Barometer Internationale Samenwerking 2006

Vergelijkbare documenten
Doelgroepen voor duurzame energie. Kennismaking Mentality

Doelgroepen voor duurzame energie

Barometer Internationale Samenwerking 2007

Tussen dromen en daden. het perspectief van de consument op duurzame financiële dienstverlening

Op weg naar 2030: verandering in waarden vormt de toekomst

Barometer Internationale Samenwerking 2008

Onderzoeksdoelstelling en probleemstelling

Motivaction ConceptScore. Onderzoek nieuwe methoden boodschappen doen

Barometer Internationale Samenwerking 2009 NCDO Onderzoeksrapport

Draagvlak participatiesamenleving is geen garantie voor toename vrijwilligerswerk

Rapport enquête Vissenbescherming en Dierenbescherming Amsterdam

Doelgroepen. Kennismaking Mentality

Segmenteren, Doelgroep Bepalen, Positioneren. Het afstemmen van een product of dienst op de behoefte vanuit de markt.

Zonnepanelen in Nederland

Crowdfunding vertrouwen in de economie

Social intelligence sleutel tot duurzaamheidsdoorbraak in Nederland

Stand.tv - FACTSHEET - Meting 30: Mexicaanse griep. Amsterdam, 19 augustus 2009 drs. Sander van Duijn drs. Frits Spangenberg

Steeds meer mensen zijn bewust flexitariër

PKN in contact met Nederland: kijk op het leven en kijk op geloven

- Factsheet - Verkenning van de beleving. van het asielzoekersvraagstuk. in Nederland

Politiek en Sociaal vertrouwen & Internationale Samenwerking

Schoon is de norm. Publieksonderzoek in het kader van het NederlandSchoon-congres 2017 Het rendement van schoon. Willemijn Bot Lonneke Gijsbers

Wat vindt Nederland van de Kip van Morgen?

Wind op Zee Beknopt rapport Natuur & Milieu

De publieke opinie over het doden van krabben, kreeften en vissen voor consumptie

Leefstijlen en betrokkenheid Provincie Flevoland

Conclusies: leefstijlscore

Opiniepeiling: Polen thuis in Nederland?

De Toekomst van Vrijwilligerswerk Cecilia Keuchenius MSc. Research manager

Barometer Internationale Samenwerking 2010 NCDO Onderzoeksrapport

Mening over sparen en beleggen van pensioenpremie

Mentality model. Achtergrond. Leefstijlscore. Subjectieve gezondheidsbeleving. Motivaties en omgevingsfactoren. Mentality. Verdieping leefstijlscore

Terugkoppeling resultaten peiling levensstijl

Factsheet Nederlanders over het verzet

Wat is er aan de hand?

Rapportage omnibusvragen

Bezuinigen op ambtenaren? Onderzoek onder het brede publiek en onder ambtenaren

Beelden van de democratische rechtsstaat

De economische situatie

Opinieonderzoek Klimaatakkoord

Ouders leren kinderen voor zichzelf opkomen Zelfbeheersing is nog belangrijker. De grenzeloze generatie en de eeuwige jeugd van hun opvoeders

Dag van de Domeinnaam

Doelgroep-denken; zet je leden centraal. Presentatie Motivaction Congres SportService Zwolle 1

Flitspeiling Voedselverspilling

Randstad Online toets onder burgers Ministerie van VROM - samenvatting-

Hout stoken: lust of last? Milieu Centraal Rapportage Auteurs: Ikrame Azaaj, Jasper Visscher, Sibolt Mulder Project Z6422

Publieke opinie: transparantie investeringskeuzes bij verzekeringsgroepen

Mentaliteitstrends 2013

Onderzoek duurzaam gedrag

Marketing voor energiecoöperaties. Juriaan Jansen, Servicepunt Hier Opgewekt Milieufederatie Noord-Holland

Betaalbaarheid van pensioen in de toekomst

Samenvatting onderzoeksresultaten 2012

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie

Ray Anderson-lezing, MVO Nederland en Interface Door: Martijn Lampert, research director Motivaction

Monitor Steun en Draagvlak

Een onderzoek autoverzekeringen. Pricewise Rapportage Auteurs: Yvette Randsdorp, Rob Doornbos Project Z5003

Rapportage Auteurs: Jeroen Bruin & Karin Lammers Project Z6360. Effect toiletreclame Vodafone

Meerderheid Nederland niet van plan om geld te geven Nederlander twijfelt of geld voor noodhulp Hoorn van Afrika goed terecht komt

Factsheet Maatschappelijke Barometer: vrijheid van meningsuiting, uitzending 2 november 2005

De beleving van armoede door de Nederlandse bevolking

Werkdruk of werkgeluk? Ester Koot Jorn Lingsma Eric-Jan Klöne Thomas Vrakking

Opiniepeiling in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2012

DONATEURSVERTROUWEN LIJKT STABIEL...

Effect toiletreclame Vodafone Altermedia

Effect toiletreclame Ziggo. Altermedia Rapportage Auteurs: Jeroen Bruin, Daan Damen en Jeroen Senster Project Z4778

NEDERLANDERS & OVERHEIDSBUDGET ONTWIKKELINGS- SAMENWERKING ONDERZOEKSREEKS

Betere samenleving vraagt om andere opvoeding

Nederlanders & Overheidsbudget Ontwikkelingssamenwerking. onderzoeksreeks

Zijn Nederlanders klaar voor de participatiesamenleving en zelfzorgstaat? - Factsheet publieksonderzoek -

Wat vinden Nederlanders van belastingontwijking door grote bedrijven?

Belastingontwijking en brievenbusfirma s

De Begroting van het Volk 2012

Het bestaansrecht van de glastuinbouwsector. Onderzoek naar het imago van de glastuinbouwsector PT Glastuinbouw

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Marian Spier. Docent Interna,onal coördinator SBC Afstudeerbegeleider

Management summary Energiezuinig wonen in de Biezenakker

61% Nederlanders wil natuur in nieuwe regeerakkoord

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Gebiedsanalyse gemeente Den Haag

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

Welkom in mijn achtertuin. Burgerschapsstijlen en voorzieningen voor dak- en thuislozen. Presentatie. Leeuwarden 19 Maart 2010

Kwantitatief onderzoek naar de houding en opvattingen van Turkse en Marokkaanse jongeren jegens het conflict in de Gazastrook 1-meting Factsheet

Meting september 2013

Wat vindt Nederland van elektrisch rijden?

Kennis over kosten en opbrengsten van het pensioensysteem

Stand.tv. Meting 29: Moslims over het land van Wilders - FACTSHEET -

Het EnschedePanel over duurzaamheid

EDM. Peter Weyers. Van data naar daden. Mentality ijkpersonen Nijmegen Standvast Wonen

BAROMETER INTERNATIONALE SAMENWERKING Auteur: Ilse Hento

Meerderheid kent het EKO-keurmerk Onderzoek naar de waarde van het EKO-keurmerk onder Nederlandse boodschappers

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

+,)%-(%#'%,,$%.#%/,$.0

Groene Lunch, MediaGroen. Gerard van der Werf Daan Damen

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

Ouderen en nieuwe technologie

Onderzoek TNS NIPO naar thuiswinkelgedrag en de bekendheid van het Thuiswinkel Waarborg in Nederland

ANALYSE FORUM VOOR DEMOCRATIE

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Transcriptie:

bezoekadres Marnixkade 109 1015 ZL Amsterdam postadres Postbus 15262 1001 MG Amsterdam E moti@motivaction.nl T +31 (0)20 589 83 83 F +31 (0)20 589 83 00 W www.motivaction.nl Barometer Internationale Samenwerking 2006 Trends en ontwikkelingen NCDO Rapportage Amsterdam, oktober 2006 Projectnummer: L0566 drs. Martijn Lampert drs. Bram van der Lelij drs. Celina de Kamps drs. Sander van Duijn Bankrelatie: Rabobank 3447.44.817, IBAN: NL77 RABO 0344 744 817, BIC/SWIFT: RABONL2U. Dossiernummer Motivaction International B.V. bij KvK Amsterdam: 33289976. Prijsopgaven en leveringen geschieden conform de Leveringsvoorwaarden gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam.

