Beste ouder, De Zuid Limburgse Atletiekacademie staat voor een initiatief dat een toegevoegde waarde biedt op de bestaande atletiekclubs. Hoe goed ook de bedoelingen zijn van de clubs, men mag/kan niet verwachten dat de massa jeugd die zich iedere week aanbiedt (recreatief en/of competitief) voldoende persoonlijk begeleid kan worden. Wij reiken de kennis van zeer ervaren en gediplomeerde trainers aan, om enkel wedstrijdatleten de kans te geven in kleine groep zijn/haar atletiekgerichte bewegingsvaardigheden aan te leren en/of verder te bekwamen. De laatste jaren worden we veelvuldig geconfronteerd met atleten die zich al op jonge leeftijd veel te specifiek willen toeleggen op één discipline. Onze trainers zien dit niet graag gebeuren. Dit verhoogt enkel maar de kans op blessures of het stoppen met atletiek als de resultaten er niet meer zijn daar men geen progressie meer kan maken wegens het missen van een brede basis Atletiek is nu eenmaal een late specialisatie- en prestatiesport. Door de technische complexiteit dient er stap voor stap gewerkt te worden om pas na de puberteit (objectieve/subjectieve belastbaarheid) over te schakelen naar prestatiegerichte trainingen. Dit moment is voor iedere atleet verschillend aangezien er een onderscheid gemaakt dient te worden tussen kalender en biologische leeftijd, alsook het geslacht (meisjes zijn meestal vroeger rijp). De academie werkt op 4 niveaus nl. atleetjes, basis, doorstroming en specialisatie. Waar het bij de atleetjes draait rond basisvaardigheden in spelvormen, gaan we over bij de basisen doorstromingsgroepen naar specifiek atletiekgerichte bewegingsvaardigheden. Op die manier bekomen we atleten die op het einde van de doorstroming beantwoorden aan de eindtermen die ook door de Vlaamse Atletiekliga gehanteerd worden. Rond de leeftijd van 13-14 jaar krijgen atleten die beantwoorden aan de eindtermen, de kans om in de specialisatiegroep zich toe te leggen op hun favoriete discipline(s). Daar er meer specifiek gewerkt gaat worden en de atleet centraal staat is overleg tussen onze sportief coördinator Peter Dreessen en de entourage van de atleet van groot belang. Ook voor informatie over trainingsschema s kan u bij Peter terecht. Al onze groepen worden beschouwd als gelijkwaardige groepen. De indeling gebeurt in de eerste plaats volgens kalenderleeftijd doch de trainers kunnen hier anders over oordelen op basis van maturiteit en biologische leeftijd. Noteer alvast 30 maart en 14 september in uw agenda. Op deze 2 trainingsdagen lassen we een testmoment in om zo de vooruitgang van uw zoon/dochter te kunnen meten. Wij danken u voor het vertrouwen in onze academie. Carlo Joris Voorzitter
Coaching For Athletes De trainer komt naar de atleten ATLEETJES Kinderen van 5 jaar tot en met 9 jaar BASIS Wedstrijdatleten van 9 jaar tot en met 11 jaar DOORSTROMING Wedstrijdatleten van 11 jaar tot en met 13
ATLEETJES In atletiek wordt de basis gelegd voor alle sporten. Of het nu gaat om lopen, springen, werpen, coördinatie of behendigheid, je vindt het allemaal terug in de atletieksport. De trainingsgroep ATLEETJES staat open voor kinderen van 5 jaar tem 9 jaar. Deze kinderen laten we in spelvorm kennis maken met al de facetten van de atletieksport. Iedere oefening heeft een specifiek doel dat door de trainer bepaald is en/of wordt nagestreefd. Doel is om de basisvaardigheden en motorische skills van kinderen te ontwikkelen. Deze trainingen vinden plaats iedere maandag van 18.30 uur tot 19.30 uur BASIS De trainingsgroep BASIS staat open voor wedstrijdatleten met een leeftijd van 9 jaar tot en met 11 jaar. Voor het jaar 2015 gaan we deze groep opdelen in 2 gelijkwaardige groepen. Met deze groep BASIS gaan we het aandachtspunt in de trainingen verleggen van het aanleren van basisvaardigheden naar het ontwikkelen van specifieke, atletiekgerichte bewegingsvaardigheden. Deze trainingen vinden plaats (oktober tem maart) iedere maandag van 18.30 uur tot 20.00 uur en (april tem september) iedere maandag van 18.30 uur tot 20.30 uur. DOORSTROMING De trainingsgroep DOORSTROMING staat open voor wedstrijdatleten van 11 jaar tot en met 13 jaar waar de atleet werkt naar de eindtermen toe. Om de overstap naar de 4de groep ( specialisatie ) te kunnen maken dient de atleet de algemene doelstellingen van de eindtermen te behalen. Deze doelstellingen vindt u terug op de volgende bladzijden. De trainingen vinden plaats (oktober tem maart) iedere maandag van 18.30 uur tot 20.00 uur en (april tem september) iedere maandag van 18.30 uur tot 20.30 uur.
