Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet

Vergelijkbare documenten
Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Jeugdhulp. Regio Gooi en Vechtstreek. Marjet van Elten Beleidsadviseur Jeugd en Onderwijs

Toelichting stand van zaken decentralisaties sociaal domein. Commissie sociaal domein 9 september 2014

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Presentatie Participatiewet & Wijzigingen Wwb. Commissie Samenleving Brielle

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Beleidsplannen Sociaal Domein

Transitie sociaal domein Haarlem Basisinfrastructuur, subsidies en inkoop

Veranderende zorg. Participeren op z n Urkers. Samen leven, samen doen. samen de schouders eronder

Participatievisie Gooi en Vechtstreek OP NAAR EEN INCLUSIEVE SAMENLEVING & ARBEIDSMARKT

Gemeente Lansingerland: aanpak 3 decentralisaties

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

Beleidskader en verordeningen Participatiewet Eddy van der Spek Eva Mercks

Informatiebijeenkomst

Stuurgroep 18+, 20 november 2014

Spoorboekje Voorbereiding transities 2013 en 2014

Sociaal domein. Decentralisatie AWBZ-Wmo. Hoofdlijnen nieuwe Wmo KIDL H. Leunessen, gem. Landgraaf 1. Wmo / Jeugzorg / Participatiewet

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Jeugdhulp in Nissewaard


Decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten

Voorstel aan de gemeenteraad van Oostzaan

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

3D s. Gevolgen van decentralisaties voor gemeenten. Gewestelijke vergadering PvdA Zuid-Holland

CL IËNT. Regelt de aanspraak op zorg voor mensen die een blijvende behoefte hebben aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

Beleidsplan Participatiewet. Berkelland

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg

De bibliotheek actief in het sociale domein. Veranderende wetten en de rol van de bibliotheek daarbij

Verordeningen Participatiewet

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

Participatiewet. Wetgeving

Kadernota Wmo Dit is eigen kracht in Hattem!

MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet. in opdracht van Min. SZW

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

Participatiewet. 9 september raadscommissie EM - 1 -

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden.

De wereld van het sociaal domein. Raadsbijeenkomst 28 januari 2014 Eerste bespreking beleidsplannen en De Verbinding

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Programma. Samen aan de slag Bijeenkomst voor de gemeenteraden 12 juni Aanleiding - decentraliseren. Doel van deze bijeenkomst

Actuele kijk op de Participatiewet in het sociale domein

Hoofdlijnen Transities

Transitie Participatiewet: Regionale Stellingen

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

Sociaal domein transitie en transformatie bij praten

Pagina 1 van 5 Versie Nr.1 Registratienr.: Z/14/004375/12040

Nieuwe taken naar gemeenten. de mens centraal. 21 mei 2012

DECENTRALISATIES OOK IN HET LAND VAN HEUSDEN EN ALTENA. Gezamenlijke raadsvergadering 20 maart 2012

De Wmo en de decentralisaties

Zozijn en de Stelselwijzigingen. Zozijn participeert!

Agenda. 1. Opening 2. Mededelingen 3. Verslag vorige vergadering 4. Presentatie uitvoering taken sociaal domein 5. Vragen

postbusŵgemëeñfeňoořdëľnveldľnl- uèťheenïe NOORDENVELD

ZO LOKAAL MOGELIJK. Transities sociaal domein per 2015

Het sociale domein in verandering. Kansen voor verbetering

1 van 5. Registratienummer: Bijlage(n) 2 Onderwerp. Beleidsplan Participatiewet. Middenbeemster, 30 september Aan de raad

Transformaties in rijks- en lokaal beleid. 19 september 2013 Jolanda Verbiesen

Transitieavond Maandag 16 april uur uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Visie en uitgangspunten (1)

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting. Kadernota Sociaal Domein. Managementsamenvatting DOEN. wat nodig is. Managementsamenvatting -

INLEIDING. Openingsfilm

Financieel overzicht behorend bij Beleidsplan 4D s DAL 18 september 2014

Voortgang aanpak 3D Lansingerland

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

Inhoud voorstel aan Raad

Wet maatschappelijke ondersteuning januari 2015

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten

BESCHUT WERK NIEUW AGENDA. De ontwikkeling van de sociale werkvoorziening en het oude beschut werk

Maatschappelijke ondersteuning. November 2014 Dirk van der Schaaf, wethouder van Spijkenisse

Decentralisaties. Ingangsdatum 1 januari 2015: Jeugdzorg (behandeling in 1e kamer ws in feb 2014) Wmo 2015 / AWBZ. Participatiewet

Financiën Sociaal Domein

RAADSVOORSTEL Kaderstellend en besluitvormend. Aan de Raad Agenda nr. 6 Vaststellen concept Strategische Kadernotitie Participatiewet Peelregio.

