Protocol Werkplekleren Student ESoE Minor Educatie & Communicatie Variant I Versie juli 2011 1
Protocol Werkplekleren Minor Educatie & Communicatie Variant I Inleiding Om het werkplekleren zo soepel mogelijk te laten verlopen, worden in dit protocol de richtlijnen, regels en afspraken die gelden voor het werkplekleren duidelijk uiteengezet. Dit protocol sluit aan bij het ECD-protocol en is daar niet los van te zien. Competenties Binnen het werkplekleren wordt steeds gewerkt aan en vanuit competenties, uitgaande van de competentiebeschrijvingen zoals gegeven in Bekwaamheidseisen leraar vmbo-tl en eerste drie jaar havo/vwo (VSNU). Voorop staat voortdurend dat je als student zelf verantwoordelijk bent voor je leerproces. Je geeft zelf aan hoe je aan de competenties werkt en neemt zelf initiatieven om activiteiten te plannen en uit te voeren. Bij het begin van de werkplekperiode leg je alle afspraken met je begeleiders vast. Vooraf aan het werkplekleren Voor het onderwijs is een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) verplicht. Een aanvraagformulier hiervoor ontvangt de student bij aanvang op de werkplek of vraagt hij op bij het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag. (COVOG). Het invulde aanvraagformulier moet bij de gemeente waar de student woonachtig is worden ingediend. Deze VOG is vereist voor de werkplekovereenkomst. Een kopie zal ter beschikking worden gesteld aan de school en zal in het archief van ESoE worden opgenomen. 1. Doelstellingen en inhoud Doelstelling werkplekleren Variant I Je doet ervaring op met de werkzaamheden van een eerste en/of tweedegraads docent om een conclusie te kunnen trekken over jouw gevoelde/geadviseerde geschiktheid voor docentschap. Het werkplekleren betreft een begeleide stage in een school voor voortgezet onderwijs. De onderwijsactiviteiten¹ worden gedeeltelijk ingevuld binnen het primaire onderwijsproces en verder binnen de overige docenttaken (zie tabel 1, pagina 4). Je laat zien dat je op basis van academische vakinhoudelijke kennis een standaard² les kan voorbereiden en uitvoeren en daarnaast een constructieve bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van de school in de vorm van een werkplekopdracht³. Binnen ESoE hechten we belang aan de coachbaarheid van jou als student. In de beoordeling wordt ook meegenomen of je in staat bent om feedback van begeleiders en leerlingen tot je te nemen en toe weet te passen in nieuwe situaties. Verder laat je zien dat je je gedurende het werkplekleren steeds 2
zelfstandiger hebt opgesteld, initiatief hebt genomen en betrokkenheid hebt getoond. En tenslotte dat je blijk geeft van het je kritisch opstellen ten opzichte van je eigen kennis, vaardigheden en opvattingen. ¹ Onder een onderwijsactiviteit wordt bijvoorbeeld één les en de benodigde voorbereiding en verwerking verstaan. Het heeft een zichtbare output (schriftelijk, beeld e.d.). Het zijn voornamelijk activiteiten binnen de klas die gericht zijn op het leren lesgeven. Daarnaast kunnen ook in beperkte mate een aantal niet lesgevende activiteiten worden ondernomen. Voorbeelden daarvan zijn het bijwonen van een teamvergadering of het maken, afnemen en nakijken van een proefwerk. Je doet van het geheel verslag waarin de feedback van de leerlingen en de SPD is verwerkt. Dat zou kunnen betekenen dat je het hele proces bespreekt met de SPD en dit samen met de analyses van de resultaten vastlegt. ² Standaard wil hier zeggen dat het aan een minimumstandaard dient te voldoen (communicatie met leerlingen, basisvaardigheden voor voorbereiden, uitvoeren en evalueren van een les, creëren van een leerklimaat). De standaardles betekent niet dat je een les volgens een standaard stramien of van een standaard type moet geven. De standaardles kan een hele les zijn die van bel tot bel wordt verzorgd, of twee maal een deel van een les. Je stemt dit af met de SPD. ³ De werkplekopdracht is een geheel van samenhangende activiteiten waarin de school de vakkennis van de student ten goede inzet en zo mogelijk gebruik maakt van de expertise van ESoE. Deze opdracht wordt in samenspraak met de directie / sectievoorzitter van het door de student gekozen vak of de OD van de school vastgesteld. Het onderwerp van de activiteiten kan zeer divers zijn. De ontwikkelpunten binnen de school kunnen hiervoor leidend zijn. Bijvoorbeeld: het verbeteren van de aansluiting van het rekenonderwijs van de basisschool naar het VO of van het VO naar het vervolgonderwijs; het opzetten en uitvoeren van nieuwe experimenten voor het gekozen vak; het leveren van een bijdrage aan het opzetten of het verder ontwikkelen van vakoverstijgende bètamaterialen (NLT e.d.); het inzetten van bijvoorbeeld Olympiades in de schoolorganisatie Etc... 2. Werkplek ESoE verzorgt plaatsen voor het werkplekleren. In de werkplekovereenkomst die hiervoor wordt opgesteld wordt ook de begeleiding vastgelegd. Jouw werkplekovereenkomst toon je ter inzage bij het eerste gesprek met de ESoE contact docent (ECD). 