Coaches For Athletes De atleten gaan naar de trainer Specialisatie Wedstrijdatleten vanaf 14 jaar De trainingsgroep SPECIALISATIE staat open voor wedstrijdatleten vanaf 14 jaar. Vanaf deze leeftijd krijgt de atleet de kans om zich toe te leggen op zijn/haar geliefde discipline(s). Dit is het moment dat ook het trainingsvolume verhoogt, rekening houdend met het verschil in belastbaarheid bij elke atleet. (biologische leeftijd versus kalenderleeftijd) Onze sportief coördinator staat open voor clubtrainers om samen afspraken te maken rond trainingsmomenten voor deze atleten. Indien de atleet geen medewerking krijgt van uit zijn eigen club, kan hij /zij steeds terecht bij onze sportief coördinator. Deze trainingen vinden plaats (oktober tem maart) iedere maandag van 18.30 uur tot 20.00 uur en (april tem september) iedere maandag van 18.30 uur tot 20.30 uur. Trainingen op andere locaties en uren gebeuren altijd volgens afspraak tussen de atleet en de trainer(s).
EINDTERMEN (op 13 jarige leeftijd) Algemene doelstellingen 1. proprioceptie - algemene lichaamsscholing naar lichaamsbesef - met armen en benen gelijktijdig verschillende bewegingen uitvoeren (dissociatie) - onafhankelijk beheersen van de verschillende lichaamsdelen - een eenvoudige beweging correct nabootsen - draaibewegingen uitvoeren en zich daarbij blijven oriënteren in de ruimte - draaien om de verschillende assen (tuimelen en rollen) - aanvoelen van spanning en ontspanning in de bewegingsuitvoering 2. kracht en conditietraining - met eigen lichaamsgewicht als last - stabilisatieoefeningen worden elke training toegevoegd in de opwarming 3. zelfstandigheid - de atle(e)t(e) kan een gegeven opdracht uitvoeren - de atle(e)t(e) kan zelfstandig aan een wedstrijd deelnemen 4. mentaal en sociaal - de atle(e)t(e) kan de eigen mogelijkheden inschatten en voor zichzelf doelen bepalen - de atle(e)t(e) kan de eigen prestaties vergelijken met die van anderen en een mindere prestatie relativeren en een goede prestatie waarderen - de atle(e)t(e) kan een verbale opdracht uitvoeren - de atle(e)t(e) kan een opdracht in team uitvoeren - de atle(e)t(e) heeft respect voor de prestaties van anderen
5. Lenigheid - de atle(e)t(e) kent enkele basis-lenigheidsoefeningen voor de grote spiergroepen - de atle(e)t(e) kan zelfstandig enkele basis-lenigheidoefeningen op een correcte manier uitvoeren de atle(e)t(e) weet dat lenigheid belangrijk is voor de blessurepreventie en het kunnen uitvoeren van technieken gebeurt elke training, zowel dynamisch als passief 6. gymnastische vaardigheden o koprol voorwaarts en rugwaarts o handenstand met steun o salto voorwaarts op trampoline
Specifieke doelstellingen LOOPSCHOLING 1. versnellingslopen - stelselmatig de snelheid kunnen opbouwen over een bepaalde afstand - een technisch vrij goede versnelling kunnen uitvoeren 2. snelheid - 3-puntstart (staande houding met voetenplaatsing zoals in startblok) - startbeweging van laag naar hoog - start uit startblok : weten welke voet vooraan moet - frequentiegevoel - reactiespelen - frequent korte snelheidsprikkels 3. looptechniek - lopen op de voorvoet met voor-achter-armbeweging - lopen met voet afrollen met voor-achter-armbeweging - skipping met lichaamsbeheersing met en zonder armbeweging - skipping met nadruk op kapstokvoetje - hiel-lift met lichaamsbeheersing met en zonder armbeweging - kaatsen - actieve voetplaatsing 4. uithouding - training van het aerobe vermogen (duurlopen, fartlek) gedurende minstens 30 aan een rustig tempo kunnen lopen
