Het einde van de zelfstandige loopbaan. deel 2



Vergelijkbare documenten
Auteur. Onderwerp. Datum

PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN. 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds

Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen. Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool

Wettelijk rustpensioen zelfstandigen. Liantis studiedienst

Pensioenupdate Up2date najaar 2018

Inhoudstafel. Deel I - Groepsverzekering of IPT. Voorwoord Inhoudstafel. 1. Schema Algemeen... 6

Wijzigingen in het wettelijke pensioen van de zelfstandige

4. Kan ik een overlevingspensioen samen met een rustpensioen ontvangen?

Inhoudstafel. 1. Als zelfstandige stoppen vóór uw 60ste Op vervroegd pensioen tussen 60 en 65 jaar... 11

Voor elke categorie (zie algemene methodenota) van pensioengerechtigden wordt een verdeling opgemaakt.

Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht

Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) Financiële Infofiche

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Het sociaal statuut der zelfstandigen Pensioen

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Auteur. Onderwerp. Datum

Het sociaal statuut der zelfstandigen Pensioen

de hervorming sociale bijdragen van zelfstandigen uitgelegd

FOD Sociale Zekerheid DG Zelfstandigen

GROEPSVERZEKERING ALGEMEEN STEDELIJK ZIEKENHUIS AALST + MSSZ VOOR CONTRACTUELEN

Loopbaanvoorwaarde. Minimunleeftijd. Uitzonderingen lange loopbanen

Pensioensparen. Verzekeringsnemer. Uw jaarlijks maximale premies van 940 EUR, hetzij maandelijks EURO. Premies

Een handleiding voor de pensioenwetgeving

SOCIAAL STATUUT VAN DE BEDRIJFSLEIDER Stef Van Attenhoven 20 december 2005 SITUERING SOCIAAL STATUUT. Inhoud Zeven vragen over het sociaal statuut

STATISTISCHE STUDIES

De zelfstandige ondernemer en zijn sociale zekerheid

Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut?

Grenzen jaar 2017 versie 01/01/2017 1

Meewerkende echtgeno(o)t(e): informatiefiche

Waarborg en Sociaal Fonds Voedingsindustrie Aanvullend pensioen. Wat?

Top-Hat Plus Plan Capiplan of Capi 23 1

Opleiding. Het statuut van de zelfstandige!

Grenzen jaar 2018 versie 01/09/2018 1

Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) Financiële Infofiche

Zelfstandigenpensioen. 7 tips voor een onbezorgde oude dag

De zelfstandige ondernemer en zijn sociale zekerheid

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Tak 21 spaarverzekering met vrije stortingen en fiscale voordelen

Zeker van elkaar. Sociale Zekerheid. Zelfstandige. De sociale bijdragen Uitkeringen bij ziekte of ongeval Pensioen Kerncijfers

Wat mag ik verwachten van mijn pensioen? Antwoorden op 7 prangende vragen

Grenzen jaar 2016 versie 01/07/2016 1

DE BELANGRIJKSTE KERNCIJFERS VAN 2018 VOOR LOONTREKKENDEN EN ZELFSTANDIGEN

Vragen over uw pensioen en dat van uw werknemer beantwoord

Inhoud. 1. Wie is zelfstandig? 2. Sociaal statuut: categorieën 3. Sociale bijdragen 4. Sociale rechten 5. Aanvullende sociale verzekeringen

Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering?

Meewerkende echtgeno(o)t(e): informatiefiche

Het sociaal statuut der zelfstandigen Pensioen

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2016 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN

Vervroegd en wettelijk pensioen

10 ANTWOORDEN OVER JOUW PENSIOEN ALS ZELFSTANDIGE. BETERE ZEKERHEID VOOR ONDERNEMERS

Sociaal statuut van bedrijfsleiders

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2018 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN

Het sociaal statuut der zelfstandigen Pensioen

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2017 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN

DE BELANGRIJKSTE CIJFERS VAN 2014 VOOR ZELFSTANDIGEN EN LOONTREKKENDEN

Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ) Financiële Infofiche

Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) Financiële Infofiche

Ombudsdienst Pensioenen

De nieuwe berekeningswijze van de sociale bijdragen : wat verandert er voor de zelfstandigen? 6/5/2014. Partena HDP

Uw aanvullend pensioen: méér dan de RIZIV-bijdragen. Efficiënt bouwen aan pensioenzekerheid. Zeker van elkaar.

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

BEDRAG VAN HET PENSIOEN

Pension Invest Plan. Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen. Maak vandaag werk van een goed pensioen

DPP Workshop Pensioen

Grenzen jaar 2015 versie 01/06/2015 1

De eenvoudigste manier voor een mooi aanvullend pensioen!

Federale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel Overlevingspensioenen van het ambtenarenstelsel

Top-Hat Plus Plan Capiplan of Capi 23 1

Pensioen zelfstandigen

Pensioenplan voor de arbeiders van de baksteensector

Welk stelsel? Wanneer met pensioen gaan?

RIZIV-contract. Kinesitherapeut, apotheker, logopedist en zelfstandige verpleegkundige. De eenvoudigste manier voor een mooi aanvullend pensioen!

Het sociaal statuut van de meewerkende echtgenoot

Waarop moet u letten als u een groepsverzekering wilt aangaan?

De pensioenhervorming uitgeklaard

De individuele pensioentoezegging

Instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP)

Overlevingspensioenen van de overheidssector

Rekening houdend met de financieringsmethode, kan er een onderscheid worden gemaakt tussen verschillende types van pensioenplannen.

STATISTISCHE STUDIES

Pensioen: de basisprincipes

Hoeveel bedraagt de bonus? Welke diensten geven recht op een bonus? Telt de pensioenbonus mee voor het pensioen?... 6

1. De ontwerpteksten die aan het Algemeen Beheerscomité werden voorgelegd

Door een aantal wettelijke beschikkingen moest een einde komen aan dergelijke vorm van aanvullende pensioenfondsen.

Hervorming van de bijdragen

Uw financieel fundament voor de toekomst

Alles wat je moet weten over je pensioen en de pensioenhervorming

Allianz Voorzorg. De zelfstandige ondernemer en zijn sociale zekerheid

COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003

Het Sociaal Statuut der Zelfstandigen

Wij geven je graag meer uitleg over het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen - 050/

Aanbevelingen die volledig ingewilligd zijn

Sociale statuten: zelfstandige versus werknemer

3 Werknemerspensioenen

verklaring van aansluiting van de meewerkende echtgenote/echtgenoot (koninklijk besluit nr. 38, art. 7 bis)

PENSIOENOVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGEN

Infonamiddag Alles wat je moet weten over je pensioen en de pensioenhervorming. ABVV Senioren regio Antwerpen 7 mei 2013 Greet van Gool

(Sociaal) VRIJ AANVULLEND PENSIOEN 1

Transcriptie:

3 Het einde van de zelfstandige loopbaan deel 2

Inhoud 1. Algemeen 5 1.1. De vier pensioenpijlers 5 1.2. Wie betaalt uw pensioen? 7 1.3. Wie komt in aanmerking? 7 1.4. Soorten pensioen 7 2. Berekening van het pensioen 13 2.1. De pensioenjaren voor 1984 13 2.2. De pensioenjaren na 1984 13 3. De pensioenloopbaan 15 3.1. De pensioenleeftijd 15 3.2. Vroeger op pensioen? 15 3.3. Hoe geraakt u aan 45 jaar? 17 3.4. Wat met een gemengde loopbaan? 20 4. Uw pensioen aanvullen 22 4.1. Het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen 22 4.2. De Groepsverzekering voor Bedrijfsleiders 25 4.3. De Interne Pensioenvoorziening 26 4.3. Vergelijking aanvullende pensioenvormen 28 5. Tijdens uw pensioen 29 5.1. Uitkeringen ontvangen 29 5.2. Blijven werken 29 6. Praktisch 32 6.1. Uitbetaling van uw pensioen 32 6.2. Hoe vraagt u uw pensioen aan? 32 6.3. Laat een raming maken 33 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 2

