EN AVANT, MARCHE! LESBRIEF VOOR LEERKRACHTEN!! OPGELET!! Deze lesbrief is geen handleiding die van a tot z moet gevolgd worden. Het is eerder een reeks mogelijke opdrachten waaruit de leerkracht kan kiezen in functie van zijn/haar eigen werkmethode en van de groep leerlingen die voorbereid moet worden. De lesbrief laat de vrijheid om de soort opdrachten en het aantal vragen per opdracht te kiezen of om aan de hand hiervan eigen spel- en denkopdrachten te maken.
IN DE COULISSEN DE TITEL EN HET ONDERWERP 1. De titel van het theaterstuk, waar jullie naar gaan kijken, is En avant, marche! Ken je deze Franse uitroep? Wat betekent die? Wat is de Nederlandse versie van deze uitroep? En in welke contexten kan deze uitroep gebruikt worden, denk je? 2. De titel van deze voorstelling is ook gebruikt als titel voor een tentoonstelling in het museum Huis van Alijn in Gent. En deze tentoonstelling was tevens één van de inspiratiebronnen voor de voorstelling. Zoek nu via Google naar informatie over deze tentoonstelling. Om wat voor een tentoonstelling ging het? Wat voor materiaal werd er tentoongesteld? En welke kunstenaar stond centraal? Als je dit nu allemaal weet, wat zal het onderwerp van de voorstelling dan zijn? HET VERHAAL 1. Het onderwerp van de voorstelling is dus gelijk aan het onderwerp van de tentoonstelling, die bestond uit foto s van fotograaf Stephan Vanfleteren. Ben je bekend met het onderwerp? Speel je zelf ook een instrument en zo ja wat? Test je kennis door de volgende vragen over het onderwerp van de voorstelling te beantwoorden. Weet je een antwoord niet, ga dan naar internet en probeer het antwoord te achterhalen. Ken je het verschil tussen een fanfare en een harmonie? Welke instrumenten vormen samen een fanfare? Hoeveel fanfares zijn er in jouw stad of dorp en hoe heten die? Hoe lang bestaan die fanfares al? Hoe vaak treden ze op en welke andere activiteiten organiseren ze? Hebben ze ook een politieke kleur en waaraan kan je dit onder andere zien? 2. Naast het thema fanfare is er ook een verhaallijn te ontdekken in de voorstelling. De inspiratiebron daarvoor komt van een eenakter (dat is een kort toneelstuk dat bestaat uit één lange scène op één plaats) van de Italiaanse (toneel)schrijver Luigi Pirandello. Die eenakter heet L uomo dal fiore in bocca ofwel De man met de bloem in de mond. Wat zou deze titel kunnen betekenen en wat zou zodoende de verhaallijn in de voorstelling kunnen zijn? Probeer dit te achterhalen door in bijlage 1 de eerste monoloog in de voorstelling van Wim Opbrouck, één van de vier acteurs, te lezen. Er staat veel Italiaans in, schrik daar niet van! Wat is er met het personage van Wim aan de hand? En welk instrument speelt en speelde hij in de fanfare? (Tip: let vooral op de onderstreepte woorden en zoek de vertaling ervan op als je de betekenis niet kent.)
