TRAININGSKAART U10. FUNdamental. Stefan Mes

Transcriptie

1 TRAININGSKAART U10 FUNdamental De trainingskaarten geven richting en structuur aan de jeugdopleiding van BV Hoofddorp door stapsgewijs te benoemen wat basketballers in iedere leeftijdsgroep aangeboden dienen te krijgen op technisch, tactisch, fysiologisch en mentaal gebied. Deze trainingskaarten zijn gebaseerd op het LTAD (Long-Term Athletic Development), ASM (Athletic Skills Model) en het fysiologisch plan van BV Hoofddorp. Stefan Mes

2 Inhoud... 3 Emotionele ontwikkeling... 3 Algemeen... 3 Prestatie... 3 Prestatie indicatoren... 3 Tips voor de coach... 3 Ondergeschikte capaciteiten... 4 Mentale en cognitieve ontwikkeling... 4 Basis... 4 Prestatie... 4 Prestatie indicatoren... 4 Tips voor de coach... 4 Psychologische vaardigheden... 4 Prestatie indicatoren... 5 Kenmerken van de fysieke ontwikkeling... 5 Basis... 5 Prestatie... 5 Prestatie indicatoren... 5 Tips voor de coach... 6 Te trainen spelconcepten... 6 Basis aanvallende concepten... 6 Basis verdedigende concepten... 6 Fundamentele bewegingsvaardigheden... 6 Fundamentele (lichamelijke) basketbal vaardigheden... 6 Balvaardigheid... 7 Passing... 7 Schottechniek... 7 Praktische tips voor de training... 7 Trainingsopbouw

3 Het indelen van een training... 8 Uitgelicht en aangevuld... 8 Warming up... 8 Technische vaardigheden... 8 Spelvorm en spelconcepten... 9 Cool Down

4 Trainingskaart U10 BV Hoofddorp 2016/2017 [Edition 1, Volume 1] U10 leeftijd Het doel op dit niveau is het aanleren van fundamentele bewegingsvaardigheden, door middel van basketbal, op een speelse manier. Het gaat hierbij niet om winnen, maar om plezier hebben bij het sporten, positieve bevestiging en succeservaring. Belangrijk voor de coach: Emotionele ontwikkeling Algemeen Het zelfbesef van het kind is aan het ontwikkelen door ervaring en commentaar van anderen; Kinderen willen graag in het middelpunt van de belangstelling staan; Invloed van leeftijdsgenoten wordt erg sterk; De kinderen willen uitdaging en mogelijkheden om te experimenteren door middel van allerlei activiteiten en vormen van beweging. Er is weinig angst; De kinderen begrijpen dat regels en structuur nodig zijn. Prestatie De kinderen ervaren sportieve ervaringen als een vorm van zelfexpressie; Wanneer een situatie bedreigend wordt verliezen ze vaak zelfvertrouwen; Kinderen houden van eenvoudige spellen met eenvoudige regels. Gebruik korte, eenvoudige instructies. Kinderen willen bewegen en vooral actie! De coach moet in staat zijn om het goede voorbeeld te demonstreren en vaardigheden te corrigeren De coach moedigt input vanuit de kinderen aan; De coach geeft veel en regelmatig positieve bevestiging De coach structureert alle activiteiten, zodat alle kinderen succes ervaren. De coach zorgt ervoor dat de kinderen zich veilig voelen om aan alle oefeningen mee te doen en niet bang zijn voor fouten van technische aard. Prestatie indicatoren Het kind is enthousiast om nieuwe dingen te proberen; De kinderen vragen de coach om te kijken naar wat hij/zij gaat doen/heeft gedaan; De kinderen doen met plezier mee aan een activiteit; Er wordt geen ruzie gemaakt over de regels; Iedereen doet mee, niemand wordt buitengesloten. Tips voor de coach De coach zorgt regelmatig voor positieve bevestiging en aanmoediging; Alle activiteiten worden zo ingericht dat succes gegarandeerd wordt De coach is in staat om alle vaardigheden aan te bieden in een gevarieerd repertoire van oefeningen om spelers technisch/tactisch en fysiek te verbeteren; De coach zet zich in om de kinderen zich veilig genoeg te laten voelen om nieuwe dingen/activiteiten te proberen, zodat ze zich geen zorgen maken om fouten van technische aard. 3

