Pedagogisch Werkplan Krielkippen

Vergelijkbare documenten
Pedagogisch Werkplan Snoeshanen

PEDAGOGISCH BELEID HUMMELTJESHOEK

Uitgangspunten Wij bepalen wat en wanneer een kind eet. Het kind bepaalt zelf hoeveel hij/ zij eet.

Voeding bij HappyKidzzz Kinderopvang

Pedagogisch Werkplan Piepkuikens

KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS

Wenbeleid KDV Polderpret

Pedagogisch werkplan peuteropvang Morgenster

Pedagogisch werkplan Kinderdagverblijf Lumiar Petites

Pedagogisch werkplan. peuteropvang Morgenster. Pedagogisch werkplan de Morgenster 2018

Protocol voeding Bij de Handjes

Zo werk ik! Mijn pedagogisch werkplan

Hoofdstuk II: 2Penselen

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Opijnen

Pedagogisch Werkplan

Een tijd om nooit te vergeten!

Pedagogisch werkplan. Peuteropvang de Glijbaan

Praktische informatie

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch plan Bengels kinderopvang

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje. Pedagogisch werkplan peuterspeelzaal Pippeloentje SPL / SJWB februari 2019

SPELENDERWIJS ETEN & DRINKEN

Kinderdagverblijf t Kruimeltje. Informatie Boekje. Oude Arnhemseweg 234, 3705 BJ Zeist Tel

*Tijdens dit thema leren de kinderen verschillende plaatsen te benoemen bijv. op de kast, in het bedje, onder de tafel enz.

Meer informatie over peuterspeelzaal Ministek is beschikbaar via de website van Speel Wijs, de informatie brochure en het Pedagogisch Beleidsplan.

2. Opvangvormen en openingstijden Kinderdagverblijf Geopend op maandag t/m vrijdag van 7.30 uur tot uur.

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Haaften

Themabrief Karel viert Kerstmis december 2015

Informatieboekje van. Peuterspeelzaal M!eters

werkplan kinderdagverblijf

Kids Lodge wil bijdragen aan de gezonde ontwikkeling.

INFORMATIE PEUTERSPEELZAAL T BIJENKORFJE. Peuterspeelzaal t Bijenkorfje Croesenstraat JK HAARLEM tel

Inhoudsopgave. Inhoud

PEDAGOGISCH WERKPLAN PEUTERSPEELZAAL OT EN SIEN

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Pippeloentje

Ruimte om te groeien. Pedagogisch werkplan. Dagopvang

Pedagogisch werkplan Gastouderopvang Leuk enzo!

1 ALGEMEEN 2 SPECIFIEKE UITGANGSPUNTEN. Geachte ouders,

Pedagogisch beleidsplan

VOEDINGSBELEID. Kinderopvang De Klompjes. Gezond Samenzijn. Opgesteld door: Nienke van den Bekerom, Diëtistenpraktijk Beter in Balans

Pedagogisch werkplan gastouderopvang t Bengeltje

Pedagogisch Werkplan BSO In de Manne

Kinderdagverblijf (KDV) Geopend op maandag t/m vrijdag van 7.30 uur tot uur.

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Olleke Bolleke

Huisregels. voor. kinderen

Informatieboekje van. Peuterspeelzaal De Speeldoos

Pedagogisch werkplan Peuteropvang Wigwam

Informatie en werkwijze Kinderdag centrum

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal de Glijbaan

Welkom bij: Infoboekje

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch beleidsplan

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Ot en Sien

werkplan Wolkewietje pedagogisch Opgemaakt door Locatiemanager Doelgroep Alle medewerkers van Smallsteps, ouders

Intakeformulier kinderdagverblijf

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN

Ons pedagogisch handelen kinderdagverblijf t Grut

Dagritme en activiteiten

Aanvulling pedagogisch beleidsplan Kleine Raaf

Huisregels. voor. kinderen

Voor het eerst naar de Pater van der Geldschool

Welkom bij Op Stoom. Pedagogische visie. Lieve actieve medewerkers

Dreumesgroep Babbel. Kindercentrum Babbel. telefoon:

Voedingsbeleid Bso 1

Pedagogisch werkplan Kinderopvang De Cirkel KDV Den Ham Zuidmaten

Olleke Bolleke is een van de 8 peuterspeelzalen die valt onder de SPGG.

AKTA-meter kwaliteit inrichting kindercentrum, 2-4 jaar

Alle kinderen gaan in de kring zitten. Mocht het afscheid nemen problemen opleveren neem dan even contact op met de groepsleerkracht.

Mocht het afscheid nemen problemen opleveren bespreek dit dan even met de groepsleerkracht. Dan begeleiden jullie gezamenlijk uw kind hierbij.

Pedagogische werkwijze KDV De Papegaai, oktober 2016 Yael Lindhout, locatiemanager

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Het Piraatje

Pedagogische leidraad Robinson Kinderopvang B.V.

Pedagogische werkwijze op de locatie

Samenvatting pedagogisch beleidsplan Trias Kinderopvang, waar kinderen zich thuis voelen

AKTA-meter kwaliteit inrichting kindercentrum, 0-4 jaar

Welkom op de peuterspeelzaal

Pedagogische werkwijze KDV De Torenmolen, versie november 2015 Selma Schalkwijk, locatiemanager

Versie oktober Schelpen

Voedingsbeleid Starrebos

ACTIVITEITEN JAARPLAN 2015 KINDERDAGVERBLIJF WERELDPLEK

Kennismaking op de Kinderdagopvang/Peuteropvang

Inhoudsopgave. Bladzijde. Opvoedingsdoelen 1. Inrichting 1. Veiligheid 1. Hygiëne 1. Voeding 2. Ziekte 2. Kennismaking 2. Gewenningsperiode 2

Pedagogisch werkplan. Gastouder Laura

KDV VUURVOGEL. Waterpret bij de Maasstraat

Ons pedagogisch handelen buitenschoolse opvang Kloek

Voorschoolse opvang Eben Haëzer

Welkom. Hartelijk dank voor uw interesse in de kinderopvang. Beknopt leest u hier informatie over de visie en een aantal praktische zaken.

Basiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling

Spelen en bewegen met uw peuter

Pedagogisch werkplan

Voedingsbeleid Voedingsbeleid - Kinderopvang de 5 Doetinchem - maart 2015

Oirschot Welkom bij het kinderdagverblijf!

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Het Piraatje

Pedagogisch werkplan Voorschool Klein Duimpje

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Pedagogisch werkplan. Peuteropvang t Piraatje. Pedagogisch werkplan SPL / SJWB 2018

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Knuffel

Wenbeleid KDV. Van Kinderdagverblijf De Bibelebontseberg. Uitgiftedatum: Februari 2007 Herzien: Mei Documentnummer:

Transcriptie:

Pedagogisch Werkplan Krielkippen

Inhoud Pedagogisch Werkplan Krielkippen... 1 1 Intake en gewenning... 3 1.1 De intake... 3 1.2 Gewenning... 3 1.3 De eerste dag... 4 1.4 Overvliegen... 4 2 Pedagogisch werkplan Krielkippen (dreumesgroep)... 5 2.1 Dagprogramma... 5 2.2 Inrichting van de ruimte... 5 3 Activiteiten... 7 3.1 Gerichte activiteiten... 7 3.2 De motorische ontwikkeling op de dreumesgroep.... 7 3.3 De sociale ontwikkeling op de dreumesgroep.... 7 3.4 Cognitieve ontwikkeling en taal en spraakontwikkeling.... 8 3.5 Emotionele ontwikkeling.... 8 3.6 Creatieve activiteiten... 8 3.7 Bewegingsactiviteiten... 8 3.8 Voorlezen... 8 3.9 Buiten spelen... 9 3.10 Open deuren... 9 4. Verzorging... 10 4.1 Slapen... 10 4.2 Eten en Drinken:... 11 4.3 Verschonen en zindelijkheid... 11 4.4 Hygiëne... 12 5. Opvoeding... 13 5.1 Straffen en belonen... 13 5.2 Zelfstandigheid/zelfredzaamheid... 13 5.3 Opruimen... 13 5.4 Afscheid nemen... 14 6. Andere activiteiten... 14 6.1 Feest en verjaardag... 14

1 Intake en gewenning 1.1 De intake Na het inschrijven van een kind worden de ouders uitgenodigd voor een intakegesprek. Daarbij zullen de gewoontes en eventuele bijzonderheden van een kind besproken worden. In dit gesprek zal de pedagogisch medewerkers informatie geven over het dagverblijf en de ouder wordt gevraagd informatie te geven over het kind. De ouders ontvangen een informatieboekje, met daarin veel informatie over wat van belang is voor ouders; zoals wat te doen als het kind ziek is, wat moet er de eerste dag mee e.d. Ook zullen de ouders papieren ontvangen waarop de persoonlijke gegevens van het kind ingevuld dienen te worden, bijvoorbeeld op een calamiteitenformulier. Dit formulier is voor ons en voor GGD van belang in noodsituaties. Verder wordt er met de ouders een intake formulier ingevuld. Stap voor stap komen dan diverse onderwerpen aan de orde, zoals eet en slaapgewoonten, medische achtergrond e.d. Ook is er tijdens dit gesprek ruimte voor vragen van de ouders wat betreft de opvang op het kinderdagverblijf of de specifieke behoeften van hun kind. Ouders kunnen hier ook hun opvoedingsideeën kwijt; hoe denken ze over onderwerpen zoals snoepen, straffen e.d. Het dagverblijf kan hiermee rekening houden. Ook is het van belang dat ouders iets vertellen over hoe zij hun kind zien, wat voor karakter, temperament e.d. Dit is namelijk wat een kind maakt zoals hij is. Vooral bij kinderen die op een wat oudere leeftijd naar het dagverblijf komen is dit van belang. Voordat het kind de eerste keer komt wennen, kunnen de pedagogisch medewerkers daar al rekening mee houden, ook kan er daardoor beter geobserveerd worden hoe het kind zich op het dagverblijf gedraagt in vergelijk met thuis. Zo kunnen de pedagogisch medewerkers betere uitspraken doen over hoe het kind het vindt op het dagverblijf en of het kind zich op zijn gemak voelt. Tenslotte kunnen de ouders nog een rondleiding krijgen door het pand en worden er wendagen afgesproken. 1.2 Gewenning Voordat een kind een vaste plek op het dagverblijf krijgt, gaat er een gewenningsperiode aan vooraf. De periode heeft prioriteit omdat wij, zoals in de doelstelling staat, ernaar streven dat kinderen zich bij ons thuis voelen, veilig voelen in een klimaat waardoor ze optimaal kunnen ontwikkelen. Wennen aan de nieuwe situatie is daarom een must. In het intakegesprek worden afspraken gemaakt om het kind op het dagverblijf te laten wennen. Dit zal geheel in overleg gedaan worden met de ouders. Wij adviseren om een kind 2 à 3 dagdelen te laten komen wennen, daarbij hanteren wij meestal een opbouwend schema, beginnende bij een paar uur. Tijdens deze wenmomenten adviseren wij ouders om in ieder geval bereikbaar te zijn. De wenafspraken moeten wel op de groep uitkomen, het mag niet te druk zijn. Wenafspraken worden zoveel mogelijk afgesproken op de dagen dat het kindje ook gaat komen, maar ze worden niet verder dan 2-2 ½ week uit elkaar gepland. Wanneer het niet mogelijk is het kindje te laten wennen op de dag dat het kind gaat komen wordt er zoveel mogelijk gekeken naar dagen waarop de pedagogisch medewerkers werken waarbij het kind op de groep komt. Na de wenmomenten is er tijd om uitgebreid met de leiding te praten over de dag zodat ook de ouders thuis een goed beeld krijgen van hoe het met hun kind op het dagverblijf gaat. De groepsleiding heeft door deze momenten wat extra de tijd om een kind beter te leren kennen zodat de begeleiding van een kind op de groep zo optimaal mogelijk kan gebeuren.