DE REGISSEURS 1. De voorstelling is geregisseerd door Alain Platel, artistiek leider van het dans- en theatergezelschap Les Ballets C de la B, en door Frank van Laecke. Ken je hen en/of het werk van deze twee verschillende regisseurs? Heb je al eens een voorstelling van Alain Platel en/of Frank van Laecke gezien? Wat vond je daarvan en wat verwacht je daardoor van deze voorstelling? Ga op het internet op zoek naar meer informatie over hen. Hebben ze bijvoorbeeld al eerder samengewerkt en zo ja aan welke productie? Wat valt je op aan die productie en hoe komt het op jou over? Wat verwacht je nu met deze kennis van En avant, marche!? 2. Ken je het gezelschap van Alain Platel ook? Ga op zoek naar meer informatie over dit gezelschap en bekijk filmpjes van eerdere voorstellingen. Wat voor soort voorstellingen maken zij en hoe zou je die omschrijven? Wat is de ontstaansgeschiedenis van het gezelschap en welke rol had en heeft Alain Platel daarin? Wat verwacht je nu van de voorstelling als je deze filmpjes hebt gezien en meer weet over Les Ballets C de la B? DE MUZIEK 1. De muzikale leiding van deze voorstelling is in handen van de Belgische muzikant Steven Prengels en hij speelt zelfs mee in deze productie. Wie is hij? Wat voor muziek produceert hij? Beoefent Steven Prengels ook nog andere kunstdisciplines? Zo, ja welke? Bij welke producties van NTGent is Steven Prengels al betrokken geweest? En wat is zijn motivatie om weer mee te werken aan een voorstelling van Alain Platel en Frank van Laecke? Dit laatste kan je terug vinden op zijn eigen website. (http://www.stevenprengels.com/en-avant,-marche!.html)
AVANT-SCENE VERWACHTINGEN VOORAF 1. Op de NTGent-site vind je foto s van de repetities. Herken je de acteurs op deze foto s? Ken je hen van andere theaterstukken? Misschien van film of tv? En zo ja, van welke film of televisieserie? Als dit niet zo is, google hen dan eens. Kan je achterhalen of sommigen van hen een verleden hebben met de regisseur(s)? Is één van de acteurs specifiek een reden voor jou om naar een toneelstuk in het theater te komen kijken? Leg uit en vertel welke zaken voor jou doorslaggevend zijn in de keuze om naar een theatervoorstelling te gaan. 2. De foto s kunnen je een idee geven over de voorstelling. Welke emoties/sfeer roepen de foto s op? Welk lichaamsdeel krijgt op een groot aantal foto s de focus? Hoe kan je dit linken aan de verhaallijn, die voortkomt uit de eenakter van Pirandello? Wat verwacht je op basis van die foto s van de voorstelling? Waarom? Argumenteer. Later kan je jouw bedenkingen toetsen aan de voorstelling. 3. Je ziet op de productiepagina van En avant, marche! een lijst staan met alle personen die een bijdrage leverden aan deze productie. Staan hier beroepen/functies bij die je niet kent? Ga dan na op het internet wat deze mensen doen en geef een korte definitie van hun beroep. Op welke manier zie je in deze lijst terug dat de voorstelling een co-productie is? Wie is bijvoorbeeld vast verbonden aan NTGent en wie aan Les Ballets C de la B? 4. Op dezelfde productiepagina vind je een inleidende tekst. Lees en vat even samen wat voor jou opvallend is/zal zijn aan deze voorstelling. 5. Ook op de productiepagina vind je een filmpje van een ademhalingsoefening. Bekijk die en bedenk waarom de muzikanten en acteurs die gebruikten tijdens de repetities. Ook zie je als je goed kijkt al een gedeelte van het decor. Wat vind je ervan? Waar moet je aan denken als je het ziet? En welke sfeer roept het voor jou op? DE AFFICHE 1. In bijlage 2 vind je de affiche van de voorstelling. De afbeelding is getekend door Wim Opbrouck, die dus meespeelt als acteur. Wat vind je ervan? Past het binnen alle informatie die je tot nu toe verzameld hebt rondom de voorstelling? Hoe verhoudt het personage van Wim zich tot de tekening? 2. Ga terug naar de website van museum Huis van Alijn en bekijk daar de foto s die op de tentoonstelling te zien waren. Wat valt je hieraan op? Let hierbij vooral op het aantal mensen dat op iedere foto te zien is. Welk groot verschil zie je als je hierop let? En hoe past dit binnen het verhaal van deze voorstelling als je het verbindt aan het thema fanfare en de verhaallijn van het personage van Wim hierbij?
