Onze energie, onze toekomst



Vergelijkbare documenten
Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Nationale Energieverkenning 2014

Relatiemagazine van ExxonMobil in de Benelux Jaargang 14, uitgave september Reflex

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16

Alternatieve energiebronnen en gevolgen voor de haven Havendebat, 2 november 2017, Coby van der Linde

De toekomst van energie

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN

reating ENERGY PROGRESS

Energie en geopolitiek

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

Naar een duurzame energie huishouding: belofte of mogelijkheid?

DE ROL VAN GAS EN GASINFRASTRUCTUUR IN EEN DUURZAME LEEFOMGEVING. Samen naar een duurzame, betrouwbare en competitieve energiemix

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Energievoorziening Rotterdam 2025

Nut en noodzaak van schaliegas vanuit energieperspectief

Aggiornamento. Bedreigingen en uitdagingen voor de. industrie VWEC. Een perspectief voor Vlaanderen. Een perspectief voor Vlaanderen

Biomassa: brood of brandstof?

WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE

betreffende het komen tot een energievisie en een energiepact en de rol daarin van het Vlaams Parlement

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsakkoord energietransitie. Februari 2019

Raadsakkoord energietransitie. April 2019

Caro De Brouwer 27/11/2013

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

GROENE KOOLWATERSTOFFEN. Marcel Weeda, Remko Detz, Jeffrey Sipma

Een overzicht van de hernieuwbare-energiesector in Roemenië

Waterstof, het nieuwe gas. Klimaatneutraal is de toekomst Frans Rooijers directeur CE Delft

Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening:

16% Energie van eigen bodem. 17 januari 2013

De internationale concurrentiepositie van Nederland als logistiek land

Latijns-Amerika aarzelt over hernieuwbare energie zaterdag, 15 augustus :30

Mondiale en Europese energie trends Uitdagingen, prioriteiten en kansen

De Europese lidstaten in het kader van de Lissabon-afspraken de EU tot de meest innovatieve economie ter wereld willen maken;

ZELFVOORZIENEND: TRENDS, MOGELIJKHEDEN EN GRENZEN

Energy2050NL Klimaatneutraal energiesysteem. Frans Rooijers - directeur CE Delft

Prof. Jos Uyttenhove. E21UKort

Waterstof. Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

WELKOM BIJ PORT OF ROTTERDAM! Remco Neumann en Ankie Janssen 19 April 2018

Startnotitie Energietransitie. November 2018

100% groene energie. uit eigen land

Geachte commissarissen, leden van het Europees Parlement, collega s,

LNG is meer dan een nieuwe brandstof Het is pure concurrentiekracht... LNG, de brandstof van de toekomst is nu beschikbaar

BENCHMARK INDUSTRIE. Deel 1: De transformatie van onze industrie richting 4.0 Waar staan we?

Kinderopvang in transitie. Derk Loorbach, Zeist,

Hernieuwbare Energie na Frans Rooijers - directeur CE Delft

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

Geothermie. traditioneel energiebedrijf?

Energy2050NL Klimaatneutraal energiesysteem. Frans Rooijers - directeur CE Delft

BioWanze De nieuwe generatie

Veranderingen in de petrochemische industrie VS-Lezing. Theo Olijve 27 maart 2014

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Banken ondermijnen de toekomst Over de investerings- en financieringspraktijk van banken in fossiele brandstoffen en duurzame energie

Winnaars en verliezers

Change. Hoe moet het morgen met de energievoorziening? Document. magazine

Energietransitie bij Mobiliteit

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?

Persinformatie. Uitdagende marktomgeving biedt ook kansen. Nieuwe directievoorzitter wil groei voortzetten

Wereldwijde uitstoot CO2 dit jaar

Onze energievoorziening in feiten: mythes, nieuwtjes en kansen. Heleen de Coninck, 13 september 2011

Amsterdam 9 mei 2017 Guy Konings, Joulz

Samenvatting. economy.

Logistieke toepassingen van waterstof binnen Colruyt Group

Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer.

MANAGEMENT SAMENVATTING ENERGIERAPPORT 2008

Havenvisie 2030 Drechtsteden 5 april 2011

Cleantech Markt Nederland 2008

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les.

Na aardgas komt zonneschijn

Visie op Windenergie en solar Update 2014

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

De toekomst voorbereiden

Presenta/e door Jan de Kraker - 5 mei Energie in Beweging

3. Hoeveel tankstations in Vlaanderen beschikken thans over een vergunning voor CNG-levering? Graag een overzicht per provincie.

Invloed overheidsbeleid op de afzet van brandstoffen. Arno Schroten

FOSSIELE BRANDSTOFFEN

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

Fietsen scoort voor een beter klimaat.

CO 2 -uitstootrapportage 2011

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau, Dames en heren,

Energy Services heeft nieuws voor u!

Insights Energiebranche

Hernieuwbaar energie-aandeel in Vlaamse nieuwbouwprojecten Ontdek de zonnestroomoplossingen van SMA

Deze perskit bevat informatie over Ecofys, de geschiedenis van het bedrijf, de kenmerken, enkele feiten en cijfers en de belangrijkste activiteiten.

Transcriptie:

Relatiemagazine van ExxonMobil in de Benelux Jaargang 15, uitgave juni 2015 Onze energie, onze toekomst

Redactioneel Innoveren voor nu én later Hoe ontwikkelt onze energievoorziening zich? Het is een vraag die ExxonMobil voortdurend bezighoudt. Elk jaar resulteert dat in een nieuwe editie van de Outlook for Energy, onze langetermijnvisie op de energievoorziening van de toekomst. In dit nummer van Reflex treft u als rode draad enkele samenvattende passages uit de Outlook aan. Een van de belangrijkste conclusies is dat de mondiale energievraag tot 2040 enorm toeneemt. De hamvraag is: hoe gaan we die benodigde energie leveren? Vanuit onze jarenlange ervaring zoeken we continu naar nieuwe oplossingen op dit vlak. En investeren we volop in nieuwe technologieën voor de winning uit niet-conventionele bronnen. Zoals tight oil : olie gewonnen uit zeer dichte rotsformaties. En ook op het gebied van schaliegas zet ExxonMobil nog steeds volop stappen. Ondertussen verliezen we het nu niet uit het oog. De afgelopen jaren investeerden we flink in onze raffinaderijen en fabrieken in de Benelux. Zo startte onlangs in Antwerpen de bouw van de Delayed Coker Unit, die vanaf 2017 meer schone diesel voor de Europese markt produceert. En in Rotterdam investeerden we in de milieuprestaties en energie-efficiëntie van onze aromatenfabriek. Voor onze voortdurende investeringen in Vlaanderen ontvingen we eerder dit jaar de Lifetime Achievement Trophy van FIT, het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen. Bij het overhandigen van de prijs benadrukte de Vlaamse minister-president Geert Bourgeois het enorme economische belang van ExxonMobil voor Vlaanderen. In het interview-artikel geeft hij zijn visie over de concurrentiepositie van de Europese industrie, die onder druk staat door buitenlandse concurrentie en strenge regelgeving. Hierdoor zou de raffinagesector in Nederland haar koppositie wel eens kunen verliezen, zo concludeerde de Nederlandse branchevereniging VNPI na uitvoerig onderzoek. Tot slot: wie overtollige energie kwijt wil, wordt op zijn wenken bediend met de Best of Belgium Cycle Tour van Esso. Vijf prachtige, afwisselende routes door België, uitgestippeld door topwielrenners en geschikt voor fietsers van alle leeftijden. Veel lees- en wielerplezier! Mirjam de Leeuw 08 Interview Geert Bourgeois, Vlaamse ministerpresident 16 Outlook for Energy: de toekomst in beeld 20 Esso omarmt de wielersport Best of Belgium Cycle Tour Colofon Reflex is een uitgave van ExxonMobil in de Benelux, afdeling Public and Government Affairs. Adres Graaf Engelbertlaan 75, 4837 DS Breda Postbus 1, 4803 AA Breda E-mail bnl.publicaffairs@exxonmobil.com Verantwoordelijk uitgever in België Remko Kruithof ExxonMobil Petroleum & Chemical BVBA Polderdijkweg, 2030 Antwerpen Hoofdredactie Mirjam de Leeuw Teksten en redactie Textuur, Tilburg Redactie Franstalige versie Marina Cols Fotografie Fabrice Debatty, Stefan Dewickere, Jostijn Ligtvoet Fotografie, ExxonMobil e.a. Vormgeving Mervyn Hall, GPB Media Druk SMG-Groep Voor het (gedeeltelijk) overnemen van artikelen is toestemming van de redactie nodig. Het maken van fotokopieën is toegestaan voor educatieve doeleinden, alsook voor informatieverspreiding binnen organisaties. Aan de teksten in dit magazine kunnen geen rechten worden ontleend. Exxon Mobil Corporation heeft vele verbonden maatschappijen, waarvan vele de namen ExxonMobil, Exxon, Esso en Mobil bevatten. Gemakshalve en voor alle eenvoud worden deze termen evenals termen zoals maatschappij, bedrijf, onze, wij en zijn/haar soms gebruikt als verkorte verwijzing naar specifieke aangeloten ondernemingen of groepen. Dit doet evenwel geen afbreuk aan de onafhankelijkheid van de verschillende juridische entiteiten. Reflex wordt kosteloos verspreid onder geïnteresseerden in ExxonMobil in de Benelux. Een pdf-versie is beschikbaar op: www.exxonmobil.nl www.exxonmobil.be www.exxonmobil.lu 2 Reflex juni 2015