1.3 De eerste dag Ieder kind heeft op het dagverblijf een mandje. Daarin kunnen de spullen van thuis gelegd worden. De mandjes zullen wij ook gebruiken om er brieven en knutselwerkjes in te doen. Het is de bedoeling dat de mandjes elke keer door ouders worden nagekeken. Wij adviseren om voor een dag op het dagverblijf het volgende mee te nemen: reserve kleding sloffen, vooral in de winter zijn sloffen erg belangrijk laarzen voor het buiten spelen speen (indien nodig). Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor deze speen. Vervang de speen regelmatig, controleer af en toe op scheurtjes en koop het liefst een speen met knop of ring (i.v.m. doorslikken) baby voeding (alleen voor de kleintjes) eventueel de favoriete knuffel van het kind Wij willen wij u vragen om namen in de kleding van het kind te zetten. 1.4 Overvliegen Wanneer er een nieuwe baby op KDV Polderpret komt, begint het bij de babygroep, de Piepkuikens. Voor hun tweede jaar gaan ze over naar de Krielkippen. Vanaf de Krielkippen gaan ze voor het derde jaar over naar de Snoeshanen waar ze op hun vierde verjaardag overgaan naar de basisschool en eventueel de buitenschoolse opvang. Het moment van overvliegen is afhankelijk van de planning, maar er wordt natuurlijk ook rekening gehouden met de ontwikkeling van het kind. Criteria om over te vliegen zijn o.a : Emotionele ontwikkeling (kunnen ze het aan om door te gaan naar de volgende groep), motorische ontwikkeling (kunnen de kinderen al ( bijna) lopen). Waar nodig is er overleg met de pedagogisch medewerkers over de ontwikkeling van het kind en worden er eventueel aanpassingen in de planning aangebracht. Ouders hebben ook de gelegenheid om vragen en opmerkingen bij de leidinggevende neer te leggen naar aanleiding van de planning. Het overvliegen van kinderen vind plaats binnen 2 weken. Via het overvliegformulier worden ouders op de hoogte gesteld van de overgang naar de andere groep. De pedagogisch medewerker overhandigt dit formulier persoonlijk aan de ouder en legt het formulier daarbij even uit. Het wennen van een kind bestaat uit 3 wen-dagen en één overvliegdag. Dag 1: Wennen van 9:00 tot 11:30 Dag 2: Wennen van 9:00 tot 13:00 Dag 3: wennen van 9:00 tot 15:30 Dag 4: Overvlieg dag: Om 9:30 vieren wij een afscheidsfeestje voor uw kind waarna uw kind naar de volgende groep wordt gebracht. U hoeft hierbij geen traktatie mee te nemen. Er zit bijna altijd één rust dag tussen de eerste en de tweede wen-dag, behalve als een kind maar één dag in de week komt.

2 Pedagogisch werkplan Krielkippen (dreumesgroep) 2.1 Dagprogramma 7:30 Kinderen worden vanaf deze tijd opgevangen in de babygroep. De Piepkuikens en Snoeshanen openen samen tot 8.00 uur. 8:00 De eerste pedagogisch medewerker begint. De krielkippengroep gaat open. 9:00 Om 9:00 uur komt de tweede pedagogisch medewerker binnen. 9:15 Activiteit in de gymzaal. 9:30 Begin dagprogramma. Aan tafel voor eten en drinken 10:00 verschoonronde. Kinderen die 2 keer slapen gaan naar bed. 10:15Activiteit in twee kleine groepen 11:00 Naar buiten als het weer het toe laat. 11:30 middageten 12:30 De kinderen die 1 keer slapen gaan naar bed. Bijna alle kinderen van de dreumesgroep slapen nog maar één keer. Dit heeft als voordeel dat alle kinderen mee kunnen doen met de activiteiten die we die dag organiseren. Ook hoeft er geen rekening gehouden worden met eventuele herrie wat betreft kinderen die slapen. 12:45 verschoonronde 14:30/15:00 Kinderen die nog 2 keer slapen gaan naar bed. 15:00 Alle kinderen wakker. Aan tafel voor wat eten en drinken 15:45 Beweegactiviteit 16:00 Verschoonronde 16:30 Kinderen die nog slapen worden uit bed gehaald. 17:00 De kinderen worden vanaf deze tijd opgehaald. 17:30 De eerste pedagogisch medewerker gaat naar huis. 18:00 Laatste pedagogisch medewerker ruimt op en gaat naar huis 2.2 Inrichting van de ruimte Op de dreumesgroep is de speelruimte in 2 vlakken verdeeld. Een deel om vrij te spelen met een huishoek, autohoek, zintuigenhoek en aanbiedhoek. En een deel om te klimmen en klauteren, dus voor de ontwikkeling van de grove motoriek. Dat is juist voor de dreumesleeftijd heel belangrijk. Ze worden uitgedaagd om hun grenzen te verleggen met betrekking tot hun lichamelijk kunnen. In de huishoek is speelgoed zoals poppen, serviesje, wieg en poppenbedje, dekentjes, potten, pannen etc. Er staat af en toe een mand met verkleedkleren, Hier ligt de nadruk op het naspelen van thuissituaties en sociaal samenspel, voor zover dreumesen dat aankunnen. In de autohoek is speelgoed zoals auto s in allerlei maten, groot en klein, een kleine garage en een vloerkleed met wegen erop. Ook wat loopauto s en duw en trekkarretjes. Hier spelen ze naast of met elkaar en rollen de auto s over alles heen. Er wordt nog niet veel fantasie gebruikt zoals peuters doen met bijvoorbeeld de auto moet tanken.. In de aanbiedhoek bieden we telkens iets nieuws aan in het kader van het thema om mee te spelen en te ontdekken. Voorbeelden van het aangeboden speelgoed zijn: duplo en andere bouwblokken, dokterspullen, gereedschapkist, boerderij met dieren, kosteloos materiaal zoals kleine doosjes en wcrollen etc. In de grote box kan op grote kussens voorgelezen worden of de allerkleinsten mogen hier even rustig spelen met bijvoorbeeld de activity-tafel. Dan is er nog de grote tafel waaraan gegeten, gezongen en geknutseld wordt. Om half 11 wordt de groep vaak in twee kleine groepjes gesplitst. De ene groep gaat in het actieve deel met een pedagogisch medewerker om te klauteren, dansen of muziek te maken. De andere groep gaat knutselen aan tafel of met de pedagogisch medewerker gericht spelen in de aanbiedhoek. Na ongeveer een half uur wordt er met de groepjes geruild. Op deze manier kunnen de pedagogisch

medewerkers meer aandacht aan de kinderen besteden, en krijgen de kinderen zowel een rustige als een drukke activiteit aangeboden. Ook lezen de pedagogisch medewerkers elke dag een of meer boekjes voor en heel soms wordt er tv gekeken.