5 Ondergeschikte capaciteiten Elementen van de warming up en cooling down worden geïntroduceerd en geïmplementeerd door de coach zodat er een routine ontstaat; Goede sportkleding en uitstraling zijn belangrijk; Introductie en ontwikkeling van gezonde voeding en vochtinname rondom een wedstrijd/training worden door de coach opgesteld en als richtlijnen met de ouders besproken; De coach introduceert een eenvoudige evaluatie voor de spelers na een training. Hierbij kan de coach denken aan de volgende vragen: -Wat ging er goed vandaag? -Wat heb je geleerd? -Wat vond je het leukste om te doen op de training vandaag? -Het is belangrijk om de spelers te laten vertellen en niet als coach te zeggen wat je is opgevallen, dit kan wanneer de spelers de kans hebben gehad om te praten. Mentale en cognitieve ontwikkeling Basis Prestatie De kinderen moeten actief bezig zijn vanwege hun korte spanningsboog; Kinderen kunnen zich beperkt inleven; Kinderen moeten bewegingen veel herhalen; Kinderen hebben een grote fantasie en verbeelding. Kinderen kunnen moeilijk stilzitten en luisteren voor langere periodes; Kinderen vinden het prettig en hebben het nodig dat iemand de leiding neemt; Kinderen moeten kunnen experimenteren en creëren. Prestatie indicatoren Kinderen worden rusteloos en makkelijk afgeleid als ze moeten luisteren; Er kan twijfel zijn bij het opvolgen van een verbale instructie; De kinderen kunnen je vragend aankijken als je iets vertelt. Tips voor de coach Gebruik korte en eenvoudige instructies. Kinderen willen bewegen en actie; Coaches hebben baat bij een volg mij! benadering; De coach moet in staat zijn om het juiste voorbeeld te geven en om techniek te corrigeren; Moedig input van kinderen aan. Psychologische vaardigheden De coach zorgt voor een veilig leerklimaat, gebaseerd op positieve bekrachtiging; De coach zorgt voor aanmoediging; De coach houdt het simpel en geeft het goede voorbeeld qua gedrag en vaardigheden; De coach moedigt aan tot expressie en zelf ontdekking; De coach zet activiteiten in die uitdagend zijn en plezier en succes promoten; De coach let op inzet en niet op het resultaat daarvan; De coach combineert en en betrekt jongens en meisjes bij de activiteiten; De coach moedigt omgang met leeftijdsgenoten aan; De coach zorgt voor een omgeving waarin de kinderen plezier hebben, spelen en ontwikkelen. 4

