rapportage Regie op Jeugd Onderzoek naar het jeugdbeleid van de gemeente IJsselstein

Vergelijkbare documenten
Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

RKC s OWO. Onderzoeksplan. Armoedebeleid. April Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Uitwerking Kadernota Jeugd

Regie op jeugd. De onderbouwing. Rekenkamercommissie IJsselstein. Bijlage Onderzoek naar het jeugdbeleid van de gemeente IJsselstein

verbonden stichtingen

Bestuursopdracht Raad

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

BESTUURLIJKE NOTA ONDERZOEK GROENBELEID EN GROENBEHEER REKENKAMERCOMMISSIE KATWIJK

Verkenning probleemstelling. armoedebeleid Heerenveen. Rekenkamercommissie Heerenveen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Plan van aanpak Rekenkameronderzoek naar (be)sturing van Gemeenschappelijke Regelingen

Rapport Op zoek naar de eigen invloedssfeer

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

Aanpak: CJG-aanpak. Beschrijving

LEERWIJZER JEUGD UITKOMSTEN VAN EEN ENQUÊTE ONDER DE BEZOEKERS VAN HET CONGRES TOEKOMST VAN DE JEUGDZORG

Onderzoeksopzet. Armoedebeleid

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel. Uw vraag. Ons aanbod

OPZET VOOR HET ONDERZOEK: CJG-VORMING IN DE GEMEENTE WEERT, NEDERWEERT EN LEUDAL. Rekenkamer(commissie)s Weert, Nederweert en Leudal

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Hervormingen in het lokaal re-integratiebeleid. Plan van aanpak quick scan

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal

Rapport Centrum voor Jeugd en Gezin Ridderkerk

gemeente Bergen op Zoom.

1. Bestuurlijke opdracht

RKC ONDERZOEKSPLAN. Weststellingwerf. Toezeggingen aan burgers en bedrijven. Oktober 2015

Raadsvoorstel. Datum vergadering 31 mei 2012 Nr. 08

Onderzoeksplan decentralisatie Jeugdzorg

Aanbevelingen Rekenkamer Breda in relatie tot nota Verbonden Partijen

Totaalbeeld rekenkameronderzoek naar de positie van de raad bij kaderstelling, sturing en controle van grote projecten Overkoepelende rapportage

De rekenkamercommissie heeft voor het onderzoek offertes gevraagd aan 3 adviesbureaus en heeft de opdracht gegund aan Partners+Pröpper.

Onderzoeksplan 2017 REKENKAMERCOMMISSIE ALKMAAR

RKC s OWO. Onderzoeksplan. Toegankelijkheid digitale dienstverlening in de gemeenten Ooststellingwerf, Weststellingwerf & Opsterland

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Quick scan programmabegroting. Bestuurlijk rapport. Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn

PS2011RGW : Statenvoorstel rapport Randstedelijke Rekenkamer Vitaal Platteland Provincie Utrecht. Ontwerp-besluit pag. 5

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Woonbeleid Vergelijking resultaten Kempengemeenten

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE GEMEENTE

Het verzelfstandigen van cultuurspelers, (hoe) werkt dat?

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Inhuur in de Kempen. Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Onderzoeksaanpak

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

Archetypen in het sociaal domein

Samen werken aan het Haagse jeugdbeleid Denis Vink, afdeling Jeugd

Onderwerp Voorstel tot het instemmen met de evaluatie nota Plan van aanpak transformatie jeugdhulp

Samen sterk in het sociaal domein

Rekenkamercommissie Wijk bij Duurstede Onderzoeksplanning 2013

Startnotitie onderzoek Dienstverlening Venlo Belevingsonderzoek naar de Herindeling. dd. Januari 2016

Raadsonderzoek Q4 presentatie beeldvormende raadsvergadering

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES

Samenwerkingsverklaring. In Rivierenland werken gemeenten en Aanbieders samen

CHESS Het stappenplan

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

1. Onderwerp Schuldhulpverlening

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST. Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie

Rekenkameronderzoek Wmo en Jeugdhulp: informatievoorziening aan de gemeenteraad. Presentatie rapport en lokale zorgmeter (digitale tool)

Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst

Naam opdrachtgever Jeroen Oosterling Status: concept Naam opsteller/projectleider

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2. Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T

CONCEPT ONDERZOEKSPLAN SUBSIDIEBELEID. Verantwoord vertrouwen

Onderzoeksplan Subsidiebeleid. Rekenkamercommissie

Betreft: Opmerkingen bij de reactie van de gemeente op ons Advies: Beleidsplan Welzijn en zorg Barneveld van

Informatieprotocol. Gemeenschappelijke regelingen gemeente Heumen

Zelfevaluatie Rekenkamer Súdwest-Fryslân

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT

Rekenkamercommissie. Onderzoeksplan proces- kwaliteit majeure projecten. gemeente Best

Onderwerp: Nota lokaal gezondheidsbeleid: Gezondheid, welzijn en welbevinden.

BIJLAGE I3. Nota van Afstemming. Model Ten Boer-Groningen: nota van afstemming

Aanpak: Reset Thuisbegeleiding. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

Convenant Centrum voor Jeugd en Gezin Krimpen aan den IJssel

RKC ONDERZOEKSPLAN. Ooststellingwerf. Inhuur externen. Februari 2016

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

onderzoeksopzet aanbesteding zorg en welzijn - deel 1

Evaluatie gebiedsteams Nijkerk. Doen we het goed, wat kan beter of anders

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie

In hoeverre is het ICT-beleid bij de gemeenten Bergen op Zoom, Drimmelen, Halderberge en Moerdijk als doeltreffend en doelmatig aan te merken?

Raadsvoorstel. Kadernotitie Centrum Jeugd en Gezin Oostzaan oktober 2009 Maatschappelijke participatie

Met elkaar voor elkaar

Reactie op Advies Adviesraad Sociaal Domein Houten

Pilot doeltreffendheid subsidies. Stichting Welzijnswerk Sliedrecht Rivas Zorggroep

De kaders in de kadernota Een onderzoek naar de kadernota van de gemeente Súdwest-Fryslân

Zelfevaluatie Wmo-raden 2014

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma

Stand van zaken uitvoering aanbevelingen en toezeggingen Rekenkameronderzoek informatievoorziening aan de gemeenteraad over de Wmo en Jeugdhulp

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

onderzoeksopzet handhaving

Transcriptie:

rapportage Regie op Jeugd Onderzoek naar het jeugdbeleid van de gemeente IJsselstein Rekenkamercommissie IJsselstein Datum: 19 december 2011

INHOUD 1 Introductie... 3 1.1 Aanleiding...3 1.2 Doelstelling en vraagstelling...3 1.3 Onderzoeksuitvoering...5 1.4 Leeswijzer...5 2 Bevindingen... 7 2.1 Inleiding...7 2.2 Deelconclusies...7 3 Conclusies en aanbevelingen... 10 3.1 Conclusies... 10 3.2 Aanbevelingen... 11 Bijlage: Deel II: Onderbouwing Inhoud 2

