VASTSTELLING REGELING GESCHILLEN WSW- EN CAO WELZIJN-PERSONEEL 2011

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag Ons kenmerk HGR/ RIS VASTSTELLING REGELING GESCHILLEN WSW- EN CAO WELZIJN-PERSONEEL 2011 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende de toelichting, Besluit: I. In te trekken Regeling geschillen Wsw- en CAO Welzijn-personeel, HGR/ II, zoals deze op 1 juli 2003 in werking is getreden. II. Vast te stellen de volgende regeling: Regeling Geschillen Wsw- en CAO Welzijn-personeel 2011 HOOFDSTUK I Begripsbepalingen Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. de commissie: de commissie bezwaarschriften sociale werkvoorziening; b. het college: het college van burgemeester en wethouders die formeel de werkgever is op grond van de Wsw; c. de werkgever: het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de algemeen directeur van de Haeghe Groep; d. de Wsw: de Wet sociale werkvoorziening; e. de Haeghe Groep: de dienst in de zin van artikel 1.1 van de Organisatieregeling Gemeente Den Haag, belast met de uitvoering van de Wsw; f. de algemeen directeur van de Haeghe Groep: het hoofd van de dienst die alle bevoegdheden en verplichtingen van een werkgever naar burgerlijk recht van het college gemandateerd heeft gekregen; g. de werknemer: Wsw-personeel en/of CAO-Welzijn personeel; h. het Wsw-personeel: degenen die werkzaam zijn bij de Haeghe Groep op basis van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in artikel 2 lid 1 van de Wsw waarop de CAO voor de sociale werkvoorziening van toepassing is; Postadres: Postbus , 2500 DJ Den Haag Telefoon: Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: Internetadres:

2 HGR/ i. het CAO Welzijn-personeel: degenen die op basis van een arbeidsovereenkomst waarop de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening van toepassing is, onder het formele werkgeverschap vallen van de Stichting Dagvoorzieningen Dr. Schroeder van der Kolk of de Vereniging Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie (Vereniging Ango) en op basis van een overeenkomst tussen genoemde formele werkgevers, de werknemersorganisaties Abvakabo FNV en CNV Publieke Zaak en de gemeente Den Haag, uitsluitend en onder de volledige verantwoordelijkheid van het college werkzaam zijn bij de Haeghe Groep. HOOFDSTUK II Behandeling van verzoekschriften 1 De commissie Artikel 2 Commissie en haar bevoegdheid De commissie adviseert het college over de afdoening van geschillen die voortvloeien uit de arbeidsverhouding tussen werkgever en werknemer. Artikel 3 Begrenzing bevoegdheid 1. De commissie is niet bevoegd kennis te nemen van geschillen die betrekking hebben op de functiewaardering van functies van het Wsw-personeel. Voor deze bezwaren gelden de bepalingen van de Regeling bezwarencommissie functiewaardering sociale werkvoorziening, zoals opgenomen in de CAO voor de sociale werkvoorziening. 2. De commissie is niet bevoegd kennis te nemen van geschillen die betrekking hebben op het besluit tot opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden (ontslag op staande voet) als bedoeld in art. 7:677 Burgerlijk Wetboek, art. 7:678 Burgerlijk Wetboek of art. 7:679 Burgerlijk Wetboek of de voorgenomen opzegging van de arbeidsovereenkomst, waarvoor een ontslagadvies van UWV WERKbedrijf is vereist op grond van artikel 6 lid 3 van de Wsw. Artikel 4 Samenstelling van de commissie De samenstelling, procedure en ondersteuning van de commissie zijn conform de bepalingen daarover in de Regeling commissie bezwaarschriften sociale werkvoorziening 2011, tenzij in deze regeling anders is bepaald. Artikel 5 Niet-ontvankelijk 1. De werknemer die zich tot de commissie heeft gewend wordt niet ontvankelijk verklaard indien het geschil door één van de partijen, voordat het is aangemeld bij de commissie, bij de rechtbank, sector kanton, aanhangig is gemaakt. 2. Indien tijdens de behandeling van het geschil de commissie, één van de partijen of beide partijen het geschil aanhangig maken bij de rechtbank, sector kanton, ziet de commissie af van verdere behandeling.

