Inventarisatie naleefniveau rookvrije horeca najaar Per 1 juli 8 is binnen de horeca, sport en kunst en cultuursector het rookverbod ingevoerd. De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nvwa) wil graag meer inzicht in het actuele naleefniveau binnen de verschillende horecalocaties. De nvwa heeft onderzoeks en adviesbureau INTRAVAL opdracht gegeven periodiek een inventarisatie uit te voeren van dit naleefniveau. Om inzicht te krijgen in het naleefniveau van de regels voor de rookvrije horeca zijn in 25 gemeenten circa horecagelegenheden periodiek bezocht. Het gaat om een representatieve steekproef waarbij rekening is gehouden met: de spreiding over Nederland; het aantal inwoners per provincie; en de gemeentegrootte. Per gemeente zijn de volgende zes horecacategorieën bezocht: café en ; restaurant; cafetaria en snackbar; sportkantine; kunst en cultuur (theater, bioscoop, museum); hotel en recreatie. Tijdens het bezoek is geobserveerd of er aanwijzingen zijn dat binnen de gelegenheid wordt gerookt en welke rookvoorzieningen er worden aangeboden. De eerste meting heeft plaatsgevonden eind 8begin (winter 8/). In maart (voorjaar ), juni (zomer ), september (najaar ), eind begin (winter /), maart (voorjaar ), in juni (zomer ) en in september (najaar ) zijn wederom horecagelegenheden bezocht en observaties uitgevoerd. In deze factsheet wordt primair een vergelijking gemaakt tussen de najaarmeting van (laatste meting) met de wintermeting van 8/ (eerste meting) en met de zomermeting van (éénnalaatste meting). 1. Aanwezigheid rokers en asbakken Tijdens de observaties is gekeken of er wordt gerookt en of er asbakken op de tafels of op de bar staan. Bij het overgrote deel van de horecagelegenheden wordt er op moment van de observaties niet gerookt (figuur 1). Bovendien staan er bij de meeste horecagelegenheden geen asbakken op tafel (figuur 2). Bij 9% van de horecagelegenheden zijn tijdens het najaar van geen rokers aanwezig. Het percentage horecagelegenheden waar geen rokers aanwezig zijn, ligt vergeleken met de eerste meting in de winter van 8/ en de éénnalaatste meting in de zomer van (beide 94%) significant lager. Voor de geobserveerde cafés en discotheken bedraagt het percentage waar geen rokers aanwezig zijn tijdens deze meting 49%. Alleen bij deze horecacategorie is er sprake van een significante daling in het percentage afwezige rokers ten opzicht van de eerste meting in de winter van 8/ (76%) en de éénnalaatste meting in de zomer van (72%). Figuur 1 9 Geen rokers naar soort gelegenheid, in % (soort: n=995; totaal N=5997) 8/ 76 95 98 99 98 94 Zomer 72 98 99 97 94 49 99 99 98 98 9 significant verschil tussen winter 8/ en najaar ; significant verschil tussen zomer en najaar
Het percentage horecagelegenheden waarbij geen asbakken op tafels zijn geobserveerd ligt tijdens de najaarmeting van op 9%. Er is in het najaar van sprake van een daling ten opzichte van de wintermeting 8/ (95%) en de zomermeting (94%). Tijdens de laatste meting is er ook een significante daling vast te stellen bij cafés en discotheken ten opzichte van de eerste meting in de winter van 8/ en de éénnalaatste meting in de zomer van (51% in het najaar tegenover 77% in de winter 8/ en 67% in de zomer, figuur 2). Figuur 2 9 Geen asbakken op de tafels/bar naar soort gelegenheid, in % (soort: n=995; totaal N=5997) 8/ 77 99 98 98 99 97 95 Zomer 67 98 99 97 94 51 97 99 97 98 9 significant verschil tussen winter 8/ en najaar ; significant