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Veranderingen in de Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet

Onderwerp Meedoen mogelijk maken, kadernota participatiewet Versienummer 1

Een nieuwe taak voor gemeenten

Verbinding beschut werk en dagbesteding

Visie/Uitgangspunten sociaal domein regio Alblasserwaard/Vijfheerenlanden

Aan de raad. Brielle, 3 oktober Beslispunt: Instemmen met de Kadernota Participatiewet 2015.

AALTEN ACTUEEL. Agenda IN HET KORT... Gewijzigde data afvalinzameling en openingstijden met de feestdagen OPENBARE BEKENDMAKINGEN.

Gemeente Midden-Delfland

Bijlage 3: Overzicht ontwikkelingen

Gemeente Delft. VERZONDFN 1 i APR, Geachte leden van de gemeenteraad,

Registratienummer: GF Datum collegebesluit: 3 juni 2014 Agendapunt: 3

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA Den Haag

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans

Stadskanaal: Samen met de burger Integraal beleidskader Sociaal Domein

BELEIDSKADERNOTITIE PARTICIPATIEWET HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

De decentralisatie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) gaat vooral vorm krijgen via de sociale wijkteams en dorpsdagvoorziening.

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Bram wil werken! Wat betekenen de veranderingen in wet- en regelgeving voor hem? Februari 2015

Aanvullende Wmo nota Hilversum voor iedereen

Raadsvergadering 27 februari en 6 maart 2014 Datum

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Bijlage 1 - De opgave en het beleid in het Sociaal Domein Jeugdzorg, Wmo en Participatiewet Jeugdzorg Opgave Het huidige jeugdstelsel functioneert onvoldoende. Belangrijk knelpunten zijn de versnippering van voorzieningen, de verschillende wettelijke kaders én de diverse overheidslagen die verantwoordelijk zijn voor een deel van de hulp. Daarnaast laat het huidige stelsel zien dat er vaak en snel (dure) specialistische zorg wordt ingezet en de samenwerking van hulpverleners tekortschiet. De achterliggende gedachte van de transitie jeugdzorg (basis hiervoor is de Jeugdwet) is dat de gemeente beter in staat is om op basis van de specifieke situatie van het kind maatwerk te leveren en verbinding te leggen met andere leefdomeinen: zorg, onderwijs, werk en inkomen, sport en veiligheid. De decentralisatie van de jeugdhulp past hiermee in de grote veranderingen in het sociaal domein, zoals de decentralisatie van de AWBZ naar de Wmo en de Participatiewet. Daarnaast is er een sterke relatie tussen de transitie jeugdzorg en het Passend Onderwijs. Met de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs staat de gemeente voor de opgave om ondersteuning van kinderen op/vanuit de scholen beter in samenhang te organiseren. De belangrijkste doelstellingen in 2014 ter voorbereiding op de transitie jeugdzorg zijn: - het realiseren van een toegang tot de nieuwe vormen van jeugdhulpverlening die overkomen. In de Jeugdwet is vastgelegd wie daartoe zijn bevoegd. In Hilversum zijn dit de gemeentelijke toegang (uitvoeringdienst), de huisarts/kinderarts/jeugdarts (medisch circuit) én de gecertificeerde instelling (gedwongen kader via Kinderrechter). Het onderwijs is een belangrijke vindplaats van problemen. Daarom heeft de gemeente met de Samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs in een ontwikkelagenda afgesproken aan te sluiten op de ondersteuningsstructuren van Passend Onderwijs (van vindplaats naar werkplaats ). - een goede borging van de nieuwe taken in de gemeentelijke organisatie - de inkoop van deze nieuwe vormen van jeugdhulpverlening. De middelen en bevoegdheden voor alle vormen van jeugdhulpverlening - die nu zijn belegd bij provincie, rijk en zorgverzekeraars- komen over naar de gemeente. Voor Hilversum gaat het om een bedrag in 2015 van ruim 16 miljoen (decembercirculaire 2013). De gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek hebben met elkaar afgesproken vanwege de schaalvoordelen- de nieuwe voorzieningen samen in te kopen. De toekenning van de hulp gebeurt lokaal, de gezamenlijke inkoop regionaal. De nieuwe vormen van jeugdhulpverlening waar de gemeente verantwoordelijk voor wordt zijn: o ambulante zorg, dagbehandeling, residentiële zorg, pleegzorg, crisishulp, jeugdbescherming, jeugdreclassering en jeugdzorg Plus (gesloten jeugdzorg). Voorheen gefinancierd door de provincie Noord Holland/Rijk o jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (jeugd GGZ): basisgeneralistische zorg én specialistische zorg. Voorheen gefinancierd door de Zorgverzekeraars o ondersteuning aan jeugdigen met een (verstandelijke) beperking: begeleiding individueel én begeleiding groep. Voorheen gefinancierd uit de AWBZ/Zorgkantoor. De transitie jeugdzorg beoogt meer dan alleen het overnemen van de taken en verantwoordelijkheden. De decentralisatie naar de gemeente gaat gepaard met een korting op

