Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal de Glijbaan

Transcriptie

1 Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal de Glijbaan September

2 Inhoud 1. informatie over peuterspeelzaal de Glijbaan p groepsomvang, leeftijdsopbouw en personeel p kennismaking en wennen p dagindeling p vieren van feesten p contacten met ouders p zorg om kinderen p samenwerking met andere instanties p hoe worden pedagogisch medewerkers ondersteund bij hun werk p. 7 2

3 In dit pedagogisch werkplan wordt omschreven hoe de pedagogisch medewerkers aan de hand van het pedagogisch beleidsplan werken in hun groep. Een pedagogisch werkplan is een praktische uitwerking van het pedagogische beleidsplan. Informatie over inschrijving, plaatsing, afnemen van extra dagdelen, betalingen, etc. staat omschreven in de algemene voorwaarden en onze website 1. Informatie over peuterspeelzaal De Glijbaan Het gebouw Peuterspeelzaal DE GLIJBAAN Burggravenlaan 17a 2313 HM Leiden Het is een los pand (porto-cabin). De ruimte wordt alleen door de peuterspeelzaal gebruikt. Er is een afgesloten buitenruimte met klauterhuis met glijbaan en een zandbak. De groepsruimte De peuterspeelzaal heeft een grote binnenruimte met een huishoek, bouwhoek, taal- en leeshoek, ontdektafel, zand/water tafel, spelletjes en puzzelhoek. De hoeken worden bij elk thema aangepast en zorgen zo voor voldoende uitdaging voor de verschillende leeftijden. Er is een afgesloten buitenruimte waar de peuters naar hartenlust kunnen klimmen, klauteren, glijden, rennen, fietsen en ontdekken. De buitenruimte grenst aan de groepsruimte en is te bereiken via twee openslaande deuren. Welkom De deur wordt altijd voor ieder kind opengemaakt door een pedagogisch medewerker. Er is dus voor ieder kind een persoonlijk welkom door een pedagogisch medewerker. Het is onze belangrijkste taak als pedagogisch medewerkers om een gezellige sfeer te creëren waarin de kinderen zich veilig en geborgen voelen. Allereerst zorgen de pedagogisch medewerkers ervoor dat de ruimte waarin de kinderen spelen veilig is. Ze moeten op een leuke manier met elkaar en met de kinderen om kunnen gaan: op z'n tijd een grapje en op z'n tijd een waarschuwend woord. Maar de kinderen moeten vooral plezier kunnen beleven aan hun bezoek aan de peuterspeelzaal. Stimuleren van de ontwikkeling Sociaal- emotionele ontwikkeling Door samen te spelen, leren kinderen dat ze rekening met anderen moeten houden en dat er regels zijn thuis, in de speelzaal en op straat. Bij het spelen ontdekken kinderen ook dat ze zich verschillend kunnen voelen: trots als je de bal vangt, boos als je niet mee mag doen. Door na te spelen wat ze gezien en/of meegemaakt hebben, verwerken kinderen hun ervaringen en gevoelens. Bij peuters lopen fantasie en werkelijkheid in elkaar over. Door te spelen ontdekken kinderen mogelijkheden om zich uit te drukken. Ze ontwikkelen creativiteit door zelf vorm te geven met materialen, zoals zand en water, papier en potlood, klei en vingerverf. De bovenstaande sociale contacten geven het kind ook de mogelijkheid taal te ontwikkelen en gevoelens onder woorden te brengen. 3