3 Activiteiten Tijdens het spel ontwikkelen kinderen zich ongedwongen. De pedagogisch medewerkers zullen proberen om tijdens het vrij spelen en door middel van het gerichte spel de verschillende ontwikkelingsgebieden van de kinderen te stimuleren. Hierbij wordt het taalstimuleringsprogramma peuterpraat gebruikt(zie algemeen ped.plan) Hieronder volgt een overzicht van het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers 3.1 Gerichte activiteiten Naast vrij spelen wordt de kinderen een of meerdere keren per dag een gerichte activiteit aangeboden Hiermee willen we de motorische, sociaal-emotionele, auditieve,visuele ontwikkeling stimuleren, maar ook vooral veel plezier maken is een doel. Vanaf 2 jaar gebruiken we het vve-programma Polderpraat Het materiaal van Peuterpraat bestaat uit een kalender met 13 kalenderbladen. Op elk kalenderblad staan allerlei activiteiten rond een thema, bijvoorbeeld taalspelletjes, knutselwerkjes, liedjes, prentenboeken, beweegspelletjes, spelletjes rondom allerlei (ruimtelijke) begrippen. Enkele voorbeelden van thema s: ik, herfst, speelgoed, op straat, boodschappen doen. Bij alle activiteiten staat taal centraal: samen praten bij en over dingen die je doet. Praten is leuk! Een belangrijk onderdeel van Peuterpraat is het uitbreiden van het aantal woorden dat een kind kent (de woordenschat). Bij elk thema zal door de pedagogisch medewerkers een aantal woorden gekozen worden die bij de verschillende activiteiten worden gebruikt. De nieuwe woorden worden in allerlei spelletjes herhaald. Elke maand wordt er door de groep een thema uitgekozen waar de activiteiten rondom worden verzonnen. Door middel van een weekrooster wordt een planning gemaakt van de week met allerlei activiteiten. Hierbij komen alle ontwikkelingsgebieden aan bod. De activiteiten worden regelmatig herhaald. 3.2 De motorische ontwikkeling op de dreumesgroep. De taak van de pedagogisch medewerkers op de dreumesgroep is de kinderen gelegenheid bieden en uit te dagen zich voldoende te bewegen (zowel binnen als buiten) en toe te zien op de veiligheid. Dit doen we door regelmatig de kinderen te stimuleren om te gaan klimmen op de glijbaan en kussens in het actieve gedeelte eventueel met onze hulp. Ook bieden we o.a. de peuterdans aan om te bewegen en te zingen met elkaar. We gebruiken de muziek als ondersteunende functie om gericht dansactiviteiten te doen zodat de kinderen hun energie kwijt kunnen. Verder leren we lopen, kruipen, rennen, springen enz.. Voor de ontwikkeling van de fijne motoriek bieden de pedagogisch medewerkers activiteiten aan als: puzzelen, kleuren, plakken, verven, bouwen met blokken, duplo, nopper etc. Ook oefenen we met de oudere kinderen het aan en uitkleden als ze bijvoorbeeld naar bed gaan of uit bed komen. 3.3 De sociale ontwikkeling op de dreumesgroep. De taak van de pedagogisch medewerkers op de dreumesgroep is het stimuleren van het sociale contact (groepsactiviteiten aanbieden), maar ook toezicht houden (worden kinderen buitengesloten?). Ook hulp bieden bij het oplossen van conflicten en vooral het bieden van een veilige achtergrond voor de dreumes om zich terug te trekken, behoort tot de taken van de pedagogisch medewerkers. Dit doen we door kleine groepjes te creëren waarin de dreumes zich veilig voelt en waar de pedagogisch medewerkers de kinderen kunnen corrigeren indien dit nodig is. Ook proberen we in kleine groepjes de kinderen te leren delen door bijvoorbeeld samen een spelletje te doen, te zingen en te dansen.