Voorbereidingen bouw DCU in volle gang Investeren in de toekomst Een grootscheepse omvorming van de raffinaderij en een flinke injectie voor de lokale werkgelegenheid: de bouw van de nieuwe Delayed Coker Unit (DCU) gaat niet ongemerkt aan Antwerpen voorbij. Als alles volgens planning verloopt, produceert de DCU eind 2017 meer schone transportproducten, zoals gasolie voor de scheepvaart en diesel voor de Europese markt. Reflex juni 2015 3

Enorme economische impact Tijdens de opening van de DCU benadrukte zowel de Vlaamse minister-president Geert Bourgeois als Joost Van Roost (presidentdirecteur van ExxonMobil Benelux) het grote economische belang van deze investering. Bourgeois sprak van een verblijdende dag voor ExxonMobil, Antwerpen én Vlaanderen; de investering van 1 miljard dollar versterkt de positie van de Antwerpse haven als s werelds tweede belangrijkste petrochemiecluster. Hetzelfde geldt volgens de Vlaamse ministerpresident voor de positie van Vlaanderen als Europees knooppunt voor schone brandstoffen. Van Roost benadrukte in zijn speech dat de bouw van de DCU bijdraagt aan de bevoorradingszekerheid in België. Ook de werkgelegenheid krijgt volgens hem een impuls: de investering verzekert meer dan duizend jobs tijdens de bouw en leidt op de langere termijn tot zo n zeventig permanente arbeidsplaatsen. Bovendien verzekert het de werkgelegenheid van duizenden jobs op de raffinaderij en bij de toeleverende bedrijven. 4 Reflex juni 2015

Investeren in de toekomst Peter Smolders, Startup Manager Afgelopen jaar ging de bouw van de Delayed Coker Unit (DCU) op de Antwerpse raffinaderij officieel van start. De nieuwe installatie zet zware, hoogzwavelige stookolie om in schonere olieproducten en transportbrandstoffen. Met deze forse investering van ruim 1 miljard dollar draagt ExxonMobil bij aan de groeiende energiebehoefte en bevoorradingszekerheid in België en in Noordwest-Europa. Ook beantwoordt de investering aan het tekort aan industriële capaciteit om zware stookolie om te zetten in producten als diesel. Bovendien levert het een flinke bijdrage aan de werkgelegenheid: de investering levert meer dan duizend jobs tijdens de bouw en op de langere termijn zo n zeventig permanente arbeidsplaatsen. En nog belangrijker: het verzekert de werkgelegenheid van duizenden jobs op de raffinaderij en bij de toeleverende bedrijven. Vijf voetbalvelden De eerste plannen voor de bouw van de DCU dateren uit 2009. Na een grondige voorbereidingsfase stelde Exxon Mobil Corporation in het voorjaar van 2014 formeel de financiële middelen beschikbaar voor de Antwerpse plannen voor de bouw van de DCU. Achter de schermen waren alle benodigde bouw- en milieuvergunningen op dat moment al geregeld, vertelt Startup Manager Peter Smolders. De voorbereidende fase is cruciaal in een project van deze omvang; tijdens de rit willen we verrassingen zoveel mogelijk vermijden. De nieuwe unit beslaat straks een gebied ter grootte van ongeveer vijf voetbalvelden. Die ruimte moet eerst vrijgemaakt worden. Het afgelopen jaar zijn we daarom druk bezig geweest met het ontmantelen van twee oude opslagtanks en het opbouwen van twee nieuwe tanks op een andere locatie, inclusief al het leidingwerk. Ook ging een kantoorgebouw tegen de vlakte én verplaatsten we zo n driehonderd kabels die dwars door het terrein liepen. Om een idee te geven van de omvang: op het hoogtepunt verleenden we gemiddeld honderd werkvergunningen per dag aan onderaannemers en waren er ongeveer 350 mensen aan het werk. Bouwen op locatie Inmiddels is het terrein helemaal vrijgemaakt. Dit voorjaar vonden de funderingswerken plaats, waarna in de zomer werd gestart met de prefabricage van de circa honderd modules waaruit de DCU bestaat. Dat gebeurt op locatie in Spanje en op Sicilië, vertelt Smolders. Daar worden de diverse modules volledig afgewerkt, tot de verlichtingsarmaturen en bekabeling aan toe. Vervolgens worden de diverse onderdelen vanaf volgend voorjaar per schip vervoerd naar Antwerpen, waar alle modules uiteindelijk aan elkaar worden verbonden. Op het hoogtepunt van de bouw, medio 2016, zullen in Antwerpen dagelijks zo n 1.200 mensen aan het werk zijn. De bouw van de DCU heeft ingrijpende gevolgen voor alle onderdelen van de raffinaderij. Mede dankzij de gedegen voorbereiding en de zeer gedetailleerde planning, verwachten we in de tweede helft van 2017 volledig operationeel te zijn. Veel aandacht voor veiligheid Een grootscheepse operatie als de bouw van de DCU vraagt (naast de al zeer strenge standaardvoorzieningen) om extra maatregelen op het gebied van veiligheid. De specifiek voor het project geformuleerde veiligheidsprocedures komen dagelijks aan de orde tijdens de werkbesprekingen. Daarbij geldt de afspraak dat er gedurende de eerste twee uren van de werkdag geen vergaderingen plaatsvinden, zodat werknemers gezamenlijk de vereiste veiligheidschecks en -procedures kunnen doorlopen. Medewerkers van onderaannemers die niet bekend zijn met de site, volgen voordat zij aan de slag gaan bovendien uitgebreide veiligheidsinstructies. Ook treft Exxon- Mobil de nodige fysieke veiligheidsmaatregelen. Zo is om de bouwplaats een omheining geplaatst; voor bezoekers gelden strenge toegangsprocedures. Ook zijn er tijdelijke verkeersmaatregelen van kracht op het raffinaderijcomplex, zoals eenrichtingsstraten en tijdelijk omgeleide of afgesloten fietspaden. Reflex juni 2015 5