Voorwoord Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een zelfstandige beslist om, vrijwillig of onvrijwillig, zijn activiteiten stop te zetten. Pensioen, faillissement, arbeidsongeschiktheid of een overstap naar het loontrekkende statuut, In het vorige nummer gingen we dieper in op de gevolgen voor uw sociale zekerheid, wanneer u beslist om uw zelfstandige loopbaan te beëindigen: faillissementsverzekering, gelijkstelling wegens ziekte en voortgezette verzekering. Dit derde nummer van Sociaal Statuut is volledig gewijd aan de belangrijkste reden om uw zelfstandige loopbaan stop te zetten: het pensioen. Op welk pensioen hebt u recht? Hoeveel krijgt u als zelfstandige? Hoe wordt uw pensioen berekend? Hoe kunt u uw wettelijk pensioen als zelfstandige op een fiscaal interessante manier aanvullen? In deze brochure krijgt u een antwoord. En waar nodig geven we u ook interessante informatie of nuttige tips mee. Alle cijfers die vermeld worden in deze informatiebrochure, gelden vanaf 1 januari 2008, tenzij expliciet vermeld. Voor de meest actuele cijfers kan u steeds terecht op onze website: www.xerius.be. Heeft u nog vragen, opmerkingen, suggesties? Wij zijn één en al oor: bel 078/15.00.15 of stuur een e-mail naar communicatie@xerius.be. Veel leesplezier! Het Xerius-team 3 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2

Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 4

1. Algemeen 1.1. De vier pensioenpijlers 1 In het verleden werd vaak over de 3 fiscale pijlers gesproken waaruit ons pensioen in België is opgebouwd, maar dan vergeet men de vierde pijler, die in de toekomst misschien wel de belangrijkste wordt. Met die pijler doen we zelf inspanningen om vermogen op te bouwen. We onderscheiden dus: 1e Pijler: het wettelijke stelsel 2e Pijler: het extralegale pensioen 3e Pijler: het individuele stelsel 4e Pijler: het niet-fiscale stelsel: zelf vermogen opbouwen 1 e pijler 2 e pijler 3 e pijler 4 e pijler wettelijk stelsel extralegaal pensioen individuele stelsel niet-fiscale stelsel 1e pijler: het wettelijke stelsel Ons rustpensioen of minimumoverlevingspensioen is het pensioenrecht gebaseerd op het inkomen, de loopbaan en het statuut van de werknemer, zelfstandige of ambtenaar. De financiering van die pensioenmassa blijft een moeilijke materie door de vergrijzing. Ondanks het Zilverfonds en andere maatregelen blijft de financierbaarheid voor de overheid een hekel punt. De overheid stimuleert daarom eigen initiatieven (de 2 e en 3 e pijler; het extralegale en individuele pensioensparen). 2e pijler: het extralegale pensioen Onder het extralegale pensioen vallen de groepsverzekering, Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) en individuele pensioentoezeggingen, intern of extern gefinancierd. 1 Bron: Tijd.be - 03/10/2007 5 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2

3e pijler: het individuele stelsel Als de tweede pijler volledig benut is of slechts beperkt mogelijk, dan kunt u zelf uw appeltje voor de dorst fiscaal benutten. De derde pijler is het in de volksmond bekende pensioensparen. We onderscheiden de individuele levensverzekering, de pensioenspaarverzekering en het pensioenspaarfonds. In fiscale zin bestaat er tussen spaarverzekering en pensioenspaarfonds geen onderscheid. U mag de stortingen invullen op uw belastingbrief. De personenbelasting die u moet betalen, wordt daardoor verlaagd. Voor 2008 bedraagt het aftrekbare bedrag maximaal 830. De fiscus spaart dus mee voor uw pensioen. In het lange termijnsparen kan u tot 1.990 per jaar fiscaal aftrekken. Net zoals bij pensioensparen is het bedrag geïndexeerd. In datzelfde vak komt ook de kapitaalaftrek voor de eerste en enige woning terecht. U kunt lange termijnsparen en kapitaalsaftrek wel niet cumuleren; het vak kan maar één keer gebruikt worden. 4e pijler: het niet-fiscale stelsel: zelf vermogen opbouwen Onder het niet-fiscale stelsel vallen alle inspanningen die u zelf doet om uw vermogen op te bouwen om later te kunnen rentenieren. Denk aan eigen woning en financiering, tweede woningen, verhuurde opbrengsteigendommen, waarde van eigen ondernemingen, aandelenoptieplannen bij internationale bedrijven, spaarrekeningen, effectenportefeuilles met aandelen en obligaties, enzovoort. Dit is het sluitstuk van uw totale pensioenplanning of misschien wel het belangrijkste onderdeel. Voor de zelfstandige is de onderneming vaak de belangrijkste pensioenvoorziening. Een tweede woning die verkocht kan worden op het moment van uw pensioen is dat ook. Maar let op. De prijzen van onroerend goed en de waarde van uw onderneming zijn afhankelijk van de economie en kunnen sterk evolueren. Daardoor kan het kapitaal dat men hoopte te ontvangen, lager uitvallen dan verwacht. Zorg voor een juiste balans van al de verschillende vermogensbestanddelen die u bezit! Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 6

1.2. Wie betaalt uw pensioen? Het RSVZ zorgt voor de toekenning van uw wettelijk pensioen als zelfstandige. Zij onderzoeken de pensioenaanvraag en verzamelen inlichtingen en bewijsstukken. De pensioenen van zelfstandigen worden in de meeste gevallen uitbetaald door de Rijksdienst voor Pensioenen. Sommige onvoorwaardelijke pensioenen worden door het Sociaal Verzekeringsfonds betaald, waarbij u het laatst was aangesloten. 1.3. Wie komt in aanmerking? Wie heeft recht op een wettelijk pensioen als zelfstandige? De zelfstandige of zelfstandig helper zelf: hij of zij kan aanspraak maken op een rustpensioen. Zelfstandige bent u wanneer u een beroepsbezigheid heeft uitgeoefend zonder gebonden te zijn door een arbeidsovereenkomst. Helper bent u wanneer u een zelfstandige heeft geholpen of vervangen bij de uitoefening van zijn beroep. De meewerkende echtgenoot: het gaat hier om de partner van een zelfstandige via een huwelijk of verklaring van wettelijke samenwoning, ook indien het gaat om twee samenwoners van hetzelfde geslacht, die effectief zijn medewerking verleent. Vanaf 2003 hebben de meewerkende echtgenoten de keuze om vrijwillig toe te treden tot het volledige sociaal statuut van zelfstandigen (behalve de faillissementsverzekering); het zogenaamde maxistatuut. Vanaf 2005 werd aansluiting in maxistatuut zelfs verplicht. Door volledige sociale bijdragen te betalen, vestigt de meewerkende echtgenoot rechten op kinderbijslag, ziekteverzekering, moederschaphulp en dus ook pensioen. De weduwe of weduwnaar van een zelfstandige of van een helper: hij of zij kan een overlevingspensioen verkrijgen. De gewezen echtgenoot van een zelfstandige of een helper: hij of zij kan een pensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot verkrijgen. 1.4. Soorten pensioen Er zijn verschillende soorten pensioenen, met name het rustpensioen, het overlevingspensioen en het pensioen van de uit de echt gescheiden echtgenoot: A. Rustpensioen Als u zelfstandige bent geweest, heeft u normaalgesproken recht op een rustpensioen. Om een rustpensioen te ontvangen moet u: de pensioenleeftijd bereiken uw beroepsloopbaan als zelfstandige of helper bewijzen U kunt vervroegd met pensioen vanaf 60 jaar. Uw loopbaan moet dan wel voldoende jaren tellen. Elk jaar vervroeging betekent in principe een vermindering van het pensioenbedrag. Hier komen we op terug in hoofdstuk 2. Het bedrag van het rustpensioen dat u zult ontvangen, is ook afhankelijk van uw gezinssituatie. Een rustpensioen als gezin kan u enkel krijgen als u gehuwd bent en uw echtgenoot geen eigen pensioen heeft noch inkomensvervangende sociale uitkeringen ontvangt. 7 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2