4 Taalontwikkeling Door taal leren peuters een nieuwe wereld kennen: peuters leren dingen benoemen en dat bepaalde woorden bij bepaalde dingen passen. Hierdoor kunnen ze veel meer dingen begrijpen en combineren. De taal stelt ze in staat logisch te denken en te ordenen. Wij vinden het belangrijk om ze hierbij te helpen. Wij doen onder meer het volgende: * We praten duidelijk. * We benoemen alle handelingen die we doen. * We laten de peuters veel zelf benoemen. * Wanneer een peuter iets fout zegt, herhalen we het goed. * Wanneer peuters iets aan ons vertellen, zorgen we ervoor dat ze ons aankijken, zodat ze niet snel afgeleid zijn. * We benoemen dingen die een peuter aanwijst. * We zingen liedjes, deze liedjes moeten eenvoudig zijn, zodat ze herhaald kunnen worden. Vaak zijn dit liedjes met bewegingen en geluiden. * We lezen verhaaltjes voor of vertellen een verhaaltje, het zijn verhaaltjes die kinderen aanspreken, of over dingen gaan die ze meemaken. * We doen taalspelletjes, zodat ze begrippen als hoog en laag, op en onder e.d. begrijpen. Lichamelijke ontwikkeling Fijne motoriek Door te voelen wat hard of zacht is, koud of warm, te proeven wat vies of lekker is, oefenen kinderen hun vingers, hun ogen, hun oren, hun mond. Zo ontwikkelen zij hun zintuigen en oefenen met kleine bewegingen. Grove motoriek Door te klimmen, klauteren, rennen, dansen, fietsen, glijden en springen oefenen kinderen hun lijf, armen en benen. Ze leren zich goed te bewegen. Verstandelijke ontwikkeling (cognitieve ontwikkeling) Door te bouwen met blokken en dozen, door te sorteren en bij elkaar te zoeken, merken peuters wat groot en klein is, licht en zwaar, vierkant en rond. Ze leren om na te denken bij wat ze doen. Door te vergelijken en puzzelen ontdekken peuters verschillen en overeenkomsten in vorm en kleur. Ze leren dat alles een naam heeft en vinden het leuk om elkaar verhalen te vertellen. Zo oefenen ze spelenderwijs hun taal. Ontwikkeling van zelfredzaamheid Zelfredzaamheid is een belangrijk aspect binnen de samenleving. Wij zullen de peuters daarom stimuleren om zoveel mogelijk zelf te doen of proberen te doen. Wel houden wij hierbij rekening met aanleg en ontwikkeling van de peuter. Het eigen initiatief wordt door ons toegejuicht (hierbij letten wij er op dat er geen gevaarlijke situaties ontstaan). 4

5 Voorbeelden van het stimuleren van de zelfredzaamheid zijn: * Aan- en uitkleden: "jassen-diploma" halen voor het naar de basisschool gaan. * Naar de w.c. gaan: zindelijkheidstraining, hierbij moeten ze proberen zelf de broek te laten zakken en ophalen. * Opruimen: als er gepuzzeld is deze weer in de kast leggen voor er een andere wordt gepakt. Gezamenlijk opruimen voor het naar huis gaan * Zelf problemen oplossen: een peuter krijgt puzzel niet gemaakt, wij proberen ze aanwijzingen te geven zodat het misschien wel lukt. Ontwikkeling van identiteit (eigen "IK") Het is belangrijk een kind als individu te benaderen. De één is een jongen, de ander een meisje, en ze hebben ieder hun eigen naam. Wij prijzen peuters als iets goed lukt en geven hen duidelijk het gevoel dat hij of zij het goed kan. Verder proberen we de peuters aan te moedigen de verantwoording te dragen voor het vinden van hun eigen oplossingen voor hun eigen problemen. Normen en waarden We leren de peuters om respect voor elkaar te hebben. Afspraken op de peuterspeelzaal zijn: Elkaar geen pijn doen Geen speelgoed afpakken 2. Groepsomvang, leeftijdsopbouw en personeel Elke peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 2 tot 4 jaar. Een groep wordt geleid door twee gediplomeerde pedagogisch medewerkers. In het kader van het vier-ogenprincipe en de veiligheid is het niet toegestaan om als pedagogisch medewerker alleen op de groep te staan; er is altijd iemand anders aanwezig. Hiermee wordt ook de achterwacht ondervangen. Dreigt het toch voor te komen dat een pedagogisch medewerker alleen op de groep staat, zal de medewerker voor inval zorgen of contact opnemen met de teamleider. Op peuterspeelzaal de Glijbaan is iedere dag 1 groep kinderen aanwezig. 3. Kennismaking en wennen Bij plaatsing van de peuter zal er met de ouders een intake gesprek plaatsvinden. Wenprocedure Wanneer een peuter voor het eerst op de peuterspeelzaal komt moet het allereerst aan zijn nieuwe omgeving wennen. Over het wennen wordt met de ouders een duidelijke afspraak gemaakt. Tijdens het gewenningsproces is het heel belangrijk dat veiligheid en de geborgenheid wordt geboden. Als een nieuw kind in de groep komt, krijgen de ouders en het kind extra aandacht. Het kind krijgt ook de ruimte: het hoeft nog niet gelijk aan tafel te komen zitten als de andere kinderen gaan zitten om te eten of te drinken. Het afscheidsritueel is heel belangrijk, daarom willen wij dit wat uitvoeriger beschrijven. Samen met het kind dat pas op de speelzaal zit, zwaaien wij papa, mama, opa, oma of de oppas uit. Als het kind of de ouder moeite heeft met afscheid nemen, vragen wij de ouder het afscheid zo kort mogelijk te houden en duidelijk aan te geven naar het kind toe dat men weg gaat en straks weer terug komt. We vragen ze dit zo consequent mogelijk vol te houden. Vaak bellen wij na 5

