Gemeente Den Haag BELEIDSREGEL KOSTENVERHAAL BIJ ONTRUIMINGEN Ons kenmerk DSB/2012.459 RIS 253475 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gezien dat: gemaakte kosten bij gedwongen ontruiming van panden nu worden verhaald op de uitgezette huurder. Dit blijkt in de praktijk geen reële optie te zijn. De huurder verkeert meestal namelijk in betalingsproblemen; gelet op: - artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag; - artikel 125 van de Gemeentewet; - artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; - hoofdstuk 5, Titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat: - gemaakte kosten verbonden aan de toepassing bestuursdwang bij gedwongen ontruimingen van panden thans worden verhaald op de uitgezette huurder; - in de praktijk dit onvoldoende soelaas biedt omdat de uitgezette huurder meestal in betalingsproblemen verkeert; - dit betekent dat de gemeente met de kosten blijft zitten. Op jaarbasis gaat het om een bedrag van ruim 300.000,00 bij gemiddeld zo n 300 ontruimingen per jaar; - een ontruiming van een pand het gevolg is van het niet nakomen van de huurovereenkomst en dus een zaak tussen de verhuurder en de huurder. De gemeente is hier geen partij in; - de kosten van de toepassing van bestuursdwang bij gedwongen ontruimingen ook kunnen worden verhaald op de verhuurder als opdrachtgever; - met de bij dit besluit gevoegde beleidsregel wordt bepaald, dat voortaan kostenverhaal van de toepassing van bestuursdwang bij gedwongen ontruimingen plaatsvindt op de verhuurder als opdrachtgever; - hiermee kansen op een succesvol kostenverhaal voor de gemeente aanzienlijk stijgen. Besluit: I. Vast te stellen de bij dit besluit gevoegde Beleidsregel kostenverhaal bij ontruimingen. II. Dat de Beleidsregel kostenverhaal bij ontruimingen per 1 april 2013 in werking treedt. Postadres: Postbus 12 600, 2500 DJ Den Haag Telefoon: 14070 Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: 070-353 2782 Internetadres: www.denhaag.nl
DSB/2012.459 2 III. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het gemeenteblad van week 46 van 2012 en met ingang van donderdag 15 november 2012, inclusief toelichting en bijlagen, terug te vinden zal zijn op de site www.denhaag.nl/bestuurlijkestukken, onder risnummer 253475. Den Haag, 6 november 2012 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen
DSB/2012.459 3 Beleidsregel kostenverhaal bij ontruimingen 1. Samenvatting Den Haag wil vanaf 1 april 2013 de kosten van een gedwongen ontruiming niet alleen op de huurder, maar ook op de verhuurder kunnen verhalen. Reden is dat de gemeente nu meestal blijft zitten met de kosten van een gedwongen ontruiming. Dit kost de Haagse burgers jaarlijks zo n 300.000,00 euro. In de stad vinden gemiddeld driehonderd ontruimingen per jaar plaats. Oorzaak is meestal een huurachterstand, het veroorzaken van overlast of illegale bewoning. Het probleem bij huis- en bedrijfsuitzettingen is dat huurder en verhuurder vaak niets doen om te voorkomen dat de inboedel op straat blijft staan. De gemeente moet dan in actie komen om de spullen op te ruimen en op te slaan. Dit terwijl de gemeente geen partij is in de kwestie: het gaat immers om een zaak tussen huurder en verhuurder. Geld terug De kosten van gedwongen ontruimingen verhaalt Den Haag op dit moment op de uitgezette huurder. In de praktijk komt dit erop neer dat de gemeente voor de ontruiming opdraait, omdat de huurder doorgaans in betalingsproblemen verkeert. Op het moment dat Den Haag de kosten van een ontruiming op de verhuurder gaat verhalen, is de kans veel groter dat de gemeente haar geld terug krijgt. Minder inboedels op straat De Raad van State heeft bepaald dat een verhuurder na een ontruiming medeverantwoordelijk is voor het opruimen van een inboedel op straat. De verhuurder heeft immers de opdracht gegeven om een pand te ontruimen. Verschillende grote gemeenten, zoals Amsterdam en Rotterdam, zijn er al toe overgegaan om de verhuurder aansprakelijk te stellen. Dit heeft ervoor gezorgd dat er minder inboedels op straat komen te staan omdat de opdrachtgever zelf de afvoer regelt. En als de gemeente toch kosten op de verhuurder wil verhalen, dan lukt dit meestal. 