3. De foto op de voorkant van deze lesmap vormt het beeld van de affiche van Les Ballets C de la B. Vergelijk dit met de affiche van NTGent. Bespreek de verschillen. Welke van de twee heeft jouw voorkeur en waarom? DIALOGEREN MET ELKAAR IN DIALOOG OVER INHOUD EN THEMATIEK 1. De muziek In de voorstelling zit zeer veel, en vaak vooral klassieke, muziek. Een deel hiervan wordt gespeeld door zeven muzikanten en op twee momenten in de voorstelling komt er zelfs een complete fanfare op de scène. Leuk om te weten is dat dit niet iedere voorstelling dezelfde fanfare is, maar dat er per speelplek een plaatselijke fanfare is uitgenodigd om mee te spelen in de voorstelling. Zo speelt een fanfare uit Barcelona dus mee als En avant, marche! in Barcelona te zien is. Hieronder vind je een aantal links naar muziekstukken op youtube, die in de voorstelling (hoewel vaak bewerkt door muzikaal leider Steven Prengels) te horen zijn. Beluister ze. Welke emoties roepen de twee stukken bij jou op? Hoe ver staat deze muziek af van de muziek waar jij dagelijks naar luistert? En roept die muziek dezelfde emoties op of niet? Benoem welke emoties de twee muziekstukken bij jou oproepen en zoek een passend nummer uit jouw eigen muzieklijst dat bij jou dezelfde emotie oproept. Vergelijk dit met een aantal klasgenoten. Herkennen zij welke emoties jij gekoppeld hebt aan de twee onderstaande muziekstukken en de door jou zelf gekozen nummers? Nimrod uit de Enigma Variaties van de Britse componist Edward Elgar: https://www.youtube.com/watch?v=sugobb8m1ee Jupiter uit The Planets van de Britse componist Gustav Holst: https://www.youtube.com/watch?v=gu77vtja30c 2. De ziekte van het personage van Wim Kort gezegd is het personage van Wim in de voorstelling dus terminaal ziek, doordat hij keelkanker heeft. Zijn grote passie, namelijk trombone spelen in een fanfare, kan hij hierdoor niet meer bevredigen, waardoor hij noodgedwongen nu maar op de cimbalen speelt. Ziektes treffen helaas veel mensen en ook kanker komt veel voor. Hoe reageren mensen, de zieke en de mensen rondom hem of haar, in dit soort situaties? Hoe denk je dat je zelf reageert als iemand plots zo ziek is in jouw omgeving? Zwijg je liever en ontloop je zodoende de situatie of ben je bijvoorbeeld juist iemand die er veel over wil praten? En waarom handel je zo? En welke invloed
heeft de houding van een naaste op de zieke en andersom? Bespreek ook met elkaar de argumenten die je hebt voor je antwoorden. 3. Groepsgevoel Als iemand plots zo ziek wordt en een groep, in dit geval een fanfare, moet verlaten, is dit zowel voor de zieke als voor die groep een schok. Ook toont dit aan dat een groep bestaat uit een hele hoop individuen, die allemaal uniek zijn, maar samen toch een geheel vormen. Groepsdynamiek speelt hierin een grote rol, maar wat is dit precies? Google de term eens los én in combinatie met groepsdruk om een beter beeld van het begrip te krijgen. Bekijk bijvoorbeeld één van de filmpjes op Youtube die je vindt als je zoekt naar the elevator experiment. Wat gebeurt er tijdens het experiment en wat toont het aan? Bedenk nu met elkaar tot welke groepen jullie zowel binnen als buiten schooltijd behoren. Denk bijvoorbeeld aan de klas, de groepjes binnen de klas, maar ook de groep vrienden van de basisschool, van sport en van muziek. Heb je in iedere groep een soortgelijke rol of verschilt dit per groep? Bespreek met elkaar hoe dat voor elk van jullie is: is er wel of geen verschil? Argumenteer. Ben je iemand die makkelijk in de groep ligt of ben je liever op jezelf? Wat drijft mensen om samen te scholen in een groep en wat drijft jullie? 4. Relaties binnen groepen Zoals je bij opdracht 3 hebt gemerkt is de dynamiek in een groep een interessant gegeven, omdat mensen hun individualiteit voor een deel loslaten om bij de groep te horen. Maar binnen groepen zijn er ook een heleboel relaties waar te nemen. Ze ontstaan bijvoorbeeld door een verschil in positie, zoals tussen leraar en leerling in een klas, of door vriendschap of liefde. Beschrijf in de groepen waar jullie deel van uitmaken, die je zo even hebt opgelijst in opdracht 3, zoveel mogelijk aanwezige relaties. Waardoor zijn ze ontstaan? Welke belangen spelen er? In welke verhouding staat de relatie tot de groep? En welke invloed heeft de groep op deze relatie en deze relatie op de groep? 5. Uniformen dragen in je vrije tijd In de voorstelling zijn de vier acteurs en de zeven muzikanten dus onderdeel van één en dezelfde fanfare. Het is gebruikelijk dat men tijdens optredens een fanfarekostuum aanheeft. Alle leden van de fanfare dragen dan dus eigenlijk een uniform. Waar denken jullie aan bij de term uniform? Is het beeld dat jullie van uniformen hebben positief of negatief? Leg uit en ga met elkaar in gesprek. Wanneer noem je een outfit een uniform? Is dit alleen bij officiële kostuums, zoals van het leger en van de politie of al eerder? Kan je de kleding die nu in de mode is ook een uniform noemen? Wat zijn de voordelen van het dragen van uniforms en wat zijn de nadelen? Waarom denk je dat de traditie van het dragen van uniformen in fanfares