Dit rapport is opgesteld door Motivaction International B.V. Wij verzoeken de opdrachtgever bij publicatie Motivaction als bron te vermelden. Voor de opdrachtgever is een exemplaar van de bij dit onderzoek gehanteerde vragenlijst op aanvraag verkrijgbaar.

Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 5 1.1 Achtergrond 5 1.2 Methode van onderzoek 5 1.3 Samenvatting en conclusies 6 1.3.1 Draagvlak onder de Nederlandse bevolking 6 1.3.2 Moderne burgerij 10 1.3.3 Opwaarts mobielen 11 1.3.4 Postmaterialisten 11 1.3.5 Nieuwe conservatieven 12 1.3.6 Traditionele burgerij 13 1.3.7 Kosmopolieten 15 1.3.8 Postmoderne hedonisten 15 1.3.9 Gemaksgeoriënteerden 16 1.4 Aanbevelingen 17 2 Inleiding 22 2.1 Achtergrond van het onderzoek 22 2.2 Doelstelling en probleemstelling 23 2.3 Methode van onderzoek 24 2.4 Leeswijzer 25 3 Draagvlak onder de Nederlandse bevolking 26 3.1 Betrokkenheid en informatie 26 3.2 Overheid en beleid 28 3.2.1 Geloof in de werking van ontwikkelingssamenwerking 28 3.2.2 Budget ontwikkelingssamenwerking 29 3.2.3 Enkele actuele issues 32 3.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 33 3.3.1 Bekendheid en slagingskans millenniumdoelen 33 3.3.2 Waardering ontwikkelingshulp/samenwerking via diverse kanalen 35 3.3.3 Rol van de gemeenten 35 3.3.4 Nederland en multilaterale instellingen op het terrein van internationale samenwerking 36 3.3.5 Vrije wereldhandel, handelsbarrières en importheffingen 40 3.3.6 Dreiging andere landen eigen leefwereld 42 4 Mentality-milieus 44 4.1 Moderne burgerij 44 4.1.1 Betrokkenheid en informatie 44 4.1.2 Overheid en beleid 45 4.1.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 46 4.2 Opwaarts mobielen 4.2.1 Betrokkenheid en informatie 47 47 4.2.2 Overheid en beleid 47 4.2.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 48 4.3 Postmaterialisten 49

4.3.1 Betrokkenheid en informatie 49 4.3.2 Overheid en beleid 50 4.3.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 51 4.4 Nieuwe conservatieven 52 4.4.1 Betrokkenheid en informatie 52 4.4.2 Overheid en beleid 52 4.4.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 53 4.5 Traditionele burgerij 54 4.5.1 Betrokkenheid en informatie 54 4.5.2 Overheid en beleid 55 4.5.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 56 4.6 Kosmopolieten 58 4.6.1 Betrokkenheid en informatie 58 4.6.2 Overheid en beleid 58 4.6.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 59 4.7 Postmoderne hedonisten 60 4.7.1 Betrokkenheid en informatie 60 4.7.2 Overheid en beleid 61 4.7.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 62 4.8 Gemaksgeoriënteerden 63 4.8.1 Betrokkenheid en informatie 63 4.8.2 Overheid en beleid 64 4.8.3 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp 64 4.9 Samenvatting Mentality-milieus 65 5 NCDO-doelgroepen opwaarts mobielen en postmoderne hedonisten 69 Bijlage 1 Achtergrond Mentality 72 Bijlage 2 Responsoverzicht 75 Bijlage 3 Weegspecificatie 76 Bijlage 4 Scores op items: rechte tellingen en per Mentality-milieu 78 Bijlage 5 Mentality milieuplaatjes 92

1 Samenvatting en conclusies In opdracht van NCDO heeft Motivaction International B.V. onderzoek uitgevoerd naar onderdelen van het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking en internationale samenwerking. Het onderzoek vormt het startpunt van een jaarlijks onderzoek naar draagvlak onder de Nederlandse bevolking en de verschillende Mentality-milieus. Omdat niet alle onderdelen van het draagvlak onderzocht kunnen worden door middel van publiek opinieonderzoek verzamelt NCDO aanvullende data op andere manieren; deze gegevens zijn niet in dit rapport opgenomen 1. 1.1 Achtergrond De missie van NCDO kan als volgt worden omschreven: het maatschappelijke en politieke draagvlak in Nederland voor internationale samenwerking en duurzame ontwikkeling handhaven en versterken (Beleidskader 2007-2010). De doelstelling van het onderzoek is: Kennis en inzicht geven in de publieke opinie betreffende onderwerpen van internationale samenwerking die deel uitmaken van het draagvlak voor internationale samenwerking. Op basis van deze inzichten kunnen NCDO en andere belanghebbenden het draagvlak zo effectief mogelijk onderhouden en versterken. De probleemstelling is drieledig en luidt: In welke mate en op welke manier is de Nederlandse bevolking betrokken bij ontwikkelingssamenwerking? Welke opvattingen bestaan er over de manier waarop ontwikkelingssamenwerking vorm moet krijgen en de rol van de overheid daarin? Welke opvattingen bestaan er over internationale samenwerking? Welke opvattingen en houding hebben de verschillende Mentalitymilieus? 1.2 Methode van onderzoek Gekozen is voor een mixed mode opzet, waaraan zowel respondenten hebben meegedaan uit het webpanel van Motivaction (StemPunt.nu) als respondenten die eerder hebben geparticipeerd in schriftelijke Mentality-metingen. Na weging is een representatieve steekproef uit de bevolking tussen 15 en 80 jaar gerealiseerd van n=1.512. 1 Dit rapport bevat gegevens met betrekking tot 6 indicatoren voor draagvlak, in totaal heeft NCDO er 15 gedefinieerd. 5

Tevens is een extra steekproef (boost) van NCDO-doelgroepen opwaarts mobielen en postmoderne hedonisten van n=1.178 in het onderzoek betrokken. 2 Samen met de 344 opwaarts mobielen en postmoderne hedonisten uit de steekproef 'Nederland representatief' bedraagt de totale n voor deze groepen dus 1.522. Deze doelgroepen zullen in de komende jaren extra aandachtig worden gevolgd met als doel door NCDO beoogde vergrotingen in het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking onder deze doelgroepen vast te kunnen stellen. 1.3 Samenvatting en conclusies In deze paragraaf wordt een samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten van de Barometer Internationale Samenwerking 2006. Allereerst wordt ingegaan op het draagvlak in de hele Nederlandse bevolking. Daarbij komen de volgende onderwerpen aan bod: Betrokkenheid en informatie Overheid en beleid Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp De belangrijkste resultaten worden puntsgewijs weergegeven en steeds ingeleid met een conclusie. Vervolgens worden per Mentality-milieu de opvattingen beschreven die typerend zijn voor dit segment. Hierbij wordt kort vermeld waar elk milieu relatief hoog of laag op scoort in vergelijking met het gemiddelde. De score hoeft niet per se in absolute zin hoog te zijn. 1.3.1 Draagvlak onder de Nederlandse bevolking Betrokkenheid en informatie Betrokkenheid bij ontwikkelingslanden vooral geuit door geld geven aan goed doel Vier op de tien Nederlanders zegt de afgelopen 12 maanden iets gedaan te hebben voor mensen in ontwikkelingslanden. Meest genoemde activiteiten zijn: geld geven aan een goed doel (79%) tv programma's kijken of lezen over leven ontwikkelingslanden (38%) producten kopen in wereldwinkels of fair trade winkels (31%) 55% van de Nederlanders heeft de afgelopen 12 maanden niets gedaan voor mensen in ontwikkelingslanden. Het vaakst als reden wordt gegeven: geen/ te weinig geld (35%) wordt gedaan door/moet gedaan worden door regering (16%) denk niet dat ik iets kan doen, helpt toch niet (15%) 2 Het totaal aantal respondenten in dit onderzoek is dus n=2.690. 6