verschil tussen zomer en najaar Aanduiding rookverbod Tijdens de metingen is ook gekeken of het rookverbod in de horecagelegenheden wordt aangeduid. Het aanduiden is niet verplicht, maar is wel één van de maatregelen die bijdraagt tot een goed rookbeleid. Gemiddeld is bij de helft van alle horecagelegenheden een aanduiding van het rookverbod aangebracht (figuur 3). Er is sprake van een daling in het percentage horecagelegenheden dat een aanduiding heeft; % in het najaar van tegenover 62% in de winter van 8/. Met name restaurants (42% tijdens de najaarmeting versus 57% in de winter van 8/) en cafetaria s (% tijdens de najaarmeting versus % in de winter van 8/) hebben minder vaak een aanduiding. Bij de andere categorieën horecagelegenheden hebben zich in het najaar van geen significante veranderingen voorgedaan ten opzichte van het eerste meetmoment in de winter van 8/ en de éénnalaatste meting in de zomer van. Figuur 3 Aanduiding rookverbod naar soort gelegenheid, in % (soort: n=995; totaal N=5997) 8/ 61 57 65 63 66 62 Zomer 48 44 44 59 51 49 42 68 51 53 significant verschil tussen winter 8/ en najaar
2. Rookvrije cafés Uit figuur 1 en 2 blijkt dat het percentage cafés/discotheken waar wordt gerookt en waar asbakken op tafel staan hoger is dan bij de overige horecagelegenheden. Wanneer bij cafés/discotheken met rokers onderscheid wordt gemaakt naar het aantal aanwezige personeelsleden blijkt dat bij gelegenheden met één personeelslid en gelegenheden met meerdere personeelsleden in het najaar van zich een significante stijging voordoet ten opzichte van de winter van 8/ en de zomer van (figuur 4). Tijdens de eerste meting en de laatste meting zijn geen verschillen geconstateerd tussen de gelegenheden met één personeelslid en tussen de gelegenheden met meerdere personeelsleden. Bij cafés/discotheken met asbakken op tafel en op de bar is er sprake van een significante stijging bij gelegenheden met één personeelslid in het najaar van ten opzichte van de winter van 8/ en de zomer van (figuur 5). Tevens is een vergelijking gemaakt naar mogelijke verschillen tussen de gelegenheden met één personeelslid en gelegenheden met meerdere personeelsleden. In het najaar van staan bij gelegenheden met één personeelslid vaker asbakken op tafel dan bij gelegenheden met meerdere personeelsleden. Bij de eerste meting (winter 8/) verschilden deze twee groepen niet van elkaar. Figuur 4 Ontwikkeling rokers in cafés/discotheken/zalencentra naar aanwezige personeelsleden, in % van gelegenheden (n=),, één personeelslid 22 15 31 42 42 63 meerdere personeelsleden 25 18 18 16 25 37 19 43 één personeelslid 8/ Zomer / Zomer meerdere personeelsleden significant verschil tussen winter 8/ en najaar ; significant verschil tussen zomer en najaar Figuur 5 Ontwikkeling in asbakken op tafel in cafés/discotheken/zalencentra naar aanwezige personeelsleden, in % van gelegenheden (n=), één personeelslid 22 23 33 47 53 42 65 meerdere personeelsleden 24 15 19 37 39 26 38 één personeelslid 8/ Zomer / Zomer meerdere personeelsleden * significant verschil tussen gelegenheden met één personeelslid aanwezig en gelegenheden met meerdere personeelsleden aanwezig significant verschil tussen winter 8/ en najaar ; significant verschil tussen zomer en najaar *