3.4 Cognitieve ontwikkeling en taal en spraakontwikkeling. De taak van de pedagogisch medewerkers op de dreumesgroep is de taal en denkontwikkeling te stimuleren door veel te vertellen en te benoemen (wat is dit? wat gaan we nu doen?). Ook goed luisteren naar het kind en antwoord geven op het juiste niveau. Daarom praten we regelmatig even met de kinderen. Dit gebeurt meestal spontaan als de pedagogisch medewerkers in de groep rond lopen. Sinds kort proberen we ook met gebaren te communiceren. Zo kunnen kinderen die nog niet zo goed kunnen praten toch iets duidelijk maken aan de pedagogisch medewerker. Er wordt tevens veel voorgelezen en gezongen. 3.5 Emotionele ontwikkeling. De pedagogisch medewerkers op de dreumesgroep helpen de kinderen hun emoties onder controle te krijgen. Dit kan door middel van spel maar ook door de kinderen te helpen bij het verwoorden van gebeurtenissen en hun gevoelens daarbij. Zij praat met de kinderen over hun emoties en neemt deze serieus. Zij geeft ze zelfvertrouwen door bevestiging. Ook zorgt ze ervoor dat de dreumes zich veilig voelt en dat er structuur in de dag is. Dit zijn belangrijke voorwaarden voor een goede emotionele ontwikkeling. 3.6 Creatieve activiteiten De dreumes begint van alles te ontdekken dus ook het knutselmateriaal. Het doel bij het knutselen van de dreumes is dus niet het resultaat maar wel het plezier wat de dreumes er mee beleeft en wat het er van leert. We laten de dreumesen kennis maken met de volgende materialen: Plaksel De zogenaamde glutofix oftewel plaksel in poedervorm. Door middel van een kwastje smeren ze het plaksel op het papier. Vingerverf Verf of een soort ecoline De kinderen krijgen een schort om en een bakje met verf en kwast. Kleurpotloden of wasco Klei Zand en water Regelmatig mogen de oudere kinderen in groepjes bij de zand/watertafel spelen onder begeleiding van een pedagogisch medewerker. Dit gebeurd vooral in de winterperiode. Bouwconstructiemateriaal Zoals duplo, nopper, blokken, puzzels enz 3.7 Bewegingsactiviteiten Dreumesen houden over het algemeen van dans en muziek. Daarom proberen we op de groep veel met muziek te doen. Hierbij gebruiken we vaak de peuterdans-cd. In de speelhal beginnen we met de drukke liedjes om de kinderen uit te dagen te bewegen. Aan het einde van de bewegingsactiviteit laten we de kinderen tot rust komen door even rustig in een kring te gaan zitten en langzaam het actieve gedeelte af te bouwen met rustige muziek en langzame bewegingen. De kinderen leren hierbij om goed te luisteren naar de muziek en wat er wordt gezongen. Ook pakken we regelmatig de muziekinstrumenten of een bal om over te rollen. Tevens doen we soms simpele kringspelletjes met de oudste kinderen. 3.8 Voorlezen bij de dreumesen Dreumesen en peuters zijn heel erg bezig met het ontwikkelen van hun fantasie. Die ontwikkeling vinden wij zeer belangrijk. Boekjes zijn de ideale plaats waar alles kan gebeuren. De wereld in een boek is precies zo al een kind de wereld graag wil zien. De held uit het verhaal kan alles waar het kind alleen maar van kan dromen. Vaak komen kinderen tijdens het voorlezen met vragen en opmerkingen. We proberen hier even op in te gaan, maar het verhaal ook weer op te pakken. Elke week komt er ook op de groep een voorleesoma of opa voorlezen.

3.10 Buiten spelen Indien mogelijk wordt er elke dag even buiten gespeeld met de kinderen die goed kunnen lopen. De frisse buitenlucht is gezond en buiten kunnen dreumesen weer andere dingen ontdekken en vrijer bewegen. Dat heeft positieve gevolgen voor de motorische ontwikkeling. Buiten spelen heeft ook positieve gevolgen voor de sociale, emotionele en zintuiglijke ontwikkeling. We kijken wel naar de ontwikkeling en weersomstandigheden van het kind of het ook echt naar buiten kan. Een dreumes die nog vaak valt zullen we niet naar buiten doen als de plassen op het plein liggen. Wij letten buiten goed op of het kind zich geen pijn doet maar laten hem wel de buitenruimte ontdekken. Hierdoor kan het kind natuurlijk vies worden wat wij geen probleem vinden. Eenmaal binnen zullen we de vieze kleding vervangen en het kind zijn/haar reservekleding aan doen. 3.11 Open deuren Één keer per week, steeds op een andere dag, gaan op Polderpret de deuren van de groepen van 10:30 tot 11:30 open. De kinderen mogen dan overal op het kinderdagverblijf kijken en spelen. Dit maakt de drempel voor de kinderen wat kleiner als ze later overvliegen naar de snoeshanen. Ook vinden de kinderen het erg leuk om bij hun broertje of zusje te kijken in de babygroep. In principe doet de dreumesgroep altijd mee met de open deuren. Tweewekelijks organiseert de dreumesgroep een activiteit in de speelhal. Na de open deuren wisselen we regelmatig met de snoeshanen twee kinderen die we omruilen tijdens het eetmoment. Hierbij houden we rekening met de kinderen die bijna overgaan naar de snoeshanen. Zij krijgen dan de mogelijkheid om alvast een beetje te wennen aan de volgende groep. In het voorjaar gaat de buitendeur van de Krielkippen ook open zodat de kinderen er ook voor kunnen kiezen om buiten te spelen.