Uw rustpensioen wordt automatisch ambtshalve onderzocht en moet u dus niet zelf aanvragen, tenzij u vervroegd op pensioen wil of in het buitenland woont. Basisbedrag Minimumpensioen als gezin 7.147,65 12.982,56 als alleenstaande 5.718,14 9.768,11 Basisbedrag = Dit geldt voor pensioenen die voor 1 januari 1984 ingegaan zijn, is na omzetting naar een forfaitair beroepsinkomen, maar geldt ook als basis voor de berekening van een pensioen ingegaan na 1 december 1983 en waarvan een deel van de beroepsloopbaan als zelfstandige voor 1984 gelegen is. Per gewerkt jaar, heeft de zelfstandige recht op 1/45 ste van dit bedrag. Minimumpensioen = Wanneer het pensioenbedrag van de zelfstandige, nadat de som van het pensioen voor de jaren vóór én na 1984 werd opgeteld, lager blijkt dat het minimumpensioen, wordt dit (pro rata, naargelang het aantal beroepsloopbaanjaren) opgetrokken tot het bedrag van het minimumpensioen. B. Overlevingspensioen Het overlevingspensioen wordt berekend en bepaald op basis van de loopbaanjaren van de overleden partner. U kunt dus enkel aanspraak maken op een overlevingspensioen als weduwe of weduwnaar van een zelfstandige of helper. Opgelet: Dit geldt niet wanneer u uit de echt gescheiden bent. U hebt recht op een overlevingspensioen, als u: minstens een jaar gehuwd bent geweest met de overledene tenminste 45 jaar bent de beroepsloopbaan als zelfstandige of als helper van uw overleden echtgeno(o)t(e) kan bewijzen Als u niet aan deze voorwaarden voldoet, komt u misschien in aanmerking voor een tussenoplossing, zoals een tijdelijk overlevingspensioen. U kunt gedurende 12 maanden een tijdelijk overlevingspensioen krijgen wanneer u: nog geen jaar gehuwd bent nog geen 45 jaar bent en geen kind ten laste hebt of niet voor minstens 66% arbeidsongeschikt bent Het bedrag van het tijdelijk overlevingspensioen is gelijk aan dat van het gewoon overlevingspensioen. In alle andere gevallen neemt u best contact op met het RSVZ dat uw persoonlijke situatie dan zal onderzoeken. Hoeveel uw overlevingspensioen precies bedraagt, hangt af van de beroepsloopbaan van uw overleden echtgeno(o)t(e). Er is ook een minimumpensioen voorzien. Kreeg uw echtgeno(o)t(e) al een pensioen als zelfstandige dan zal het RSVZ automatisch uw rechten op een overlevingspensioen onderzoeken. Was uw echtgeno(o)t(e) nog niet gepensioneerd, dan moet u zelf een aanvraag indienen. Basisbedrag Minimumpensioen Overlevingspensioen 5.718,14 9.768,11 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 8

C. Pensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot Als U uit de echt bent gescheiden van een zelfstandige (of helper), kan u eventueel voor de periode van het huwelijk recht hebben op een pensioen van uw ex-echtgenoot. Dit pensioen kunt u, onder bepaalde voorwaarden, krijgen op de pensioenleeftijd of op de dag dat u een (vervroegd) rustpensioen ontvangt. U moet wel voldoen aan de algemene pensioenvoorwaarden: de pensioenleeftijd bereiken de beroepsloopbaan van uw ex-echtgeno(o)t(e) als zelfstandige of helper bewijzen u mag niet van het ouderlijk gezag vervallen zijn verklaard u mag niet opnieuw gehuwd zijn u mag niet veroordeeld zijn om uw ex-echtgeno(o)t(e) naar het leven gestaan te hebben u mag geen aanspraak kunnen maken op een overlevingspensioen uit een vorig huwelijk U moet hiervoor, in principe, eveneens een aanvraag indienen, ten vroegste één jaar voor de gewenste ingangsdatum. Pensioen van uit de echt gescheiden echtgeno(o)t(e) Basisbedrag 3.573,54 Er wordt hier een belangrijk onderscheid gemaakt tussen echtscheiding en feitelijke scheiding. Feitelijke scheiding Als u feitelijk gescheiden bent van uw echtgenoot, kunt u een deel van zijn pensioen genieten. U bent feitelijk gescheiden als: u en uw echtgenoot volgens de bevolkingsregisters niet dezelfde hoofdverblijfplaats hebben. u van tafel en bed gescheiden bent u of uw echtgenoot: o in de gevangenis is opgesloten o in een gesticht ter bescherming van de maatschappij is opgenomen o als geesteszieke het voorwerp heeft uitgemaakt van een beschermingsmaatregel. U mag evenwel niet uit de ouderlijke macht ontzet zijn of veroordeeld zijn om uw echtgenoot naar het leven te hebben gestaan. Uw leeftijd speelt geen rol maar uw echtgenoot moet wel recht hebben op pensioen. Als uw persoonlijke pensioenen minder bedragen dan de helft van de pensioenen (aan gezinsbedrag) van uw echtgenoot als werknemer en/of als zelfstandige hebt u recht op een deel van zijn pensioen. Dit pensioengedeelte wordt zodanig vastgesteld dat de som van uw persoonlijke pensioenen met uw pensioengedeelte als feitelijk gescheiden echtgenoot gelijk is aan de helft van de pensioenen (aan gezinsbedrag) van uw echtgenoot als werknemer en/of zelfstandige U hebt dus geen recht op een pensioengedeelte als feitelijk gescheiden echtgenoot als uw persoonlijke pensioenen gelijk zijn aan of meer bedragen dan die helft. 9 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2

Echtscheiding Als u uit de echt gescheiden bent, kunt u, naast uw pensioen uit eigen tewerkstelling, ook een pensioen krijgen voor de beroepsbezigheid die uw ex-echtgenoot tijdens de huwelijksperiode heeft uitgeoefend. Het pensioen geldt dus enkel voor de jaren van het huwelijk. Dat pensioen wordt toegekend alsof u die beroepsbezigheid zelf hebt uitgeoefend. Om recht te hebben op een pensioen als uit de echt gescheiden echtgenoot mag u niet: ontzet zijn uit de ouderlijke macht veroordeeld zijn om de echtgenoot naar het leven te hebben gestaan hertrouwd zijn, behalve wanneer het nieuwe huwelijk ontbonden is door overlijden of echtscheiding. Het rustpensioen voor de uit de echt gescheiden echtgenoot wordt op dezelfde manier berekend als het gewone rustpensioen. D. Onvoorwaardelijk pensioen Daarnaast is er nog het onvoorwaardelijke pensioen, dat vroeger ook wel rente werd genoemd. Het wordt enkel berekend op uw prestaties in de jaren voor 1984. Het onvoorwaardelijke pensioen is in principe opgenomen in het bedrag van het rustpensioen of het overlevingspensioen, maar wordt in bepaalde gevallen toch afzonderlijk uitbetaald indien: u geen aanspraak kunt maken op de toekenning van een pensioen u geen aanspraak kunt maken op de uitbetaling van een pensioen het totaalbedrag van het rustpensioen of overlevingspensioen kleiner is dan het bedrag van het onvoorwaardelijke pensioen Het gaat hier dan vooral over personen die de pensioenleeftijd hebben bereikt, maar hun pensioen om een bepaalde reden nog niet opnemen, bijvoorbeeld omdat ze nog activiteiten uitoefenen. Dit bedrag krijgt men onvoorwaardelijk, omdat men niet moet beantwoorden aan specifieke voorwaarden, zoals volledige stopzetting van de activiteit. Om het onvoorwaardelijke pensioen uitbetaald te krijgen, moet u geen aanvraag indienen. Het onvoorwaardelijke pensioen wordt ten vroegste betaald op de eerste dag van de maand die volgt op die waarin u de pensioenleeftijd bereikt. E. Aanvullende pensioenen Omdat het pensioen van zelfstandigen vaak niet voldoende wordt geacht, stimuleert de overheid allerlei vormen van aanvullend pensioensparen. De meest bekende, en fiscaal Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 10