2. Voorgenomen beleidswijziging Den Haag wil het bestaande beleid rond woning- en bedrijfsontruimingen aanpassen. Ontruiming van een pand is een zaak tussen huurder en verhuurder; het gaat hier immers om het niet nakomen van de huurovereenkomst. De gemeente is hier geen partij in en staat hier buiten. Omdat de huurder meestal geen verhaal biedt, worden in de nieuwe situatie de kosten voor het verwijderen en opslaan van de inboedel verhaald op de verhuurder. De verhuurder is immers opdrachtgever van de ontruiming. Vanaf 1 april 2013 gaat de gemeente de kosten van het van straat halen en opslaan van een inboedel verhalen op de verhuurder van het ontruimde pand. Het nieuwe beleid geldt niet alleen bij ontruimingen van woningen, maar ook voor ontruimingen van bedrijfspanden. 3. Grondslag beleidswijziging: uitspraak Raad van State De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bepaald dat de verhuurder als opdrachtgever van een woningontruiming medeverantwoordelijk is voor de verwijdering van de inboedels die door een ontruiming op straat komen te staan. Het is de verhuurder die dus het in de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag (APV) opgenomen verbod voorwerpen op de weg te plaatsen schendt of dreigt te schenden. Dit betekent dat kosten die de gemeente maakt bij een ontruiming aan de verhuurder als opdrachtgever kunnen worden opgelegd.
DSB/2012.459 4 Op basis van de uitspraak van de Raad van State zijn al veel gemeenten (waaronder de drie andere grote steden) Den Haag voorgegaan om de opdrachtgever aan te spreken voor (het merendeel van) de gemaakte kosten. Procedures die hiertegen zijn aangespannen, zijn tot op heden in het voordeel van de gemeenten geëindigd. 4. Nieuwe situatie bij ontruimingen In de nieuwe situatie zal het voor de eigenaar/verhuurder aantrekkelijker zijn om alles wat met de ontruiming samenhangt, zelf te regelen. Nu komen er bij de ontruiming twee bedrijven aan te pas. Eén bedrijf dat namens de eigenaar/verhuurder de boedel uit het pand op straat plaatst en een ander bedrijf dat namens de gemeente de afvoer van de boedel regelt. Als de eigenaar/verhuurder alles in één hand houdt, dan scheelt dat voortaan kosten. Het is dan immers niet nodig om twee bedrijven in te schakelen. De verwachting is dan ook, dat het aantal keren dat de inboedel op straat komt te staan, dankzij de nieuwe regeling sterk terugloopt. Indien de verhuurder er niet voor kiest om tot opslag van de boedel over te gaan, maar om alles op straat te zetten, dan wordt er bewust voor gekozen de gemeente het vervolg van de ontruiming te laten opknappen. De eigenaar/verhuurder zal daarvoor nu in het vervolg de rekening gepresenteerd krijgen. De wettelijke bewaartermijn voor de gemeente van goederen die op straat geplaatst zijn, is dertien weken. Alleen goederen die gevaarlijk zijn en bederfelijke waar hoeven niet te worden opgeslagen en mogen direct worden afgevoerd. Ook geldt een uitzondering voor goederen waarvan de kosten van bestuursdwang hoger zijn dan de waarde van de inboedel. Hiervoor geldt een minimum bewaartermijn van twee weken. Daar waar sprake is van goederen van weinig of geen waarde zal de gemeente er in de nieuwe situatie naar streven om de bewaartermijn tot twee weken te beperken