3 HGR/ De procedure Artikel 6 Indienen verzoekschrift 1. De werknemer of de werkgever kan, indien één van hen van mening is dat zich een geschil voordoet dat voortvloeit uit de arbeidsovereenkomst, binnen zes weken nadat hij redelijkerwijze daarmee bekend heeft kunnen zijn, een verzoekschrift voorleggen aan de commissie. Het verzoekschrift dient de gronden te bevatten waarop het geschil berust. De werknemer kan zich laten bijstaan en/of vertegenwoordigen door een gemachtigde. 2. De werknemer of de werkgever dient zijn verzoekschrift te richten aan de secretaris van de commissie bezwaarschriften sociale werkvoorziening, p/a Haeghe Groep, postbus 43070, 2504 AB Den Haag. De werknemer of de werkgever vermeldt in de linkerbovenhoek van de enveloppe geschil en stuurt eventueel een kopie mee van de brief van de werkgever waarin het geschil is uitgelegd. Artikel 7 Ontvangst verzoekschrift 1. De secretaris van de commissie bevestigt de ontvangst van het verzoekschrift. Eventuele gebreken die eraan kleven, kunnen binnen vier weken na dagtekening van de ontvangstbevestiging worden hersteld. Ontvangst van aanvullende gronden wordt eveneens door de secretaris bevestigd. 2. De secretaris beoordeelt een binnengekomen verzoekschrift het eerst. Indien naar het oordeel van de secretaris sprake is van kennelijke gegrondheid of van een geschil dat niet voortvloeit uit de arbeidsverhouding tussen werkgever en de werknemer, overlegt de secretaris met de voorzitter of het geschil zonder tussenkomst van de commissie kan worden afgehandeld. Artikel 8 Verdere procedure 1. Het volledige verzoekschrift wordt in kopie toegezonden aan de andere partij. Deze krijgt vier weken de gelegenheid een verweer(schrift) in te dienen. 2. Het verweerschrift wordt na ontvangst zo spoedig mogelijk aan de werknemer of werkgever toegezonden, die daarop nog een reactie kan indienen tot uiterlijk tien dagen voor een (plenaire) hoorzitting. 3. De werknemer en/of zijn gemachtigde wordt ten minste tien dagen van te voren uitgenodigd voor een (plenaire) hoorzitting. Tevens wordt een vertegenwoordiger van de werkgever uitgenodigd. 4. Tot één week voor de hoorzitting heeft de werknemer of werkgever de gelegenheid het dossier in te zien en ontvangt de werknemer een kopie van het dossier zoals dat aan de commissie ter behandeling is voorgelegd. 5. De commissie hoort de werknemer en de werkgever. De werknemer kan zich daarbij laten bijstaan en/of vertegenwoordigen door een gemachtigde. 6. Een geschil wordt in beginsel in één hoorzitting van de commissie afgehandeld. De voorzitter kan overigens anders bepalen, als dat noodzakelijk blijkt te zijn voor de behandeling van het geschil. 7. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

4 HGR/ Artikel 9 Hoorzitting 1. De voorzitter stelt de werknemer en/of zijn gemachtigde in de gelegenheid het geschil toe te lichten. 2. Ter zitting door partijen ingediende stukken, die nieuwe feiten bevatten, zullen door de commissie na de hoorzitting worden beoordeeld. Dan zal ook worden beslist of deze stukken als gedingstuk aan het dossier worden toegevoegd. 3. Na de toelichting door de werknemer en/of zijn gemachtigde stelt de voorzitter de werkgever in de gelegenheid om op de (nieuwe) feiten te reageren. 4. De voorzitter stelt zonodig als eerste vragen aan partijen, waarna de leden in de gelegenheid worden gesteld om vragen te stellen. 5. De werknemer en/of zijn gemachtigde wordt als laatste het woord gegund. 6. De voorzitter geeft aan binnen welke termijn de commissie het college zal adviseren. Hij geeft aan welke vervolgprocedure er door de werknemer gevolgd kan worden, als deze het onverhoopt niet eens is met het besluit van het college. 7. Van de hoorzitting wordt een zakelijk verslag opgesteld. Artikel 10 Raadkamer 1. Na de hoorzitting en het vertrek van de partijen vindt direct beraadslaging door de commissie plaats. Hierin geven elk lid en de secretaris hun mening. De voorzitter brengt zelf als laatste zijn mening naar voren. 2. Voor de beraadslagingen is het noodzakelijk dat ten minste drie leden van de commissie aanwezig zijn. 3. Alle adviezen worden met meerderheid van stemmen genomen. Minderheidsopvattingen worden niet in het advies vermeld. 4. Ten behoeve van de duidelijkheid inzake het advies vat de voorzitter de conclusies van de commissie samen. 5. De commissie is verplicht tot geheimhouding. De commissie neemt op geen enkele wijze met partijen, hun vertegenwoordigers en/of gemachtigden contact op. Artikel 11 Advies 1. Het advies aan het college wordt afzonderlijk opgemaakt en voorzien van de overwegingen (gegrond, gedeeltelijk gegrond, ongegrond, niet-ontvankelijk) en een dagtekening. Het wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris. 2. Binnen vier weken na de hoorzitting brengt de commissie haar advies uit aan het college. 3. Het college neemt binnen vier weken na ontvangst van het advies van de commissie een besluit. Partijen ontvangen binnen een week schriftelijk bericht van het besluit van het college. Dit bericht omvat tevens de gronden waarop het besluit rust. 4. Het advies van de commissie is niet bindend. Bij afwijking van het advies van de commissie dient het college echter gemotiveerd aan te geven waarom zij afwijkt van het advies. Van een besluit waarin wordt afgeweken van het advies dient een afschrift te worden verzonden aan de commissie.