4. Verzorging 4.1 Slapen De dreumesgroep heeft 2 slaapkamers op de groep. De kinderen hebben allemaal een vaste slaapplaats in de slaapkamer met een eigen slaapzak en hoofdlaken. Hierdoor creëren we een veilige slaapplek voor de kinderen waar ze zich op hun gemak voelen. We houden er in het beddenschema wel rekening mee dat sommige kinderen heel snel wakker worden terwijl andere kinderen juist wat langer willen slapen. Hierdoor kan het zijn dat kinderen soms wisselen van bed als het echt niet anders kan. Op de dreumesgroep streven we ernaar om alle kinderen 1 x te laten slapen. Dat is prettiger omdat dan alle kinderen mee kunnen doen met de activiteiten van de dag. Tevens hoeft er dan geen rekening gehouden worden met slapende kinderen die wakker kunnen worden van harde geluiden. Na het middageten brengen we de kinderen naar bed. Dit gebeurt in kleine groepjes zodat de pedagogisch medewerker nog even aandacht heeft voor de kinderen. Ze worden geholpen bij het uitkleden en eventueel verschoond indien nodig. Eventueel een speen en/of knuffel gaan mee naar de slaapkamer en daar krijgen ze hun slaapzak aan. Ze kruipen zelf in hun bed en de kinderen die in het bovenste bedje liggen worden er door de medewerkers in gelegd. De hekjes worden dichtgedaan voor de bedjes en met een veiligheidssluiting afgesloten zodat ze er niet uit kunnen vallen. De bovenste bedjes hebben een dakje van stof zodat de kinderen er niet uit kunnen klimmen. Elk kind heeft een eigen mandje met zijn naam erop om de kleding in te doen. Haarspeldjes, elastiekjes e.d. worden ook uitgedaan evenals kettingen, armbandjes en andere losse zaken, ook kleding met lange lussen, veters enz. om verstikking te voorkomen. Als er kinderen extra komen dan betekent dat dan ook dat ze meestal niet in hun eigen bed kunnen slapen omdat er een kindje in ligt die het voor die dag als zijn vaste bed heeft. Die kinderen gaan voor op de kinderen die extra komen. Als iedereen in bed ligt gaat het licht uit en meestal wordt er dan nog even gekletst maar meestal vallen de kinderen snel in slaap. Als dat niet zo is dan gaat er even een pedagogisch medewerker bij zitten en dan lukt het wel. Wat ook wel eens helpt is een muziekdoosje even aan of een verhaaltje voorlezen. Er zijn kinderen die van hun ouders maar een bepaalde tijd mogen slapen en die moeten er dan op tijd uit gehaald worden. De andere kinderen slapen totdat ze uit zichzelf wakker worden. De kinderen maken ook elkaar wakker doordat er gehuild of gekletst wordt. Wanneer kinderen behoefte hebben om minder te slapen tussen de middag dan zijn de afspraken op de krielkippen als volgt: Op het moment dat ouders aangeven dat hun kind minder slaap nodig heeft dan leggen we het kind voor 1 uur op bed. Na een 1 uur wordt het kind wakker gemaakt. We maken het kind niet eerder dan 1 uur wakker omdat het kind dan nog in een te vaste slaap ligt en het niet goed voor een kind is om het dan wakker te maken Wanneer het kind dit uur niet meer nodig heeft spreken we met ouders af dat we het kind 1 uur laten rusten op de bank in de groepsruimte of op een stretcher. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van een muziekje of een boekje. Wanneer het kind in slaap valt heeft het kind dit nodig en maken we het kind na 1 uur wakker. Wanneer het kind geen behoefte meer heeft aan dit rust moment kan het wakker blijven. Als alles goed gaat dan slapen de kinderen gemiddeld anderhalf tot 2 uur. De pedagogisch medewerker haalt de kinderen uit bed en kleedt ze aan voor zover de kinderen dit niet zelf proberen. Indien nodig krijgen ze een schone luier. De spenen en knuffels worden weer opgeborgen en de slaapzakken en hoofdlakentjes gaan weer in de kast bij het naamplaatje van het desbetreffende kind. Ook zorgen we zelf voor het regelmatig wassen van de dekens, hoeslakens, en de slaapzakken en hoofdlakentjes. De matrassen worden ook regelmatig gekeerd en de kamers gelucht en schoongemaakt. In elke slaapkamer staat ook een bolderkar. Dit is dan een snelle manier van evacueren van de kinderen bij calamiteiten zoals brand e.d.

4.2 Eten en Drinken: Het kinderdagverblijf zorgt voor de nodige broodmaaltijden, fruit, drinken en tussendoortjes. Wanneer een kind afwijkende producten nodig heeft, bijvoorbeeld bij allergie, moeten de ouders deze zelf meenemen. Het is beperkt mogelijk om eten en drinken als ontbijt van thuis mee te nemen en dit op Polderpret te geven. Er is dan vaak één pedagogisch medewerker en zij kan het eetgedrag op dat moment niet in de gaten houden omdat zij de ouders te woord wil staan en het overzicht op de groep moet houden. Tijdens het eetmoment gebruiken we smeerleverworst niet meer als broodbeleg. In leverworst zit namelijk veel vitamine A. Van deze vitamine moet een kind niet te veel binnenkrijgen. Af en toe wat meer is niet erg. Maar als het bijna elke dag gebeurt, gaat het teveel aan vitamine A zich opstapelen in het lichaam. Dat kan schadelijk zijn. Smeerkaas wordt beperkt aangeboden door de hoeveelheid zout wat er in zit. De beste manier om kinderen op een ontspannen manier een gezonde leefstijl aan te leren is door veel vaste afspraken te hebben. Daarom leggen we de afspraken rondom de eetmomenten op KDV Polderpret vast. Kinderen hebben hier houvast aan. Daarnaast laten we kinderen kiezen tussen bijvoorbeeld 2 soorten broodbeleg of 2 soorten fruit. De eetmomenten op de Krielkippen zijn: 9:30 fruit en drinken 11:30 Lunch met brood en wat drinken 15:30 een klein tussendoor- moment met iets eten en drinken 16:30 eventueel tussendoor- moment (bijvoorbeeld bij warm weer) De momenten samen aan tafel zijn belangrijk voor het eetgedrag van een kind. Gezelligheid en een positieve sfeer kan helpen om een kind gezond te laten eten. Belangrijk is het om kinderen te leren dat eten leuk is. Volwassenen hebben daarin een voorbeeldfunctie. Wij eten daarom met de kinderen mee, en gebruiken dezelfde producten. Zodra het tijd is om te gaan eten zingen we het eet en drinkliedje zodat de kinderen herkennen waarom we aan tafel gaan. Het drinken wordt uit tuitbekers of gewone bekers gedronken. In een enkel geval worden er ook eigen bekers/ flessen van thuis mee genomen indien het kind alleen daar goed uit drinkt. De kinderen eten met hun handen. De tafelmomenten zijn op De krielkippen niet lang. Tijdens de tussendoortjes zitten we niet langer dan 20/ 30 minuten aan tafel. Tijdens het brood eten is dit wel langer omdat we met een grotere groep moeten eten. Maar ook dan proberen we het moment zo kort mogelijk te houden. Verder eten we in kleine groepjes. We verdelen de kinderen onder de pedagogisch medewerkers die er zijn. Op die manier is er voor ieder kind voldoende aandacht tijdens eetmomenten. Kinderen die klaar zijn met eten mogen hun bord en beker inleveren en van tafel. Op deze manier hebben de kinderen die langzamer eten rustig de tijd om hun lunch af te maken. Zij voelen zich hierdoor niet opgejaagd. Kinderen die klaar zijn, gaan spelen en mogen niet komen storen aan tafel. We houden wel in de gaten dat de kinderen een bepaald minimum aan eten op heeft. Wat dit minimum is, is per kind anders. Hartig beleg is niet beter dan zoet beleg. Daarom bieden we de kinderen verschillende soorten beleg aan. Ze kunnen o.a kiezen uit plakjes ham of kipfilet,20 of 30+kaas, appelstroop, jam of fruithagel. Wij proberen te variëren met fruitsoorten. Standaard is er appel, peer en banaan aanwezig. Maar verder wordt het fruit afgewisseld met seizoensfruit. Fruit wordt als tussendoortje gegeten. Ook bieden we af en toe groente als tussendoor. Denk daarbij aan snoeptomaatjes, worteltjes, paprika of komkommer. We stimuleren de kinderen om te proeven, maar dwingen ze niet Als tussendoortjes geven wij een volkorenbiscuitje, een kinderkoekje, lange vingers, soepstengel, rijstwafel, eierkoeken, popcorn, ontbijtkoek of rozijntjes. Verder drinken we thee, slappe limonade of water. We drinken (vruchten) thee met weinig of geen suiker. Of nemen water en voegen voor de smaak een scheutje limonade toe.