het budget (oplopend in 2017 naar 15% op het macrobudget). Dit betekent dat het niet alleen om een transitie gaat, maar dat er vanuit inhoudelijke én financiële overwegingen een transformatie nodig is. De transformatie is een proces van jaren en zal gefaseerd ingevoerd worden. De gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek zien samen met de grotere instellingen die jeugd- en opvoedhulp de volgende mogelijkheden tot transformatie (vanuit het regionaal transitiearrangement jeugdzorg 2015 Gooi en Vechtstreek): - versterken van de preventie door inzet van expertise vanuit de instellingen die jeugdhulpverlening bieden (vanuit 1 e en 2 e lijns organisaties) - nieuwe vormen van lichte ambulante ondersteuning (waaronder nazorg) - waar mogelijk voorkomen van residentiële zorg door inzet van zware ambulante trajecten dan wel inzet van pleegzorg - het behouden/versterken van de pleegzorg - andere inzet van residentiële zorg in combinatie met ambulante ondersteuning - nieuwe afspraken over de invulling van crisishulpverlening - maatwerk bij een individueel arrangement (inzet van jeugdhulpverlening in combinatie met ondersteuning vanuit de andere beleidsvelden Sociale Zaken en Wmo) - een betere afstemming in de ondersteuning van gezinnen met meervoudige problemen (via individueel arrangement). Reeds vastgesteld beleid en uitgangspunten De basis van het Hilversumse jeugdbeleid is vastgelegd in de nota #jonginhilversum 2013-2016. De kernbegrippen in deze nota zijn gezond en veilig opgroeien, talenten kunnen ontwikkelen en naar vermogen kunnen deelnemen aan de samenleving. Ouders zijn hiervoor eerst verantwoordelijk en de overheid komt in beeld als dit niet vanzelf gaat. Dan moet het jeugdstelsel snel, goed en op maat functioneren. De nota # jonginhilversum beschrijft de samenhang in het jeugdbeleid van de gemeente. De jeugdnota #jonginhilversum is opgebouwd in drie pijlers: Pijler 1: Brede ontwikkeling. Alle kinderen en jongeren in Hilversum krijgen de gelegenheid om te participeren en de benodigde competenties te ontwikkelen die nodig zijn om zelfstandig te functioneren in de maatschappij. Pijler 2: Versterken van Kansen. Hilversum biedt opgroei- en ontwikkelkansen voor kinderen die dit steuntje in de rug (tijdelijk) nodig hebben/of voor minder daadkrachtige ouders, zodat elk kind zijn/haar talenten optimaal kan ontplooien en de benodigde competenties kan ontwikkelen om zelfstandig te functioneren in de maatschappij. Pijler 3: Passende Ondersteuning. De gemeente biedt passende en snelle ondersteuning op het moment dat het kind, de jongere en/of het gezin en hun sociale netwerk een probleem zelf niet kunnen oplossen en individuele ondersteuning op maat nodig is. De individuele ondersteuning op maat draagt bij aan het zelfstandig functioneren en deelname aan de samenleving. In 2014 worden - in een aanvullende beleidsnota- de doelen van de gemeente vastgesteld ten aanzien van de nieuwe jeugdtaken die overkomen (Pijler 3). In deze aanvullende nota worden de afspraken verwerkt die de gemeente heeft gemaakt in het transitiearrangement jeugdzorg 2015 regio Gooi en Vechtstreek. In het transitiearrangement zijn via een intentieverklaring met de instellingen afspraken gemaakt over de continuïteit van zorg in 2015 voor kinderen/ouders die in hulpverlening zijn. Daarnaast is in het transitiearrangement een inhoudelijke doorkijk gegeven naar de mogelijkheden die gemeenten én instellingen zien in het realiseren van een andere inrichting (transformatie) van de jeugdhulpverlening.