3. Rookvoorzieningen Tijdens alle metingen is gekeken naar de aanwezigheid van rookruimtes (binnen) en overige rookvoorzieningen (buiten de horecagelegenheden). Rookruimtes Het percentage horecagelegenheden met een rookruimte is tijdens de laatste meting in het najaar van 5% (figuur 6). In de zomer van lag dit percentage op hetzelfde niveau. Het percentage rookruimten bij cafés/ discotheken ligt hoger dan bij de andere horecacategorieën. Tijdens de laatste meting lag dit percentage op 16%. Figuur 6 Percentage horecagelegenheden met een rookruimte naar soort gelegenheid (soort: n=995; totaal N=5997) 8/ 15 4 6 3 11 7 Zomer 11 3 2 4 1 6 5 16 1 4 3 5 5 Overige rookvoorzieningen Zo n twee derde van het aantal horecagelegenheden beschikt tijdens de laatste meting (najaar ) over een rookvoorziening buiten (figuur 7). In het najaar van zijn het met name hotels en recreatiegelegenheden die buiten over rookvoorzieningen beschikken. Figuur 7 9 Percentage horecagelegenheden met een rookvoorziening buiten naar soort gelegenheid (soort: n=995; totaal N=5997) 8/ 55 42 38 51 52 65 Zomer 79 65 64 44 65 67 67 62 54 77 65 significant verschil tussen winter 8/ en najaar Wanneer de resultaten van het soort voorziening buiten nader worden geanalyseerd, blijkt dat er tijdens de laatste meting in het najaar van sprake is van een toename in het aantal gelegenheden met een regulier terras ten opzichte van de eerste meting in de winter van 8/ en een daling vergeleken met de éénnalaatste meting in de zomer van (57% in het najaar tegenover 34% in de winter 8/ en 67% in de zomer ). Het aantal horecagelegenheden met een klein terras speciaal voor het roken is toegenomen vergeleken met de eerste en éénnalaatste meting (% in het najaar tegenover 12% in de winter 8/ en 9% in de zomer ).
Ook het aantal gelegenheden met gevelasbakken is gestegen vergeleken met de eerste meting en de éénnalaatste meting (% in het najaar tegenover 9% in de winter 8/ en 11% in de zomer ). Bij de horecagelegenheden met een rookvoorziening buiten is de aanwezigheid van staande asbakken afgenomen vergeleken met de wintermeting van 8/. Het percentage staande asbakken dat is geobserveerd is tijdens het najaar van 29%, dit percentage lag in de winter van 8/ nog op 45%. Het percentage horecagelegenheden met een overdekte rookvoorziening buiten (waaronder parasols, luifel/afdakje, partytent) is tijdens de laatste meting in het najaar van 73% (figuur 8). Dit percentage ligt hoger ten opzichte van de eerste meting in de winter van 8/; toen lag het percentage op 54%. Vergeleken met de eerste meting in de winter van 8/ is er bij alle horecagelegenheden, behalve cafetaria s, sprake van een significante stijging. Figuur 8 9 Percentage horecagelegenheden waarbij de rookvoorziening buiten overdekt is naar soort gelegenheid (soort: n=37 82; totaal N=4414) 8/ 53 57 47 53 56 56 54 Zomer 82 84 71 66 66 86 78 76 75 66 72 76 74 73 significant verschil tussen winter 8/ en najaar Het percentage horecagelegenheden waarbij de rookvoorziening buiten is verwarmd is in het najaar van 12% (figuur 9). Tijdens de éénnalaatste meting in de zomer van lag dit percentage op hetzelfde niveau. In alle metingen zijn het met name de cafés en discotheken, de restaurants en de hotels en recreatiegelegenheden waarbij de rookvoorziening buiten is verwarmd. Bij cafetaria s, sportkantines of instellingen voor kunst en cultuur komen rookvoorzieningen buiten met een verwarming amper voor. Figuur 9 Percentage horecagelegenheden waarbij de rookvoorziening buiten verwarmd is naar soort gelegenheid (soort: n=3782; totaal N=4414) 8/ 22 17 2 12 9 Zomer 25 23 2 5 13 12 15 3 4 16 12 www.intraval.nl / www.vwa.nl