5 HGR/ HOOFDSTUK III Overige bepalingen Artikel 12 Inlichtingen en verslag 1. De commissie brengt jaarlijks aan het college en aan de ondernemingsraad van de Haeghe Groep schriftelijk verslag uit van de werkzaamheden met betrekking tot de aan haar opgelegde taak. 2. De commissie is bevoegd uit eigen beweging aan het college alle door haar nodig geachte voorstellen te doen. 3. Omtrent de tot haar taak behorende aangelegenheden dient de commissie het college op zijn verzoek van bericht en raad. Artikel 13 Onvoorziene gevallen De voorzitter regelt in overleg met de commissie de werkwijze van de commissie inzake aangelegenheden, waarin deze regeling niet voorziet dan wel de toepassing van deze regeling tot verschillende uitleg aanleiding geeft. Artikel 14 Citeertitel en datum van inwerkingtreding 1. De regeling kan worden aangehaald als Regeling Geschillen Wsw- en CAO Welzijnpersoneel 2. Deze regeling treedt in werking op de dag van ondertekening van dit besluit en werkt terug tot 1 januari III. Dat dit besluit wordt gepubliceerd in de Posthoorn van week 29 van 2011 en met ingang van 21 juli 2011 terug te vinden zal zijn op de site van onder risnummer Den Haag, 12 juli 2011 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

6 HGR/ Toelichting Bij de invoering van de gewijzigde Wet sociale werkvoorziening (Wsw) per 1 januari 1998 is voor de Wsw-werknemers een CAO tot stand gekomen. In de CAO voor de sociale werkvoorziening is opgenomen dat de werkgever zal zorg dragen voor een geschillencommissie, die de geschillen behandelt die voortvloeien uit de arbeidsverhouding tussen de werkgever en de Wsw-personeel. Ter uitvoering hiervan is besloten om de commissie bezwaarschriften sociale werkvoorziening van de Haeghe Groep tevens met de taak van geschillencommissie te belasten. De reden hiervoor is dat deze commissie zeer ervaren is en de rechtspositie van de Wsw-personeel goed kent. Verder heeft de Haeghe Groep medewerkers in dienst van de Vereniging Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie (Vereniging Ango) en Stichting Dagvoorzieningen dr. Schroeder van der Kolk die permanent gedetacheerd zijn bij de Haeghe Groep. Op deze medewerkers is de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening van toepassing. Het college vertegenwoordigt met betrekking tot dat CAO Welzijn-personeel de Vereniging Ango respectievelijk de Stichting Dagvoorzieningen dr. Schroeder van der Kolk die de formele werkgever blijft. Het college is in feitelijke zin werkgever, omdat zij namens deze rechtspersonen alle werkgeversbevoegdheden naar burgerlijk recht overeenkomstig de bepalingen van de CAO uitoefent. In de CAO is een geschillenregeling opgenomen, maar deze geldt niet voor het CAO Welzijn-personeel dat niet is aangesloten bij een werknemersorganisatie die partij is bij deze CAO. Om dit gelijk te trekken heeft het college bij regeling van 2003 besloten dat de commissie bezwaarschriften sociale werkvoorziening ook verzoekschriften behandelt van die CAO Welzijn-medewerkers. De laatste regeling waarin de bevoegdheden van deze geschillencommissie is vastgelegd, is de Regeling geschillen Wsw- en CAO Welzijn-personeel, HGR/ II. De regeling is reeds daarvoor ter kennisneming voorgelegd aan de ondernemingsraad van de Haeghe Groep. De tekst van de regeling is gelijk aan die van de regeling uit De regeling behoeft in verband met het vaststellen van de Regeling commissie bezwaarschriften sociale werkvoorziening 2011 dat gelijktijdig zal worden vastgesteld, wel enige wijzigingen. Verder zijn er tekstuele aanpassingen aangebracht ten einde de regeling te actualiseren.