Inhoudelijk sluit #jonginhilversum aan op andere nota s in het sociaal domein zoals bijvoorbeeld het beleidsplan Wmo Hilversum voor iedereen 2013-2015, het beleidsplan sociale zaken Meedoen naar vermogen 2012 2015. De rode draad binnen al deze nota s is de omzetting van aanbodgericht naar vraaggericht werken én de inwoners hierin een actieve rol geven. Het gaat om de ondersteuning en participatie van de Hilversummers in hun sociale context. In de nota transformatie sociaal domein zijn de gemeenschappelijke uitgangspunten van de drie transities in het sociaal domein samengevat (december 2013).

Wet maatschappelijke ondersteuning Opgave Om de zorg in komende jaren toegankelijk, goed en betaalbaar te houden voert het Rijk de komende jaren hervormingen door. Daarbij houdt zij rekening met de vergrijzing en inwoners die langer gezond blijven maar wel ondersteuning nodig hebben. Van belang is dat meer maatwerk door passende voorzieningen geleverd moet worden waarbij de veronderstelling is dat lokale overheden dat beter kunnen dan de Rijksoverheid. Zij staan immers dichter bij de inwoners, is de veronderstelling. De lokale overheden krijgen daarom meer verantwoordelijkheden op het gebied van Maatschappelijke ondersteuning, Jeugdzorg en Participatie. Deze hervormingen wil de Rijksoverheid onder andere realiseren door de Awbz gedeeltelijk over te zetten naar de Wmo per 1 januari 2015 en tegelijk te decentraliseren naar de lokale overheid. Ook neemt de overheid maatregelen zodat mensen met ondersteuning en zorg langer thuis kunnen blijven wonen. Dat betekent dat de Gemeente Hilversum bovenop haar huidige takenpakket een aantal nieuwe taken krijgt. Huidige taken: Algemeen Maatschappelijk werk Hulp bij het huishouden Vervoervoorzieningen Woningaanpassing Hulpmiddelen Mantelzorgondersteuning Maatschappelijke opvang Nieuwe en extra taken: Individuele begeleiding thuis Beschermd wonen Dagbesteding Kortdurend verblijf Cliëntondersteuning Persoonlijke Verzorging (5%) De belangrijkste doelstellingen in 2014 ter voorbereiding op de transitie maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn: - het realiseren van een toegang tot de nieuwe vormen van maatschappelijke ondersteuning die overkomen. - Het realiseren van een integrale gemeentelijke toegang waarin voor zowel voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulpverlening en participatie. - de inkoop van deze nieuwe vormen van maatschappelijke ondersteuning. De gemeenten in de regio Gooi en Vechtstreek hebben met elkaar afgesproken vanwege de schaalvoordelen- de nieuwe voorzieningen samen in te kopen. De toekenning van de hulp gebeurt lokaal, de gezamenlijke inkoop regionaal. - een goede verbinding te realiseren tussen algemene voorzieningen in het voorveld, de integrale gemeentelijke toegang en de maatwerkvoorzieningen. - goede borging van deze nieuwe taken in de gemeentelijke organisatie. De transitie Wmo (maatschappelijke ondersteuning) beoogt meer dan alleen het overnemen van de taken en verantwoordelijkheden. De decentralisatie naar de gemeente gaat gepaard met een korting op het budget. Dit betekent dat het niet alleen om een transitie gaat, maar dat er vanuit inhoudelijke én financiële overwegingen een transformatie nodig is. De transformatie is een proces van jaren en zal gefaseerd (via een zachte landing ) ingevoerd