6 Prestatie indicatoren De spelers laten enthousiasme zien en willen graag spelen en leren in een positieve omgeving; De spelers laten zien dat ze kunnen komen met eenvoudige oplossingen voor problemen die ontstaan tijdens activiteiten; De spelers laten zien dat ze het concept team, samenwerken, eerlijk spel en respect begrijpen; De spelers doen hun best door goede inzet te tonen; De spelers hebben plezier tijdens het leren en ontwikkelen zich. Kenmerken van de fysieke ontwikkeling Basis Prestatie De grote spiergroepen zijn meer ontwikkeld dan de kleinere; Het cardio vasculaire systeem is nog aan het ontwikkelen; Basale motorische patronen ontwikkelen zich meer naarmate de speler aan het einde van deze leeftijdsfase komt, balans ontwikkelt zich; Meisjes ontwikkelen coördinatief sneller dan jongens; Fast twitch spiervezels (deeltjes in de spier die verantwoordelijk zijn voor snelheid) ontwikkelen zich met training. Snelheid moet een onderdeel zijn van de warming up, als de spelers nog niet vermoeid zijn. Het aerobe systeem (voor duuractiviteiten die langer duren dan 2 minuten) is trainbaar, maar de nadruk moet liggen op het anaerobe systeem (voor maximale snelheid in activiteiten die niet langer dan 10 seconden duren); Kinderen zijn vaardiger in grove bewegingen, die de grotere spiergroepen aangaan, dan precisiewerk van gecoördineerde bewegingen die te maken hebben met de kleine spiergroepen; Het lichaam is vatbaar voor blessures door stress of zware druk; Er is verbetering van snelheid, wendbaarheid, balans, lenigheid en coördinatie richting het einde van deze leeftijdsfase. Prestatie indicatoren Het kind laat zien dat het met een correcte techniek kan rennen, springen, vangen en gooien; Het kind laat zien dat de basisbewegingen beheerst van starten, stoppen, verandering van richting en verandering van snelheid; Het kind boekt progressie in atletisch vermogen: wendbaarheid, balans, coördinatie en snelheid; De coach houdt lichaamshouding in de gaten, lettend op de stand van de enkel, heup, schouder en rug; Het kind neemt deel aan verschillende activiteiten, 4 per week is ideaal (2 basketbaltrainingen en 2 andere sportactiviteiten en het kind is daarnaast fysiek actief in de andere 3 dagen van de week). 5

7 Tips voor de coach Het atletisch vermogen moet worden ontwikkeld in deze leeftijdsfase; Korte duur, anaerobische activiteiten en atletische activiteiten (korte energie-uitspattingen) moeten planmatig worden aangeboden. Uithoudingsvermogen moet worden ontwikkeld door wedstrijden en partijvormen; Bouw hoppen en springen langzaam op, train kracht alleen met het eigen lichaamsgewicht van de speler, Swiss balls en (lichte) medicine balls; Activiteiten moeten de nadruk leggen op coördinatie en atletisch vermogen; Gymnastiek, turnen en atletiek zijn uitstekend voor de ontwikkeling van jonge atleten. Obstakelbanen zijn activiteiten die het atletisch vermogen verbeteren; Werk aan snelheid (het vermogen om te reageren op prikkels en om zo snel mogelijk in de wenselijke richting te bewegen) als de kinderen nog fris zijn (niet vermoeid); Kinderen moeten 4 keer per week sporten (niet noodzakelijk alleen basketbal) om vooruitgang te boeken. Te trainen spelconcepten Basis aanvallende concepten De bal naar voren verplaatsen, richting de aan te vallen basket De bal in de basket schieten om te scoren Spacing (ruimte tussen de spelers), ideaal is 3 tot 4 meter Snijden van spelers naar de bal toe of weg van de bal Basis verdedigende concepten Herkennen wanneer je moet verdedigen Herkennen wie je moet verdedigen Bij het verdedigen van de bal, blijf tussen de persoon die je verdedigt en de basket Bij het verdedigen weg van de bal, blijf tussen de persoon die je verdedigt en de basket Fundamentele bewegingsvaardigheden Behendigheid Balans Coördinatie (gooien en vangen) Goede looptechniek (voorwaarts, zijwaarts en achterwaarts) Veranderen van richting en snelheid Springen en landen Starten en stoppen (jump stop, twee tellen ritme) Pivoteren (vooruit en achteruit) Fundamentele (lichamelijke) basketbal vaardigheden Met en zonder de bal Alerte houding (laag, voeten schouderbreedte, handen klaar) Aanvallend: tripple threat houding Visie: hoofd omhoog, blik op het veld 6