6 Reflex juni 2015 Outlook for Energy

Vraag naar diesel stijgt sterk Energie voor transport De vraag naar energie voor commercieel transport neemt tot 2040 toe met 40%. Vooral de vraag voor het truckverkeer stijgt met 65% flink. Personenauto s worden steeds schoner; het aantal auto s verdubbelt, maar ook de efficiency neemt toe. Transport verdelen we onder in light duty transport (lichte voertuigen als personenauto s) en heavy duty transport (zoals vrachtwagens). De vraag naar energie voor light duty transport zien we na 2020 licht afvlakken. Het aantal lichte voertuigen neemt weliswaar spectaculair toe (de verwachting is dat het wereldwijde aantal personenauto s, bestelwagens en SUV s verdubbelt tot 1,8 miljard voertuigen), maar voortdurende innovatie zorgt er tegelijkertijd voor dat voertuigen in 2040 veel brandstofefficiënter zijn. Vooral het aandeel van hybride voertuigen neemt naar verwachting flink toe; zij combineren de reikwijdte en performance van een conventionele benzine- of dieselmotor met de efficiëntie van een elektrische aandrijving. Het aantal auto s dat op gas rijdt stijgt licht, maar hun aandeel blijft bescheiden. Hetzelfde geldt voor volledig elektrische auto s. Commercieel transport Kijken we naar heavy duty transport, dan valt de grote stijging in de absolute energievraag op; tot 2040 neemt die met maar liefst 65% toe. De wereldwijde economische groei zorgt voor steeds meer goederenstromen, en dat heeft zijn weerslag op de energievraag. Vooral de vraag naar diesel neemt toe; in 2040 is deze brandstof goed voor 80% van de totale energievraag voor dit type transport. Over de gehele linie blijven vloeibare brandstoffen populair: vanwege de prijs, de brede beschikbaarheid en de hoge energiedichtheid. Het aandeel van gas is ook hier bescheiden, al stijgt dit tot circa 10% van het totaal. 30 Transportation fuel demand by region MBDOE 10 25 40 75 Transportation fuel demand by sector MBDOE Rail Marine 160 120 Annual new LDV sales by type Million Electric/PHEV*/Fuel cell 20 50 Aviation Full hybrid 80 10 Heavy-duty Natural gas & LPG Diesel 25 40 Gasoline Light-duty 0 OECD32 China India Key Growth Rest of World 0 2000 2020 2040 0 2010 2020 2030 2040 *Plug-in hybrid electric vehicles Reflex juni 2015 7

De chemische industrie en life sciences zijn de sterkhouder van de industrie in Vlaanderen. Samen vertegenwoordigen de 470 leden-bedrijven van essenscia vlaanderen een omzet van 43 miljard euro en een toegevoegde waarde van ruim 8 miljard euro. Dit is goed voor één kwart van de industriële activiteit in Vlaanderen. De sector stelt bijna 60.000 mensen te werk. Bovendien genereert één directe job in de chemie 1,6 indirecte arbeidsplaatsen in andere sectoren. De voorbije tien jaar is de sector erin geslaagd zijn positie te versterken door onder meer continu te blijven zoeken naar efficiëntere productieprocessen, hoogwaardige, innovatieve producten en aangepaste businessmodellen. 8 Reflex juni 2015

De concurrentiepositie van de (chemische) industrie in België en Europa staat onder druk door toenemende buitenlandse concurrentie en strenge regelgeving. Volgens Geert Bourgeois, minister-president van de Vlaamse Regering, is regelgeving vaak noodzakelijk, maar mag zij tegelijkertijd geen onnodige drempels opwerpen voor innovatie of investeringen. We willen bedrijven maximaal bevrijden van administratieve lasten en regulitis. Geert Bourgeois, minister-president van de Vlaamse regering: Een competitief voordeel behouden vergt een continue inspanning Om het concurrentievermogen van de Europese industrie te behouden, is nood aan een gelijk speelveld met landen buiten de EU. Welke maatregelen gaat de Vlaamse regering nemen om het gelijk speelveld te waarborgen en het concurrentievermogen van bedrijven te vrijwaren? Vlaanderen scoort hoog op het vlak van energieen loonkosten. Plant de Vlaamse regering op dit vlak initiatieven? In het Vlaamse regeerakkoord hebben we de principes van no goldplating en level playing field sterk verankerd. Met de Vlaamse regering zien we erop toe dat beide principes centraal staan bij de omzetting van Europese regelgeving. We zullen voor belangrijke bestaande regelgeving evalueren waar Europa die regels vandaag niet volgt en waar nodig zullen we die bijpassen. Op die manier zorgen we ervoor dat we geen nodeloze concurrentiedrempels creëren binnen Europa. In het Vlaams regeerakkoord engageren we ons er ook voor om de energiekosten voor bedrijven competitief te houden. Zo zullen we in samen- werking met onze federale collega s systematisch de energiekosten voor industriële gebruikers vergelijken met de energiekosten in andere relevante landen en regio s. Daarnaast voeren we een energienorm in voor energie-intensieve bedrijven, die ervoor zorgt dat de som van de meerkosten en nettarieven niet hoger ligt dan in de buurlanden. Verder blijven we voorzien in de huidige maximale compensatieregeling voor de indirecte carbon leakage met middelen uit het klimaatfonds. Dreigen we de industrie niet te verliezen in Europa door toenemende regelgeving voor Europese bedrijven? Regelgeving mag niet altijd gezien worden als een bedreiging. Vaak zijn regels ook noodzakelijk om gemeenschappelijke afspraken te waarborgen, zoals bijvoorbeeld de bescherming van de gezondheid of het beperken van milieuhinder. Regelgeving is ook meermaals een belangrijke trigger geweest voor innovatie, waardoor we in een aantal bedrijfstakken exportkansen gecreëerd hebben voor Reflex juni 2015 9