Helft van de Nederlanders (49%) heeft in 2005 geld gegeven aan organisaties of acties voor ontwikkelingslanden. 3 Het gemiddeld gedoneerd bedrag van deze groep is 111 euro 32% is van mening dat men goed op de hoogte is van wat er in ontwikkelingslanden gebeurt 15% denkt dat de informatie over ontwikkelingslanden op de Nederlandse televisie meestal correct is Overheid en beleid: werking ontwikkelingssamenwerking Geloof in principe van ontwikkelingssamenwerking maar velen betwijfelen of overheidsbudget goed wordt besteed 43% van de Nederlanders denkt dat de situatie van mensen ter plekke verbetert als geld aan ontwikkelingshulp goed wordt besteed 15% denkt dat het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking merendeels goed wordt besteed, 37% denkt dat het merendeels slecht wordt besteed De helft van alle Nederlanders noemt corruptie als mogelijke reden waarom geld niet goed wordt besteed Overheid en beleid: budget ontwikkelingssamenwerking Circa helft Nederlanders steunt huidige budget overheid voor ontwikkelingssamenwerking 63% is tegen verlaging van het huidige budget: hiervan vindt 46% dat de Nederlandse ontwikkelingshulp gelijk moet blijven en 17% wil een ruimer budget. 37% wil juist minder geld. Van degenen die een groter budget wensen, is de grootste groep (37%) voor circa 10% verhoging; van degenen die een lager budget wensen, is de grootste groep (32%) voor circa een halvering 37% staat achter het huidige beleid van relatief veel geld geven, 45% vindt dat Nederland evenveel aan ontwikkelingssamenwerking moet gaan uitgeven als andere landen 47% van de Nederlanders schat dat de overheid jaarlijks tussen de 2 en 6 miljard besteedt aan ontwikkelingssamenwerking Er is een aantal vragen voorgelegd waarbij het budget voor ontwikkelingssamenwerking is vergeleken met andere bedragen op de Rijksbegroting. Een meerderheid van de bevolking maakt de juiste inschatting dat de Nederlandse overheid jaarlijks meer uitgeeft aan de EU (76%) en aan bijstandsuitkeringen (55%) dan aan ontwikkelingssamenwerking (76%) Een meerderheid van de bevolking maakt de juiste inschatting dat de Nederlandse overheid meer inkomsten heeft uit aardgas (71%) dan uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking 3 Dit is een hoger percentage dan de 40% die zegt de afgelopen 12 maanden iets gedaan te hebben voor mensen in ontwikkelingslanden. Kennelijk is er een groep mensen die niet hetzelfde verstaat onder 'iets doen voor ontwikkelingslanden' en het 'geven van geld'. De vragen zijn bovendien niet geheel vergelijkbaar omdat er wordt gevraagd naar gedrag in verschillende perioden: in de ene vraag het jaar 2005 en de andere vraag de afgelopen 12 maanden. 7

Een meerderheid van de bevolking maakt de onjuiste inschatting dat de Nederlandse overheid meer inkomsten heeft uit wegenbelasting (66%) dan uitgaven aan ontwikkelingssamenwerking Overheid en beleid: enkele actuele beleidsissues Steun voor meer samenwerking overheid en bedrijfsleven bij besteding ontwikkelingsbudget 59% van de Nederlanders voelt ervoor dat de overheid een deel van het budget voor ontwikkelingssamenwerking geeft aan bedrijven ter investering in ontwikkelingslanden 60% vindt het een vorm van ontwikkelingssamenwerking als mensen in Nederland, die afkomstig zijn uit ontwikkelingslanden, geld of goederen sturen naar hun familie in het land van herkomst 25% vindt dat er in volgende regering een minister voor ontwikkelingssamenwerking moet komen, 44% vindt dat het ook een staatssecretaris mag zijn Overheid en beleid: rol gemeenten Draagvlak voor actieve betrokkenheid gemeenten bij ontwikkelingssamenwerking 32% vindt dat het bestuur van de gemeente waar men woont iets moet doen aan ontwikkelingssamenwerking, voor 48% is dat niet nodig 49% wil dat hun eigen gemeente een samenwerkingsverband aangaat met een gemeente in een ontwikkelingsland om de situatie daar te verbeteren. 4 Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp: millenniumdoelen Millenniumdoelen zijn niet erg bekend en het doel 'halvering aantal mensen onder armoedegrens' wordt niet haalbaar geacht 26% van de bevolking heeft mogelijk van de millenniumdoelen gehoord: hiervan geeft 10% aan ervan te hebben gehoord en 16% gelooft er van te hebben gehoord. 69% heeft er niet van gehoord Van de 26% die (misschien) van deze doelen heeft gehoord, kan 53% geen juiste doelstellingen noemen. Van de 47% die wel een juist doel noemt, noemt 59% de armoede halveren en minder mensen honger en 30% elk kind naar school Slechts 1% gelooft in een grote kans van slagen van het doel om tot 2015 het aantal mensen onder de armoedegrens te halveren, 57% gaat uit van een kleine kans van slagen, 25% geeft dit doel helemaal geen kans 4 Dit percentage is hoger dan het percentage dat vindt dat het bestuur van de gemeente waar men woont iets moet doen aan ontwikkelingssamenwerking. Mogelijk krijgen initiatieven van het gemeentebestuur minder steun dan initiatieven waarbij gemeente en bestuur niet direct gekoppeld zijn. Dit zou aansluiten bij het lage vertrouwen van burgers in de overheid in het algemeen. 8

Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp: Nederland en multilaterale instellingen op het terrein van internationale samenwerking Nederlanders hebben meer vertrouwen in ontwikkelingshulp via professionele ontwikkelingsorganisaties dan rechtstreeks via de overheid Zeer geschikt voor het geven van ontwikkelingshulp vinden Nederlanders professionele ontwikkelingsorganisaties (45%), gevolgd door kleine vrijwilligersorganisaties (37%) en de VN (29%) Minder vaak als zeer geschikt kanaal aangemerkt worden de Nederlandse overheid (rechtstreeks naar ontwikkelingslanden, 20%) en de EU (11%); circa een derde vindt dit ronduit ongeschikte kanalen 29% van de bevolking vindt dat de Nederlandse overheid meer geld moet geven aan de WHO, gevolgd door Unicef (26%), Unesco (12%), VN (6%), Wereldbank (5%), NAVO (3%) en Europese Unie (2%). 19% vindt dat er meer Nederlanders topfuncties moeten krijgen bij de Europese Unie; organisaties waarvoor dit iets minder vaak wordt gewenst, zijn WHO, VN, Unicef, NAVO, Wereldbank en UNESCO 38% vindt dat Nederland meer te zeggen moet krijgen bij de Europese Unie, gevolgd door VN (31%), NAVO (27%), WHO (26%), Unicef (24%), Wereldbank (22%) en UNESCO (20%) Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp: draagvlak vrije wereldhandel Groot draagvlak voor handelsbarrières en importheffingen in Europa onder Nederlanders 61% vindt dat ontwikkelingslanden zonder belemmeringen moeten kunnen exporteren naar Europa 49% vindt dat de EU importbelemmeringen die de eigen economie beschermen moet handhaven 36% is van mening dat de EU handelsbarrières en importheffingen die Europese werknemers beschermen moet handhaven, 24% is voor het opheffen daarvan 47% vindt het terecht dat de EU de import van schoenen uit China wil verbieden als maximum hoeveelheden worden overschreden 54% vindt het terecht dat de EU de import van schoenen uit China wil beperken om de werkgelegenheid in schoenenfabrieken in landen als Italië, Portugal en Spanje te beschermen 54% vindt het onterecht als deze beperkende maatregelen ertoe leiden dat ze in de winkel méér moeten betalen voor schoenen Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp: relatie gebieden en eigen leefwereld Zowel moslimlanden als VS als bedreigend ervaren voor eigen manier van leven Aan respondenten is de volgende kwestie voorgelegd: ' Ontwikkelingen in sommige landen kunnen (in de toekomst) van invloed zijn op uw manier van leven. Sommigen zien dat als positief, anderen vinden het een bedreiging'. Voor de volgende gebieden kon men aangeven of zij dit gebied als bedreiging voor hun eigen manier van leven zien: 63% ziet moslimlanden als een bedreiging voor zijn of haar eigen manier van leven 45% ziet de VS als een bedreiging voor de eigen levenswijze 33% vindt de EU bedreigend voor de eigen levenswijze 9