worden. Aan de hand van verschillende proeftuinen wordt in Hilversum de transformatie vorm gegeven. Reeds vastgesteld beleid & uitgangspunten Wmo beleidsnota Hilversum voor Iedereen In de beleidsnota Hilversum voor Iedereen geeft de Gemeente Hilversum aan dat zij zich voorbereid op de hervormingen en de verantwoordelijkheden die zij gaat krijgen. Hilversum heeft om die reden al in 2012 zich ten doel gesteld om hulpvragen van inwoners te voorkomen, vragen te verhelderen, en daar waar echt nodig vragen op te lossen en maatwerkvoorzieningen te bieden. Hilversum wil voor haar inwoners voldoende mogelijkheden creëren om mee te kunnen doen met de Hilversumse samenleving en gezond te kunnen leven, op eigen kracht of met hulp van anderen te realiseren. Doelstelling 1 MEEDOEN EN DE BUURT STUURT De gemeente stimuleert mensen om verbindingen met elkaar aan te gaan en bij te dragen aan de samenleving. Doelstelling 2 VRAGEN VOORKOMEN & VERHELDEREN De gemeente bevordert met onafhankelijk informatie & advies en preventieve activiteiten een gezonde en veilige leefstijl en voorkomt verdere problemen door tijdige signalering en integrale verheldering van vragen. Doelstelling 3 VRAGEN OPLOSSEN De gemeente biedt passende ondersteuning op het moment dat inwoners en hun netwerk een probleem zelf niet kunnen oplossen. Met deze ondersteuning sluit de gemeente aan bij de eigen mogelijkheden en het zelf oplossend vermogen van inwoners. De ondersteuning maakt een volwaardige deelname aan de samenleving op alle levensterreinen mogelijk. Beleid- en uitvoeringsnota Maatschappelijke Zorg Voor de periode 2013 tot en met 2015 stelt de gemeenteraad Hilversum een apart beleids- en uitvoeringsplan maatschappelijke zorg Gooi en Vechtstreek vast. De regiogemeenten hebben geadviseerd over en ingestemd met dit plan. De maatschappelijke zorg is onderdeel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De prestatievelden 7, 8 en 9 van de huidige Wmo omschrijven de gemeentelijke taken op het terrein van de maatschappelijke zorg: 7) het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd; 8) het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen; 9) het bevorderen van verslavingsbeleid.