1 Introductie 1.1 Aanleiding De rekenkamercommissie IJsselstein heeft een onderzoek uitgevoerd naar de invulling van de regierol van de gemeente, specifiek waar het gaat om het preventieve jeugdbeleid binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de jeugdgezondheidszorg (hierna samen het jeugdbeleid ). De ontwikkeling op het gebied van het jeugdbeleid binnen de gemeente staat niet stil. Veranderingen binnen de jeugdgezondheidszorg, de invoering van de Wmo, de oprichting en uitvoering van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en nieuwe taken op het gebied van jeugdzorg maken de jeugd tot een dynamisch beleidsterrein, waarin de gemeente samen met ketenpartners opereert. De gemeente is de spin in het web en draagt verantwoordelijkheid voor de (coördinatie van) zorg voor kinderen op het gebied van zorg, veiligheid en onderwijs. Een belangrijk instrument om deze spilfunctie uit te kunnen voeren is het CJG. In IJsselstein is het CJG sinds 14 januari 2010 operationeel. De rekenkamercommissie wil met het onderzoek ook in kaart brengen in hoeverre de gemeente IJsselstein in staat is haar regiefunctie, mede door middel van het CJG, te vervullen en voorbereid is op nieuwe ontwikkelingen zoals de transitie van de Jeugdzorg Dat wil zij doen door te evalueren hoe de gemeente tot nu toe invulling heeft gegeven aan de regierol op het gebied van het jeugdbeleid, om hieruit lering te kunnen trekken en concrete aanbevelingen te kunnen doen aan de raad en het college van b&w van de gemeente IJsselstein. 1.2 Doelstelling en vraagstelling De rekenkamercommissie heeft de volgende doelstelling geformuleerd: Op basis van een evaluatie inzicht bieden in de (waarborgen voor de) regierol van de gemeente IJsselstein en de huidige invulling daarvan bij het preventieve jeugdbeleid en de jeugdgezondheidszorg. Daarnaast inzicht bieden in hoeverre de gemeente is voorbereid op haar mogelijke nieuwe rol (in het bijzonder de jeugdzorgtaken) in de toekomst. De doelstelling is uitgewerkt in de volgende centrale vraag: Bieden (de voorbereiding op en de vorming en uitvoering van) het huidige preventieve jeugdbeleid en de jeugdgezondheidszorg voldoende waarborgen voor de gemeente om haar regierol op het terrein van jeugd in te vullen en is de gemeente voldoende voorbereid op mogelijk nieuwe taken op het gebied van jeugdzorg? Om tot beantwoording van de centrale vraag te komen, hanteert de rekenkamercommissie de volgende deelvragen, geclusterd naar thema: Waarborgen op papier 1. Liggen er een sociale raadsvisie en een lokale probleemanalyse ten grondslag aan het preventieve jeugdbeleid en de jeugdgezondheidszorg? 3

2. In welke mate zijn professionele en maatschappelijke partners betrokken in de voorbereiding op de beleidsvorming? 3. Welke maatschappelijke doelen heeft de raad geformuleerd en welke vertaalslag is vervolgens gemaakt naar de uitvoering in termen van doelen op beleidsniveau, uitvoeringsdoelen, organisatiestructuur, uitvoeringsdocumenten en instrumenten? 4. In hoeverre is het beleid integraal vormgegeven en wat is de relatie met aanpalend beleid? 5. Zijn er afspraken gemaakt over de inhoudelijke en procedurele rolverdeling binnen de gemeente en tussen de gemeente en de partners? 6. Welke waarborgen biedt (de voorbereiding op) het beleid en de vertaling daarvan voor de invulling van de regierol van de gemeente? Regie in de praktijk CJG 7. Op welke momenten voeren de verschillende actoren de regie en verlopen de regie, de rolverdeling en de uitvoering in het algemeen conform de afspraken? 8. In welke mate vindt integraliteit in de uitvoering plaats en wie stuurt hier op? 9. Houdt de gemeente zicht op de lokale situatie en regionale en landelijke ontwikkelingen gedurende de beleidsperiode? 10. In hoeverre heeft de gemeente een actieve rol in het stellen van prioriteiten en het bepalen van de agenda voor het preventieve jeugdbeleid en de jeugdgezondheidszorg en bij wie zijn deze taken belegd? 11. Hoe is het CJG opgezet en wat is het doelbereik van het CJG in termen van organisatie en uitvoering, een jaar na de oprichting? 12. Hoe wordt in de organisatie en uitvoering van het preventieve jeugdbeleid en de jeugdgezondheidszorg de regierol van de gemeente ingevuld? Welke actoren spelen hierbij een rol en op welke momenten? 13. Hoe oordelen de partners over de uitvoering van het preventieve jeugdbeleid en de jeugdgezondheidszorg en de regie door de gemeente, in het bijzonder waar het gaat om het CJG? Toezicht en verantwoording 14. Hoe zijn de informatievoorziening, het toezicht en de verantwoording georganiseerd en wat is de kwaliteit hiervan? 15. Hoe vindt voldoende toezicht plaats om tussentijds bij te kunnen sturen? 16. Welke waarborgen bieden het toezicht en de verantwoording voor de regierol van de gemeente? Inzichten en aanbevelingen 17. Welke wijzigingen in het beleid, de uitvoering en specifiek het CJG zijn volgens betrokkenen nodig of wenselijk om de invulling van de regierol van de gemeente te kunnen optimaliseren en welke aanbevelingen voor de mogelijk nieuwe taken vloeien hieruit voort? 4

