1.1 Kijken. Cl " 4 krppen. b 8 kippcn. c.d. bladziide 4. O. boer ziet l0 schiipen. bladzijde 5. 4 Hoofdstukl

Vergelijkbare documenten
Willem-Jan van der Zanden

Stap 1: Ga naar Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden.

Antwoordmodel - In de ruimte

handleiding pagina s 434 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 12: bladzijde Werkboek

Grensvlakken en ribben vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

9.1 Spiegelen. bledzijdel26. 3 nt: de ene pasfoto is de linkerhelft twee keer afgedrukt. Bij de andere de rechterhelft twee keer afgedrukt.

5.1 Punten, lijnen en vlakken [1]

Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde

1 Wiskunde, zeker. 1, 2, 3, 5, 6, 7. 8, 10, 11, 12 en 13 eurocent. duimstok Timmerman Hoe lang iets is.

Doorsnede inhoud vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

d = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2

Hoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud.

Steekkaart: nummer 5W

4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: 8

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 maandag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden

Meetkunde. MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3

wiskunde CSE GL en TL

6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C:

2. Antwoorden meetkunde

Hoofdstuk 1 - Inleiding ruimtefiguren

Herhalingsles 2 Meetkunde 1 Weeroefeningen

Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren

Oplossingen. b) arctan( 4. c) arctan( AC = 4 2, AS = 2 2, NT = 34 (= 2 17), ST = 32 = 4 2 a) 2 arcsin( 2 2

Thema: Ruimtelijke figuren vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje

Thema 10: Ruimtelijke figuren vmbo-b12

Hoofdstuk 4: Meetkunde

H20 COÖRDINATEN de Wageningse Methode 1

de Wageningse Methode Antwoorden H20 COÖRDINATEN VWO 1

5 abd. 6 a A(-3,5) ; B(2,4) ; C(-2,2) ; D(5,0) ; E(0,-3) ; F(-6,-4) ; G(6,-4) b

Extra opgaven Aanzichten, oppervlakte en inhoud

Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO

de Wageningse Methode Antwoorden H17 PYTHAGORAS VWO 1

Bij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO

Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE VWO 4 A: = 10 B: 4 C: 8 D: INTRO

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

1. Ik kan vormen en figuren herkennen en gebruiken met bijbehorende wiskundige vaktaal.

Docentenhandleiding Wiskonopoly

A 1 Welke vorm? tent tennisbal beker notitieblok ijshoorntje baksteen. Voorwerpen uit de omgeving

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2007-I

Wat ga jij leren?... 4 Hoofdstuk 1 - Lijnen, hoeken en driehoeken Lijnen en lijnstukken... 6 Lijn en lijnstuk... 7 Evenwijdige lijnen...

Hoofdstuk 2 Oppervlakte en inhoud

wiskunde CSE GL en TL

1. C De derde zijde moet meer dan 5-2=3 zijn en minder dan 5+2=7 (anders heb je geen driehoek).

6.1 Kijkhoeken[1] Willem-Jan van der Zanden

2. Waar of vals: Als een rechte a evenwijdig is met een vlak α en dat vlak staat loodrecht op een vlak β dan staat a loodrecht op β.

Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras

Hoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen

Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting

en een punt P BC zodat BP 2. CB.

Dag van de wiskunde. Ideeën voor de klaspraktijk. Kortrijk 26 november Spreker: E. Jennekens

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

5.0 INTRO. Hoofdstuk 5 DE RUIMTE IN

Thema: Ruimtelijke figuren vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Het einde: Als alle spelers hun kaarten kwijt zijn, is het spel afgelopen. De speler met de meeste kwartetten heeft gewonnen.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

04 Meetkunde. hoofdstuk. 4.1 Uitslagen

Werken met primitieven deel 1.

handleiding pagina s 1005 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 122, 147, 150 en Cd-rom

handleiding pagina s 965 tot Handleiding 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken bladzijden 117, 123, 129, 140 en Cd-rom

10 Afstanden. rood. even ver van A als van C even ver van A, van C en van E. 10 m. blauw

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

A. Cooreman. 6 MV 3D volume, constructies en problemen

Oefenopgaven vergroten en verkleinen

Hoofdstuk 9: RUIMTEMEETKUNDE

6.1 Rechthoekige driehoeken [1]

4.1 Rekenen met wortels [1]

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13:30-15:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Afsluitende Opdrachten

Tweepuntsperspectief I

Eindexamen vmbo gl/tl wiskunde I

Hoofdstuk 2: Kijken. Vraag 2 a) Zevende traptrede van onderen. b) Eén optrede is ongeveer 20 cm, dus het oog was ongeveer 140 cm boven de vloer.

Antwoorden Vorm en Ruimte herhaling. Verhoudingen

Hoofdstuk 2: Kijken. Vraag 2 a) Zevende traptrede van onderen. b) Eén optrede is ongeveer 20 cm, dus het oog was ongeveer 140 cm boven de vloer.