sterke expertise. Het komt er dan ook op neer te zorgen voor goed onderbouwde en uitgewerkte standpunten, waarvoor eerst binnen België voldoende draagvlak moet zijn. Hierbij dienen we nog meer dan in het verleden te proberen zoeken naar mogelijke partners binnen het Europees besluitvormingsproces, om zo meer gewicht in de schaal te leggen. De input van stakeholders is in dit kader essentieel zodat ook de belangen van onze bedrijven meegenomen worden. We zetten dan ook volop in op constructief overleg met hen. Het aanvullen van ons economisch weefsel met buitenlandse investeringen is van levensbelang voor de Vlaamse economie. Europese bedrijven. Anderzijds moeten we er wel oog voor hebben dat onze regelgeving relevant is, geen nodeloze kosten creëert of drempels opwerpt voor innovatie of investeringen. Daarom is vertrouwen één van de drie pijlers van ons regeerakkoord: we willen bedrijven maximaal bevrijden van administratieve lasten en regulitis en onze overheid omvormen zodat ze kleiner en slagkrachtiger wordt, met een sterke focus op klantvriendelijkheid. Het is belangrijk als overheid een partner te zijn voor bedrijven én burgers zodat aan iedereen maximaal kansen gegeven kunnen worden. Het Vlaams regeerakkoord verwijst naar een level playing field en stelt uitdrukkelijk dat Vlaanderen EU-wetgeving niet zal goldplaten. Hoe kan Vlaanderen zijn stempel drukken op de besluitvormingsprocedures op EU-vlak teneinde bedrijfsvriendelijke standpunten in te nemen? Vlaanderen is natuurlijk een kleine regio, en heeft als zodanig geen grote formele kracht op Europees niveau. Anderzijds worden we op een aantal domeinen wel beschouwd als een regio met een Een van de sterktes van Vlaanderen is de aanwezigheid van de petrochemische cluster in Antwerpen. Hoe kunnen we dit competitief voordeel behouden? In de huidige mondiale economie is een competitief voordeel meestal gebaseerd op meerdere elementen. In Vlaanderen betreft het de aanwezigheid van bestaande infrastructuur, de vlotte interconnectiviteit vanuit de haven, de aanwezigheid van bedrijven die grondstoffen aanleveren voor andere, de flexibele inzetbaarheid van werknemers, de Europese uitstraling door meertaligheid en openheid naar nieuwe afnemers, de maatregelen om de loonkost te doen dalen, het hoge opleidingsniveau dat ons onderwijs biedt, de interessante formules om octrooien te registeren, et cetera. Een competitief voordeel behouden vergt dus een continue inspanning zodat omstandigheden, productiviteit en kosten onder controle gehouden worden en geoptimaliseerd. We verhogen de competitiviteit en behouden en realiseren jobs door de indexsprong in 2015 en de vervroeging van de lastenverlaging uit het competitiviteitspact, zoals vastgelegd in het federale regeerakoord, en door de loonstop in 2015 en loonmarge in 2016. Via het doelgroepenbeleid zetten we in op jobs voor jongeren, 55-plussers en mensen met een arbeidshandicap. De fiscale druk van de onroerende voorheffing voor bedrijven met een machinepark wordt verminderd. Het kostenefficiënter energiebeleid resulteert in een beperking van de energiefactuur. Welke strategie is voorzien ten aanzien van buitenlandse investeerders? Het aanvullen van ons economisch weefsel met buitenlandse investeringen is van levensbelang voor de Vlaamse economie. Mijn beleidsnota somt daarom een ruime reeks elementen op die de strategie vormen voor een beleid dat nieuwe 10 Reflex juni 2015

internationale investeerders aantrekt. Zo willen we potentiële investeerders sneller detecteren en intensiever opvolgen in het buitenland, zetten we in op clustervorming en slimme specialisatie als focus voor ons acquisitiebeleid, werken we aan meer aangepaste incentives en vereenvoudigen we de formaliteiten om in onze regio te investeren (zoals de omgevingsvergunning), investeren we in een investeringsvriendelijk eco-systeem met verlaging van de loonkosten, vlottere visa-formaliteiten en lagere energiekosten. Nederland en Vlaanderen hebben een gezamenlijke chemiestrategie. Is hier al een concrete output? Wat betreft onze gezamenlijke chemiestrategie vinden we het belangrijk nieuwe investeringen in onze regio aan te trekken. Dit is een werk van lange adem. En iedere investering in één van onze regio s is er ongetwijfeld één voor de bredere Europese markt waar zowel Vlaanderen als Nederland baat bij hebben. Zo is de recente investering van ExxonMobil in de haven van Antwerpen in ieder geval een concreet voorbeeld van hoe onze regio s interessant blijven voor internationale bedrijven. De recente investering in de Antwerpse raffinaderij toont aan dat ExxonMobil wil bijdragen aan de bevoorradingszekerheid in de EU. Volgens ExxonMobil s Outlook for Energy zal de vraag naar diesel in de komende jaren blijven stijgen. Hoe ziet u de rol van fossiele energiebronnen voor de toekomst? Op termijn hebben wij de ambitie volledig over te schakelen naar hernieuwbare brandstoffen. Op kortere termijn is dit niet mogelijk wegens technische en economische beperkingen. Dit betekent ook dat we nu in een overgangsfase zitten. Hierin moeten we ten eerste inzetten op innovatie en investering in een kostenefficiënte verhoging van het aandeel hernieuwbare energie. Daarnaast is het belangrijk om ons te concentreren op innovatie en investeringen die resulteren in een meer optimaal gebruik van de voorraden aan fossiele brandstoffen die de komende decennia nog aanzienlijk onze energiebevoorrading moeten verzekeren. Klimaatverandering is een wereldwijd probleem. Wat kan Europa, en meer specifiek een kleine regio als Vlaanderen, nog zelf bijdragen? Volgens het IEA zal de CO 2 -uitstoot binnen Europa in 2035 slechts 8% van de mondiale uitstoot bedragen... Het is inderdaad zo dat de aandacht zich niet enkel moet richten tot Europa, maar tot de hele wereld. Landen in ontwikkeling groeien zo snel dat hun relatieve bijdrage aan de wereldwijde CO 2 -emissie sterk toeneemt. Anderzijds is het ook onze verantwoordelijkheid de nodige inspanningen te leveren. Uiteraard hopen we in de eerste plaats dat er een mondiaal klimaatakkoord komt dat tijdens de 21ste conferentie van de partijen van UNFCCC in Parijs in december 2015 kan worden afgerond. Vlaanderen wil binnen de Europese Unie en op mondiaal vlak bijdragen aan het realiseren van deze doelstellingen. Dit op een realistische en kostenefficiënte wijze zonder de uiteindelijke ambitie uit het oog te verliezen. De zorg voor het klimaat vormt een belangrijke trigger voor innovatie die exportkansen mogelijk maakt. De zorg voor het klimaat vormt een belangrijke trigger voor innovatie die exportkansen voor Europese bedrijven in een aantal bedrijfstakken mogelijk maakt. Ons koploperschap op het vlak van klimaat zorgt ervoor dat onze bedrijven hier goed geplaatst zijn om hier maximaal van te profiteren. We stellen vast dat ook in landen zoals China langzaamaan meer aandacht wordt besteed aan klimaatproblemen, met belangrijke investeringen tot gevolg. Onze regelgeving heeft onze bedrijven een voorsprong gegeven om nieuwe diensten aan te bieden in die landen. De federale overheid zal samen met de gewesten een energievisie ontwikkelen die moet resulteren in een energiepact. Hoe ziet Vlaanderen zo n energiepact? Het klopt dat een langetermijnvisie voor ons energiesysteem noodzakelijk is, en dat daarbij economische, sociale en ecologische belangen in beschouwing moeten genomen worden. Op basis van deze visie kunnen we de transitie naar een nieuw energiesysteem grondig voorbereiden. In deze overgang zal er nog een rol weggelegd zijn voor fossiele brandstoffen. Een dergelijk energiepact dient de noodzakelijke stabiliteit te garanderen voor essentiële investeringen in energie-efficiëntie, energieproductie, energietransformatie en energieopslag en -transport. Reflex juni 2015 11

Outlook for Energy 200 Gas demand by region and supply type BCFD 150 100 10 40 25 LNG imports Pipeline imports Local unconventional production Local conventional production 50 0 North America Latin America Africa Europe Russia/ Middle Asia Caspian East Pacific 12 Reflex juni 2015