Participatiewet Opgave De opgave vanuit de Participatiewet is om zoveel mogelijk inwoners in staat te stellen om volwaardig mee te doen en bij te dragen aan de samenleving. Meedoen door het hebben van een baan, het kunnen voorzien in het eigen levensonderhoud of door op andere manieren maatschappelijk actief te zijn. Voor sommige inwoners een vanzelfsprekendheid, voor anderen is volwaardig meedoen een grotere opgave. De gemeente wil ook aan deze inwoners perspectief bieden op volwaardig meedoen. De mens staat daarbij centraal. We gaan zoveel mogelijk uit van eigen kracht van mensen en bieden ondersteuning waar dat nodig is. Het streven is dat de potentiële beroepsbevolking duurzaam onafhankelijk is van gemeentelijke (inkomens)voorzieningen. Dat betekent dat deze inwoners economisch en sociaal zelfstandig zijn. Een randvoorwaarde is, dat de samenleving inclusief is. Dat houdt in, dat de maatschappij zich bewust en actief openstelt voor iedereen. Inwoners kunnen ongeacht hun leeftijd, fysieke situatie of culturele achtergrond volwaardig deelnemen aan het sociaal en economisch verkeer. Beperkingen van fysieke, psychische, verstandelijke of sociale aard zijn geen reden voor sociale en economische uitsluiting. Het bestaande stelsel van voorzieningen is te weinig activerend en past niet meer bij de huidige arbeidsmarkt. Het zorgt ervoor dat een grote groep mensen die al dan niet met begeleiding wel kan werken in een reguliere baan, niet aan de slag komt of uitsluitend in een beschutte werkomgeving actief is. De eigen kracht en de mogelijkheden van mensen worden zo onvoldoende benut. Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. De voorzieningen voor bijstand (Wet Werk en Bijstand), beschut werk (Wet sociale werkvoorziening) en jonggehandicapten (een deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten) worden met deze wet in één regeling ondergebracht. De achterliggende gedachte is dat de gemeente beter in staat is om te bepalen welke ondersteuning mensen nodig hebben om mee te doen aan de maatschappij. De gemeente krijgt de beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Participatiewet. De belangrijkste doelstellingen De doelstelling is: duurzame onafhankelijkheid van (inkomens)voorzieningen voor zoveel mogelijk inwoners. De vraag en de behoefte van de inwoner staat centraal en niet de wettelijke regeling waarmee deze behoefte ondersteund kan worden. Daarom zoeken we zoveel mogelijk de verbinding tussen de verschillende wetgevingen, met name tussen WMO en Participatiewet. We maken onderscheid in economische en sociale zelfredzaamheid. - Economisch zelfredzaam Iemand is economisch zelfredzaam als door inkomsten uit arbeid volledig in het eigen onderhoud kan worden voorzien. Om die reden staan de loonwaarde en het aanwezige arbeidsvermogen (de mate waarin iemand in staat is het wettelijk minimumloon geheel of gedeeltelijk te kunnen verdienen) centraal. Om het aanwezige arbeidsvermogen volledig te benutten, kunnen gemeentelijke voorzieningen worden ingezet. Gemeenten krijgen hiervoor de beschikking over het instrument loonkostensubsidie, hiermee kan de gemeenten een

verminderde loonwaarde van een inwoner aan een werkgever compenseren. Aanvullend kan ook aan het vergroten van de sociale redzaamheid worden gewerkt. - Sociaal zelfredzaam Sociaal zelfredzaam is iemand die het vermogen heeft om dagelijkse levensverrichtingen zelfstandig te doen en om zelfstandig te functioneren in dagelijkse leefsituaties. De vraag, eigen regie en eigen verantwoordelijkheid van inwoners met beperkingen, psychische en psychosociale problemen en hun omgeving staan centraal. Gemeentelijke voorzieningen worden hier ingezet met het doel om de sociale participatie te vergroten en of de sociale zelfstandigheid te behouden. Het leveren van een tegenprestatie voor de uitkering kan een onderdeel van deze sociale redzaamheid zijn, mits men daartoe in staat is. Economische zelfstandigheid door deelname aan het arbeidsproces is hier niet het primaire doel. Wel kan dat een volgende stap zijn nadat sociale zelfstandigheid is bereikt. - Werkgeversdienstverlening In de nog vast te stellen visie op participatie en dienstverleningsconcept wordt voorgesteld om te kiezen voor het gezamenlijk regionaal organiseren van de werkgeversdienstverlening. Werkgelegenheid beperkt zich immers niet tot de grenzen van de wijk of van de gemeente. Werkgeversdienstverlening zorgt voor een vertaling van de vraag van werkgevers naar het juiste aanbod. De begrippen social return en maatschappelijk verantwoord ondernemen spelen hierbij een belangrijke rol. Tevens is het ontzorgen van werkgevers van belang. Op het niveau van de arbeidsmarktregio gaan werkgevers, werknemers, gemeenten en andere partners een intensieve relatie met elkaar aan in het zogenoemde Werkbedrijf. Het Werkbedrijf is geen instituut, maar een bestuurlijk regionaal samenwerkingsplatform. De gemeente heeft hierbij de leidende rol. De partijen die deel uitmaken van het Werkbedrijf maken met elkaar een regionaal marktbewerkingsplan, dat kansen en mogelijkheden beschrijft voor het plaatsen van in het bijzonder mensen met een arbeidsbeperking. Onder regie van het Werkbedrijf wordt een basispakket aan faciliteiten voor werkgevers bepaald (bijvoorbeeld risicobeperking: de no-risk polis, jobcoaching, proefplaatsing, begeleiding, werkplekaanpassingen). - Integrale toegang Het realiseren van een integrale toegang tot de dienstverlening, gericht op het vraaggestuurd werken op basis van het principe één huishouden, één plan. Er word aandacht geschonken aan alle levensdomeinen. Daarbij wordt nadrukkelijk ook het verband gelegd met het preventieve voorveld : de algemeen toegankelijke basisvoorzieningen. De toegang is verantwoordelijk voor een juiste indicatiestelling en doorverwijzing naar uitvoerders. - Wetswijzigingen met gevolgen voor de huidige verordeningen Onder het huidige regime van de Wet Werk en Bijstand is de gemeente verplicht om een aantal verordeningen op te stellen. De Participatiewet ken deze verplichting ook, met dien verstande dat deze verplichting voor enkele verordeningen komt te vervallen, en andere verordeningen moeten worden aangepast op gewijzigde regelgeving die in de Participatiewet is opgenomen. Het gaat onder meer om een participatieverordening waarin ook de invulling van de tegenprestatie is opgenomen, het invoeren van de kostendelersnorm, de verplichtingen waar uitkeringsgerechtigden aan moeten voldoen en de eventuele sancties die het niet nakomen van de verplichtingen tot gevolg hebben. De huidige langdurigheidstoeslag wordt vervangen door een individuele inkomenstoeslag.

