Beoordelingsformulier 3.1.2 Verslag Vakprofilering Geschiedenis 2015-2016 Code: OTR3-PRWT1-15 EC: 5 Studentnaam: Klas: Beoordelaar Studentnummer: Datum: KERN- EN DEELTAKEN DIE HOREN BIJ DEZE TOETS: 2.1, 2.2, 2.5, 2.6, 2.7, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.5, 3.6, 4.1, 5.3 Algemeen deel (50%), aantal punten: Cijfer: Eindcijfer: Vakspecifiek deel (50%), aantal punten: Cijfer: Normering algemeen deel: Voorwaardelijke onderdelen NA: 1 Eén van de inhoudelijke eisen onvoldoende en/of 0 8 punten: 1 9 10 punten: 2 11-12 punten: 3 13-14 punten: 4 15-17 punten: 5 18-20 punten: 6 21-22 punten: 7 23-24 punten: 8 25-26 punten: 9 27 punten: 10 Normering vakspecifiek deel : Voorwaardelijke onderdelen NA: 1 Eén van de inhoudelijke eisen onvoldoende en/of 0-2 punten: 1 3 punten: 2 4 punten: 3 5 punten: 4 6 punten: 5 7 punten: 6 8 9 punten: 7 10 punten: 8 11 punten: 9 12 punten: 10
Voorwaardelijke onderdelen Het verslag is geschreven volgens de geldende criteria voor taal. Zie checklist Schrijfwijzer ITT Ja Nee Uitvoering in de praktijk minimaal 5 klokuren (in combi met W&T project: dan minimaal 10 klokuren) Ja Nee Authenticiteit wordt aangetoond (foto s, leerlingenwerk, zelfgemaakte/ gebruikte materialen) Ja Nee Feedback van praktijkopleider is opgenomen Ja Nee De student heeft de bovenbouw coördinator geïnterviewd en een samenvatting geschreven waarbij de visie van de school op wereldoriëntatie centraal staat en hoe je dit terug ziet in Ja Nee de klas. De student heeft een gesprek gevoerd met een of twee kinderen in de basisschoolleeftijd over een onderwerp naar keuze (op het gebied van het gekozen profiel); het gesprek uitgeschreven; woordweb gemaakt; vragen en antwoorden geanalyseerd Ja Nee Alle onderdelen zijn aanwezig, algemeen deel 1 t/m 4, vakprofilering 1 t/m 5 Ja Nee Aan de voorwaarden is voldaan JA NEE Opmerkingen: Doelen en criteria Onvoldoende (0) Matig (1) Voldoende (2) Goed (3) Punten Algemeen leerdoel: De student ontwerpt en voert onderwijs uit op basis van een verdieping in de vakdidactische kennisbasis van het gekozen vak binnen de vakprofilering en ICT-onderwijs, passend bij de stage-praktijk en legt een relatie met passende educaties. Passend bij de stage-praktijk De student ontwerpt onderwijs dat aansluit bij de visie van de school en de leerlijnen van het vak (o.a. ordening leerstof / leerlijn van de school en kerndoelen) Samenhang met overige vakgebieden en educaties De student kan de onderwijsinhouden verbinden aan De student verantwoord niet hoe zijn onderwijsontwerp aansluit bij de visie en/of werkwijze van de school en op kerndoelen. Geen of onjuiste verbinding. De student kan niet duidelijk verantwoorden hoe zijn onderwijsontwerp aansluit bij de visie en/of werkwijze van de school en op kerndoelen. De student maakt gebruik van actualiteit of educaties en kan de samenhang met andere vakinhouden toelichten. De student verantwoord hoe onderwijsontwerp aansluit bij de visie en/of werkwijze van de school en op kerndoelen. De student maakt van actualiteit en educaties, kan de samenhang met andere vakinhouden toelichten en De student verantwoord hoe de visie en werkwijze van de school richting gevend zin voor zijn onderwijs, onderbouwt dit met behulp van passende theorie en passende kerndoelen vormen het uitgangspunt van het onderwijsontwerp. De student toont aan dat actualiteit, educaties en/of inhouden van andere vakinhouden op een logische en doordachte wijze zijn verweven in
de actualiteit en educaties en toelichten welke samenhang er is met betrekking tot andere vakinhouden. ICT De student toont aan dat bij het ontwerpen van leerpraktijken met inzet van ICT leerdoelen, leerproces en toetsing op elkaar zijn afgestemd. ICT De student toont aan dat hij ICT betekenisvol en efficiënt kan inzetten rekening houdend met de grootte en de diversiteit van een groep leerlingen. De student zet geen ICTmiddelen in ter ondersteuning van de vakdidactiek. Er is geen verantwoording opgenomen van de ICT middelen op basis van de vakdidactiek. Er is geen verantwoording opgenomen van ICTmiddelen met behulp van theoretische ICT-modellen. De student houdt geen rekening met de ICT-vaardigheden van de leerlingen. De