29% ziet China als een bedreiging voor de eigen levenswijze 1.3.2 Moderne burgerij Dit milieu is te omschrijven als de conformistische, statusgevoelige burgerij die een evenwicht zoekt tussen traditie en moderne waarden, als consumeren en genieten. Betrokkenheid en informatie Onder moderne burgers is relatief weinig draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Men onderneemt dan ook niet veel actie ten behoeve van mensen in ontwikkelingslanden, tenzij dit een eigen voordeel oplevert. Zo doen moderne burgers wel relatief vaak mee aan loterijen met een goed doel. Moderne burgers zijn min of meer slecht geïnformeerd over ontwikkelingssamenwerking. Men geeft vaker aan slecht op de hoogte te zijn van wat er in ontwikkelingslanden gebeurt. Daarnaast is men minder vaak op vakantie naar een ontwikkelingsland geweest. Overheid en beleid Men is relatief negatief over de werking van ontwikkelingssamenwerking. Zo geven moderne burgers vaker aan dat de situatie in ontwikkelingslanden niet verbetert als gevolg van ontwikkelingshulp en denkt men vaker dat het overheidsgeld slecht wordt besteed. Moderne burgers zijn slecht op de hoogte van het overheidsbudget voor ontwikkelingshulp en schatten dit vaker te hoog. Men is vaker van mening dat het budget moet worden verminderd. Moderne burgers zien ontwikkelingssamenwerking niet primair als overheidstaak. Ze zijn vaker van mening dat er geen minister en ook geen staatssecretaris nodig is voor ontwikkelingssamenwerking. Men vindt het ook niet nodig dat gemeenten activiteiten op het gebied van ontwikkelingssamenwerking ondernemen. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Wat betreft vrije wereldhandel en de relatie van gebieden tot de eigen leefwereld heeft de moderne burger geen eenduidige mening. Men is tegen vrije wereldhandel als het de Europese werkgelegenheid zou aantasten, maar men is voor vrije wereldhandel indien dit goedkopere producten in winkels tot gevolg heeft, zoals schoenen uit China. Moderne burgers zijn minder bekend met de millenniumdoelen. Men heeft geen mening over bedreiging van de eigen levenswijze door andere landen en/of gebieden. De moslimlanden vormen echter hierop een uitzondering, deze ervaart de moderne burger wel als een bedreiging. Conclusie Kort samengevat is de moderne burger niet veel bezig met ontwikkelingssamenwerking tenzij dit gepaard gaat met persoonlijke voordelen zoals loterijen voor het goede doel of goedkope schoenen. 10

1.3.3 Opwaarts mobielen Dit milieu is te omschrijven als carrièregerichte individualisten met een uitgesproken fascinatie voor sociale status, nieuwe technologie, risico en spanning. Betrokkenheid en informatie Het draagvlak onder opwaarts mobielen is gemiddeld. Enerzijds heeft dit milieu weinig vertrouwen in ontwikkelingssamenwerking en denkt men vaak dat het geld niet goed terecht komt of aan de strijkstok blijft hangen. Anderzijds lijkt men wel meer dan gemiddeld aan organisaties voor ontwikkelingshulp te doneren. Overheid en beleid Over de werking van ontwikkelingssamenwerking zijn opwaarts mobielen minder positief. Men geeft minder aan dat als gevolg van ontwikkelingshulp de situatie in ontwikkelingslanden verbetert en dat het overheidsbudget hiervoor goed wordt besteed. Typische waarden voor opwaarts mobielen zijn: praktisch, optimistisch, ondernemend, resultaatgericht en zakelijk. Men vindt het dan ook vaker een goed idee om een gedeelte van het overheidsbudget voor ontwikkelingshulp te geven aan bedrijven die dat investeren in ontwikkelingslanden. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Opwaarts mobielen vinden professionele ontwikkelingsorganisaties minder vaak geschikt voor het geven van ontwikkelingshulp. Wel vinden zij de Europese Unie vaker een geschikte organisatie voor het geven van ontwikkelingshulp. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de meer zakelijke uitstraling van deze organisatie in vergelijking met de softere uitstraling van ontwikkelingsorganisaties. Opwaarts mobielen zijn verder relatief optimistisch over het millenniumdoel om over 25 jaar het aantal mensen dat onder armoedegrens te halveren. Men geeft vaker aan dat de kans hierop 50% of zelfs groter is. Conclusie Kortom onder opwaarts mobielen bestaat gemiddeld draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Hierbij heeft een bedrijfsmatige aanpak de voorkeur. 1.3.4 Postmaterialisten Dit milieu is te omschrijven als maatschappijkritische idealisten die zichzelf willen ontplooien, stelling nemen tegen sociaal onrecht en opkomen voor het milieu. Betrokkenheid en informatie Onder postmaterialisten bestaat het meeste draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Zo is men zelf het meest actief op dit gebied (zoals onder meer in doneren, kopen van fair-trade producten, steunen van persoonlijke initiatieven en deelnemen aan debatten over ontwikkelingslanden) Daarnaast is dit milieu geïnteresseerd en (naar eigen zeggen) goed geïnformeerd over de situatie in ontwikkelingslanden. Postmaterialisten vinden ontwikkelingssamenwerking nuttig. Men is vaker van mening dat ontwikkelingshulp, indien goed besteed, de 11

situatie van mensen in ontwikkelingslanden verbetert. Wel is men (door hun kritische opstelling) vaak van mening dat het geld even vaak goed als slecht wordt besteed. Overheid en beleid Postmaterialisten zijn van mening dat ontwikkelingshulp meer een overheidstaak is dan een taak voor het bedrijfleven. Men vindt het vaker geen goed idee om een deel van het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking te geven aan bedrijven. Postmaterialisten zouden het overheidsbudget voor ontwikkelingshulp het liefst verhogen. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Postmaterialisten zijn het meest bekend met de millenniumdoelen. Onder hen bestaat ook veel draagvlak voor vrije wereldhandel. Men is meer van mening dat Europa de handelsbarrières moet opheffen zodat arme landen kunnen meeprofiteren van vrije wereldhandel. Men wil ook best extra betalen voor producten ter verbetering van de arbeidspositie van werknemers elders in de wereld. Het gaat de postmaterialist niet (alleen) om zijn eigen geld, maar om het welzijn van anderen en rechtvaardigheid. Over het algemeen ervaren de postmaterialisten geen dreiging van andere landen en/of gebieden voor hun eigen leefwereld. Een uitzondering hierop vormt hun houding ten opzichte van de Verenigde Staten, men ziet de VS vaker de als bedreiging voor de eigen levenswijze. Dit is het enige Mentality-milieu waarbij een serieuze meerderheid aangeeft de Verenigde Staten als een bedreiging te ervaren. Conclusie Samengevat bestaat onder postmaterialisten veel draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Men is vaker zelf actief op dit gebied, ziet ontwikkelingshulp als overheidstaak en is voorstander van vrije wereld handel ten behoeve van de armere landen. 1.3.5 Nieuwe conservatieven Dit milieu is te omschrijven als de liberaalconservatieve maatschappelijke bovenlaag, die alle ruimte wil geven aan technologische ontwikkeling, maar tegenstander is van sociale en culturele vernieuwing. Betrokkenheid en informatie Onder nieuwe conservatieven bestaat gemiddeld draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Men is niet meer dan gemiddeld actief, maar men heeft het afgelopen jaar wel meer dan gemiddeld gedoneerd aan organisaties voor ontwikkelingshulp. Daarnaast is men meer op de hoogte van ontwikkelingssamenwerking. Nieuwe conservatieven staan echter relatief wantrouwend tegenover informatie over ontwikkelingslanden op de Nederlandse televisie. 12