Energie uit verschillende bronnen Olie en gas: ruim voldoende voorraden. Steeds meer energie uit niet-conventionele bronnen. Handel speelt belangrijke rol. De productie van conventionele olie neemt tussen 2010 en 2040 naar verwachting gestaag af. Tegelijkertijd zorgen technologische innovaties ervoor dat schattingen over de totale olievoorraden sinds het jaar 2000 steeds naar boven worden bijgesteld. Technologische doorbraken Nieuwe technologieën zorgen daarnaast voor een toenemende productie uit niet-conventionele energiebronnen, zoals diepwater, oliezanden en schalie-olie ( tight oil ). Vooral deze laatste categorie (gewonnen uit zeer dichte rotsformaties) is een mooi voorbeeld van hoe technologische doorbraken kunnen leiden tot groeiende voorraden; maakte schalie-olie in 2010 nog voor minder dan 1% uit van de totale mondiale voorraden aan vloeibare brandstoffen, in 2040 is dat 7% een groei met een factor 15. Opvallend is verder de toename van het aandeel van Natural Gas Liquids (NGL s) als ethaan, propaan en butaan, die tegelijk met gewoon aardgas worden gewonnen. Vooral in de VS en het Midden-Oosten groeit de productie van deze NGL s. Grote rol voor handel De wereldhandel speelt een belangrijke rol binnen de wereldwijde behoefte aan olie en andere vloeibare energiebronnen. Het Midden-Oosten en Russisch-Kaspische regio blijven dominant in de olie-export, terwijl de regio s Azië-Pacific en Europa de grootste importeurs blijven. Opvallend is wel de verandering in Noord-Amerika; die regio verandert vanaf 2020 in een netto-exporteur van energie. Deze verandering wordt veroorzaakt door de groei van de onconventionele olie- en gaswinning in de VS en de winning uit oliezanden in Canada. 120 80 40 World liquids supply by type MBDOE Biofuels Other NGLs Tight oil Oil sands Deepwater New conventional C&C 45 30 Liquids production and demand by region MBDOE 20 30 40 Biofuels Other NGL Tight Oil Oil Sands Deepwater New Conventional Base Conventional Demand 0 2000 2020 2040 Developed conventional C&C 15 10 30 40 0 North America Latin America Africa Europe Russia/Caspian Middle East Asia Pacific Reflex juni 2015 13

Erkenning voor inzet van medewerkers en langetermijnvisie ExxonMobil ontvangt Lifetime Achievement Trophy 14 Reflex juni 2015

Vlaanderen waardeert het engagement van Exxon Mobil. Dat blijkt uit de toekenning van de tweede Lifetime Achievement Trophy aan onze onderneming. De prestigieuze prijs, een initiatief van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen (FIT), vormt een kroon op onze langdurige aanwezigheid in België. ExxonMobil ontving de trofee eerder dit jaar uit handen van de Vlaamse ministerpresident Geert Bourgeois. Buitenlandse investeerders die een bijzondere bijdrage leveren aan de Vlaamse economie, werkgelegenheid en welvaart, bekronen voor hun jarenlange investeringspolitiek: met dat doel riep FIT in 2013 de Lifetime Achievement Trophy in het leven. Nadat de prijs twee jaar geleden werd uitgereikt aan farmaceutisch bedrijf Johnson & Johnson, mocht ExxonMobil begin februari de tweede Lifetime Achievement Trophy in ontvangst nemen. In zijn speech benadrukte de Vlaamse minister-president Bourgeois het belang van buitenlandse bedrijven als ExxonMobil voor Vlaanderen. Bedrijven van buitenlandse oorsprong zijn cruciaal voor de tewerkstelling en toegevoegde waarde in Vlaanderen. Deze trofee is een blijk van erkenning en waardering voor het engagement van Exxon- Mobil hier. Joost Van Roost, President-directeur van Exxon- Mobil Benelux, toonde zich uitermate verheugd over de toekenning. We zijn trots dat we deze prijs mogen ontvangen. Het is een belangrijke erkenning voor onze langetermijnvisie en weloverwogen aanpak van investeringen, maar de prijs huldigt ook het harde werk en de inzet van onze medewerkers. Van Roost benadrukte dat Vlaanderen beschikt over sterke troeven, maar dat de regio wel concurrerend moet blijven. Wij investeren nog steeds fors in Vlaanderen en verzekeren daarmee hoogwaardige jobs en economische activiteit voor de lange termijn. Tegelijkertijd drukken de hoge kosten van arbeid, energie en Europese wetgeving op het concurrentievermogen van de regio. Er moet voorkomen worden dat de kosten hier hoger zijn dan elders. Exxonmobil blijft investeren in Vlaanderen De economische betekenis van ExxonMobil voor Vlaanderen gaat terug tot 1891, toen Amerikaanse, Belgische en Nederlandse zakenlieden een overeenkomst sloten om petroleum op de markt te brengen. Antwerpen behield in de loop der jaren zijn spilfunctie voor de onderneming, en anno 2015 bezit ExxonMobil in de regio onder meer een raffinaderij, drie chemische fabrieken en een brand stofdepot. Ook bevinden zich in Vlaanderen het hoofdkantoor voor Europa, Afrika en het Midden- Oosten en het Europese technologiecentrum voor onderzoek en ontwikkeling. In België leveren we rechtstreeks werk aan ongeveer 2.200 mensen (en indirect aan een veelvoud hiervan). Het afgelopen decennium investeerden we meer dan 2 miljard dollar in Antwerpen om te kunnen voldoen aan de Europese vraag naar brandstoffen en andere producten. Ook op dit moment investeert ExxonMobil in de Antwerpse raffinaderij; op het terrein ging vorig jaar in oktober de bouw van de Delayed Coker unit (DCU) van start (zie pagina 3). Met deze investering is een bedrag van ruim 1 miljard dollar gemoeid. Reflex juni 2015 15

Outlook for Energy: de toekomst in beeld Tegemoetkomen aan de energievraag van morgen met veilige, betrouwbare en betaalbare oplossingen die het milieu minimaal belasten: dat is de uitdaging waar ExxonMobil voor staat. Voortdurend investeren en doel gericht innovatie spelen daarbij een belangrijke rol. ExxonMobil s jaarlijkse energieprognose, de Outlook for Energy, helpt bij het maken van de juiste keuzes. 16 Reflex juni 2015