3. Contact ECD en OD In verband met een vlot verloop van de werkplekperiode is het nodig dat je ruime tijd voordat je met de periode begint, contact opneemt met de Opleidings Docent (OD) van de werkplek. De naam van de betrokken OD wordt bij het toewijzen van de werkplek aan jou gemeld via de mail. 4. Leerwerkplan Bij de start van het werkplekleren heb je schriftelijk een sterkte-zwakte analyse opgesteld aan de hand van het Bekwaamheidseisen leraar vmbo-tl en eerste drie jaar havo/vwo (VSNU). (zie OASE) en heb je een eerste uitwerking van je leervragen gemaakt. 3
Uiterlijk in week 2 van je werkplekperiode heb je een eerste versie van het leerwerkplan (zie Handleiding Leerwerkplan ) gemaakt waarin je aangeeft hoe je aan de slag gaat met je persoonlijke leervragen en de 7 competenties. Geen leerwerkplan, geen voortzetting werkplekleren, tenzij je hier vooraf en tijdig schriftelijk andere afspraken over hebt gemaakt met alle begeleiders. Je spreekt het leerwerkplan door met je ECD en de begeleider(s) van de school (OD en de School Practicum Docent (SPD)) en maakt met hen afspraken over de wijze waarop je gedurende de werkplekperiode met het leerwerkplan omgaat. Tijdens het werkplekleren 5. Aanwezigheid op de werkplek Je bent tijdens je werkplekdagen de gehele werkdag op je werkplek aanwezig. De school mag uitgaan van je beschikbaarheid en inzetbaarheid (ook buiten geroosterde lesuren van je SPD). Afwijkingen alleen na overleg en in afspraak met je ECD, OD en SPD. Bij ziekte of andere redenen waardoor je niet aanwezig kunt zijn op een geplande werkplekdag, meld je je af bij de werkplek. Daarnaast informeer je ook je SPD, OD en ECD (via e-mail). Maak afspraken met je werkplek over het afmelden. 6. Uitvoeren onderwijsactiviteiten en docenttaken Indicatie van het aantal te geven lessen/onderwijsactiviteiten: Variant I Onderwijsactiviteiten Werkplekopdracht/ docenttaken Instituutsopdrachten³ Minimaal 42 lessen/ onderwijsactiviteiten (of delen daarvan) in havo/vwo, onderbouw/bovenbouw Minimaal 35 activiteiten in havo/vwo, onderbouw/bovenbouw Ongeveer 6 activiteiten in havo/vwo, onderbouw/bovenbouw 168 uur 6 ec 140 uur 5 ec 28 uur 1 ec Tabel 1: richtlijnen voor studiebelasting minor Educatie & Communicatie Variant I ³ Een deel van de instituutsopdrachten worden geheel of gedeeltelijk uitgevoerd op de werkplek - In je leerwerkplan geef je aan hoe je vanuit de werkplek aan je competenties gaat werken en welk traject je hiervoor voor jezelf uitzet. Samen met je SPD maak je een planning van lessen/onderwijsleeractiviteiten. Het aangegeven aantal lessen en uren is hiervoor een indicatie en neem je ook op in je leerwerkplan. Je bespreekt dit leertraject en de gemaakte afspraken over uit te voeren activiteiten altijd met je ECD. Indien de gemaakte afspraken niet haalbaar blijken te zijn, kan hiervan worden afgeweken, maar alleen na tijdig overleg met en goedkeuring van ECD, OD en SPD. - In de Handreiking Werkplekleren vind je een overzicht van mogelijke onderwijsactiviteiten buiten het lesgeven om. - Alle onderwijsactiviteiten worden schriftelijk voorbereid, indien mogelijk op een lesformulier. 4