om zo de eigenaar/verhuurder niet met onnodige (opslag) te confronteren. Daarbij dient in ogenschouw genomen te worden, dat het maken van een splitsing tussen goederen die kunnen worden afgevoerd of die langer worden bewaard ook kosten met zich meebrengt. In ieder geval zullen de weg te gooien goederen goed gedocumenteerd moeten worden, omdat de gemeente met het weggooien van goederen een risico naar zich toe haalt, omdat de eigenaar van de goederen de gemeente hierop kan aanspreken. (Een deel van) de goederen die op straat komen meteen als afval wegknijpen kan, maar dan dient de eigenaar/huurder bij de aanzegging tot (spoedeisende) bestuursdwang ook te worden aangeschreven op overtreding van de Afvalstoffenverordening. Hiervoor is niet gekozen. Met het direct bestempelen tot afval haalt de gemeente ook hier een risico naar zich toe. Bovendien vraagt dit administratief en organisatorisch dusdanig extra maatregelen die geen voordeel bieden ten opzichte van de keuze om na twee weken eventueel niet meer tot bewaring van goederen over te gaan. Beter is en blijft het, dat de verhuurder/eigenaar de opslag van de goederen zelf regelt en daarmee voorkomt dat de gemeente met de rekening komt. Een ontruiming is een zakelijk conflict tussen eigenaar/verhuurder en huurder, waar de gemeente geen partij in is. Een belangrijk voordeel van de nieuwe regeling is ook, nu er (veel) minder boedels op straat gaan komen doordat eigenaren/verhuurders er in veel gevallen voor zullen gaan kiezen om zelf de boedel af te voeren, dat de inzet van politie sterk kan verminderen. 5. Financiële consequenties Den Haag betaalde de afgelopen jaren gemiddeld zo n 300.000,00 euro per jaar voor het voor transport en opslag van inboedels na een ontruiming. Het ging daarbij om jaarlijks ruim 300 ontruimingen waarbij de gemeente door een bestuursdwangprocedure betrokken raakte. Dankzij de nieuwe regeling blijft de gemeente naar verwachting nog maar zeer beperkt met de kosten zitten. Dit betekent dat een groot deel van de 300.000,00 euro niet meer ten laste komt van de gemeente.
DSB/2012.459 5 Overigens blijven er bij ontruimingen altijd enige kosten bestaan voor de gemeente. Het gaat dan bijvoorbeeld om de kosten voor het uitoefenen van toezicht of het voorbereiden van bestuursdwang. 6. Ingangsdatum De ingangsdatum van het nieuwe beleid is gesteld op 1 april 2013. Hiervoor is gekozen om woningbouwcorporaties, deurwaarders en de Haagse Milieu Services de tijd te geven om benodigde acties te ondernemen: De woningcorporaties zijn een belangrijke opdrachtgever bij ontruimingen. Nu de gemeente de corporaties zelf gaat aanspreken op de kosten van een ontruiming, ligt het voor de hand dat zij zelf de gehele ontruimingsprocedure in de hand nemen. Dit zal goedkoper zijn dan een situatie waarbij ook de gemeente optreedt. In Rotterdam was dit voor de woningcorporaties aanleiding om een samenwerkingsverband aan te gaan, waarbij zij één bedrijf de boedels laten verwijderen en opslaan. De ingangsdatum van 1 april 2013 geeft de Haagse corporaties voldoende tijd om ook een dergelijke samenwerking aan te gaan of om ontruimingen zo te organiseren dat deze van a tot z in eigen hand blijven. Voor deurwaarders betekent de ruime aanlooptijd dat zij hun opdrachtgevers ruim op tijd kunnen adviseren om de ontruiming in eigen hand te nemen en te houden. De Haagse Milieu Services (HMS) is door de gemeente gemandateerd voor de afhandeling van ontruimingen. De HMS heeft UTS Abbink (ook wel Voerman genoemd) ingehuurd om de inboedels van straat te halen, op te slaan, enzovoort. HMS krijgt de tijd om benodigde aanpassingen door te voeren in de procedure en correspondentie. Ook moet het mandaatbesluit van de HMS worden aangepast.