1.3 Onderzoeksuitvoering Afbakening Het jeugdbeleid is een veelomvattend en complex terrein. Inhoudelijk richt de rekenkamercommissie zich voornamelijk op het preventieve jeugdbeleid en de jeugdgezondheidszorg, zonder overigens de brede context van het integrale jeugdbeleid te veronachtzamen. De rekenkamercommissie heeft er voor gekozen zowel terug te kijken middels een evaluatie, als vooruit te kijken naar ontwikkelingen ten aanzien van het jeugdbeleid. Op die manier wil de rekenkamercommissie zo concreet mogelijke aanbevelingen doen. De onderzoeksperiode strekt zich uit over de jaren 2007-2010. Buiten de onderzoeksperiode maakt de rekenkamercommissie een uitstap naar de toekomstige ontwikkelingen voor de gemeente ten aanzien van het jeugdbeleid. Te denken valt aan de transitie van de jeugdzorg van provincie naar gemeente. Onderzoeksmethodiek De rekenkamercommissie heeft gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden: Documentanalyse; Interviews; Digitale enquête; Groepsbijeenkomsten: Regiegroep Jeugd, Wmo-raad, ketenpartners en een aantal raadsleden. De rekenkamercommissie heeft de documenten ten aanzien van het jeugdbeleid, de uitvoering en de verantwoording geanalyseerd. Ook zijn het beleid, de uitvoering en de verantwoording van het CJG geanalyseerd. Naast de documentanalyse is gesproken met een aantal sleutelfiguren binnen de organisatie, de portefeuillehouder en (leden van) de werkgroep CJG. Een lijst met bronmateriaal en de geïnterviewden is opgenomen in de bijlagen. Na de documentanalyse en de interviews is er een digitale enquête uitgezet onder ketenpartners binnen de Regiegroep Jeugd en de Wmo-raad. In de enquête heeft de rekenkamercommissie vragen gesteld over de samenwerking tussen gemeente en partners, de regievoering door de gemeente, het doelbereik van het CJG en de succes- en verbeterfactoren ten aanzien van het jeugdbeleid. De enquête heeft een respons van 63%. De resultaten uit de enquête zijn teruggelegd en verdiept tijdens een bijeenkomst met de ketenpartners en enkele leden van de Wmo-raad alsook in een bijeenkomst met een aantal raadsleden. 1.4 Leeswijzer Deze rapportage bevat na een introductie, de bevindingen, en conclusies en aanbevelingen. In hoofdstuk 2 worden de onderzoeksvragen beantwoord. In hoofdstuk 3 zijn de conclusies en aanbevelingen geformuleerd, die de rekenkamercommissie op basis van het onderzoek heeft opgesteld. In de bijlage, de onderbouwing, zijn in vier hoofdstukken de feitelijke bevindingen van het onderzoek weergegeven. Hoofdstuk 1 behandelt het gemeentelijk beleid ten aanzien van jeugd en de uitwerking hiervan. Hoofdstuk 2 gaat in op de organisatie van het werkveld jeugd en hoofdstuk 3 beschrijft hoe in IJsselstein invulling wordt gegeven aan het CJG. In hoofdstuk 4 worden de verschillende aspecten van de regiefunctie en de invulling daarvan door de gemeente ten aanzien van het jeugdbeleid en het CJG samengebracht. In dit 5

hoofdstuk kijkt de rekenkamercommissie vanuit een meer beschouwende bril naar de bevindingen en het hoofdstuk vormt in die zin de opmaat voor de conclusies en aanbevelingen. 6