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

5 De ruimte in = 10 kogels. A = 56 kogels M M N. 11 cm 11 cm. 1 : cm. 2 cm 2 cm. 3 cm. even lang!

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000

Oppervlakte ruimtelijke figuren

wiskunde CSE GL en TL

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 8 - Ruimtefiguren

Hoofdstuk 5 Oppervlakte uitwerkingen

Antwoordmodel - Vlakke figuren

4 ab. 5 a lijnstuk b lijnstuk c halve lijn d lijnstuk. 6 a. 7 a. 8 ac. b 20 mm. 9 a. de Wageningse Methode Antwoorden H10 AFSTANDEN 1

wiskunde CSE GL en TL

7 Totaalbeeld. Samenvatten. Achtergronden. Testen

Oppervlakte ruimtelijke figuren

Thema: Ruimtelijke figuren vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Vraag Antwoord Scores. 1 maximumscore 2 0, = 1 Dus in 2006 totaal biljetten van 50 1

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

de Wageningse Methode Antwoorden H5 DE RUIMTE IN 1

Transcriptie:

1.1 Kijken bladziide 4 E O. boer ziet l0 schiipen. bladzijde 5 Cl " 4 krppen. b 8 kippcn. c.d 4 Hoofdstukl

E u De zuil met de zonnewijzer staat dichtbij. op de voorgrond. bb. ca. Het huis staat ver weg. op de achtergrond. bladzijde 6 E n Het eilancl Basta. b De kapitein ziet Calei omstreeks 10.30 en 12.45 uur in het n-ridden. c Dat is omstreeks 13.15 uur. Q a Geen. b Als eerste ziet hij Niels. clan Ler. dan Rianne. c Hij ziet dan Niels. Lex. Rianne. Cnrla en daarr.ra Jef. d Het best verstopt is Mario. G* 1.2 Ruimtefiguren bladzijde 7 Í1 " * b Bijvoorbeeld: f. h. ien k. zijn van karton. de andere zijn niet vatr karton. c Bijvoorbeeld kleur: oranjei geeli rood: a. d.g.j" k"o en p. andere kleur: b. c. e. 1'. ir. i. l. rn en n. vorm: bol: a en o kubus: d cilincler:j en n balk: b" f. -u. en p ke-gel: h piramide: c prisn-ra: i er.r k hlrr{ziida R Gl a bol b balk i balk i prisma j cilinder T n cilinder c piramide g balk k prisma o bol d kubus h kegel balk p balk E u De kubus. de balk" het prisma en de pirarnide b Alleen de bol. c De bol. de kecel en de cilinder. ln de ruimte 5

Íu t[ Linksboven: balk, prisma en piramide. Rechtsboven: bol, kegel en cilinder. Linksbeneden: balk, prisma en piramide. Rechtsbeneden: balk, prisma en piramide. a Crlinders. b Daar waar je drie bollen achter elkaar 'ziet'. El Uit een cilinder en een kegel of een prisma en een kegel. " b Een kerktoren: een balk en een piramide. Een minaret: een cilinder en een kesel. bladzijde le u Nee, de lijnen volgen de kromming van de bo\. Ze lopen dus niet recht. b Nee, omdat de lijnen niet recht 1open, krijg je ook geen rechthoek. Elu b Als de cilinder rechtop staat zoals op bladzijde 7, dan heeft ze de lijnen van boven naar beneden getekend. Ja, een kegel. De lijn vanuit de top naar beneden trekken. 1.3 Kubus en vierkant bladzijdel0 leu6 b Ze zijn vierkant. ÍE* c Ja, vlak bij je oog houden. zodat je twee foto's van de zijkanten ziet d Nee, dat lukt niet. e Heel erg dicht bij je met eén foto naar je toegekeerd. bladzijde 'l"l @ 1u,.1. kunt er een kubus van maken. @awel b niet c wel d wei e wel f wel g niet h wel bladzijdel2 ÍE :. kunt figuur en krijgen. 6 Hoofdstukl

EE U b c ZijdeKL,LM,M!,Kl{. vl bladzijdel3 @u zijden van lxl 2x2 Totaal A 1l T o b zijden van K Totaal c zijden van lxl 2x2 JXJ 4x4 5x5 Totaal bíadziide 14 EEu b @lu b @lu b Grensvlak BCGF. Ribbe ld, DH, HE en AE. RibbeBC, CDenCG. Grensvlak BCGF en DCGH. Grensvlak ADHE, DCGH en EFGH. Ja, grensvlak DCGH is een vierkant. Ja, BCGF is in werkelijkheid een vierkant. Ribbe ld, EH en FG. EE u Zie figuur L22 in je boek. b Er zijn 3 ribben gestippeld. n een massieve, niet doorzichtige, figuur zie je deze 3 ribben niet. c Een kubus heeft 12 ribben. d Een kubus heeft 6 grensvlakken. e Een kubus heeft 8 hoekounten. EE f. hebt alle ribben twee keer meegeteld. ln de ruimte 7