student zet ICT-middelen in maar deze ondersteunen de vakdidactiek niet. De verantwoording van de inzet van ICT-middelen sluit niet aan op de vakdidactiek. De verantwoording van ICT is te globaal beschreven. De student houdt rekening met de ICT-vaardigheden maar verantwoordt dit niet. de meerwaarde voor de kinderen hiervan beschrijven. De student zet meerdere ICTmiddelen in ter ondersteuning van de vakdidactiek. De student verantwoordt de inzet van ICT-middelen op basis van de vakdidactiek (van het betreffende vak). De student verantwoordt de inzet van ICT-middelen met behulp van theoretische ICTmodellen. De student houdt rekening met de ICT-vaardigheden van de leerlingen en verantwoordt dit. het onderwijs. De student kan de meerwaarde hiervan voor de kinderen beschrijven. Voldoende+: ICT maakt een integraal onderdeel uit van het ontwerp. Voldoende +: De student verhoogt de ICTvaardigheden van de leerlingen zodat de opdracht nog beter uitgevoerd kan worden. ICT De student toont aan dat hij beschikt over de overtuiging dat betekenisvol onderwijs vraagt om beargumenteerde inzet van ICT en is in staat om de verworvenheden en beperkingen van technologie te herkennen en te integreren in betekenisvol onderwijs. Algemeen leerdoel Is in staat om wereldoriënterend onderwijs te ontwerpen, uit te voeren en af te ronden op basis van de beginsituatie van, en verschillen in de groep. De student heeft zijn visie op ICT niet De student beschrijft niet hoe de beginsituatie in kaart is gebracht en / of hoe er is in het onderwijs niet aangesloten op de belevingswereld en voorkennis. De student geeft een globale omschrijving van zijn visie op onderwijs. De student past het Vier in Balansmodel niet toe. Beginsituatie is minimaal in kaart gebracht en er is in het onderwijs aangesloten op de belevingswereld óf de voorkennis. De student kan zijn visie op ICT verwoorden in het onderwijs en specifiek voor de wereldoriënterende vakken. De student maakt gebruik van het Vier in Balansmodel bij het onderbouwen van zijn visie op onderwijs. De student beschrijft hoe de beginsituatie in kaart is gebracht en hoe er in het onderwijs is aangesloten op de belevingswereld en voorkennis. Voldoende +: De student gebruikt theoretische bronnen om zijn visie op ICT te onderbouwen. In het onderwijsontwerp en de toelichting wordt duidelijk dat de student de beginsituatie, belevingswereld en voorkennis als uitgangspunt heeft gebruikt. Ook beschrijft de student wat de meerwaarde was voor de kinderen.
De student beschrijft niet hoe er rekening is gehouden met en ingespeeld op verschillen tussen kinderen. De student geeft. De student beschrijft hoe er rekening is gehouden met óf ingespeeld op verschillen tussen kinderen. Ook geeft de student inzicht in hoe het onderwijs is geëvalueerd en afgerond. De student beschrijft hoe er rekening is gehouden met en ingespeeld op verschillen tussen kinderen. Ook geeft de student inzicht in hoe het onderwijs is geëvalueerd en afgerond en zicht op de resultaten. De student beschrijft hoe hij rekening heeft gehouden met en ingespeeld op verschillen tussen kinderen zodat de activiteiten voor kinderen meer passend zijn (op het gebied van talenten, leerstijlen, vaardigheden en ontwikkeling binnen het vakgebied). Ook geeft de student inzicht in hoe het onderwijs is geëvalueerd en afgerond en zicht op de resultaten. Algemeen leerdoel Is in staat omgevingsonderwijs te organiseren op basis van de vakessenties van de wereldoriënterende vakken en ICT Workshop voor medestudenten is onvoldoende voorbereid en uitgevoerd Er is niet uitgegaan van de omgeving of de vakessenties. Geen ICT-gebruik of geen toegevoegde waarde. Workshop voor medestudenten is voorbereid en uitgevoerd Er is beperkt uitgegaan van de omgeving en de vakessenties. Geen ICT-gebruik of geen toegevoegde waarde Workshop voor medestudenten is voldoende voorbereid en uitgevoerd Er is uitgegaan van de omgeving en de vakessenties. Bewijsmateriaal van de voorbereiding en uitvoering (foto s, lesvoorbereiding, gebruikte materialen) en een evaluatie ICT-gebruik heeft een toegevoegde waarde De workshop voor medestudenten is goed voorbereid en goed uitgevoerd Omgeving en de