4.3 Verschonen en zindelijkheid Wij controleren en verschonen zo nodig vier keer per dag. Dit controleren we rond de volgende tijden: 10:30, 12:30, 14:30, 16:30 Wij ontsmetten het aankleed kussen na de verschoonronden en na iedere poepbroek. Wanneer een kind thuis bezig is met zindelijkheid, helpen wij hier graag aan mee. Wij zetten het kind op de wc als het dit aangeeft en tijdens de verschoonmomenten. Dit doen we alleen als het kind het zelf wil. We willen er geen strijd van maken dus dwingen het niet. Wanneer het kind twee keer in zijn of haar broek heeft geplast en/of gepoept doen wij het weer een luier aan en proberen we het op een andere dag weer opnieuw. 4.4 Hygiëne De pedagogisch medewerkers zijn zich bewust van het belang van een goede hygiëne. Pedagogisch medewerkers wassen hun handen na een verschoonronde, voor en na het eten en voor het verrichten van medische handelingen. Na het verschonen wordt het aankleedkussen schoongemaakt en minimaal 2 keer per dag worden er schone handdoeken opgehangen. Na het eten worden de handen en gezicht van de kinderen gewassen met ieder een eigen washand. Sommige kinderen die dit al kunnen mogen zelf hun gezicht poetsen. Als we buiten hebben gespeeld worden de kinderen ook gewassen voor het eten. Verder worden: Tafels en stoelen na het eten gereinigd Vieze kleding verschoond Beddengoed regelmatig gewassen Speelgoed volgens schoonmaakschema schoongemaakt Spenen uitgekookt Kussens en knuffels regelmatig gewassen Er is een schoonmaakster voor het lokaal ( vloer, kleden en wc-tjes)

5. Opvoeding 5.1 Straffen en belonen Belonen vinden we op de dreumesgroep een goede en effectieve manier om een kind te leren luisteren of dingen die je niet wilt af te leren. Positief benaderen vinden wij het beste in iedere situatie. Toch ontkom je er niet aan om kinderen af en toe te corrigeren. Zo is het bij de dreumesen vaak zo dat als de één het niet mag de volgende twee het ook doen. Ze imiteren alles van elkaar. We laten het kind dan duidelijk merken dat iets niet mag en indien nodig zetten we het kind even apart. Dit is echter maar een 1 á 2 minuten omdat de dreumes niet het vermogen heeft om na een langere tijd nog te beschrijven wat het fout heeft gedaan. Hierna bespreekt de pedagogisch medewerker het gedrag met het kind, maakt het goed en betrekt vervolgens het kind weer bij het spel. Buiten deze momenten om blijven we kinderen complimenteren om juist de goede dingen te benadrukken. Om zo het kind uit een negatief gedragspatroon te halen. 5.2 Zelfstandigheid/zelfredzaamheid De pedagogisch medewerkers proberen de zelfstandigheid en de zelfredzaamheid van het kind te stimuleren. Bij de dreumesen proberen we dit door niet meteen in te grijpen als er een onenigheid is tussen twee kinderen. We houden het op een afstandje in de gaten en grijpen indien nodig in. Zo leren de kinderen om voor zichzelf op te komen. We moedigen ze ook aan om duidelijk te zeggen dat je iets niet wilt en niet te gaan huilen of terug te slaan maar te zeggen dat je het niet wil wat de ander doet. Gezamenlijk eten is echt een sociaal gebeuren. De kinderen leren o.a. op hun beurt wachten, niet uit het bordje van de ander eten en niet je tafelgenootjes slaan of duwen. Ook proberen we ze tafelmanieren aan zoals niet knoeien of gooien met eten, niet alles tegelijk in je mond stoppen, enz. Tijdens het eten en drinken proberen we regelmatig de tuitbeker door de gewone beker te vervangen zodat de oudere kinderen die bijna overgaan naar de volgende groep dit goed kunnen leren. Ook laten we de kinderen als ze al wat beter kunnen praten zelf zeggen wat ze op hun brood willen en nemen we geen genoegen meer met een wijzend vingertje. Zo proberen we de kinderen te stimuleren om zelf te zeggen wat ze willen. De grotere kinderen (vanaf 2 jaar) leren we om zelf hun kleding aan en uit te trekken door elke keer tijdens het uitkleden van een jonger kind een ouder kind mee te nemen en die op het kleedje of bank in de verschoonruimte te stimuleren om alvast iets zelf te proberen. Ze zijn dan zo klaar voor het bedritueel. De kinderen mogen in hun ondergoed nog even spelen en daarna naar bed. Uit bed herhalen we dit ritueel. De jongere kinderen laten we helpen bij de commode door bijvoorbeeld eerst een sokje uit te trekken. Verder helpen we de kinderen in hun eigen tempo wat meer zelfstandig te worden. Het uitkleden gaat daarbij makkelijker dan aankleden. 5.3 Opruimen Voor dreumesen is het nog best ingewikkeld om op te ruimen. Het woord opruimen is voor hen een té groot en abstract begrip. Ze zijn vaak snel het overzicht kwijt. Vooral de jongere kinderen begrijpen nog niet goed wat ze moeten opruimen en waar ze dit moeten neerleggen. Toch vinden we het belangrijk om het opruimen te stimuleren en minimaal één paar keer per dag een kind iets te laten opruimen. Hierbij ruimen we niet het hele lokaal op, maar kiezen ervoor om het kind een kleine opruimopdracht te geven. Zo vragen we in de poppenhoek of ze de pop in het bedje willen leggen en het dekentje erbij willen doen. Dit is voor de dreumesen een stuk duidelijker. Bij de grotere kinderen vragen we of ze zelf weten waar bijvoorbeeld de auto heen moet zodat ze zelf ook leren waar wat hoort. Ook hebben we bakken met foto s erop die we midden in het lokaal zetten waar de kinderen auto s en poppenhoekspeelgoed in kunnen doen. Buiten snappen de kinderen al heel snel waar ze de fietsen en de auto s moeten parkeren, buiten is er namelijk één centraal punt waar het speelgoed opgeruimd wordt. De kinderen brengen hun fietsen allemaal naar de schuur en geven hem daar af aan de pedagogisch medewerker.