Reeds vastgesteld beleid & uitgangspunten Het huidige beleidsplan Sociale Zaken 2012-2015 Meedoen naar vermogen heeft als belangrijkste beleidsdoel: Iedere Hilversummer doet naar vermogen mee! Het beleidsplan loopt daarmee in grote mate vooruit op de invoering van de Participatiewet. Het beleidsplan heeft een aantal belangrijke focussen: 1.4 Focus op werk (economische zelfstandigheid) De focus op werk geldt voor inwoners die met heel geringe ondersteuning betaald werk kunnen vinden. Daarvoor is soms niet meer nodig dan een match maken tussen een vacature en de inwoner. Daarnaast is er een groep werkzoekende inwoners die in principe wel kan werken, maar moeite hebben met het vinden van een baan. Voor deze personen is meestal iets meer ondersteuning nodig in de vorm van het opdoen van werknemerscompetenties, een stage of een leerwerkbaan, zodat de volgende stap een betaalde baan kan zijn. 1.5 Focus op werk, maar ook op werkgevers (werkgeversdienstverlening) Een vraaggerichte benadering van werkgevers blijkt het meest effectief te zijn om mensen aan het werk te kunnen helpen. Daarom is veel ingezet op het uitbreiden van het netwerk van werkgevers. Tevens is samengewerkt met partners die toegevoegde waarde hebben bij de bemiddeling naar werk (UWV, uitzendbureau s). 1.6 Focus op participatie (sociale redzaamheid) Voor de cliënten die niet, of nog niet, in staat zijn om een betaalde baan te vinden, ligt de focus op participatie. Waar mogelijk wordt geïnvesteerd in het opdoen van arbeidsritme. Waar dat niet mogelijk is wordt het resultaat gezocht in het vergroten van het vermogen om sociaal te kunnen functioneren en levensritme op te doen. De Wet Werk en Bijstand kent ook nu al de mogelijkheid om een tegenprestatie te vragen van mensen met een uitkering. In het beleidsplan is dit een maatschappelijke baan genoemd. Vanaf 2012 is daarmee al een start gemaakt en het aantal cliënten is daarna uitgebreid. Voor de betreffende cliënten is dit op dit moment nog geen verplichting. 1.7 Focus op betaalbaarheid De verantwoordelijkheid om binnen de budgetten te blijven wordt gevoeld. Bezuinigingen van het Rijk hebben grote financiële gevolgen. De afdeling heeft daarom maatregelen genomen door onder meer op professionele manier te sturen op de budgetten en forecasting toe te passen: het voorspellen van de toekomstige vraag en het berekenen van de bijbehorende uitgaven en inzet van menskracht, met als doel om daar tijdig op in te spelen en maatregelen te nemen. In 2014 worden de visie op participatie en het implementatieplan vastgesteld. De visie geeft de uitgangspunten van beleid weer en in het implementatieplan wordt aangegeven hoe de dienstverlening wordt vormgegeven.