meest aantrekkelijke pensioenspaarformule is het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen. Zie hiervoor hoofdstuk 4. F. Andere voordelen De Belgische pensioenen worden niet jaarlijks geïndexeerd. Om dit te compenseren heeft de overheid enkele pensioenextra s in het leven geroepen: de bijzondere bijslag en het pensioensupplement. De pensioenbonus moet oudere zelfstandigen aanmoedigen om langer aan de slag te blijven, door hen een financiële bonus te geven bovenop hun gewone pensioen, per kwartaal dat ze langer werken. 1. Pensioenbonus De pensioenbonus is een verhoging van het rustpensioen, die u krijgt als u o de leeftijd van 62 jaar bereikt heeft of o een beroepsloopbaan van minstens 44 jaar o en ervoor kiest uw beroepsbezigheid voort te zetten tot de wettelijke pensioenleeftijd. De pensioenbonus is van toepassing op de pensioenen die ten vroegste ingaan op 1 januari 2007 en uiterlijk op1 december 2012 en enkel voor de periodes waarvoor vanaf 1 januari 2006 gewerkt werd. De pensioenbonus wordt toegekend voor elk kalenderkwartaal na 2005 dat zich in een referteperiode bevindt. De referteperiode vangt aan: hetzij op 1 januari van het jaar waarin u 62 wordt hetzij op 1 januari van het jaar waarin u een 44ste loopbaanjaar begint De referteperiode eindigt: de laatste dag van het kalenderkwartaal dat voorafgaat aan datgene waarin uw pensioen effectief en voor de eerste keer ingaat en uiterlijk de laatste dag van het kwartaal waarin u 65 jaar wordt Indien u op het ogenblik dat u 65 jaar wordt nog geen 45 loopbaanjaren kunt aantonen, eindigt de referteperiode op 31 december van het jaar waarin een 45ste jaar bewezen wordt. De pensioenbonus bedraagt 156 per kwartaal. Dit bedrag wordt aangepast aan de schommeling van de index der consumptieprijzen. Bij overlijden wordt het overlevingspensioen van uw echtgeno(o)t(e) ook vermeerderd met de bonus op voorwaarde dat u er zelf recht op had. Pensioenbonus 159,12/kwartaal 2. Bijzondere bijslag De bijzondere bijslag is eveneens een voordeel dat bovenop het pensioen wordt toegekend. Om een bijzondere bijslag te krijgen, moet u effectief een rustpensioen, overlevingspensioen of pensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot van een zelfstandige - met uitsluiting van een onvoorwaardelijk pensioen - voor de maand juli van het jaar in kwestie genieten. U moet de bijzondere bijslag niet speciaal aanvragen. De bijzondere bijslag wordt enkel betaald wanneer u: een loopbaan heeft als zelfstandige of als zelfstandige en werknemer die minder is dan 2/3 van een volledige loopbaan (bv. Minder dan 30/45 voor een man) 11 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2

geen pensioen als zelfstandige geniet waarvan het jaarbedrag hoger is dan het minimumpensioen voor zelfstandigen vermenigvuldigd met de breuk van de loopbaan als zelfstandige geen meerdere pensioenen geniet waarvan het totale jaarbedrag hoger is dan het minimumpensioen voor zelfstandigen De bijzondere bijslag wordt ambtshalve jaarlijks in juli betaald door de Rijksdienst voor Pensioenen. Het bedrag schommelt naargelang u een gezinspensioen of een pensioen als alleenstaande geniet en is beperkt tot 20% van het totaalbedrag van de in de maand juli betaalde pensioenen als zelfstandige. Feitelijk gescheiden of van tafel en bed gescheiden echtgenoten die elk een deel van het gezinspensioen ontvangen, krijgen elk de helft van de bijzondere bijslag die toegekend wordt bij het gezinspensioen. In de andere gevallen genieten beide echtgenoten de bijzondere bijslag voorzien in het geval van een pensioen als alleenstaande. De bijzondere bijslag voor de afzonderlijke echtgenoten mag echter in geen geval hoger zijn dan 10 % van het pensioen van de maand juli. als gezin als alleenstaande Bijzondere bijslag 114,95 91,98 3. Pensioensupplement Ook het pensioensupplement is een voordeel dat wordt toegekend bovenop het rustpensioen. U ontvangt dit supplement als u aan de volgende voorwaarden voldoet: uw rustpensioen moet voor de eerste keer ten vroegste op 1 juli 1997 en ten laatste op 1 december 2008 ingaan u moet een kind opgevoed hebben waarvoor u kinderbijslag ontvangen hebt de loopbaanbreuk die dient om uw rustpensioen als zelfstandige te berekenen, moet ten minste 2/3 van een volledige loopbaan zijn (bv. ten minste 30/45 voor een man) u moet vanaf 1 januari van het jaar in kwestie effectief en zonder onderbreking uw rustpensioen ontvangen en dat pensioen moet effectief uitbetaald zijn in juli. Als u aan de voorwaarden voldoet, krijgt u dit supplement automatisch uitbetaald. U moet het dus niet zelf aanvragen. De uitbetaling gebeurt jaarlijks in de loop van de maand juli door de Rijksdienst voor Pensioenen. Pensioensupplement 145,23/jaar Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 12

2. Berekening van het pensioen Het pensioen van de zelfstandige wordt berekend op basis van de loopbaan als zelfstandige enerzijds en de inkomsten die gediend hebben voor de berekening van de betaalde sociale bijdragen anderzijds. Er moet wel een onderscheid gemaakt worden tussen de berekening van de pensioenjaren vóór 1984 en die na 1984. 2.1. De pensioenjaren voor 1984 Voor elk jaar of kwartaal voor 1984 berekent men uw pensioen aan de hand van een forfaitair bedrijfsinkomen. Het pensioen voor de loopbaanjaren voor 1984 wordt dus enkel bepaald door uw loopbaan en uw gezinstoestand, en niet door uw inkomsten of de sociale bijdragen die u hebt betaald. RP = FBI x LP x G RP = Rustpensioen FBI = Forfaitaire bedrijfsinkomsten LP = Loopbaan (1/45 of 1/44) G = Gezinstoestand (60% of 75%) Het pensioen voor de loopbaanjaren vóór 1984 wordt forfaitair berekend volgens het aantal 45sten van het basisbedrag van 7.147,65 (gezin) of 5.718,14 (alleenstaande). Voor dit onvoorwaardelijk pensioen wordt enkel rekening gehouden met pensioenbijdragen die vóór 1984 betaald werden. Indien het totale berekende pensioen kleiner is dan het minimumpensioen en indien de loopbaan minstens 2/3 bedraagt, dan heeft men recht op het minimumpensioen. Het minimumpensioen voor een volledige loopbaan als zelfstandige bedraagt 12.982,88, het pensioen als alleenstaande 9.768,11. 2.2. De pensioenjaren na 1984 Vanaf 1984 wordt het pensioen wel berekend in functie van de reële inkomsten waarop de sociale bijdragen werden betaald. De reële beroepsinkomsten zijn de beroepsinkomsten die als basis gediend hebben voor de berekening van de bijdragen die u of uw echtgeno(o)t(e) aan een sociaal verzekeringsfonds betaalde. Hoe meer sociale bijdragen u betaalde, hoe meer pensioen u dus krijgt, althans toch tot een bepaald plafond. Uw pensioenrechten worden berekend op een inkomstenplafond van 49.315,46. Alle sociale bijdragen die u betaald op inkomsten boven dit bedrag, worden niet meer in rekenschap genomen voor uw pensioen. Daarom ook dat op de inkomsten tussen 49.315,46 en 72.675,38 maar 14,16% sociale bijdragen worden gerekend, in plaats van 22%. RP = RBI x LP x C x G RBI = Reële bedrijfsinkomsten LP = Loopbaan (1/45 of 1/44) C = aanpassingscoëfficiënt G = Gezinstoestand (60% of 75%) Voor periodes van inactiviteit die met periodes van activiteit werden gelijkgesteld, zijn geen reële beroepsinkomsten bekend. In dat geval wordt rekening gehouden met fictieve inkomsten die verschillen naar gelang de aard van de gelijkstelling. Aanpassing van de beroepsinkomsten De beroepsinkomsten worden vermenigvuldigd met een aanpassingscoëfficiënt. Die aanpassingscoëfficiënt bestaat onder andere uit: 13 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2