Overheid en beleid Nieuwe conservatieven zijn er niet helemaal van overtuigd dat ontwikkelingshulp de situatie in ontwikkelingslanden verbetert. Iets minder dan de helft geeft aan dat het geld dat de Nederlandse overheid uitgeeft merendeels slecht wordt besteed en dat corruptie daar de reden van is. Nieuwe conservatieven zien ontwikkelingssamenwerking niet zo zeer als overheidstaak. Men geeft minder vaak aan dat een minister of staatsecretaris verantwoordelijk zou moeten zijn voor ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast vindt men ook minder vaak dat gemeentes activiteiten op het gebied van ontwikkelingshulp zouden moeten ontplooien. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Nieuwe conservatieven hebben een voorkeur voor marktwerking en zijn dan ook voorstander van vrije wereldhandel. Men is vaker van mening dat de EU de importbelemmeringen die er voor dienen de eigen economie te beschermen moet opheffen. Men ziet China, de EU en de Verenigde Staten minder vaak als bedreigend voor de eigen manier van leven. Waarschijnlijk ligt de filosofie van de EU en de VS dichtbij de levenswijze van de nieuwe conservatieven en ziet men in China een interessante handelspartner. Conclusie Samengevat heerst onder nieuwe conservatieven gemiddeld draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Men is wel bereid te doneren, maar ziet ontwikkelingshulp niet als prioriteit voor de overheid 5. Men heeft een internationale instelling en vooral wanneer dit vrije handel betreft. Op deze manier kunnen ontwikkelingslanden zelf verantwoordelijkheid nemen en zich op een positieve manier ontwikkelen. 1.3.6 Traditionele burgerij Dit milieu is te omschrijven als de moralistische, plichtsgetrouwe en op de status-quo gerichte burgerij, die vasthoudt aan tradities en materiële bezittingen. Betrokkenheid en informatie Onder traditionele burgers is met name draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking die tasbaar is, zoals kinderen adopteren, kleding of voedselpakketten sturen. Men staat minder positief tegenover meer abstracte vormen van ontwikkelingssamenwerking, zoals geld geven aan een goed doel of stemmen op politici die voor ontwikkelingssamenwerking zijn. Het is voor dit milieu van belang dat men een goede voorstelling kan maken bij de hulp die men kan bieden. Traditionele burgers staan dan ook zeer positief tegenover Unicef. Wel hebben traditionele burgers het afgelopen jaar relatief vaak persoonlijk geld gegeven aan organisaties of acties voor ontwikkelingslanden. Traditionele burgers zijn gevoelig voor 'collectief ervaren' en een speciale inzamelingsactie voor 5 Mentality-meting voor NCDO, 2005 13

steun na een natuurramp zou daarom bij deze groep goed kunnen aanslaan. Wellicht hebben veel traditionele burgers het afgelopen jaar aan een dergelijke actie mee gedaan. Overheid en beleid Dit milieu is niet zo overtuigd dat het overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking goed wordt besteed. Men is dan ook vaker van mening dat dit budget moet worden verlaagd. Traditionele burgers vinden het schenken van overheidsgeld aan het bedrijfsleven ter investering in ontwikkelingslanden geen goed idee. Naast dat men het onprettig vindt geen goed zicht te hebben op wat deze bedrijven dan precies doen in het buitenland, heerst binnen dit milieu ook een bepaald wantrouwen ten opzichte van het bedrijfsleven. Traditionele burgers geloven niet dat binnen 25 jaar het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft, is gehalveerd. Men geeft vaker aan dat deze doelstelling geen kans van slagen heeft. De Nederlandse overheid hoeft van de traditionele burgerij niet zo zeer een actieve rol te spelen als het gaat om internationale samenwerking inzake ontwikkelingssamenwerking. Zo geeft men vaker aan de Nederlandse overheid minder geld moet schenken aan de diverse organisaties en Nederlanders ook minder topfuncties moeten bekleden bij deze organisaties. Hierbij vormt de organisatie Unicef een uitzondering. Een mogelijke verklaring ligt in de sfeer van het concrete werk dat deze organisatie doet, waarbij de traditionele burger zich een betere voorstelling kan maken. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Traditionele burgers zijn meer dan gemiddeld van mening dat de Europese werkgelegenheid gewaarborgd moet worden. Voor het opheffen van handelsbarrières of importheffingen voelt de traditionele burger dan ook weinig. Europa moet deze handelsbarrières juist handhaven. De traditionele burger vindt het dan ook vaker terecht om meer voor de schoenen te betalen als gevolg van het tegenhouden van schoenenimport uit China. Dreiging van andere landen en/of gebieden voor hun eigen leefwereld is het meest aanwezig onder traditionele burgers. Dit heeft te maken met de lokale oriëntatie van dit milieu. Men geeft vaker aan dat men in China, de EU en de moslimlanden een bedreiging voor de eigen manier van leven ziet. Conclusie Kort samengevat zijn traditionele burgers meer gevoelig voor 'tastbare' vormen van ontwikkelingshulp en collectieve acties en minder voor grote overkoepelende organisaties die zich hiermee bezig houden. Een bedrijfsmatige aanpak spreekt minder aan. Men is gericht op bescherming van de eigen levenswijze en voelt zich bedreigd door de globalisering. 14

1.3.7 Kosmopolieten Dit milieu bestaat uit open en kritische wereldburgers die postmoderne waarden vertegenwoordigen zoals ontplooien en beleven en deze integreren met moderne waarden als maatschappelijk succes, materialisme en genieten. Betrokkenheid en informatie Het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking onder kosmopolieten is relatief hoog. Men is maatschappelijk betrokken, mondiaal ingesteld en vaker op een actieve manier betrokken bij ontwikkelingswerk. Zo heeft men het afgelopen jaar vaker geld gegeven aan een goed doel, voorlichting gegeven aan mensen in ontwikkelingslanden en deelgenomen aan debatten over ontwikkelingslanden. Men geeft ook vaker aan goed geïnformeerd te zijn over ontwikkelingssamenwerking. Overheid en beleid Kosmopolieten zien ontwikkelingshulp als nuttig. Men geeft vaker aan dat indien ontwikkelingshulp goed wordt besteed, de situatie van mensen in ontwikkelingslanden verbetert. Ook over de rol van de Nederlandse overheid zijn kosmopolieten positief. Men is relatief goed op de hoogte van het overheidsbudget voor ontwikkelingsamenwerking en vindt dat dit budget gelijk moet blijven of worden verhoogd. Hiernaast zijn kosmopolieten vaker van mening dat gemeenten een samenwerkingsverband moeten aangaan met een gemeente in een ontwikkelingsland. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Wat betreft internationale samenwerking vinden kosmopolieten (als enige milieu) het vaker geschikt om via professionele ontwikkelingsorganisaties ontwikkelingshulp te geven. Ze geven verder minder vaak aan dat halvering van het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft geen kans van slagen heeft. Kosmopolieten zijn internationaal georiënteerd en het is daarom niet vreemd dat binnen dit milieu weinig angst voor globalisering bestaat. Kosmopolieten geven dan ook minder vaak aan de moslimlanden als een bedreiging voor de eigen manier van leven te ervaren. Conclusie Kortom de kosmopoliet is betrokken bij en staat achter ontwikkelingssamenwerking. Men vindt het belangrijk dat de overheid actief is op dit gebied en men heeft vertrouwen in de grote internationale organisaties zoals de VN, WHO en de Wereldbank. 1.3.8 Postmoderne hedonisten Dit milieu omvat de pioniers van de beleveniscultuur, waarin experiment en het breken met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn. Betrokkenheid en informatie Postmoderne hedonisten zijn gemiddeld betrokken bij ontwikkelingssamenwerking. Men is gemiddeld actief op dit gebied. Het enige punt waarop postmoderne 15