2 Bevindingen 2.1 Inleiding De rekenkamercommissie heeft onderzoek gedaan naar het jeugdbeleid in de gemeente IJsselstein. De titel van het rapport Regie op de jeugd geeft al aan dat het accent ligt op de totstandkoming van het beleid en de wijze waarop de gemeente uitvoering heeft gegeven aan haar wettelijke taken. Het onderzoek richt zich op een beperkt deel van het jeugdbeleid. Met name de aandacht voor jeugd- en jongeren waarmee het niet goed (dreigt) te gaan stond centraal. Er is geen onderzoek gedaan op het brede terrein van het jeugd- en jongerenbeleid zoals ontwikkeling en ontplooiing (kinderopvang, onderwijs, educatie enz.), vrijetijdsbesteding (sport, cultuur en recreatie) en de doelgroep jongeren binnen het veiligheidsdomein. Het thema jeugd verdient de aandacht omdat IJsselstein een gemeente is met een jonge bevolking (ruim 25% van de bevolking is jonger dan 18 jaar). Slechts een klein deel van deze groep verdient aandacht omdat het niet goed gaat of dreint niet goed te gaan (risicogroep). Dit heeft meestal te maken van een verscheidenheid aan problemen. Het is de taak van de preventieve jeugdzorg om het probleem aan te pakken. De gemeente heeft daarbij de regie. De afgelopen jaren zijn er veel veranderingen geweest op het gebied van zorg, zoals de komst van de Centra voor Jeugd en Gezin. Er komt de komende jaren ook nog eens veel op de gemeente af. Een aantal nieuwe taken en verantwoordelijkheden op het gebied van jeugd, werk en inkomen, zorg en welzijn wordt gedecentraliseerd van rijk en provincie naar de gemeente. Het maatschappelijk en politiek belang van ditt onderwerp waren aanleiding voor de Rekenkamercommissie om onderzoek te doen naar het (preventie jeugdbeleid) in IJsselstein. Dit onderzoek bevat ingrediënten om raad, college van b&w, ketenpartners en vooral de doelgroep zelf behulpzaam zijn bij het verder vorm en inhoud geven van deze zorgplicht door de gemeente. 2.2 Deelconclusies Naar aanleiding van de deelvragen concludeert de rekenkamercommissie als volgt. Waarborgen voor regie op het jeugdbeleid zijn beperkt Regie voeren vraagt om waarborgen om regie te kunnen voeren. Van belang zijn een heldere lokale probleemanalyse, heldere doelstellingen, het organiseren van betrokkenheid van partners en een integrale benadering van het beleidsterrein jeugd. De rekenkamercommissie stelt vast dat deze waarborgen voor het invulling kunnen geven aan regie slechts in beperkte en soms zelfs zeer beperkte mate aanwezig dan wel gerealiseerd zijn. Het huidige beleid is slechts voor een beperkt deel tot stand kunnen komen op basis van een lokale probleemanalyse. De gemeente is onvoldoende in staat gebleken lokale cijfers te genereren. De gemeente erkent dit en is gestart met het opstellen van wijkanalyses om met behulp van een inwonerspanel gemeente- en locatiespecifieke gegevens te verzamelen. Het jeugdbeleid is momenteel ook versnipperd over verschillende (deel)beleidsnotities. De raad heeft deze deelnota s wel allemaal vastgesteld. 7