vakessenties zijn op natuurlijke wijze verweven Rijk bewijsmateriaal van de voorbereiding en uitvoering (foto s, lesvoorbereiding, gebruikte materialen) en een evaluatie ICT-gebruik heeft een sterke toegevoegde waarde Algemeen leerdoel Beschrijft zijn visie op wereldoriënterend onderwijs, in relatie tot de visie en de context van de school De student maakt in zijn visie geen gebruik van vakdidactische inzichten en/of praktijkervaringen en visiestuk op wereldoriëntatie in jaar 1 worden niet concreet. De student beschrijft zijn visie. De relatie in de visie tussen vakdidactische inzichten en praktijkervaringen en zijn visiestuk op wereldoriëntatie in jaar 1 wordt niet duidelijk. De student maakt in zijn visie gebruik van vakdidactische inzichten en legt een relatie met eigen praktijkervaringen en zijn visiestuk op wereldoriëntatie in jaar 1 ( Mijn eerste les ). De student schrijft zijn visie die is onderbouwd vanuit verdieping in vakdidactische en onderwijskundige inzichten en op basis van meerdere en passende eigen praktijkervaringen (passend bij de visie/context van de school) en zijn visiestuk op
wereldoriëntatie in jaar 1 en vormen een logisch geheel. Geschiedenis Doelen en criteria De student: Ontwerpt onderwijs binnen de drie kernconcepten ontwikkelen van tijdsbesef, kennis en inzicht in de historische werkelijkheid en historisch denken en redeneren en zorgt dat dit past in de leerlijn. Heeft de benodigde kennis op eigen niveau van deze gekozen perioden zodat hij de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen in het heden kan herkennen en dit waar mogelijk te vertalen naar het basisonderwijs. Onvoldoende (0) Matig (1) Voldoende (2) Goed (3) Punten Onderwijs is niet verantwoord m.b.v. de leerlijn geschiedenis en/of heeft historische denken en redeneren niet bewust toegepast. Samenvatting van achtergrondinformatie (kennis op eigen niveau) is niet toegevoegd. Onderwijs is verantwoord in de leerlijn, maar niet volgens de kernconcepten en heeft historisch denken en redeneren toegepast maar niet duidelijk omschreven. Samenvatting van achtergrondinformatie (kennis op eigen niveau) is toegevoegd, bronvermelding is in orde. De uitwerking is matig Onderwijs is verantwoord in de leerlijn, maar ook volgens de kernconcepten en heeft historisch denken en redeneren toegepast en geeft dit duidelijk weer in lesvoorbereiding (LVF) De uitwerking is voldoende, de gebruikte bronnen ook Onderwijs is verantwoord in de leerlijn, kernconcepten waarbij de student extra literatuur heeft gebruikt. Heeft historisch denken en redeneren toegepast en geeft duidelijk weer in lesvoorbereiding en reflecteert hierop. De uitwerking is goed. Gebruikte bronnen zijn van hoog niveau en Kan kenmerkende zaken (van historisch denken en redeneren) als causaliteit, empathie, bronnen, standplaatsgebondenheid, historische distantie en contingentie herkennen en inzetten in te ontwerpen onderwijs. Heeft aspecten van historisch denken en redeneren niet toegepast of onvoldoende Heeft aspecten van historisch denken wel toegepast maar matig verantwoord Heeft theorie MI matig Heeft aspecten van historisch denken toegepast en Heeft aspecten van historisch denken nadrukkelijk toegepast en (of, indien gekozen): Kan de theorie van meervoudige intelligenties gebruiken voor het ontwikkelen van zijn visie op het onderwijs en dit inzetten om tegemoet te komen aan verschillende leerstijlen Geeft geen rekenschap van gebruik van de theorie van meervoudige intelligenties Heeft theorie MI verantwoord en laat zien dit toe te kunnen passen Heeft theorie MI goed verantwoord en laat zien dit toe te kunnen passen. Geeft eigen visie hierover weer.
Heeft kennis van de essenties van herdenken en vieren en tweede wereldoorlog educatie in het basisonderwijs (Kamp Schoorl) Geeft geen rekenschap van theorie tweede wereldoorlogeducatie Verwoordt theorie tweede wereldoorlogeducatie matig Verwoordt theorie tweede wereldoorlogeducatie voldoende en laat zien dit toe te kunnen passen in de praktijk (Kamp Schoorl en/of basisschool. ) Verwoordt theorie tweede wereldoorlogeducatie goed, past dit toe en verantwoordt dit d.m.v. zelf gevonden literatuur (Kamp Schoorl en/of basisschool.)