ooit is ontstaan? Zou jij zo n uniform in je vrije tijd aantrekken? En maakt een uniform een mens minder een individu of maakt dat geen verschil? Bedenk zoveel mogelijk argumenten voor en tegen deze stelling en verwoord hierna jouw mening. WORKSHOP ZELF AAN DE SLAG Inleiding: Muziek maken zonder instrumenten In de voorstelling wordt op allerlei manieren muziek gemaakt. Niet alleen met de gebruikelijke instrumenten of met zang, maar ook met alles wat aanwezig is op scène, zoals het decor en de lichamen van de acteurs. Zo is er bijvoorbeeld een scène tussen de percussionist en een acteur/danser, waarin hij de percussionist door de hele ruimte sleept, terwijl de percussionist blijft doorgaan met het slaan van een ritme. Dat betekent dat hij overal op slaat van de pupiters tot de vloer, de microfoon en zelfs de tanden van Hendrik, de danser, aan toe. De eerste opdracht aan jullie is nu de volgende: Deel de klas op in groepen van ongeveer zes personen en ga per groepje op zoek naar muziek met de middelen die voor handen zijn. Ga dus op zoek naar manieren om in het klaslokaal muziek te maken zonder echte instrumenten te gebruiken of te zingen. Binnen de groepjes zoekt iedereen eerst individueel zijn instrument. Oefen een kwartiertje apart totdat je een behoorlijk ritme kan maken en werk dan samen totdat jullie een eigen orkestje vormen en een kort liedje of een interessant ritme kunnen spelen. Opdracht 2: Analyseer vervolgens wat voor een soort emoties jullie liedje of ritme oproept. Waardoor zou het kunnen komen dat het deze emoties oproept? Denk na over mogelijke emoties, die het tegenovergestelde zijn van de emotie die nu het sterkst aanwezig is in jullie compositie. Kies uit deze mogelijke emoties er twee uit en overleg met elkaar hoe je jullie lied of ritme kan aanpassen aan deze emotie. Werk dit uit totdat er twee nieuwe liedjes of ritmes ontstaan, die de andere twee emoties overbrengen. Drie: Kies nu per groepje iemand uit die alleen meespeelt in twee van de drie nummers. Hij of zij mag zich namelijk in de laatste drie minuten van de repetitietijd aansluiten bij een ander groepje. Wanneer de buitenstaander zich aansluit bij het nieuwe groepje is het zaak om één van jullie nummers/ritmes aan hem of haar te laten horen. Tijdens het concert is het namelijk de bedoeling dat hij of zij willens en wetens dit ritme muzikaal tegenwerkt. Organiseer vervolgens het concert, waarin de groepjes de drie nummers/ritmes laten horen. Inventariseer of de gekozen emoties ook bij een publiek (de andere groepjes) zo overkomen of dat zij andere emoties sterker aan de muziek verbinden. Welke emoties zijn dit en waardoor zou dit kunnen verschillen?
Spreek ook met elkaar over de invloed van de buitenstaander. Hoe voelde het voor hem of haar om in de andere groep te komen en tijdens het concert tegen te werken? Hoe was dit voor de groep? En hoe is dit idee van iemand die het ritme niet meespeelt in een groep te verbinden aan de thematiek van de voorstelling? Bijlage 1 - De beginmonoloog van Wim Opbrouck Sà come si chiama questo? E un nome dolcissimo E un nome piu dolce che una canzone Si chiama epitelioma Epitelioma si chiama questo La morte e passata M ha ficcato una fiore in bocca M ha ficcato questa fiore in bocca Vedi Mi ha detto Signore, tientila cara, ripassero fra otto o dieci mesi De dood is gepasseerd De dood, la mort De dood hed een blomme in min mond gestoken Een purperen knobbel Zied hem zitten? On ne joue plus? Allez continue! Ah Mahler! Toujours continuer! Una giornata particolare Alma, Alma wo bist du? Alma wo sind sie?
Nicht schleppen! Do re mi fa sol la Moi j ai toujours ma voix J ai toujours joué la trombone J ai joué la trombone pendant trente ans Nog nooit een bloem zo schoon van u Gezocht geplukt gelezen Als dien avond blonk op u En mocht de mijne wezen Allez joue! Jouer! Jouez!
Bijlage 2 - Affiche van NTGent