hedonisten hoger scoren dan gemiddeld is het kopen van 'eerlijke' producten zoals Max Havelaar-koffie. Overheid en beleid Men is wel overtuigd van de werking van ontwikkelingssamenwerking. Zo geeft men vaker aan dat de situatie in ontwikkelingslanden verbetert als gevolg van ontwikkelingshulp en dat het merendeel van het overheidsbudget goed wordt besteed. Ook hecht men belang aan overheidsactiviteiten op dit gebied. Men geeft dan ook vaker aan dat het overheidsbudget moet worden verhoogd en dat gemeenten activiteiten moeten ontplooien op het gebied van ontwikkelingshulp. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Bij internationale samenwerking komt de individualistische, autonome instelling van de postmoderne hedonist tot uitdrukking. Men vindt namelijk vaker dat kleinere vrijwilligersorganisaties zeer geschikt zijn voor het geven van ontwikkelingshulp. Daarnaast zijn postmoderne hedonisten van alle milieus het meest voorstander van vrije wereldhandel en het opheffen van de Europese handelsbarrières. Bovendien zijn zij relatief goed op de hoogte van de millenniumdoelen. Postmoderne hedonisten zien in China, de EU en de moslimlanden vaker geen bedreiging voor de eigen manier van leven. Conclusie Samengevat bestaat onder dit milieu een gemiddeld draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. Enerzijds zijn postmoderne hedonisten niet meer dan gemiddeld persoonlijk actief op dit gebied. Anderzijds is men wel overtuigd van de werking, wenst men een actieve overheid en heeft men een internationale oriëntatie met een voorkeur voor vrije wereldhandel en weinig angst dat andere landen en/of gebieden de eigen leefwereld bedreigen. 1.3.9 Gemaksgeoriënteerden Dit milieu bestaat uit impulsieve en passieve consumenten die in de eerste plaats streven naar een onbezorgd, plezierig en comfortabel leven. Betrokkenheid en informatie Gemaksgeoriënteerden staan nogal onverschillig tegenover ontwikkelingshulp. Dit milieu heeft men het afgelopen jaar het minst voor mensen in ontwikkelingslanden gedaan. Als reden hiervoor geeft men het meest aan hier gewoonweg te weinig geld voor te hebben. Ook zijn gemaksgeoriënteerden naar eigen zeggen slecht geïnformeerd over ontwikkelingssamenwerking. Overheid en beleid Gemaksgeoriënteerden hebben geen uitgesproken mening als het gaat om de werking van ontwikkelingssamenwerking of de rol van de overheid hierbij. Zij schatten het ODA-budget vaak te hoog in vergelijking met andere overheidsuitgaven en -inkomsten. 16

Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Inzake internationale samenwerking zijn gemaksgeoriënteerden van mening dat Nederland meer geld moet geven aan de NAVO. De verklaring hiervoor is wellicht dat gemaksgeoriënteerden een sterk gevoel van onveiligheid hebben (zowel lokaal als internationaal). Gemaksgeoriënteerden zijn lokaal georiënteerd en gericht op de eigen directe leefomgeving. Dit komt onder andere tot uiting in hun visie ten opzichte van vrije wereldhandel. Men heeft hier eigenlijk geen mening over tenzij het dicht in de buurt komt. Gemaksgeoriënteerden vinden het onterecht meer te betalen voor schoenen als gevolg van het tegenhouden van goedkope schoenen uit China. Ze zijn verder slecht op de hoogte van de millenniumdoelen. Conclusie Onder gemaksgeoriënteerden is relatief weinig draagvlak voor ontwikkelingshulp. Men is hier niet in geïnteresseerd, tenzij het gevolgen heeft voor de directe leefomgeving. 1.4 Aanbevelingen Op basis van dit onderzoek heeft Motivaction een aantal kansen en bedreigingen geformuleerd ten aanzien van het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking. De kans en bedreigingen worden per subthema onderscheiden en gevolgd door een of meerdere aanbevelingen. We sluiten de paragraaf af met enkele aanbevelingen voor doelgroepgerichte beleidsmarketing en communicatie. 17

Figuur 1.1 Kansen, bedreigingen en aanbevelingen 1/3 Kansen ODA-budget vaker te hoog dan te laag ingeschat Meer draagvlak voor verlaging dan verhoging ODA-budget Bedreigingen Aanbevelingen Betrokkenheid en informatie Groot deel bevolking betrokken bij OS vooral door donaties en giften Informatie ontwikkelingslanden op tv vaak gewantrouwd Onderzoek oorzaken wantrouwen informatie ontwikkelingslanden op tv Veel kritiek op manier waarop ODA-budget wordt besteed Corruptie vaak gezien als oorzaak Bevorder effectieve besteding ODAbudget Bevorder accountability bestedingen en meet resultaten Bevorder communicatie over behaalde resultaten Werking ontwikkelingssamenwerking OS in principe gezien als effectief Budget ontwikkelingssamenwerking Groot deel bevolking steunt ODA-budget Minderheid vindt dat Nederland tot top van donorlanden moet behoren Vraag je af of pleidooi/lobby verhoging ODA-budget zinvol is (ben je bewust van mogelijke averechtse gevolgen) Communiceer dat een meerderheid tegen verlaging van het budget is (en noem dit budget) ODA: Official Development Aid OS: Ontwikkelingssamenwerking 18

Figuur 1.2 Kansen, bedreigingen en aanbevelingen 2/3 Beleidsissues Rol gemeenten Millenniumdoelen Kansen Draagvlak voor samenwerking gemeenten Nederland en ontwikelingslanden Bedreigingen Gering geloof in haalbaarheid armoedereductiedoelstelling. Informeer meer en beter over millenniumdoelen en behaalde resultaten. Aanbevelingen Steun voor bedrijfsleven bij besteding ODA-budget Vervanging minister door staatssecretaris OS acceptabel Betrek bedrijfsleven meer bij besteding ODA-budget Bevorder deze samenwerking gemeenten en breng daarmee het abstracte OS terug tot meer menselijke maat (Zie ook aanbeveling 'mobiliteit' uit rapport Ontwikkelingen in de wereld en het buitenlandbeleid, 2006) Onbekendheid met millenniumdoelen Houd met formuleren communicatiedoelstellingen rekening met verschil in bekendheid tussen millenniumdoelen 19

Figuur 1.3 Kansen, bedreigingen en aanbevelingen 3/3 Multilaterale organisaties Vrije wereldhandel Bedreiging eigen levenswijze door andere landen Kansen Vertrouwen in professionele ontwikkelingsorganisaties en kleine vrijwilligersorganisaties voor OS Verzet tegen prijsverhoging door handelsbarrières China meestal niet gezien als bedreiging voor eigen manier van leven Bedreigingen Meer financiële steun gewenst voor WHO en Unicef Rechtstreekse hulp via overheid en EU minder geschikt gevonden voor OS Groot draagvlak handelsbarrières en importheffingen EU Moslimlanden en VS als bedreiging gezien voor eigen manier van leven Minder financiële steun gewenst voor EU, NAVO, VN en Wereldbank Aanbevelingen Meer zeggenschap gewenst van NL in EU en VN Maak inzichtelijk hoe het ODA-budget ten goede komt aan professionele ontwikkelingsorganisaties en vrijwilligersorganisaties Benadruk belang voor eigen portemonnee om importbelemmeringen ontwikkelingslanden te versoepelen Communiceer hoe OS bij kan dragen aan reductie van spanningen tussen de VS (en de hele westerse wereld) en moslimlanden 20

