadering dorpsraad Gerwen 28 oktober 2014 Wethouder Paul Weijmans, portefeuillehouder coördinatie Transities

De nieuwe professional

De toegang tot zorg. Gerrit Overbeek

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Missie en visie Sociom

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers ,

Onderwerpen. Wat is kantelen? Waarom kantelen? Kantelen doen we samen Stip aan de horizon

Zorgaanbieder Verbinding

Samenwerkingsovereenkomst Cliënt in de Hoofdrol

Inkoop wijkteams. De Kuip 13 dec Samenwerking. Percelen. Wijkteam in wijknetwerk


Sociaal wijkteam?!?! Marijke Versteeg Teamleider sociaal wijkteam Kruiskamp- Koppel. 15 april 2014

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein

Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt. WMO-werkplaats door Ronald Schurer

STAND VAN ZAKEN ONTWIKKELING SOCIALE WIJKTEAMS GEMEENTEN IN DRENTHE

Zorg voor en door Elsendorp. 9 maart 2013 Hannie Penninx

Hoofdlijnen Transities

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Transitie MEE Groningen AWBZ naar Wmo. Transitie MEE Groningen AWBZ naar Wmo

SAMEN AAN ZET Bouwen op eigen kracht in Leudal

Notitie Gebiedsgericht Werken op Schiermonnikoog

Raadsvoorstel. Onderwerp: Vrijwillige inzet in Velsen

Onderwerp: Subgroep 1: Datum: Contact: Onderwerp Kwaliteit van leven

Zienn gaat verder. Jaarplan 2014

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

Doorontwikkeling wijkteams 2016

Nu is van u. Gespecialiseerde thuisbegeleiding

Sociale Wijkteams Zaanstad

Stand van zaken Sociaal Domein

Transcriptie:

Notitie Sociale w knetwerken Land van Cu k Land van Cuiik Gemeente Boxmeer Gemeente Cuijk Gemeente Grave Gemeente Mill & Sint Hubert Gemeente Sint Anthonis Januori 2075

lnleiding Vanaf 201-5 worden gemeenten verantwoordelijk voor een aantal nieuwe ondersteuningstaken in het socíaal domein. Daarbij worden gemeenten tevens verantwoordelijk voor het organiseren van de toegang tot de ondersteuning/zorg. Het gaat hierbij om het organiseren van de 'loketfunctie', vraagverheldering en doorverwijzing naar de juiste ondersteuning. Hoewel wij er naar streven om de toegang van het hele sociale domein zoveel mogelijk te integreren - dat is immers onze stip op de horizon -, kiezen wij er op dit moment voor om de toegang voor jeugd apart te organiseren. Voor de transitie Jeugdzorg hebben wij de toegang dan ook in een andere notitie verder uitgewerkt. Voor de participatiewet wordt de toegang in een later stadium georganiseerd. ln deze notitie leest u hoe wij de toegang voor de Wmo (en mogelijk in een later stadium de participatiewet) in het Land van Cuijk willen regelen. Het gaat daarbij om een groeimodel, wat eventueel aangepast kan worden indien dit in de praktijk wenselijk blijkt te zijn. De sociale omgeving centraal Bij de transformat e van AWBZ naar Wmo en in de Wmo gaan wij uit van mogelijkheden van mensen en niet van beperkingen. Daarbij vinden wij het belangrijk dat mensen bij het vinden van oplossingen voor problemen of hulpvragen zoveel mogelijk kijken naar wat ze zelf kunnen, of waar het eigen sociale netwerk en directe omgeving kan helpen. De Wmo-ondersteuning biedt een vangnet voor mensen die geen oplossing hebben kunnen vinden, bijvoorbeeld omdat zij geen sociaal netwerk hebben. Dit betekent dat de sociale omgeving van mensen een belangrijke schakel vormt bij het vinden van oplossingen voor problemen en hulpvragen. Voordat wij aandacht besteden aan het organiseren van de toegang tot ondersteuning willen wij daarom eerst stil staan bij sociale verbanden en informele netwerken fì10rrnée,té(\!er. nl!r! - /ntwt lrqer: rrr :r :ìrrr!r!ra0ef lêotg n sepra,ê fìtotûtè1é le[\,vff (c lerett ørngtsr at: :ocr ó, nelwerr,ianr lre vnenqer lennrs5en Burger Figuur 7: Sociale omgeving ln figuur f. is weergegeven dat de sociale omgeving van de burger bestaat uit een sociaal netwerk (van bijvoorbeeld familie, vrienden en kennissen)en informele netwerken (denk bijvoorbeeld aan de buurt of het verenigingsleven, aan wijk- en wijkraden en andere georganiseerde burgerverbanden). Wij verwachten van de burger dat zij zoveel als mogelijk in deze sociale omgeving hun leven kunnen leiden en hun problemen kunnen oplossen. Wanneer dit niet mogelijk is, is er een vangnet beschikbaar met (professionele) ondersteuning. Ook bij deze ondersteuning wordt steeds gekeken naar de sociale omgeving. Om bijvoorbeeld de ondersteuning goed aan te laten sluiten bij de mantelzorg, of om het informele netwerk rondom de burger te vergroten zodat er op langere termijn een oplossing kan worden gevonden binnen de eigen sociale omgeving. Kortom: de burger en zijn sociale omgeving staat (altijd) centraal, zo ook bij de toegang. L