6 een tijdje op om te zeggen hoe het gaat. De ouder mag ook altijd zelf bellen. Als het kind een "vaste" knuffel of iets dergelijks heeft vinden wij dit belangrijk om van thuis mee te nemen. Dit kan bij verdriet soms troost geven. Het is iets vertrouwds van thuis. Voor het ophalen spreken wij af dat de vader, moeder, opa, oma of oppas van het nieuwe kind er het eerste is. 4. Dagindeling Peuterspeelzaal de Glijbaan is op maandag, woensdag en vrijdag geopend van uur. Alle peuters houden van een vast dagritme, duidelijke regels en rituelen en de pedagogisch medewerksters ook. Binnen dat ritme is er ruimte voor vrij spelen, zingen en gerichte activiteiten die ook gericht zijn op een van de ontwikkelingsgebieden uur binnenkomst, ouders kunnen gezamenlijk met hun kind een activiteit doen uur vrij spelen, op de tafels en hoeken is er een ruim aanbod waaruit peuters kunnen kiezen uur kringactiviteit, elkaar goedemorgen wensen en een korte activiteit uur vrij spelen of knutselactiviteit dat aansluit bij het thema uur eten en drinken uur Buiten spelen of een binnen vrij spel uur kring en afscheid nemen 5. Vieren van feesten Aan alle feesten wordt aandacht geschonken: * Verjaardagen van peuter, pedagogisch medewerkers of familielid * Geboorte broertje of zusje * Pasen * Koninginnedag * Moederdag * Vaderdag * 3 Oktober * Sinterklaas * Kerst 6. Contacten met ouders Onze peuterspeelzaal heeft een ontmoetingsfunctie. In de loop van de peuterspeelzaaltijd hebben de pedagogisch medewerkers overleg met de ouders/verzorgers om een goed contact met ouders te bewerkstelligen, de ontwikkeling van hun kind te bespreken en eventuele problemen vroegtijdig te signaleren en eventueel naar oplossingen te zoeken. Uiteraard kunnen de ouders ook 6

7 contact zoeken met de pedagogisch medewerkers voor een gesprek op de peuterspeelzaal of bij hen thuis. Bij voldoende belangstelling worden er jaarlijks twee ouderavonden georganiseerd. Hier wisselen de ouders onderling informatie uit over hun kinderen. 7. Zorg om kinderen Binnen de peuterspeelzaal worden zorgkinderen vroegtijdig gesignaleerd. De teamleider maakt samen met de pedagogisch medewerkers een stappenplan, ondersteunt hen bij het begeleiden van de kinderen en het zorgvuldig overdragen van de zorgkinderen naar de basisschool. In het stappenplan wordt omschreven welke route er gevolgd gaat worden, hoe de taken verdeeld gaan worden en wordt een tijdspad afgesproken. De ouders worden bij alle stappen van het proces betrokken. De teamleider heeft contacten met instanties zoals het CJG. De Alert4you coach kan pedagogisch medewerkers op verzoek ondersteunen bij het begeleiden van een kind. Er wordt gewerkt met de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. 8. Samenwerking met andere instanties Twee keer per jaar komt de logopedist van O.A de kinderen observeren en verwijst ze indien nodig door naar een logopedist. BplusC verzorgt de themagerichte boeken, ziezoprojecten, vertelkoffers e.d. Als ouders extra ondersteuning nodig hebben dan kunnen de leidsters ouders toeleiden naar projecten van JES (opstapje, Voorleesexpress, Jong Geleerd Thuis Gedaan, etc. ) 9. Hoe worden pedagogisch medewerkers ondersteund bij hun werk Pedagogisch medewerkers worden in hun werk ondersteund en aangestuurd door de teamleider. Ze hebben regelmatig overleg waarin de inhoud van het werk, de onderlinge samenwerking en de kinderen besproken worden. Het pedagogisch beleidsplan en het werkplan zijn het uitgangspunt bij het aanbieden van kwalitatief goed peuterspeelzaal werk. De pedagogisch medewerkers worden ondersteund en gecoacht bij hun werk en gestimuleerd in hun ontwikkeling als beroepskracht door deelname aan (na)scholingen en trainingen. 7