Reflex juni 2015 17

Outlook for Energy: de toekomst in Tot 2040 neemt de mondiale vraag naar energie toe met maar liefst 35 procent. De voornaamste oorzaken zijn de toename van de wereldbevolking, de wereldwijde groei van de middenklasse, en de verdere expansie van opkomende economieën. Energiemix: gasgebruik stijgt fors Van mobiliteit tot communicatie, van de gebouwen waarin we wonen en werken tot de voedselvoorziening: energie speelt een onmisbare rol in het dagelijks leven en bij economische en sociale vooruitgang. Dat gegeven laat zich de komende kwart eeuw extra nadrukkelijk gelden nu de wereldbevolking tussen 2010 en 2040 groeit met naar verwachting 2 miljard mensen. Steeds meer mensen behoren tot de middenklasse; telde de middenklasse in 2010 nog zo n 2 miljard mensen, in 2030 zijn dat er al bijna 5 miljard. Vooral in opkomende economieën als India, China en Brazilië is de welvaartsgroei enorm. De groei van de middenklasse leidt tot een toenemende vraag naar zaken als elektrische apparatuur en auto s. Ook de toenemende verstedelijking en verbetering van infrastructuur leiden tot een flink stijgende energievraag. Vooral de vraag naar elektriciteit neemt fors toe: van minder dan 200 biljard BTU in 2010 tot bijna 300 biljard BTU in 2040 (1 BTU staat gelijk aan ongeveer 290 kilowattuur). Kijken we naar de mondiale energiemix van 2040, dan zien we dat fossiele brandstoffen daarbinnen nog steeds een prominente rol spelen. De verwachting is dat olie de belangrijkste energiebron blijft; de vraag neemt tot 2040 toe met ongeveer 30%. Die stijging komt vooral op het conto van het commercieel transport: toenemende economische activiteit stuwt de vraag naar diesel en kerosine omhoog. Ook stijgt de vraag naar grondstoffen vanuit de chemische industrie. De vraag naar gas neemt toe met maar liefst 65%, waarmee het in 2040 na olie de belang rijkste bron van energie is. De groeiende populariteit wordt vooral veroorzaakt door de toenemende vraag vanuit nutsbedrijven en de industrie, die onder meer voor gas kiezen vanwege de lage emissies. Ook het commercieel transport ontdekt tot 2040 de voordelen van gas als brandstof. Op de derde plek in de energiemix vinden we kolen terug, alhoewel het aandeel van deze brandstof daalt van circa 25% GDP Population 160 21 1400 Rest of World 18 120 15 Het volledige rapport van de Outlook for Energy 2015 is beschikbaar op www.exxonmobil.com/ energyoutlook en de ExxonMobil app. Energy demand Trillion 2010$ Billion Meer weten? Key Growth Quadrillion BTUs 1200 1000 Energy savings India 12 China 80 800 Rest of World 600 9 Key Growth Rest of World 6 Key Growth 400 40 India 3 India OECD32 China 200 China OECD32 0 2000 2020 2040 Source: United Nations and ExxonMobil 18 Reflex juni 2015 OECD32 0 0 2000 2020 2040 2000 2020 2040

beeld in 2010 tot minder dan 20% in 2040. Die daling komt vooral voor rekening van China, dat in toenemende mate zal kiezen voor schonere brandstoffen. Op aanzienlijke afstand van olie, gas en kolen wordt de energiemix gecompleteerd door energie uit biomassa, kern-, wind- en zonne- en geo thermische energie. Bill Colton Open dialoog Meer efficiëntie De forse toename van de energievraag, met 35%, gaat hand in hand met toenemende efficiëntie in het energieverbruik; laten we de efficiencywinst buiten beschouwing, dan zou de energievraag tussen 2010 en 2040 toenemen met maar liefst 140%. Strengere regelgeving, energiebesparende technologieën en hernieuwbare brandstoffen zorgen ervoor dat de groei van de CO2-emissies verder afvlakt. In de OECD-landen ligt de uitstoot in 2040 zo n 10% onder de niveaus van 1980, ondanks de significante groei van de bevolking (met 40%) en de economieën. De Outlook for Energy is een behulpzaam instrument om burgers, ondernemingen en overheden meer inzicht te bieden in de factoren die de m ondiale energievraag beïnvloeden. Zo bespreken we ook dit jaar onze energieprognose weer via lezingen en deelname aan debatten. In Brussel vond onlangs weer de traditionele energy for breacfast -sessie plaats in business club De Warande, met deel nemers uit het bedrijfsleven, brancheorganisaties en overheden. Bill Colton, Global Vice President Corporate Strategic Planning, gaf een uitgebreide toelichting op de de belangrijkste trends waarmee de wereld tot 2040 op energiegebied te maken krijgt. President-directeur Joost Van Roost van ExxonMobil Benelux plaatste de besproken cijfers en ontwikkelingen in een Europese context. Hij belichtte onder meer het energiebeleid van de EU en de E uropese concurrentiepositie. Het volledige rapport van de 2015 Outlook for Energy is beschikbaar op www.exxonmobil.com/ energyoutlook en de ExxonMobil app. 5 Joost Van Roost Middle class by region 2040 global demand by fuel Billion people Quadrillion BTUs Energy-related CO2 emissions Billion metric tonnes 250 40 0.8% Rest of World 4 200 2010 Average annual growth rate Rest of World 1.6% 30 Key Growth Key Growth 150 3 0.1% India 20 China 100 2 China India 0.5% 2.3% 10 50 1 5.8% 1.8% OECD32 OECD32 0 0 2010 2030 0 Oil Gas Coal Biomass Nuclear Solar/ Hydro/ Wind/ Geo Biofuels 2000 2020 2040 Source: The Brookings Institution Reflex juni 2015 19

WM2 NL Esso omarmt de wielersport Fiets mee in de Best of Belgium Cycle Tour. Treed in de sporen van de nationale wielerploeg. Schrijf u in op esso.be/bestofbelgium Esso, Wielerliefhebbers trotse sponsor van de de nationale kans geven Belgische om wielerploeg. zelf per fiets het mooie Belgische landschap te verkennen: dat is de gedachte achter de Esso Best of Belgium Cycle Tour, die ExxonMobil samen met de Koninklijke Belgische Wielrijdersbond (KBWB) tot eind september aanbiedt. Diverse Belgische wielerprominenten verbinden hun naam aan het initiatief. ExxonMobil wil op deze manier haar imago in de regio verder uitbouwen en haar Esso-merk ondersteunen. Johan Museeuw 28 km/h 20 Reflex juni 2015

Op 27 april introduceerden Sofie De Vuyst en Johan Museeuw de campagne samen met Esso en de KWBW aan de media. België en wielrennen: ze vormen sinds mensenheugenis een onafscheidelijk duo. Het afwisselende Belgische landschap met zijn kasseienstroken, glooiende heuvels en winderige kusten spreekt tot de verbeelding van wielerliefhebbers over de hele wereld. ExxonMobil en de KWBW haken hierop in door vijf Belgische wielrenners (Johan Museeuw, Sofie De Vuyst, Jolien D hoore, Peter van Petegem en Ludo Dierckxsens) te vragen om een route uit te stippelen. Het resultaat: de Best of Belgium Cycle Tour, een tourrit in vijf routes voor iedereen die België per fiets wil verkennen. De routes door kruisen onder meer de Vlaamse Ardennen, de Kempen en De Meren van l Eau d Heure. De moeilijkheidsgraad van de routes verschilt, zodat iedereen van enthousiaste beginneling tot ervaren tourrijder aan zijn trekken komt. Ook qua lengte sluiten de routes aan bij de verschillende niveaus van de deelnemers: van 40 kilometer voor fietsende families tot zo n 120 kilometer voor de geoefende recreant. Fietsers die zich inschrijven via de bijbehorende campagnewebsite maken kans op fraaie prijzen, zoals fietsen van de nationale Belgische junioren wielerploeg, gesigneerde fietstruien of GoProcamera s. Daarbij geldt: hoe vaker iemand deelneemt, hoe groter de kans op een prijs. De routes zijn geopend vanaf 8 juni; liefhebbers kunnen ze tot en met 30 september fietsen, in eigen tijd en op eigen tempo, waarna de prijsuitreiking volgt. Lokale betrokkenheid Esso is al jaren trotse sponsor van de KBWB, het Belgian Cycle Team, en de wielersport in het algemeen. Met dit nieuwste initiatief wil ExxonMobil recreanten stimuleren om er vaker op de fiets op uit te trekken. Ook wil ExxonMobil met dit soort acties een positieve bijdrage leveren aan het welzijn van de lokale regio s waarin het bedrijf opereert. We zijn erg betrokken bij de gemeenschappen waarin we als bedrijf actief zijn, benadrukt Jean-Georges Oberlé, directeur groothandel Esso-huisbrandolie en -brandstoffen voor Europa en Afrika. Buiten onze economische activiteiten willen we ook initiatieven als deze tour promoten die iets extra s bieden aan de inwoners en onze klanten. Wielrennen kan het uiterste eisen van de profrenner, en hiervoor zijn discipline en gedrevenheid nodig. Dat zijn waarden die ook wij hoog in het vaandel dragen en waar ons personeel ook achter staat. Imagocampagne Uiteraard is een nevendoel van deze zomercampagne om ExxonMobil s producten met het Esso-merk (brandstoffen en huisbrandolie) extra onder de aandacht te brengen. Met de actie, en de bijbehorende promotie via social media en andere kanalen, ondersteunt ExxonMobil de Esso-merkverdelers en -tankstations in België. Zo staan de tankstations in de campagnekleuren en ontvangen geïnteresseerde klanten bij hun Esso-verkooppunt een boekje met daarin uitgebreide beschrijvingen van de vijf routes. Inschrijven is mogelijk via www.esso.be/bestofbelgium #BestofBelgiumTour Reflex juni 2015 21