een herwaardering van de beroepsinkomsten tot op het indexcijfer van de ingangsdatum van de berekening een percentage 75% voor een rustpensioen als gezin 60% voor een overlevingspensioen en een rustpensioen als alleenstaande 37,5% voor een pensioen van uit de echt gescheiden echtgeno(o)t(e) een harmonisatiecoëfficiënt De harmonisatiecoëfficiënt werd ingevoerd bij de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen. De coëfficiënt geeft de verhouding weer tussen het percentage van de bijdrage die bestemd is voor het pensioenstelsel der zelfstandigen en het totaal van de percentages van de persoonlijke werknemersbijdrage en van de patronale bijdrage die verschuldigd zijn op de bezoldiging van de werknemers en bestemd voor hun pensioenstelsel. Gezin Alleenstaande Overlevingspensioen Uit de echt gescheiden Basisbedrag 7.147,65 5.718,14 5.718,14 3.573,54 Minimumpensioen 12.982,88 9.768,11 9.768,11 - De som van het bedrag van uw pensioen als zelfstandige berekend in functie van het minimumpensioen en het bedrag van uw pensioen als werknemer mag niet groter zijn dan een vastgesteld plafond. Is dit wel het geval, dan wordt het minimumpensioen zoveel als nodig verminderd. Onder bepaalde voorwaarden kan uw pensioen, dat berekend wordt op basis van de beroepsinkomsten, verhoogd worden tot het minimumpensioen voor zelfstandigen. Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 14

3. De pensioenloopbaan 3.1. De pensioenleeftijd De pensioenloopbaan, de loopbaanjaren tijdens dewelke u pensioen opbouwt, begint ten vroegste op 1 januari van het jaar waarin u 20 jaar wordt, en beloopt 45 jaar voor een man en 44 jaar voor een vrouw (in 2006, 2007 en 2008). Tegen 2009 wordt de pensioenleeftijd van de vrouw ook op 65 jaar gebracht. Om een volledig pensioen te krijgen, moet u dus een pensioenloopbaan van 45 jaar kunnen aantonen. Sinds 1 juli 1997 is de pensioenleeftijd in principe dezelfde voor mannen en voor vrouwen : 65 jaar. Voor vrouwen, voor wie de pensioenleeftijd vóór 1 juli 1997 60 jaar was, wordt deze nieuwe pensioenleeftijd geleidelijk ingevoerd, d.w.z. dat de pensioenleeftijd: 61 jaar is, wanneer het rustpensioen ingaat ten vroegste op 1 juli 1997 en ten laatste op 1 december 1999 62 jaar is, wanneer het rustpensioen ingaat ten vroegste op 1 januari 2000 en ten laatste op 1 december 2002 63 jaar is, wanneer het rustpensioen ingaat ten vroegste op 1 januari 2003 en ten laatste op 1 december 2005 64 jaar is, wanneer het rustpensioen ingaat ten vroegste op 1 januari 2006 en ten laatste op 1 december 2008 Daardoor krijgen mannen en vrouwen in de praktijk pas dezelfde pensioenleeftijd vanaf 1 januari 2009. 3.2. Vroeger op pensioen? Sinds 1 juli 1997 kunt u uw pensioen maar vervroegd opnemen wanneer uw beroepsloopbaan een bepaalde duur bereikt heeft. In principe moet uw loopbaan minstens 35 jaar tellen, maar ook deze voorwaarde wordt geleidelijk ingevoerd, zowel voor mannen als voor vrouwen. Het aantal loopbaanjaren dat u minstens moet kunnen aantonen, is afhankelijk van wanneer u uw vervroegd pensioen wenst op te nemen. Aantal loopbaanjaren Vervroegd pensioen tussen nodig 20 30 juni 1997 en 2 december 1997 22 31 december 1997 en 2 december 1998 24 31 december 1998 en 2 december 1999 26 31 december 1999 en 2 december 2000 28 31 december 2000 en 2 december 2001 30 31 december 2001 en 2 december 2002 32 31 december 2002 en 2 december 2003 34 31 december 2003 en 2 december 2004 In de praktijk moet u dus pas vanaf 1 januari 2005 35 loopbaanjaren kunnen voorleggen. Om na te gaan of uw loopbaan de vereiste duur heeft bereikt, houdt men rekening met de jaren waarin u een activiteit heeft uitgeoefend of pensioenrechten gevormd heeft. 15 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2

Niet elk jaar telt: De jaren tot en met het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het pensioen een aanvang neemt, komen in aanmerking. Voor een zelfstandige komt elk jaar in aanmerking waarin hij minimum 2 kwartalen de bijdragen van een zelfstandige in hoofdberoep heeft betaald. Een werknemer krijgt 1/35 ste bij als hij een jaar met minstens 104 gepresteerde dagen kan voorlegggen. Pensioenmalus U kunt uw rustpensioen vervroegd opnemen vanaf uw 60ste verjaardag. U verliest dan wel een bepaald percentage van uw pensioen, de zogenaamde pensioenmalus. Uw pensioen wordt verminderd met 5 % per jaar vervroeging, indien uw pensioen ingaat vóór 1 januari 2007. De totale vermindering bedraagt dus 25 % indien uw pensioen ingaat tussen 60 en 61 jaar, 20 % tussen 61 en 62 jaar, 15 % tussen 62 en 63 jaar, enzovoort. Deze vermindering is permanent en blijft dus ook van toepassing nadat u de pensioenleeftijd bereikt heeft. Deze vermindering is enkel toepassing wanneer bij de ingangsdatum van het vervroegde pensioen geen loopbaan van 44 jaar kan worden bewezen. Uw pensioen wordt dus volledig en zonder pensioenmalus toegekend wanneer: uw pensioen daadwerkelijk en voor het eerst in gaat ten vroegste op 1 januari 2003 en ten laatste op 1 december 2005 en u bewijst een beroepsloopbaan van 45 kalenderjaren die pensioenrechten opent volgens één van de wettelijke Belgische of buitenlandse pensioenstelsels uw pensioen daadwerkelijk en voor het eerst in gaat ten vroegste op 1 januari 2006 en u bewijst een beroepsloopbaan van 44 kalenderjaren die pensioenrechten opent volgens de wettelijke Belgische en buitenlandse pensioenstelsels Gaat uw pensioen pas in op 1 januari 2007 of later, dan varieert de vermindering van 7 % tot 3 % per jaar vervroeging, en dit in functie van de leeftijd waarop u uw pensioen opneemt: 25% voor 5 jaar vervroeging (of 7 % voor het 1ste jaar vervroeging, 6 % voor het 2de jaar, 5 % voor het 3de jaar, 4 % voor het 4de jaar en 3 % voor het 5de jaar) 18% voor 4 jaar vervroeging (of 6 % voor het 1ste jaar vervroeging, 5 % voor het 2de jaar, 4 % voor het 3de jaar en 3 % voor het 4de jaar) 12% voor 3 jaar vervroeging (of 5 % voor het 1ste jaar vervroeging, 4 % voor het 2de jaar en 3 % voor het 3de jaar) 7% voor 2 jaar vervroeging 3% voor 1 jaar vervroeging Leeftijd ingang pensioen % verlies per jaar vervroeging 60 jaar 25% 61 jaar 18% 62 jaar 12% 63 jaar 7% 64 jaar 3% Voor vrouwen, voor wie de pensioenleeftijd 64 jaar is wanneer het pensioen ten vroegste ingaat op 1 januari 2006 en ten laatste op 1 december 2008, bedraagt de totale vermindering van 2007 tot en met 2008: 18 % wanneer het pensioen ingaat tussen 60 en 61 jaar 12 % wanneer het pensioen ingaat tussen 61 en 62 jaar 7 % wanneer het pensioen ingaat tussen 62 en 63 jaar 3 % wanneer het pensioen ingaat tussen 63 en 64 jaar Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 16