- Een kopie van de schriftelijke voorbereiding wordt vóór de les/onderwijsactiviteit aan de SPD en (bij bezoek) aan de ECD gegeven. - Indien de les/onderwijsactiviteit wordt geobserveerd, laat je de voorbereiding aftekenen door de aanwezige begeleider(s). - Iedere les/onderwijsactiviteit evalueer je schriftelijk; eerst zelf, daarna met je begeleider(s). - De begeleider(s) bespreekt (bespreken) de les na aan de hand van de voorbereiding en de eigen aantekeningen. Je verwerkt de feedback in een kort verslag waarin je je vorderingen en de te nemen acties t.a.v. je werkpunten aangeeft in termen van nieuwe acties en concreet gedrag. - Je neemt dit verslag op in je leerwerkplan. 7. Begeleiding De begeleiders bij het werkplekleren kunnen je alleen maar begeleiden als je leerproces te volgen is. Hiervoor gelden als uitgangspunten: - Je zorgt voor een leerwerkplan (zie Handleiding Leerwerkplan ) en tussentijdse bijstellingen hiervan. - Je schrijft regelmatig (reflectie)verslagen. Met je ECD maak je afspraken over de frequentie en de wijze waarop dit gebeurt (bijv. per 2 weken een reflectieverslag). Deze verslagen worden aan het leerwerkplan toegevoegd. - Je houdt je leerwerkplan bij. Dit leerwerkplan is gedurende je werkplekperiode ter inzage op te vragen door je begeleiders. - Je neemt deel aan intervisiebijeenkomsten op de werkplek en bij de ESoE. Dit betekent ook: voorbereiden en verslagleggen. Feedback Met je ECD, OD en SPD maak je in het begin van de werkplekperiode afspraken over de momenten en de manier waarop zij gedurende deze periode feedback geven. Het gebruik van een video hierbij is mogelijk. In je leerwerkplan laat je zien hoe je om bent gegaan met de feedback van je begeleiders. 8. Tussentijdse evaluatie werkplekleren - Het plannen van een tussenevaluatiegesprek halverwege de werkplekperiode met je SPD, ECD en OD, valt onder jouw verantwoordelijkheid Aan het begin van de werkplekperiode maak je deze afspraak. - De bedoeling van de tussentijdse evaluatie is om voor alle betrokkenen een tussenstand op te maken. In een gesprek worden vervolgens deze resultaten met elkaar vergeleken. - Op basis van de tussenevaluatie stel je in samenspraak met je begeleiders doelen voor de tweede helft van je werkplekperiode. Deze worden toegevoegd aan je leerwerkplan en je past je leerwerkplan hier zichtbaar op aan. - Indien wenselijk of nodig kan de verhouding tussen onderwijsactiviteiten (lesgeven) en docenttaken (werkplekopdracht) worden aangepast. Dit in goed overleg met alle betrokkenen. - Ook worden in het gesprek werkafspraken voor de komende weken vastgelegd. - Een formulier voor de tussentijdse evaluatie kun je vinden in de praktijkgids op OASE. 5
- De SPD en de ECD/OD ontvangen uiterlijk 1 week na de tussenevaluatie het ingevulde en ondertekende formulier en het op basis van de gemaakte afspraken, bijgewerkte leerwerkplan. Afronding werkplekleren 9. Eindbeoordeling werkplekleren - Afronding van de werkplekperiode vindt uiterlijk 14 dagen na de laatste werkplekdag plaats. Afwijkingen zijn alleen mogelijk met wederzijdse instemming en goede afspraken! - Er vindt een eindbeoordelingsgesprek werkplekleren plaats, waarbij zowel jij als de begeleiders (SPD, ECD en OD) aanwezig zijn. - Je bent verantwoordelijk voor het maken van zorgvuldige en tijdige afspraken over de afronding en het afrondingsgesprek met alle betrokkenen. (Het is niet voldoende als je alleen met je SPD afspraken maakt.) - Het volledig uitgewerkte leerwerkplan is uiterlijk 1 week voor het eindgesprek gereed en ingeleverd (of digitaal beschikbaar) bij alle begeleiders die bij het eindgesprek aanwezig zullen zijn. Hiermee bied je hen de gelegenheid om het te bestuderen, zodat het resultaat mee gewogen kan worden in hun beoordeling. - De ECD heeft de eindverantwoordelijkheid voor de afronding van en het bepalen van het cijfer voor het werkplekleren. Hij/zij zal dit in overleg met de SPD en OD doen. Zonder volledig leerwerkplan geen eindgesprek. - Bij het eindgesprek werkplekleren zal gebruik gemaakt worden van je leerwerkplan (zie Handleiding Leerwerkplan) inclusief de formulieren van de tussentijdse evaluatie. Het resultaat zal worden vastgelegd en ondertekend door je ECD op het formulier waarop de eindevaluatie werkplekleren wordt aangegeven. - Indien je herhaaldelijk je afspraken met de ECD niet nakomt en de ECD kan aantonen dat hij/zij meerdere pogingen heeft gedaan om je hierop te wijzen, kan de ECD een deadline gaan stellen aan de werkplekperiode. Bij geen gehoor aan deze deadline, wordt het werkplekleren afgebroken met een 4. - Als een werkplekperiode onvoldoende is beoordeeld en je daar bezwaar tegen wilt maken dan zal de examencommissie toestemming moeten geven voor het aanvragen van een herbeoordeling c.q. een (onafhankelijk) assessment moeten kunnen aanvragen. Afkortingen: ESoE = Eindhoven School of Education ECD = ESoE contact docent OD = opleidingsdocent (werkplek) SPD = school practicum docent (werkplek) 6