bladzijde 15 Cil u Figuur a: Onderste laag 2e laag: 3e laag: 4e laag: 5e laag: 9 9 9 6 34 blokjes Figuurb: Aantalis4 x 3 x 4:4llblokjes. Figuur c: onderste laag: 2e laag: 3e laag: 4e laag: 8 tl 4 3 2l blokjes Figuur d: b Totaal Onderste laag: 16 2e laag: 9 3e laag: 4 4e laarg: 30 blokjes -34+48+21+30 : 33 blokjes. Jefheeft 133 : 64 : 2,08. dus 3 dozen nodig Kostenzirn 3 x 4.95 : 14.85. EEl"Nodigis4x4x4-64. Dus.;e moet.24 c uitbreiden met 64, 21-43 blokjes. b Jef 30 blokjes. dus hrj kan een kubus van 3 x 3 x 3-21 maken. H4 houdt dan 30 21 :3 blokjes over. EE o Fig. a: Fig. b: Fig c: Onderste laag: 2e laag: Totaal 1 5 Onderste laag: 9 2e laag: 4 3e laag: Totaal t4 trig. d: Onderste laag: l6 2e laag: 9 3e laag: 4 4e laag: Totaal 30 b Er komt dan een laag van 5 r 5 : 25 erbij. dus 30 + 25-55. Bij zevenlagen komenernoglagen van6 x 6-36en 7 x : 19dus 55 + 36 + blokjes. 49 : 140 8 HooÍdstukl

bladzijde 16 GE u 12 vlakjes zijn al rood geverfd. b Handig tellen: bijv. alle witte vlakjes voorkant: dus ook achterkant: alle witte aan de rechterzijkant: dus ook linkerzijkant: Totaal f,fl Lengtegebouw:9 x l5: 135 breedte gebouw : 5 x 15 : 75 Oppervlakte:135x75 : 10125 m2 kosten grond: 10 25 x 450 : 4556250.- ó 8 1a J 13+ 42 Aantal kubussen onderste laag: 2e laag: 3e laag: 4e laag: 5e laag: Totaal 28 l5 6 95 Kosten kubussen 95 x 20000 900000 Totale kosten gebouw:4556250 + 900000 : 6456250 1.4 Balk en rechthoek bladzijde 17 f,fl niguur a, c en e. GEu* b Een balk heeft 8 hoekpunten, l2 ribben en 6 grensvlakken. c>k Á u. E Grensvlak EFGH. Ribbe FG. BC en AD. ln de ruimte 9

bladzij$e 18 GE u,b n E F 5 D A J B í E H ir" ::: ffi n aal A / { B Grensvlak ADHE. d Ribbe BF,CGenDH. e Ribbe AD, BC, FG en EH. f[ u Ja, dit kan. b Nee, dit kan niet, want er moeten drie groepjes van vier ribben zijn die even lang zijn. ío HooÍdstukl

@u 3 t! b,r ffl a wel b niet c wel d wel ln de ruimte íí

bladziide 19 @ u Ztehguur. b Zljde CD is net zo lang als A B c AC en BD zijn even lang. C B GE u Zie figuur. b Gebruik de rechte hoek van je geodriehoek c Zljde AB:22mm, zijde AD - 45mm. d Zie fieuur @ bladzijde 20 M / L K Cil ga b Jorien heeft gelijk want elk vierkant is een vierhoek met vier rechte hoeken. Femke heeft ongelijk want er zijn rechthoeken waarvan niet alle zijden even lang zijn. Zulke rechthoeken zijn geen vierkanten. Elke kubus is een balk. Niet elke balk is een kubus, er zijn balken waarvan de ribben niet allemaal even lang zijn. Zulke balken zijn dus geen kubussen. 12 HooÍdstukl

CEo b 4, namelijk 24 bu, l2 bij 2. 8 bij 3 en 6 bij 4. 5. namelijk 48 bij 1, 24b1j2,16 bij 3. l2b1j4 en 8 bij 6. 6, namelijk 96 bij 1, 48 bij 2. 32 bij 3. 24btj 4, l6 bf 6 en 12 bij 8. c 1. namelijk 7 bij 1. 2, namelijk 15 bu 1 en 5 br.1 3. 3, namelijk 32 bij l, 16 bij 2 en 8 bij 4. 2, namelijk 49 bij en7 bljt. 5, namelijk 100 bij 1, 50bij 2,25bii4. 20 bij 5 en l0 bij 10. l, namehjk 101 bij 1. 1.5 Cilinderen cirkel bladzijde 21 @ u Een conservenblik heeft de vorm van een cilinder. b Twee platte grensvlakken die de vorm van een cirkel hebben. c Er is eén gebogen grensvlak. GElu * b Een rechthoek ln de ruimte í3

@ u,b @* Je krijgt een lange smalle koker en een korte brede koker. bladzijde 22 Cil a,b,c,d T \ \ \ B \^ 14 HooÍdstukl

lfl a,b,c D \ 7 \ A B lll a. b. c Straal is 1.5 cm D 4 7 È ( M XX X { \ z 2 a GO l. maakt een touwtje vast aan bijvoorbeeld een paaltje. Draai het rond en kras aan het uiteinde met een voorwerp in de grond. Ql Maak er een mooie figuur van. n de ruimte í5