3.3. Hoe geraakt u aan 45 jaar? Als zelfstandige of helper krijgt u een pensioen voor elk kwartaal dat u bent aangesloten in hoofdberoep en de bijdragen van een hoofdberoeper betaalt. U kan op verschillende manieren aan extra loopbaanjaren geraken. U kunt ondermeer periodes laten gelijkstellen met loopbaanjaren en dus ook voor die jaren pensioen opbouwen. Die periodes kunnen dan op aanvraag gelijkgesteld worden met periodes van activiteit. Voor sommige periodes kan dit gratis, voor andere moet u bijdragen betalen. De jaren die u inkoopt of laat gelijkstellen, kunnen wel uw pensioenbedrag verhogen en worden dus wel in rekenschap genomen bij uw pensioenberekening, maar kunnen uw loopbaan niet verlengen. Er wordt dus geen rekening mee gehouden bij Vervroegd Pensioen. Bijvoorbeeld: U hebt nu een loopbaan als zelfstandige van 40 jaar en wil bovendien nog twee studiejaren laten gelijkstellen. In de breuk voor de pensioenberekening zal men 42 loopbaanjaren in rekening neme (42/45 ste ). Met deze ingekochte jaren houdt men echter geen rekening voor een vervroegd pensioen. A. Zelfstandigen in bijberoep Was u zelfstandige in bijberoep en betaalde u minstens de bijdragen van een zelfstandige in hoofdberoep? Dat kan u helpen om voldoende loopbaanjaren te verzamelen én om minder gunstige jaren in uw loopbaan te compenseren. Bijvoorbeeld: U bent 42 jaar lang loontrekkende geweest. U komt dus drie jaar tekort om een volledige loopbaan te kunnen bewijzen. U bent wel gedurende 10 jaar zelfstandige geweest in bijberoep. U betaalde toen minstens evenveel als de minimumbijdrage van een zelfstandige in hoofdberoep. Dan zal men drie jaar nemen uit uw periode als zelfstandige in bijberoep en die beschouwen als afzonderlijke, bijkomende loopbaanjaren en dus bij uw loopbaan als werknemer van 42 jaar tellen. (7 minst gunstige jaren vallen weg). Zo kan u alsnog een loopbaan van 45 jaar bewijzen. Nemen we bovendien aan dat u 7 minder gunstige jaren hebt gehad als werknemer, bijvoorbeeld omdat u interim-werk deed. Dan zal men uw overige 7 jaren als zelfstandige in bijberoep in beschouwing nemen, zodat u voor die bewuste jaren toch het minimumpensioen voor zelfstandigen zal ontvangen. B. Gelijkstelling zonder betaling van bijdragen Studieperiodes voor 1957 Studieperiodes, in België of in het buitenland kunnen, voor de berekening van het pensioen gelijkgesteld worden met periodes van activiteit, zonder dat u hiervoor extra bijdragen moet 17 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2

betalen. Het gaat om studies die u gevolgd hebt vanaf 1 januari van het jaar waarin u 20 jaar werd: de dagcursussen met volledig leerplan de periode van max. 2 jaar in de loop waarvan u een eindverhandeling hebt voorbereid de stages indien het volbrengen ervan een voorwaarde is om een wettelijk diploma te behalen voor geneesheren de opleiding tot geneesheerspecialist periode van een door de Regering erkend leercontract Voorwaarden u bent gestart met uw zelfstandige activiteit binnen de zes maanden (wordt opgeschort door militaire dienst) na uw studies of u was reeds zelfstandige voordien uw studieperiode kan niet gelijkgesteld worden in een ander sociaal stelsel u dient een aanvraag in bij uw sociaal verzekeringsfonds Ziekte en invaliditeit Ook periodes van ziekte en invaliditeit kan u kosteloos laten gelijkstellen met periodes van activiteit. U moet dan: Minstens 1 kwartaal als zelfstandige aangesloten zijn Minstens 66% arbeidsongeschikt zijn Kwartaal voorgaand aan kwartaal van gelijkstelling ziekte de sociale bijdrage hebben betaald Vereist is dat u uw zelfstandige beroepsbezigheid volledig stopzet en dat u arbeidsongeschikt erkend bent door de adviserende geneesheer van uw ziekenfonds. Dit kan belangrijk zijn voor de berekening van uw pensioen. U kunt hierdoor een hoger pensioen krijgen. Bovendien blijft u tijdens deze periode van inactiviteit in regel met de ziekteverzekering. Meer informatie over de gelijkstelling wegens ziekte vindt u in Einde van de Zelfstandige Loopbaan, deel 1. Periodes van militaire dienst Ook voor de jaren legerdienst kan een gelijkstelling worden bekomen indien men binnen de 180 dagen na het einde van de militaire dienst zelfstandige is geworden. Deze gelijkstelling is gratis en wordt automatisch toegekend bij de aanvraag van het pensioen. Voorlopige hechtenis Als er geen veroordeling is gevolgd C. Gelijkstelling mits betaling van bijdragen De aanvraag tot regularisatie moet u bij voorkeur schriftelijk en aangetekend indienen bij uw sociaal verzekeringsfonds. Voor elk voor gelijkstelling in aanmerking genomen kwartaal gelegen nà 01/01/1957 moet u bijdragen betalen. Deze regularisatiebijdragen zijn integraal fiscaal aftrekbaar als sociale bijdragen. Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 18

Studieperiodes na 1956 (periodes onder leercontract inbegrepen) De regularisatie bijdrage is afhankelijk van de gelijk te stellen periode en de datum van aanvraag. Voor een aanvraag in 2008 gelden volgende bedragen: van 1/1/1957 tot 30/06/1970: 95,81 per kwartaal van 1/7/1970 tot 31/12/1974: 159,70 per kwartaal van 1/1/1975 tot 31/12/1983: 346,59 per kwartaal van 1/1/1984 tot 31/12/1996: een bijdrage tussen 145 en 1.500 per kwartaal, afhankelijk van de inkomsten van het eerste refertejaar vanaf 1/1/1997: een bijdrage tussen 245 en 2.200 per kwartaal, afhankelijk van de inkomsten van het eerste refertejaar Elk gelijkgesteld studiejaar vóór 1984 geeft in principe recht op een jaarlijks meerbedrag van +/- 156 aan gezinspensioen of +/- 125 pensioen als alleenstaande. Voor gelijkgestelde studiejaren vanaf 1984 is het meerbedrag afhankelijk van de betaalde bijdrage en varieert van +/- 90 tot 530 voor een gezinspensioen en +/- 70 tot 430 voor een pensioen als alleenstaande. Als u gelijkstelling van studieperiodes overweegt, mits betaling van bijdragen, is het belangrijk dat u bij uw sociaal verzekeringsfonds of bij het RSVZ laat berekenen of deze gelijkstelling u meer zou opbrengen dan dat het u kost aan sociale bijdragen. Gelijkstelling van studieperiode kan aangetekend aangevraagd worden bij het RSVZ of het sociaal verzekeringsfonds. Let wel, de regularisatie van de studiejaren kan maar in het stelsel voor zelfstandigen worden aangevraagd indien de zelfstandige activiteit werd aangevat binnen de 180 dagen na het einde van de studies of de legerdienst volgend op de studieperiode. Indien men na de studies en /of legerdienst werknemer is geworden, dan moet de regularisatie gebeuren in de pensioenregeling voor werknemers en moet de aanvraag binnen de 10 jaar na het stopzetten van de studies worden ingediend bij de Rijksdienst voor Pensioenen, dienst Regularisaties, Zuidertoren, 1060 Brussel. Gelijkstelling van studieperiodes in het buitenland Ook studieperiodes in het buitenland kunnen voor de berekening van het pensioen worden gelijkgesteld met periodes van activiteit, mits de volgende voorwaarden: het studieprogramma is erkend door de vreemde overheid het studieprogramma stemt overeen met een programma dat door de vreemde overheid is erkend de gevolgde opleiding geeft aanleiding tot het behalen van een wettelijk diploma er worden werkelijk lessen gegeven Stageperiodes Ook stageperiodes waarvoor geen vergoeding of loon werd toegekend, komen in aanmerking voor gelijkstelling. Stageperiodes waarvoor wel een vergoeding of loon werd toegekend, komen enkel in aanmerking voor gelijkstelling wanneer: het volbrengen van de stage een voorwaarde was om een wettelijk diploma te behalen en voor zover de uitoefening van de stage geen aanleiding geeft tot onderwerping aan een andere pensioenregeling 19 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2