5. horden - lopen over lage hindernissen (40-76cm) met accent op snelheid - sprinten met accent op voorwaartse impuls - analytische initiatie van de 2 deelbewegingen: aanvalsbeen en impuls-doorvoer-bijtrekbeen uit stand met en zonder horden stappend met variërend aantal steunen tussen de horden huppelend ( eenvoudige oefeningen) -> zowel links als rechts - op aangepaste afstand 3-pasritme kunnen lopen - horden kunnen en durven nemen als ze niet op een vaste afstand staan ( ritmegevoel ) AFLOSSINGEN 1. aflossingstechniek kennen en kunnen toepassen zonder oog voor detail
SPRINGSCHOLING 1. algemeen - veel sprongen (bv. loopsprongen) - hinken - huppelen - rotatiesprongen in verschillende richtingen - trappenlopen zonder pliometrie - actieve voetplaatsing ( over voetje gaan ) - vormspanning kunnen aanhouden in de lucht - lichaamsstrekking bij afstoot 2. hoogspringen - schaarsprong - inclineren in bocht - stijgsprong vanuit rechte aanloop met draai om de lichaams-as - rugwaartse kipbeweging met landen op de rug 3. polsstokspringen - vasthouden van de stok - aanlopen met stok - neerplaatsen van de stok na korte sub maximale aanloop, bv. in zandbak, gevolgd door sprong (over hindernis) 4. verspringen - versnellingsloop met afstoot zonder remmende ritmeverstoring - hurksprong
WERPSCHOLING 1. algemeen - aanvoelen van lichaamsverplaatsingen voor- achter en zijwaarts bij verschillende medecinebal oefeningen - buig-strekbeweging met uitstoten van bal 2. kogelstoten stand worp met accent op: - correct vasthouden van de kogel - correcte positie van de kogel in de nek - steun op rechterbeen - gesloten houding van de romp (linkerzijde gaat mee naar achter) - achtereenvolgens draaien van hiel-knie-heup - draai-strekbeweging - blokkeren van linkerzijde - uitduwen van achterste been - rugwaartse stap-stap beweging met lichter tuig accent op: - lichaamsgewicht op rechtervoet - gesloten houding tot afworpfase 3. discuswerpen stand worp met accent op: - correct vasthouden van de discus - aanzwaaibeweging horizontaal op schouderhoogte - steun op rechterbeen - gesloten houding van de romp (linkerzijde gaat mee naar achter) - achtereenvolgens draaien van hiel-knie-heup - draai-strekbeweging - blokkeren van linkerzijde - uitduwen van achterste been - Afrikaanse worp - globaal beweging waarbij gelet wordt op: - actief pivoteren met rechtervoet - buig-strek beweging - gesloten houding
4. speerwerpen - geschouderde impulspas + afworp - L-R-L-ritme - gesloten houding - zwaartepunt op gebogen rechter been - geschouderde impulspas in reeks + afworp - opbouwend ritme - speerplaatsing - schouderen en werpen: L-R-L stappend - eindigen in gesloten houding Atletiek is een late specialisatiesport waarbij de specifieke, intensieve en prestatiegerichte training rond de leeftijd van 16 tot 19 jaar aanvangt Objectieve belastbaarheid De trainbaarheid van de atleet, zijn/haar vermogen om op trainingsprikkels te reageren met een verhoogd conditie- en prestatieniveau. De lichamelijke geschiktheid (medisch, fysisch, motorisch, constitutioneel) om de fysieke belasting te verdragen. Subjectieve belastbaarheid Het mentale vermogen van de atleet om de inzet op te brengen, de opofferingen te doen, de persoonlijke discipline en organisatie in acht te nemen. Het vermogen van de atleet om in de stressvolle omstandigheden van de competitie optimaal te presteren. Het vermogen om op de meest adequate wijze om te gaan met succes en met tegenslagen.
KRITISCHE PERIODE
Peter Dreessen (sportief coördinator) Caroline Lanssens Stefanie Leduc Marc Maes Fernando Oliva Rik Raemaekers Fons Van der Auwera Nadine van der Loop Trainer A meerkamp Trainer A spurt-horden Trainer B spurt-horden Trainer A hoogspringen Trainer A meerkamp Trainer A spurt-horden Trainer A meerkamp Trainer B bewegingsinitiatie