Uitgangspunten bij het organiseren van de toegang Naast het centraal stellen van de burger en zijn sociale omgeving zijn de volgende uitgangspunten van belang voor het organiseren van de toegang: I T Wij vinden het belangrijk dat professionals in de dorpen en wijken goed met elkaar samenwerken. Dit vergemakkelijkt de toegang en het bieden van ondersteuning en zorg. Bij voorkeur wordt in de toegang welzijn en zorg met elkaar verbonden. De toegang dient bij te dragen aan goedkopere, efficiëntere en effectievere ondersteuning. Daarnaast willen wij dat de toegang laagdrempelig is, vroegtijdig signalen kan opvangen en integraal vragen kan verhelderen. Sígnaleren en vraagverheldering zijn belangrijke functies in de toegang. Wij willen niet, of zo min mogelijk, iets nieuws optuigen. Wij sluiten daarom zoveel mogelijk aan bij wat er al is en proberen het bestaande zo te integreren dat de gewenste toegang ontstaat. Dit geldt ook voor de ondersteuning. De bestaande dienstverlening lijkt voldoende, maar dient waar nodig aangepast te worden aan de ondersteuningsvraag van de burger. Wij willen de toegang zoveel als mogelijk in de dorpen en wijken regelen. Wij verwachten echter dat wij deze toegang nog niet (overal) in het Land van Cuijk op l januari 2015 hebben gerealiseerd. Dit is niet erg, omdat vanaf die datum mensen nog op de oude wijze hun hulpvragen kunnen stellen. Herkenbaarheid voor de burger is belangrijk. Wij willen daarom zoveel als mogelijk één aanspreekpunt voor de burger organiseren. Met name één telefoonnummer en e-mailadres is van belang, een fysiek vast punt voor de professionals in de toegang is dat niet. Wij vinden het vooral belangrijk dat professionals op verschillende plekken in de dorpen en wijken te vinden zijn (denk aan wijkaccommodaties) en bij de mensen thuis komen; het creëren van een nieuwe ñ sieke (werk)plek is daarom niet nodig. Eenduidigheid is van belang. Dat betekent dat de professionals die in de wijk werken zoveel mogelijk op dezelfde wijze de vragen van burgers verhelderen. Voorkomen moet worden dat de burger meerdere keren hetzelfde verhaal moet vertellen en dat professionals langs - en niet met - elkaar werken. Wij willen aansluiten bij de basisteams Jeugd en Gezin, om zoveel mogelijk een integrale vraagverheldering en integraal ondersteuningsaanbod te kunnen realiseren. Het kan mogelijk zijn dat een professional zowel in het sociaal wijknetwerk deelneemt als onderdeel is van het basisteam Jeugd en Gezin. Aan de hand van een plan van aanpak dat in overleg met de burger wordt opgesteld zullen waar nodig maatwerkvoorzieningen worden geleverd. Alle organisaties zullen met hetzelfde plan van aanpak werken. ln het plan van aanpak wordt in ieder geval aangegeven welke methodiek wordt gebruikt (indien van toepassing), welke contactmomenten er naar verwachting nodig zijn, wat de ondersteuning moet opleveren en in welk tijdsbestek dit zal plaatsvinden. Er zal achteraf getoetst worden op resultaten. Afhankelijk van de hulpvraag wordt 'het gesprek' met de burger gevoerd door een persoon uit het wijknetwerk die expertise bezit die aansluit bij (de achtergrond van) de hulpvraag. Niet complexe vragen kunnen door iemand uit het informeel wijknetwerk worden beantwoord. De professionals die werken in de toegang hebben een belangrijke rol in het stimuleren van mensen tot het vergroten van de sociale cohesie in dorpen en wijken. Dit geldt ook voor het stimuleren van informele dorpsnetwerken. De professionals hebben dan ook goede kennis en inzicht over wat er in het dorp/de wijk leeft en welke voorzieningen er zijn. Hoewel wij als gemeenten samenwerken om de toegang eenduidig te regelen, willen wij wel dat de toegang aansluit bij de lokale situatie. Dit betekent dat de kaders voor het regelen 2

van de toegang hetzelfde zijn, maar dat de uiteindelijke uitvoering binnen de gestelde kaders kan verschillen. Wij willen namelijk dat de toegang aansluit bij de aard, omvang en problematiek in het dorp of wijk. Sociale wijknetwerken ln het volgende figuur wordt weergegeven hoe wij de toegang tot ondersteuning in de dorpen willen organiseren: Eén huíshouden, één plan Figuur 2: Toegong Wmo Land von Cuijk 2015 3