8 Balvaardigheid Balcontrole Dribbelen op de plaats (laag, hoog, dichtbij, ver weg) Bewegen tijdens het dribbelen (rennen, sliden, lopen, veranderen van richting of snelheid, starten, stoppen, laag en hoog) Passing Passing uit stand Passing in beweging Passing naar een medespeler De bal ontvangen (absorberen van de snelheid) De bal ontvangen in beweging De bal vangen met 2 handen, 2 ogen en 2 voeten gericht op de bal. Schottechniek Voeten, schouders en ogen naar de basket Afzetten met beide benen Follow through (loslaten van het schot) eerst zonder bal, daarna met bal) Schieten van dichtbij (in de bucket) Lay ups (links, rechts, midden) uit stand en uit dribbel Praktische tips voor de training Train/speel met een zo klein mogelijke basketbal (maat 3 of 5); Pas de hoogte van de basket aan (naar beneden). Het is eenvoudiger voor jonge spelers om correct te leren schieten op een lagere basket (2.50 meter is aan te raden) Beperk het aantal spelers in partijvormen om het aantal balcontacten zo hoog mogelijk te houden (3-3, of 4-4 is aan te raden); Koppel spelers aan elkaar om te verdedigen; Laat veel overtredingen van de regels gaan (lopen, seccond dribble e.d.), maar leg veelvoorkomende fouten uit als leermoment aan de hele groep; Zorg voor evenveel speeltijd voor alle spelers tijdens de partijvormen; Leer speler over spacing op het veld. Voorkom afgesproken plekken die de kans van spelers beperken om met de bal in aanraking te komen; Coaches moeten creatief zijn in de puntentelling om het leerproces aan te moedigen, bijvoorbeeld door een punt te geven voor iedere voltooide pass; Het is niet aan te raden om een zichtbaar scorebord te gebruiken, de focus moet blijven liggen op het spel en niet op het winnen. 7

9 Trainingsopbouw Het indelen van een training Omdat wij bij BV Hoofddorp planmatig en doelgericht willen trainen om tot een optimaal trainingsresultaat te komen, is er specifiek gekeken naar de belangrijkste succesfactoren en bouwstenen daarvoor per leeftijdsgroep. In het schema met algemene trainingsindeling hieronder is een tijdsindeling gemaakt, die dient als richtlijn voor een effectieve training voor de specifieke leeftijdsgroep. ALGEMENE TRAININGSINDELING VOOR DE U10 (60 MINUTEN) WARMING UP TECHNISCHE VAARDIGHEDEN SPELVORM EN SPELCONCEPTEN COOL DOWN 5-10 MIN MIN 10 MIN 5 MIN Uitgelicht en aangevuld Warming up Het doel van de warming up is het voorbereiden van het lichaam op de komende training of wedstrijd. Het doel van de betreffende training wedstrijd is van belang op de keuze voor oefenstof van de warming up. In de warming up wordt er doelgericht gewerkt aan de volgende elementen: Loopscholing en voetenwerk Dynamisch stretchen Behendigheid Balvaardigheid Snelheid Technische vaardigheden In deze fase van de training staat techniekverbetering centraal. Als voorwaarde om een goede basketballer op te leiden worden fundamentele bewegingsvaardigheden verwerkt in- en gecombineerd met de basketbalspecifieke oefeningen: Behendigheid Balans Coördinatie Goede looptechniek (voorwaarts, zijwaarts en achterwaarts) Veranderen van richting en snelheid Springen en landen Starten en stoppen (jump stop, twee tellen ritme) Pivoteren (vooruit en achteruit) 8

10 Spelvorm en spelconcepten In deze fase van de training staan de aanvallende en verdedigende spelconcepten op de planning. Cool Down Het doel van de cool down is het bevorderen van het herstel na de training of wedstrijd. In de U10 en U12 is dit niet direct van fysiologisch belang, maar bedoeld om begrip en routine op te bouwen voor de latere leeftijdsfases waar dit wel van belang is. Opbouw cool down (half court) Rustig joggen (2x) Huppel/wandel (1) Dynamisch rekken van boven- en onderbenen (1x) Dynamisch rekken armen, schouders en romp (1x) 9