Periodes onder leercontract Periodes onder leercontract in het buitenland komen enkel in aanmerking voor gelijkstelling als het leercontract afgesloten werd in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in een van de landen waarmee België een bilateraal verdrag heeft afgesloten. Periodes die gedekt zijn door vrijwillige bijdragebetaling: voortgezette verzekering De voortgezette verzekering is mogelijk voor maximum 8 kwartalen of 2 jaar. Bij aanvraag op 58 jaar kan deze worden toegestaan voor maximum 7 jaar. De voorwaarde hiervoor is dat de 4 voorafgaande kwartalen volledig zijn betaald als zelfstandige in hoofdberoep of als Meewerkende Echtgenoot in het maxistatuut. Men vestigt sociale zekerheidsrechten naargelang de bijdragen die men verkiest bij te betalen. De bijdrage is lager dan de gewone bijdrage: ongeveer 87% van de gewone bijdrage als u pensioen- én ziekte- en invaliditeitsrechten wil vrijwaren ongeveer 60% van de gewone bijdrage als u enkel pensioenrechten wil blijven opbouwen Ingeval aansluiting bij mutualiteit gewenst na stopzetting van de zelfstandige activiteiten en indien geen beroepsactiviteit wordt uitgeoefend noch een vervangingsinkomen wordt genoten, is voortgezette verzekering noodzakelijk om verder sociale zekerheidsrechten te vestigen. Meer informatie over de Voortgezette Verzekering vindt u in Einde van de Zelfstandige Loopbaan, deel 1. Periodes van effectieve hulp als echtgenoot van een zelfstandige Als meewerkende echtgenooot kunt u, vóór 2010, tegen betaling uw pensioenloopbaanjaren uitbreiden met extra jaren. Het gaat enkel om de jaren voor 1 januari 2003, dus voor de inwerkingtreding van het maxistatuut. Deze maatregel moet u toelaten om, rekening houdend met uw leeftijd, te bewijzen dat uw beroepsloopbaan voldoende jaren telt om aanspraak te kunnen maken op een minimumpensioen. De ingekochte jaren komen niet in aanmerking voor een vervroegd pensioen. De jaren die u inkoopt of laat gelijkstellen, kunnen wel uw pensioenbedrag verhogen en worden dus wel in rekenschap genomen bij uw pensioenberekening, maar kunnen uw loopbaan niet verlengen. Hierover vindt u meer informatie in nummer 1 van Sociaal Statuut : Het Sociaal Statuut van de Meewerkende Echtgenoot. 3.4. Wat met een gemengde loopbaan? Men kan voor dezelfde periode een werknemerspensioen cumuleren met een pensioen als zelfstandige. De zelfstandige kan dus zowel aanspraak maken op een rustpensioen in de regeling voor zelfstandigen als op een rustpensioen in de regeling voor werknemers. Wel moet het beginsel van eenheid (45/45sten) worden toegepast, wanneer het totaal van de breuken voor elk pensioenstelsel de eenheid overschrijdt. Het aantal jaren/kwartalen van de beroepsloopbaan als zelfstandige wordt indien nodig verminderd om het loopbaantotaal tot de eenheid te herleiden. Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 20

Aan de vermindering van de loopbaanbreuk als zelfstandige zijn wel grenzen gesteld. Als u in dit geval bent, vraagt u best een berekening van uw pensioen aan bij de overheid. Als je een loopbaan als zelfstandige combineert met die van een werknemer of ambtenaar, kunnen die jaren als aparte loopbaanjaren worden beschouwd. Bovendien kunnen de jaren als zelfstandige minder gunstige jaren compenseren. Hoe aanvragen? Elke pensioeninstelling zal uw pensioenrechten in haar regeling onderzoeken. De verschillende pensioeninstellingen houden contact met elkaar en wisselen hun beslissingen uit. Het is de bedoeling dat de pensioengerechtigde met een gemengde loopbaan in de toekomst slechts één eenmalige pensioenbeslissing ontvangt, in geval van een gemengde loopbaan. Wanneer u een gemengde loopbaan heeft (als zelfstandige en werknemer) en u al een aanvraag gedaan heeft in het werknemersstelsel, moet u geen bijkomende aanvraag voor een zelfstandigenpensioen indienen. Voorwaarde is wel dat u in uw aanvraag uw jaren als zelfstandige of helper in uw beroepsloopbaan reeds vermeld heeft. 21 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2

4. Uw pensioen aanvullen Het pensioen van de zelfstandige staat nog steeds niet op het zelfde niveau als dat van een werknemer. Daarom gaan heel veel zelfstandigen op zoek naar manieren om hun wettelijk pensioen aan te vullen. Hieronder gaan we dieper in op de mogelijkheden tot aanvullende pensioenopbouw (voor zelfstandigen) in de tweede pijler: het VAPZ, de groepsverzekering en IPT en de Interne Pensioenvoorziening. 4.1. Het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen Het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) is inmiddels een must geworden voor elke zelfstandigen en wordt meer dan ooit fiscaal gestimuleerd. Het VAPZ is dan ook uitgegroeid tot de ideale pensioenformule, met een fiscale aftrek van de premies in de hoogste belastingschaal, besparing op uw sociale bijdragen én vrijstelling van verzekeringstaksen. Wie komt in aanmerking? zelfstandigen die hun bijdragen in het sociaal statuut betalen aan het tarief van een hoofdberoep (dus ook zelfstandigen in bijberoep die in dat geval zijn) meewerkende echtgenoten of wettelijk samenwonende help(st)ers met maxistatuut helpers van zelfstandigen die bijdragen betalen die minstens gelijk zijn aan de bijdragen van een zelfstandige in hoofdberoep Wie aan voortgezette verzekering doet of gelijkstelling geniet, kan ook vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen opbouwen. Hoeveel kan u storten? U bepaalt zelf hoeveel u voor uw VAPZ betaalt. De premie die u jaarlijks kan storten is afhankelijk van uw netto belastbaar beroepsinkomen, met een minimumstorting van 100,00 per jaar. In een standaard VAPZ kan u premies storten van maximaal 8,17% van uw netto belastbaar beroepsinkomen, met een maximum van 2.686,05. In een Sociaal VAPZ kan uw premie maximaal 9,4% van het netto belastbaar beroepsinkomen bedragen, met een maximum van 3.090,44. Ook starters kunnen een VAPZ afsluiten. De stortingen worden dan berekend op ofwel een forfaitair, ofwel een zelf geschat inkomen. Als gevestigde zelfstandige wordt de maximumpremie berekend op het geïndexeerde inkomen van 3 jaar geleden. Het Sociaal Vrij Aanvullend Pensioen Tegenwoordig kiezen de meeste zelfstandigen voor een Sociaal VAPZ. U krijgt immers méér fiscale aftrek en méér pensioenopbouw. Bovendien geniet u voor slechts 10% van de premie extra waarborgen bij arbeidsongeschiktheid. U krijgt dus ook een extra vervangingsinkomen als u arbeidsongeschikt wordt, en dit zonder medische formaliteiten. Voor die extra bescherming moet u ten minste 10% van uw bijdrage afstaan aan het solidariteitsfonds. Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 22