Burger en sociale omgeving De burger en zijn sociale omgeving staan centraal, zoals bij figuur l- is beschreven. Waar mogelijk worden oplossingen in de eigen omgeving gevonden. Waar er geen oplossing voor handen is kan de burger (eventueel samen met het sociale netwerk van de burger) met zijn hulpvraag terecht bij het wijknetwerk. lnformeel wijknetwerk Als gemeenten willen wij stimuleren dat burgers waar mogelijk zelf oplossingen bedenken. Dat betekent ook dat wij de ruimte moeten bieden die nodig is om tot deze oplossingen te kunnen komen. lndien burgers zich organiseren om andere burgers te ondersteunen en/of signalen op te pikken, zodanig dat dit professionele hulp (deels) overbodig maakt, spreken wij van informele wijknetwerken. Deze wijknetwerken worden waar nodig ondersteund door een professional of een professioneel wijknetwerk. Omdat het om informele wijknetwerken gaat betekent dit dat er van dit netwerk andere dingen verwacht worden dan van het professionele netwerk. Het gaat bijvoorbeeld te ver voor een informeel wijknetwerk om specialistische hulpvragen te verhelderen. Wat een informeel wijknetwerk aan kan hangt af van de achtergrond van de mensen die het netwerk vormen. ln overleg met het professioneel wijknetwerk zullen taken worden verdeeld. P rofessi onee I w ij kn etwe rk Dit is het netwerk van welzijns- en zorgprofessionals dat in een dorp of wijk hun reguliere werk uitvoert. Het gaat om zowel generalistische als niet-generalistische professionals, die samen een netwerk vormen. ln periodiek overleg bespreken zij casuìstieken uit het dorp, stemmen zij hun werkwijze met elkaar af en onderhouden zij korte lijnen met elkaar om hulpvragen snel en adequaat te kunnen beantwoorden en indien nodig vlot de juiste ondersteuning te kunnen inschakelen. Samenstelling van het professioneel wijknetwerk gebeurt op basis van expertise. Uit het professionele wijknetwerk wordt een aanspreekpunt gekozen die het eerste aanspreekpunt vormt voor het dorp. Afhankelijk van de samenstelling van het dorp en aard van de problematiek kan het om meerdere personen gaan. Het eerste aanspreekpunt wordt op basis van competenties en in overleg met de gemeente gekozen. Voorwaarde is onder meer dat de professional het dorp en de voorzieningen goed kent, generalistisch werkt/kan werken, goed de vraag achter de vraag kan verhelderen en in staat is sociale netwerken te versterken. Het aanspreekpunt heeft ook nauwe contacten met eventuele informele wijknetwerken. Eventueel trekken zij zelfs samen op. Tot slot is het wijknetwerk via één telefoonnummer en e-mailadres te bereiken. Professionols in het sociale domein (incl. Wmo-loket en basisteam Jeugd en Gezin) lndien het professionele wijknetwerk niet voldoende expertise in huis heeft om een hulpvraag te beantwoorden of om de juiste ondersteuning te bieden, wordt de benodigde expertise van elders gehaald. Het is van belang dat het professionele wijknetwerk en de overige professionals in het sociale domein op het juiste moment (tijdig) op- en afschalen. De professionals in het sociale domein bieden de ondersteuning. Het (eerste aanspreekpunt binnen het)wijknetwerk biedt zo min mogelijk zelf ondersteuning, maar zorgt voor de vraagverheldering en maakt in overleg met de burger een plan van aanpak waarin de eventueel benodigde ondersteuning wordt vastgelegd. 4

Het professioneel wijknetwerk zorgt voor een goede afstemming met het basisteam Jeugd en Gezin en met het Wmo-loket. Het Wmo-loket heeft (indien niet alvertegenwoordigd in het professioneel wijknetwerk) een vraagbaak-functie voor het wijknetwerk. Daarnaast dienen zij geconsulteerd te worden ten aanzien van (huidige) Wmo-voorzieningen zoals een woningaanpassing of hulp bij het huishouden, voordat een dergelijke voorziening in het plan van aanpak wordt opgenomen. 5