Onderzoek ECN: strenge wetgeving ondermijnt concurrentiepositie Koppositie Nederland Welke invloed heeft toekomstige emissiewetgeving op de concurrentiepositie van de Nederlandse raffinagesector? Met die vraag gingen energieonderzoeksbureau ECN en Wood Mackenzie aan de slag in opdracht van de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI). Het goede nieuws: de Nederlandse raffinage-industrie loopt voorop in Europa met het terugdringen van industriële emissies. Tegelijkertijd dreigt een onzekere toekomst als Nederland de al strenge Europese wetgeving nog strenger gaat interpreteren dan andere landen. Nu zich vooralsnog geen betaalbare alternatieven aandienen die op grote schaal kunnen worden toegepast, blijft olie de komende decennia naar verwachting wereldwijd de belangrijkste transportbrandstof (zie ook pagina 18). Tegelijkertijd staat de Nederlandse raffinagesector onder druk; de vraag neemt hier af en de concurrentie vanuit het buitenland wordt groter. Zo plukken Noord- Amerikaanse raffinaderijen de vruchten van de ontwikkelingen op het gebied van schalie-olie ( tight oil ) en gas ( shalegas ). Nieuwe raffinagecapaciteit zorgt ervoor dat het Midden-Oosten profiteert van goedkope ruwe olie. En ook de Russische raffinagesector wordt een grote concurrent nu steeds meer raffinaderijen worden gerenoveerd. Meerdere scenario s De onderzoekers brachten in kaart wat de Nederlandse raffinaderijen al hebben gepresteerd op het gebied van emissiereducties. Hieruit blijkt dat Nederland een koploper is als het gaat om milieuprestaties. Hetzelfde geldt voor België en de VS; ook die landen behoren tot de voorhoede wat betreft hun nationale emissieprofielen. In landen als Duitsland en Frankrijk liggen de emissieprofielen echter vele malen hoger, net als in andere concurrerende landen buiten Europa en de VS. Een vreemd beeld, als je bedenkt dat alle Europese landen in principe aan dezelfde milieuregels onderhevig zijn. Hoewel de Nederlandse raffinagesector op het gebied van milieu nu al goed presteert, zijn er stringente milieumaatregelen benoemd die moeten leiden tot aanvullende emissiereducties. Naar aanleiding van gesprekken met de betrokken autoriteiten, identificeerden de onderzoekers maatregelen die voor toekomstig beleid relevant zijn. Vervolgens onderzochten zij in meerdere scenario s de effecten van deze beoogde emissie-wetgeving. Hier werd onderscheid gemaakt tussen meer en minder strenge implementatie van Europese regels in Nederland. 22 Reflex juni 2015

in gevaar? In het Basic Plant Scenario (BPS) werd gerekend met de emissiewaarden zoals die waarschijnlijk in de toekomstige Europese wet- en regelgeving staan omschreven. Volgens het BPS is er sprake van een emissiedaling als gevolg van een lagere benutting van de capaciteit. Het BPS diende als uitgangspunt voor het Stringent Plant Scenario (SPS), waarin werd uitgegaan van een strengere (Nederlandse) interpretatie van Europese wet- en regelgeving. Dit leidt tot 1,33 miljard euro aan extra investeringskosten voor de sector. Onze industrie loopt al voorop en is daar terecht trots op. Het is nu zaak dat de achterblijvende Europese landen stappen zetten om de achterstand in te lopen. Dan kunnen wij weer op een gelijk speelveld gaan werken. Wij hopen dan ook dat de Nederlandse overheid hier de nodige aandacht aan zal geven, aldus VNPI directeur Margaret Hill. Het volledige rapport Refinery Emissies in a Competitive Perspective is beschikbaar op www.vnpi.nl. (Engelstalige en Nederlandstalige versie) Verslechterende concurrentiepositie De zeer hoge kosten die gepaard gaan met streng geïmplementeerde maatregelen hebben zo concluderen de onderzoekers een duidelijk negatief effect op de concurrentiepositie van de Nederlandse raffinagesector. Gevolg is dat de sector steeds minder bijdraagt aan de toegevoegde waarde van Nederland. Wil Nederland haar sterke raffinaderij-sector behouden en in het bijzonder de inkomsten en werkgelegenheid die door de sector worden gecreëerd, dan zullen overheid en industrie een balans moeten vinden in het streven naar zowel economische als milieuprestaties. VNPI-studie bevestigt visie ExxonMobil ExxonMobil waarschuwt al langer voor de factoren die de Europese raffinagesector bedreigen. Naast overcapaciteit en stevige concurrentie uit andere werelddelen, is vooral de strenge Europese (milieu)wetgeving nadelig voor de raffinage-industrie. Uiteraard juicht ExxonMobil het toe dat de emissies verder afnemen, maar tegelijkertijd vormt het feit dat Nederland de toch al strenge Europese richtlijnen vaak strenger interpreteert een extra concurrentienadeel voor de Nederlandse sector. De VNPI-studie bevestigt in dit opzicht de visie van ExxonMobil: strengere milieuen veiligheidseisen zouden de concurrentie positie van de Nederlandse raffinagesector verder uithollen. Dat zou een kwalijke zaak zijn, gezien het grote belang van de sector; met een toegevoegde waarde van 1,9 miljard euro aan de Nederlandse economie, telt de Nederlandse raffinage-industrie rond de 4.100 vaste banen en werken nog eens ongeveer 2.200 aannemers op dagelijkse basis voor de raffinaderijen. Reflex juni 2015 23

24 Reflex juni 2015

Liquid Isoformer verbetert milieuprestaties en energie-efficiëntie Aromatenfabriek klaar voor de toekomst Na een intensieve maar vlekkeloze voorbereiding nam de Rotterdam Aromatics Plant (RAP) begin dit jaar de Liquid Isoformer in gebruik. Het opleveringsmoment van het Rotterdam Liquid Isoformer Project (RLIP) werd opgeluisterd door Neil Chapman, President van ExxonMobil Chemical. Met het doorknippen van een lint stelde hij de nieuwe installatie voor de productie van paraxyleen (een belangrijke grondstof voor de productie van onder meer polyester en petflessen) officieel in werking. De nieuwe installatie verbetert de milieuprestaties en energie-efficiëntie van de fabriek. Het afgelopen jaar werd een nieuwe reactor gebouwd, die volledig is geïntegreerd in de bestaande fabriek. De innovatieve, gepatenteerde technologie is gebaseerd op een alternatieve manier van chemische omzetting en levert de aromatenfabriek een aanzienlijke energiebesparing op. Een primeur bovendien, want het werkings principe werd hiervoor nog nooit eerder in de industrie toegepast. Ook is de toegepaste katalysator de eerste die, sinds de fusie tussen Exxon en Mobil in 1999, volledig in eigen beheer is ontwikkeld. Mede hierdoor kreeg het project veel aandacht vanuit de gehele organisatie. Reflex juni 2015 25