Figuur 1.4 Aanbevelingen doelgroepgerichte beleidsmarketing en communicatie Sociale milieus Vaste achterban Postmaterialisten Kosmopolieten Potentiële achterban Segment 1: Nieuwe conservatieven en traditionele burgerij Buitenstaanders Moderne burgerij Gemaksgeoriënteerden Strategie Goede relatie onderhouden en bewaken Segment 2: Postmoderne hedonisten en opwaarts mobielen Stimuleren latente interesse en betrokkenheid Interesse en betrokkenheid creëren Communicatieaanpak Informeren en toelichten Aanknopingspunten ontwikkelingssamenwerking Accountability OS vergroten Segment 1: dichtbij brengen, vertalen naar persoonlijke context Segment 2: kernachtig informeren Segment 1: tastbaar maken, (tv)acties, vrijwilligerswerk, kleinschalig, concreet, persoonlijk Segment 2: Bedrijfsmatige aanpak, OS accountable maken Eigen belang centraal stellen (what's in it for me) Functie OS benadrukken in wegnemen internationale spanningen en dreiging moslimlanden Persoonlijk maken, eigen belang raken, confronteren, amuseren en verleiden Informeren over millenniumdoelen Inzicht geven in omvang ODA-budget in verhouding tot andere overheidsbedragen Betrekken bij samenwerking gemeenten NL en ontwikkelingslanden Eigen belang centraal stellen (what's in it for me) bijvoorbeeld in de vorm van loterijen en goedkope uit OS-landen geïmporteerde producten Inzet internet Actief betrekken: zichtbaar zijn op locaties waar ze komen zoals binnensteden, treinstations, dance feesten, festivals; flyeren voor en door hen Functie OS benadrukken in wegnemen internationale spanningen en dreiging moslimlanden 21

2 Inleiding In opdracht van NCDO heeft Motivaction International B.V. onderzoek uitgevoerd naar onderdelen van het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking en internationale samenwerking. Het onderzoek vormt het startpunt van een jaarlijk onderzoek naar draagvlak onder de Nederlandse bevolking en de verschillende Mentality-milieus. Omdat niet alle onderdelen van het draagvlak onderzocht kunnen worden door middel van publiek opinieonderzoek verzamelt NCDO aanvullende data op andere manieren; deze gegevens zijn niet in dit rapport opgenomen. 2.1 Achtergrond van het onderzoek De missie van NCDO kan als volgt worden omschreven: "NCDO heeft ten doel het maatschappelijke en politieke draagvlak in Nederland voor internationale samenwerking en duurzame ontwikkeling te handhaven en te versterken. NCDO geeft uitvoering aan haar doelstelling door brede publiekscommunicatie en voorlichting, door investeringen in publieke meningsvorming, door (mede-) financiering van activiteiten waarmee burgers vanuit eigen kracht en motivatie hun verantwoordelijkheid nemen, en door publieksonderzoek en publicaties. NCDO stimuleert de betrokkenheid van burgers bij, en participatie in, beleid van de Nederlandse overheid. Vanaf 2007 gaat NCDO communiceren over resultaten van inspanningen van overheid en burgers en, in verbinding daarmee, over het Europese internationale beleid. In dit onderzoek zijn ook vragen ter voorbereiding op het nieuwe beleidskader 2007-2010 gesteld. Door genoemde doelstellingen na te streven draagt NCDO bij aan de realisatie van de doelen zoals geformuleerd in de VN Millenniumverklaring van New York 2000." 6 Om inzicht te krijgen in het maatschappelijke draagvlak voor ontwikkelingshulp en internationale samenwerking en aanknopingspunten te verkrijgen voor handhaving en versterking hiervan, peilt NCDO regelmatig het draagvlak door middel van grootschalig, empirisch onderzoek onder de bevolking. In 2006 is ervoor gekozen een nieuw, uitgebreider instrument te ontwikkelen om draagvlak te meten. Er zal niet meer alleen zoals voorheen gekeken worden naar het percentage van de bevolking dat het huidige overheidsbudget voor ontwikkelingssamenwerking (ODA) steunt en het bedrag aan giften, maar ook andere indicatoren zullen onder de loep worden genomen. In onderling overleg hebben Motivaction en NCDO enkele van deze indicatoren geoperationaliseerd en is de vragenlijst zoals die voorheen werd gebruikt, hierop aangepast. De meting van 2006 geldt als nulmeting voor de periode 2007-2010. 6 NCDO Beleidskader 2007-2010. 22

Een andere wijziging is dat ditmaal gebruik is gemaakt van het online panel van Motivaction ("StemPunt.nu"), aangevuld met schriftelijke vragenlijsten. Voorheen werd gebruik gemaakt van telefonische enquêtes. Naast de rechte tellingen zijn in dit onderzoek voor het eerst resultaten van draagvlak uitgesplitst naar Mentality-milieus. NCDO gebruikt het segmentatiemodel Mentality om invulling te geven aan haar gedifferentieerde doelgroepbenadering. 2.2 Doelstelling en probleemstelling De doelstelling van het onderzoek is: Kennis en inzicht geven in de publieke opinie betreffende onderwerpen van internationale samenwerking die deel uitmaken van het draagvlak voor internationale samenwerking. Op basis van deze inzichten kunnen NCDO en andere belanghebbenden het draagvlak zo effectief mogelijk onderhouden en versterken. De probleemstelling is vierledig en luidt: In welke mate en op welke manier is de Nederlandse bevolking betrokken bij ontwikkelingssamenwerking? Welke opvattingen bestaan er over de manier waarop ontwikkelingssamenwerking vorm moet krijgen en de rol van de overheid daarin? Welke opvattingen bestaan er over internationale samenwerking? Welke opvattingen en houding hebben de verschillende Mentalitymilieus? NCDO wil door middel van de draagvlakmonitor 2006 inzicht verkrijgen in onder meer de volgende vraagstukken: Betrokkenheid en informatie In hoeverre is de bevolking betrokken bij ontwikkelingslanden? Wat zijn de uitingsvormen van deze betrokkenheid? In welke mate zijn Nederlanders naar hin eigen mening op de hoogte van wat er in ontwikkelingslanden gebeurt? Hoe betrouwbaar vindt men informatie over ontwikkelingslanden op televisie? Overheid en beleid Wat is de werking van ontwikkelingssamenwerking? Heeft men er vertrouwen in dat het overheidsbudget aan ontwikkelingshup goed wordt besteed? Hoeveel draagvlak is er voor het huidige ODA-budget. Hoe goed schat men dit budget? Hoe denkt men over remittances? Is er steun voor meer samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven bij besteding van het ontwikkelingsbudget? In hoeverre is het gewenst dat gemeenten een actievere rol op zich nemen bij ontwikkelingssamenwerking? Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp Hoe bekend zijn de millenniumdoelen onder Nederlanders? In welke type multilaterale organisaties hebben Nederlanders het meeste vertrouwen? Hoeveel geld moet er de beschikbaar worden gesteld voor deze organisaties? Hoe kijkt men 23