het solidariteitsfonds zal bijspringen wanneer u niet meer in staat bent om uw bijdragen voor het aanvullend pensioen te betalen Voorbeeld: U bent inactief door ziekte u krijgt een vervangingsinkomen bij permanente arbeidsongeschiktheid of ernstige ziekte Vrije beroepen met RIZIV-toelage Geconventioneerde artsen, tandartsen, apothekers en kinesisten die recht hebben op een jaarlijkse toelage van het RIZIV, kunnen die toelage aanwenden voor een Sociaal VAPZ of een Gewaarborgd Inkomen. Het RIZIV stort dan jaarlijks zelf de toelage aan de instantie waarbij u het Sociaal VAPZ of het Gewaarborgd Inkomen heeft afgesloten. De niet-fiscaal aftrekbare RIZIV-toelagen kunnen zij besteden aan een Sociaal VAPZ of een Gewaarborgd Inkomen. Daarnaast kan men ook nog een gewoon of Sociaal VAPZ afsluiten met fiscaal aftrekbare premies. Voor RIZIV-overeenkomsten past Xerius de premies zelf aan aan de jaarlijks vastgestelde RIZIV-toelage. Voordelen Het VAPZ (gewoon én Sociaal) heeft zowel op sociaal als fiscaal vlak enorme voordelen. U spaart voor uw pensioen en tegelijkertijd bespaart u op uw sociale bijdragen én uw belastingen. Wanneer u de belastingbesparing nagaat, zult u merken dat het reële kostenplaatje eigenlijk veel lager ligt. De belangrijkste voordelen van een VAPZ: fiscale aftrek van de premies aan het hoogste belastingtarief tot 50% besparing op sociale bijdragen van ruim 20%, voor een starter zelfs tot 40% u kan tot 8,17% van uw netto belastbaar inkomen storten in een gewoon VAPZ en tot 9,4% in het Sociaal VAPZ een gewaarborgde basisrente, verhoogd met een belastingvrije winstdeelname vrijgesteld van 4,4% verzekeringstaksen flexibele premiebetaling: u kiest zelf wanneer en hoeveel u stort perfect te combineren met pensioensparen en lange termijnsparen cumulatie met groepsverzekering en/of individuele pensioentoezegging binnen 80%- grens eindbelasting bij uitkering is volgens fictieve rente u geniet extra sociale bescherming tegen arbeidsongeschiktheid bij het Sociaal VAPZ zonder enige medische formaliteiten Wanneer wordt het aanvullend pensioen uitbetaald? Het vrij aanvullend pensioen wordt uitbetaald zodra het wettelijk pensioen ingaat. Het individueel aanvullend pensioenkapitaal waarvoor u gespaard heeft, kan betaald worden op 65 jaar of bij vervroegd pensioen, ten vroegste op uw 60 ste. De fictieve rente wordt berekend op slechts 80% van het pensioenkapitaal als u de uitkering van uw VAPZ aanvraagt vanaf 65 jaar en effectief actief bent tot 65 jaar. 23 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2

Het pensioenkapitaal wordt volledig uitgekeerd en belast volgens een systeem van fictieve rente: - op 60 jaar: 3,5% van kapitaal aan te geven als fictieve rente-inkomsten gedurende 13 jaar - op 65 jaar: 5% van kapitaal gedurende 10 jaar Het eindkapitaal wordt als volgt belast: Bruto kapitaal + winstdeelname - 3,55 % RIZIV bijdrage op bruto-kapitaal en winstdeelname - 11,11 % bedrijfsvoorheffing op 5 % (berekend op bruto - 3,55 %) = uit te keren kapitaal Het pensioen kan uitbetaald worden onder de vorm van een rente-uitkering per kwartaal, met mogelijkheid tot overdracht aan de weduwe/weduwnaar De omvorming in rente gebeurt na taxatie. Kapitaal en rente worden zo fiscaal op dezelfde manier behandeld (zelfde inhoudingen als hierboven). Wanneer de jaarlijks uit te betalen rente kleiner of gelijk is aan 500 wordt het gespaarde bedrag als kapitaal uitbetaald. Zo vermijdt men dat erg kleine rentes moeten worden uitbetaald. Hoe? De instantie waar u uw VAPZ heeft afgesloten, brengt u (en bij overlijden uw rechthebbenden) op de hoogte. Behalve bij overlijden, moet zij u verwittigen ten laatste twee maanden voor de pensionering of binnen de twee weken bij vervroegde pensionering. Uiterlijk dertig dagen nadat u hebt meegedeeld dat u het opgebouwde pensioen wenst op te nemen, deelt de instelling het bedrag van de verworven reserves en de daarmee overeenstemmende rente mee. Dit kan schriftelijk of langs elektronische weg. Xerius Onderlinge Verzekeringsvereniging Waarom is Xerius de uitgelezen partner voor uw VAPZ? De link tussen het VAPZ en het sociaal verzekeringsfonds is fundamenteel. Uw sociaal verzekeringsfonds kan daarom als enige een juiste premieberekening en optimale fiscale aftrek garanderen. De VAPZ en RIZIV-overeenkomsten worden binnen de Xerius-groep beheerd door de eigen Xerius Onderlinge Verzekeringsvereniging. Wij zijn gespecialiseerd in aanvullende pensioenen inkomensverzekeringen voor zelfstandigen. Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2 24

4.2. Groepsverzekering voor bedrijfsleiders Een groepsverzekering wordt vaak afgesloten voor werknemers. De werkgever verzekert hen zo van een extralegaal pensioen aangevuld met waarborgen naar keuze zoals een overlijdensverzekering, invaliditeitsrente, hospitalisatieverzekering enzovoort. De groepsverzekering kan ook afgesloten worden voor zelfstandige bedrijfsleiders, de bedrijfsleider is dan verzekerde en begunstigde. De inhoud van de groepsverzekering is dezelfde voor een zelfstandig bedrijfsleider en een loontrekkende, het verschil ligt in de berekening van de maximumpremie. Voor loontrekkenden bepaalt de werkgever zelf de premies die gestort worden, terwijl voor de zelfstandige bedrijfsleider de 80%-regel moet worden gerespecteerd. Die regel geldt wel enkel voor de premiebepaling van de hoofdwaarborgen. De aanvullende waarborgen worden niet beperkt door de 80% regel, maar zijn wel fiscaal aftrekbaar voor de vennootschap. U kunt een groepsverzekering voor uw bedrijfsleiders afsluiten als: U beschikt over een vennootschapsvorm; De verzekering wordt onderschreven door de vennootschap zelf U bedrijfsleider bent, u oefent werkelijk een leidinggevende functie uit en ontvangt daarvoor een maandelijkse bezoldiging (zaakvoerders, bestuurders of beheerders). Voordelen Als zelfstandig bedrijfsleider is uw sociale bescherming vaak ontoereikend ten opzichte van uw inkomsten. Door de afsluiting van een groepsverzekering kan uw vennootschap u een financiële dekking bieden door de opbouw van een aanvullend pensioenkapitaal of door financiële waarborgen die bijvoorbeeld overlijden of arbeidsongeschiktheid dekken. Bovendien biedt een groepsverzekering ook volgende voordelen: In geval van faillissement van de vennootschap, behoudt u uw verworven rechten op het gedeelte van het contract dat reeds samengesteld is. Bij vroegtijdig vertrek kan u vrij de bestemming van uw contract kiezen. U mag uw contract in pand geven om een hypothecaire lening te dekken. U kan een voorschot op uw contract krijgen. Waarborgen Er kunnen verschillende waarborgen gekoppeld worden; pensioenopbouw, overlijden, invaliditeitsrente, premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid... Volgende hoofdwaarborgen zitten altijd vervat in de groepsverzekering: De pensioenverzekering: u ontvangt een kapitaal en/of rentes zodra u de pensioenleeftijd bereikt De overlijdensverzekering: ingeval u vóór de pensioenleeftijd overlijdt, hebben uw begunstigden de keuze tussen een rente en een kapitaal. 25 Einde van de zelfstandige loopbaan, deel 2