We verwachten van de dreumesen niet dat ze al het speelgoed al netjes kunnen opruimen. We prijzen ze al als ze het speelgoed in de kast hebben gezet of de blokken in de doos hebben gedaan. Daar genieten ze al van. En na een dergelijk compliment gaan ze vaak nog harder hun best doen! 5.4 Afscheid nemen Kinderen vinden afscheid nemen vaak niet zo leuk. Het is moeilijk om degene die je brengt los te laten en je over te geven aan die ander. Ook ouders vinden afscheid nemen soms moeilijk. Pedagogisch medewerkers zijn de overgang tussen thuis en het kinderdagverblijf. Vooral jonge kinderen hebben moeite met overgangen. Ook al kennen ze de pedagogisch medewerkers goed, het blijft steeds opnieuw een overgang. Het kind kan bijvoorbeeld thuis al enthousiast zijn over het gaan spelen op het kinderdagverblijf, eenmaal binnen wordt het opeens toch moeilijk, want je moet dat vertrouwde loslaten. Met een beetje extra aandacht help je het kind daarbij. Ga bijvoorbeeld, na de mondelinge overdracht aan de pedagogisch medewerker, even met het kind spelen (puzzel, boekje). Spreek duidelijk met het kind af wanneer je weg gaat. Blijf bij die afspraak. Anders is het eind zoek, want kinderen zijn goed in het verleggen van grenzen. Het is wel belangrijk om te zeggen dat het tijd is om weg te gaan en zeg altijd gedag. Dan kan het kind met de pedagogisch medewerker gaan zwaaien. Dit is duidelijk voor het kind. Blijf niet besluiteloos rondhangen en kom zeker niet terug na het afscheid! Dan weet het kind niet meer waar hij aan toe is. Gelukkig hebben de meeste kinderen na verloop van tijd nauwelijks of geen moeite met afscheid nemen. Ze zwaaien vrolijk en gaan dan lekker spelen. Ze voelen zich veilig en weten dat papa of mama ze altijd weer komt halen. 6. Andere activiteiten 6.1 Feest en verjaardag Op kinderdagverblijf Polderpret gaan feesten en verjaardagen niet ongemerkt voorbij. Feest brengt vrolijkheid en gezelligheid. Het bevordert de saamhorigheid. Bovendien komen de kinderen door het vieren van bepaalde feesten in aanraking met tradities en rituelen die wij in de samenleving gewend zijn. Religieuze feesten worden vanuit een neutrale achtergrond gevierd. (zie intercultureel werken). Feesten die o.a. op Polderpret gevierd worden zijn: De kinderverjaardag. Er wordt gezongen, er is een taart met kaarsjes en vuurwerk. De jarige krijgt een feestmuts en een cadeautje en mag trakteren. Ouders kunnen een film of fotocamera meegeven zodat de pm-ers kunnen filmen of foto s kunnen maken. Het Sinterklaasfeest. We zingen veel Sinterklaasliedjes, maken allerlei knutselwerken rondom Sinterklaas, met de oudere kinderen eten we pepernoten etc. Er komen Zwarte Pieten op visite en de kinderen krijgen een klein cadeautje. Het kerstfeest. Samen met de kinderen brengen wij het lokaal in kerstsfeer. Elke groep heeft een eigen, mooi versierde, kerstboom. We doen kerstactiviteiten en zingen kerstliedjes. Een week voor kerst maken we er een bijzondere week van, waar de groepsleiding een invulling aan zal geven. Met de kerstdagen zelf zijn wij gesloten. De feestweek. Elk jaar (in september) is het op Polderpret een week lang feest. In deze week vieren alle pedagogisch medewerkers en de leiding hun verjaardag. In deze week valt ook de dag van de pmer waarop de pm-ers een dag in het zonnetje worden gezet. Elke dag wordt er iets lekkers gegeten en een feestelijke activiteit gedaan. Aan het eind van de week is er een groot gezamenlijk feest met bijvoorbeeld een clown of poppenkastvoorstelling. In principe leggen wij geen nadruk op religie. Wij zijn nergens aan gebonden, ook niet aan de in typisch Nederlands religieuze ideeën. We vieren echter wel de Nederlandse feestdagen maar verbinden daar geen religieuze dingen en ideeën aan. Wij leggen bij deze dagen vooral de nadruk op rituelen en gewoonten uit de Nederlandse samenleving. Dat houdt in dat er bij Sinterklaas cadeautjes en pepernoten horen, dat er met kerstmis een kerstboom staat en met Pasen gaan we eieren schilderen en

zoeken. Natuurlijk staan we open voor de diverse religieus opvattingen. We zullen waar nodig er aandacht aan besteden maar we hangen geen specifieke geloof aan.