aan tegen handelsbarrières en importheffingen? Welke landen en/of gebieden worden ervaren als een bedreiging voor de eigen leefwereld? 2.3 Methode van onderzoek Dit is de nulmeting van enkele van de door NCDO onderscheiden draagvlakindicatoren voor internationals samenwerking. NCDO is voornemens dit onderzoek jaarlijks te herhalen. Er zijn twee steeproeven getrokken: Nederland representatief en een 'boost'. Nederland representatief, mixed mode Gekozen is voor een mixed mode opzet. Enerzijds zijn er respondenten tussen de 16-65 jaar via een webmeting in het StemPunt.nu-Panel van Motivaction benaderd. Om ook oudere respondenten, die niet goed zijn vertegenwoordigd in internetpanels, voldoende te kunnen betrekken in het onderzoek is er een aanvullende, schriftelijke meting gedaan. Hierbij zijn 65-80 jarigen benaderd. In totaal hebben 1.512 respondenten tussen 15 en 80 jaar deelgenomen aan het onderzoek 'Nederland representatief'. Van alle respondenten waren zowel sociodemografische kenmerken als Mentality-milieus al bekend. Boost postmoderne hedonisten en opwaarts mobielen Een specifieke wens van NCDO is de komende jaren speciaal aandacht te besteden aan het draagvlak onder de NCDO-doelgroepen opwaarts mobielen en postmoderne hedonisten. NCDO streeft ernaar het draagvlak onder deze doelgroepen jaarlijks met 2% te doen stijgen. Om een dergelijke ambitieuze maar statistisch gezien erg kleine toename vast te kunnen stellen, dient een extra grote steekproef onder deze doelgroepen te worden getrokken. Om een toename van bijvoorbeeld 70 naar 72% als statistisch significant te kunnen aanmerken, dient de steekproef minimaal 2.400 te zijn. Een jaarlijkse steekproef van 2.400 postmoderne hedonisten en 2.400 opwaarts mobielen zal erg kostbaar worden. Om de kosten beperkt te houden en toch iets zinnigs te kunnen zeggen over de ontwikkeling van draagvlak onder deze milieus, hebben we ten eerste besloten dit niet te toetsen onder postmoderne hedonisten en opwaarts mobielen apart maar onder deze groepen samen genomen. Ten tweede hebben we besloten niet elk jaar 2% groei te toetsen maar na 2 jaar 4% groei, na 3 jaar 6% en na 4 jaar 8%. Het is namelijk makkelijker met een beperkte steekproef vast te stellen of een groot verschil significant is dan een klein verschil. Aangezien na meerdere jaren het verschil dat we verwachten steeds groter wordt, wordt het met de jaren makkelijker een significant verschil vast te stellen. Om een statistische significante toename vast te kunnen stellen is er een aparte boost met een n van tenminste 905 nagestreefd voor postmoderne hedonisten en opwaarts mobielen samen, zodat de totale n voor deze groepen uitkomt op tenminste 1.250. Doordat de boost hoger is uitgevallen (n=1.178) dan gepland is de uiteindelijke gerealiseerde steekproef onder deze twee milieus n=1.522. 24

Weging Er is een weging uitgevoerd om de data zo representatief mogelijk te maken voor de Nederlandse bevolking. Tevens is een aparte weging uitgevoerd voor NCDOdoelgroep postmoderne hedonisten en opwaarts mobielen tezamen. Bij de weging is gebruik gemaakt van een Propensity-weging om te corrigeren voor de invloed van internetpanel steekproeven. De volgende weegvariabelen zijn gehanteerd: geslacht, leeftijd, opleiding, Nielsen-regio en Mentality. In de bijlagen zijn zowel de weegspecificatie van de steekproef voor Nederland representatief als voor de boost opgenomen. 2.4 Leeswijzer In dit rapport worden de resultaten van de nulmeting 'Barometer Internationale Samenwerking 2006' beschreven. In hoofdstuk 3 gaan we in op de resultaten van het onderzoek over de gehele bevolking. In hoofdstuk 4 worden voor elk milieu afzonderlijk de significante verschillen beschreven. In hoofdstuk 5 wordt kort ingegaan op de resultaten onder de NCDO-doelgroep opwaarts mobielen en postmoderne hedonisten. Significante verschillen worden in het rapport met een kleur aangeven. Hierbij geldt: rood is meer dan het gemiddelde, blauw is minder dan het gemiddelde. 25

3 Draagvlak onder de Nederlandse bevolking In dit hoofdstuk worden alleen de onderzoeksresultaten voor de gehele Nederlandse bevolking beschreven. In paragraaf 3.1 worden de betrokkenheid bij en informatie over ontwikkelingssamenwerking behandeld. Paragraaf 3.2 behandelt de resultaten rondom overheid en beleid. Internationale samenwerking en ontwikkelingshulp komen in paragraaf 3.3 aan de orde. 3.1 Betrokkenheid en informatie Vier op de tien Nederlanders heeft de afgelopen 12 maanden iets gedaan voor mensen in ontwikkelingslanden, 55% niet. Tabel 3.1 Heeft u de afgelopen 12 maanden iets gedaan voor mensen in ontwikkelingslanden? ja 40 nee 55 weet niet/geen mening 5 De groep die aangeeft iets te hebben gedaan ten behoeve van ontwikkelingsamenwerking noemt de volgende activiteiten het meest 7 : geld geven/sturen ten behoeve van een goed doel (79%) tv programma's kijken of lezen over het leven in ontwikkelingslanden (38%) producten kopen in wereldwinkels of fair trade winkels (31%) het kopen van Max Havelaar koffie/thee of andere eerlijke producten (22%) Relatief weinig worden activiteiten genoemd als een kind uit ontwikkelingsland adopteren/pleeggezin zijn (4%) informatie verzamelen over ontwikkelingslanden (4%) zelf acties opzetten voor ontwikkelingslanden (3%) deelnemen aan debatten en lezingen over ontwikkelingslanden (2%) voorlichting geven aan mensen in ontwikkelingslanden (1%) in Nederland mensen uit ontwikkelingslanden opleiden (1%) meespelen in loterij met goed doel (1%). 7 De antwoordcategorieën van deze vraag zijn overgenomen uit een vorig onderzoek. In dit vorige onderzoek betrof dit een open vraag. Overwogen wordt om deze vraag in de toekomst weer als open vraag te stellen. 26

Zo'n 55% van de Nederlanders geeft aan de afgelopen 12 maanden niets te hebben gedaan voor mensen in ontwikkelingslanden. Met een open vraag is nagegaan welke reden men hiervoor heeft. Het vaakst worden redenen genoemd als: het hebben van geen of weinig geld (35%) wordt gedaan of zou moeten worden gedaan door de regering (16%) denk niet dat ik iets kan doen, helpt toch niet (15%) geen interesse (8%) De helft van de Nederlanders (49 procent) zegt in 2005 een donatie te hebben gedaan aan organisaties of acties voor ontwikkelingslanden. Dit percentage ligt iets hoger dan de 40% die aangeeft de afgelopen 12 maanden iets te hebben gedaan voor mensen in ontwikkelingslanden. Een verklaring voor dit verschil is dat men geld doneren aan ontwikkelingslanden in eerste instantie niet ziet als persoonlijk iets doen voor ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast wordt er bij de ene vraag gerefereerd naar een tijdpad van de afgelopen 12 maanden en bij de andere vraag naar het jaar 2005. Van deze groep van 49% is het gemiddeld gedoneerde bedrag in 2005, 111 euro 8. 47 procent zegt vorig jaar niets gegeven te hebben. Twee op de tien mensen geven een bedrag van meer dan 100 euro, de hoogte van deze bedragen trekt het gemiddeld gedoneerde bedrag omhoog. 17% geeft tussen de 51 en 100 euro. Een op de drie mensen geeft tussen de 20 en 50 euro en een even zo grote groep geeft minder dan 20 euro. Tabel 3.2 Hoeveel euro's heeft u vorig jaar (2005) ongeveer persoonlijk gegeven aan organisaties of acties voor ontwikkelingslanden? Ongeveer euro <=20 euro 30 21 t/m 50 euro 33 51 t/m 100 euro 17 >100 euro 20 8 Dit is een relatief hoog bedrag per persoon. Enerzijds is de oorzaak zijn dat er een kleine groep respondenten is die een zeer hoog bedrag noemt waardoor het gemiddelde bedrag per persoon sterk stijgt. Anderzijds kan de neiging tot sociaalwenselijke antwoorden een rol spelen: men zegt meer geld te doneren dan men daadwerkelijk doet. 27