26 Reflex juni 2015 Outlook for Energy

Energie voor elekriciteitsopwekking Maar liefst 85% bedraagt tot 2040 de toename van de vraag naar elektriciteit. Vooral vanuit de industrie stijgt de vraag flink. Gas wordt steeds belangrijker voor energieproducenten. De wereldwijde vraag naar elektriciteit stijgt naar verwachting met 85% tot 2040. De basisvraag daalt (dankzij voortdurende efficiencyverbetering in alle sectoren), maar de vraag vanuit de industrie stijgt sterk. Verder zien we dat de stijgende vraag naar elektriciteit niet zozeer samenhangt met de toename van de wereldbevolking, maar vooral met de toenemende welvaart; de sterk groeiende middenklasse stuwt de vraag omhoog. Kijken we naar de elektriciteitsvraag per regio, dan zien we dat deze in Europa en de VS tot 2040 afvlakt; de groei zit met name in (vooral) China, India en andere opkomende economieën. Gas: relatief goedkoop en schoon Voor de opwekking van deze elektriciteit doen energieproducenten een steeds groter beroep op gas; deze brandstof kent relatief lage kosten en scoort goed als het gaat om CO 2 -emissies. Het voordeel ten opzichte van hernieuwbare bronnen als wind- en zonne-energie is bovendien dat gas altijd breed beschikbaar is. Vooral in groeilanden als Brazilië, Zuid-Afrika, Iran en Mexico neemt het aandeel van gas sterk toe. Minder kolen, meer kernenergie Kolen worden steeds minder populair in de OECD-landen vanwege stringente milieuwetgeving. Ook in China neemt het aandeel van kolen in de elektriciteitsproductie af, maar pas na 2025. Tegelijkertijd groeit in China het aandeel van kernenergie tot 20% in 2040, en ook in de groeilanden wint kernenergie aan populariteit. India blijft voor de elektriciteitsproductie in grote mate afhankelijk van kolen. 40 Electricity demand Thousand TWh 10 Electricity demand by region Thousand TWh 2014 40 Global electricity supply Thousand TWh China 30 Improved standard of living 8 30 Gas 20 Population growth Industrial growth 6 Key Growth U.S. 20 Coal 4 Europe 10 Base demand 2 India 10 Nuclear Wind & Solar Other renewables 0 2010 2020 2030 2040 0 1980 2010 2040 0 Oil 2000 2020 2040 Reflex juni 2015 27

Huis van de Chemie nieuwste aanwinst EIC Mainport Rotterdam Spelenderwijs kennismaken met de haven Met zijn enorme bedrijvigheid, gigantische industriecomplexen en olietankers met een lengte van drie voetbalvelden, spreekt het Rotterdamse havengebied tot ieders verbeelding. Toch weten veel mensen niet hoeveel verschillende beroepsmogelijkheden deze toegangspoort tot Europa te bieden heeft. In het EIC Mainport Rotterdam maken jaarlijks ruim twintigduizend leerlingen uit hele land kennis met de veelzijdigheid van het werk in de haven. ExxonMobil is een van de drijvende krachten achter de populaire interactieve expositie. 28 Reflex juni 2015

Zo n 240 middelbare scholieren uit Sneek overspoelen deze vrijdagochtend de permanente havenexpositie van het Educatief Informatie Centrum (EIC) Mainport Rotterdam. Een groepje leerlingen heeft plaatsgenomen in de levensechte patrouilleboot van de Havenpolitie. Via een simulatie ervaren ze hoe het is om door het havengebied te manoeuvreren. Iets verderop heeft een andere durfal plaatsgenomen in de zwartlederen stoel van de kraanmachinist, waar hij ingespannen probeert de containers op de juiste plek te krijgen. En de mini-raffinaderij wordt vanachter twee grote schermen bestuurd door twee procesoperators in de dop. Als ze bij een van de stappen aanvankelijk de verkeerde optie kiezen, klinkt er een alarm en ontsnapt er rook. Huis van de Chemie De nieuwsgierigheid van de leerlingen wordt flink geprikkeld in de permanente tentoonstelling van het EIC, waar de petrochemische industrie ruim is vertegenwoordigd. Ook de nieuwste aanwinst, het mede door ExxonMobil gesponsorde Huis van de Chemie, mag vanochtend rekenen op flinke belangstelling. Onder de noemer Chemical Scene Investigation gaan leerlingen in het huis op onderzoek uit en beantwoorden ze vragen via drie gigantische touchscreens. Hoe worden rubberbanden gemaakt? Hoeveel chemische bestanddelen bevat een lipstick? Als ware onderzoekers ontdekken de leerlingen spelenderwijs hoezeer chemie ons dagelijks omringt. Van hamburger tot smartphone, van medicijn tot meubel: zonder de producten van de chemische industrie zou ons leven er heel anders uitzien. Belangrijk wervingskanaal Jonge mensen spelenderwijs kennis laten maken met de zeer uiteenlopende kanten van het werken in de haven: het is al twintig jaar de kracht van het EIC. Jaarlijks bezoeken zo n 22.000 leerlingen uit het hele land het centrum. Daarmee is het een belangrijk initiatief voor de bedrijven in de haven, die nog steeds volop behoefte hebben aan goede technische, operationele en logistieke medewerkers. In het centrum zelf worden de leerlingen bijgepraat door enthousiaste gidsen: vrijwilligers die zelf in de havenindustrie hebben gewerkt en die boeiend kunnen vertellen over hun specialisme. Ook kunnen de jeugdige bezoekers de expositie doorlopen aan de hand van een uitgebreide vragenlijst. Educatie en ontspanning gaan hier hand in hand. Het centrum verzorgt verder gastlessen en biedt uitgebreide achtergrondinformatie voor scholieren en studenten die een werkstuk of scriptie schrijven. Chemie is overal Inmiddels heeft zich een nieuw groepje leerlingen verzameld rondom de touchscreens in het Huis van de Chemie. Enthousiast overleggen ze over de vragen die op het scherm verschijnen. Zoals de vraag in welke voorwerpen uit het dagelijkse leven chemie is verwerkt: in schoonmaakmiddelen, in kleding en auto s, of in ál deze producten? Het juiste antwoord laat zich raden. Chemie is overal, en met die bagage in hun schooltas keren de leerlingen aan het einde van de ochtend terug naar de klas. Om over een tijdje misschien wel terug te keren in de Rotterdamse haven, als medewerker van een van de bedrijven achter het EIC. Jarenlange band Als een van de beeldbepalende spelers binnen de Rotterdamse haven is ExxonMobil al sinds het prille begin nauw betrokken bij het EIC. In de loop der jaren ondersteunden we het centrum met diverse opstellingen, zoals een bewegende maquette van onze raffinaderij, een interactief procesoperatorspel, en het recent geopende Huis van de Chemie. Reflex juni 2015 29