Lokale partners zijn door de gemeente betrokken bij het opstellen van het lokale Wmo-beleid en het gezondheidsbeleid. In de aanloop naar de ontwikkeling van het CJG is de betrokkenheid van maatschappelijke partners in de beleidsvoorbereiding geïntensiveerd. Daar was ook reden toe en nog altijd geldt dat ketenpartners graag meedenken - en daar ook behoefte aan hebben - over een visie op het integrale jeugdbeleid en de jeugd(gezondheids)zorg. De integraliteit van het beleid schiet vooralsnog tekort; het huidige jeugdbeleid is verspreid over verschillende door de raad vastgestelde (deel)beleidnota s. Het ontbreekt vooralsnog dus aan een gemeente brede en lokaal gedragen integrale visie op jeugd. Dat het beleid niet integraal is, betekent overigens niet dat sprake is van tegenstrijdigheden binnen het vigerend beleid. De gemeente heeft met de partners uit de jeugdketen inhoudelijke en procedurele afspraken gemaakt en daarmee aan een belangrijke voorwaarde (op papier) voor regievoering voldaan. Regie in de praktijk op papier goed geregeld, maar nog onvoldoende doelmatig Regievoering in de praktijk betekent onder meer dat de gemeente maatschappelijke doelen doorvertaalt in subdoelen en operationele doelen en zorgt voor een heldere taakdifferentiatie. Hierbij behoort ook het vastleggen van de bijbehorende verantwoordelijkheden: het moet duidelijk zijn wie wat doet en waarvoor verantwoordelijk mag worden gehouden. De rekenkamercommissie stelt vast dat voor de jeugdgezondheidszorg en het preventieve jeugdbeleid (vijf basisfuncties van de Wmo) geldt dat deze doelen herleidbaar zijn geoperationaliseerd in een organisatiestructuur. Voor een aantal van de basisfuncties van het preventieve jeugdbeleid geldt dat zij nog niet voldoende zijn geoperationaliseerd in de uitvoering (instrumenten). Voor met name de informatie- en adviesfunctie en de signaleringsfunctie van het preventief jeugdbeleid, moeten nog beter vorm krijgen binnen het CJG. Ten aanzien van het operationaliseren van de doelstellingen moeten dus nog slagen worden gemaakt. Ten aanzien van het jeugdbeleid zijn de verschillende rollen en de taken en verantwoordelijkheden die daarbij horen niet voldoende vastgelegd. Er is sinds 2010 een coördinerend portefeuillehouder jeugd, die ook verantwoordelijk is voor het aanpalende beleid. Binnen de organisatie zijn er meerdere medewerkers verantwoordelijk voor het werkterrein jeugd, zowel vanuit de beleidsafdeling als vanuit de uitvoering. De taken binnen dit werkterrein zijn echter versnipperd. Dit bemoeilijkt integrale regievorming. De subsidierelaties met partners uit de jeugdketen worden bijvoorbeeld door verschillende medewerkers beheerd en ook de verantwoordelijkheid voor de domeinen (zoals veiligheid, zorg en onderwijs) is bij verschillende medewerkers belegd. Met de partners uit de jeugdketen bestaan verschillende afspraken over de samenwerking en te leveren diensten en prestaties. Binnen deze afspraken is dus zowel aandacht voor de inhoudelijke uitvoering door de partners (activiteiten), als voor de rol- en taakverdeling. De aanstelling van een ambtelijk verantwoordelijke voor integraal jeugdbeleid is een eerste stap om beter de regie op het werkterrein jeugd te kunnen voeren. De gemeente heeft met de partners uit de jeugdketen inhoudelijke en procedurele afspraken gemaakt en daarmee aan een belangrijke voorwaarde (op papier) voor regievoering voldaan. De afspraken worden echter niet vanuit een integrale visie opgesteld. Zo bestaan er verschillende afspraken naast elkaar. Dit geldt bijvoorbeeld ten aanzien van het CJG, waarbinnen alle deelnemende partners en de gemeente afspraken met elkaar maken. Daarnaast bestaan individuele subsidierelaties die de gemeente met de deelnemende partners heeft, waarin ook prestatieafspraken zijn gemaakt. De gemeente wil regisseur zijn door de ketensamenwerking te faciliteren, door zicht te hebben op de jeugd in IJsselstein en door integraliteit in beleid en uitvoering te 8

bewerkstelligen. Hierin slaagt zij slechts gedeeltelijk. De gemeente hanteert tot nu toe geen integrale visie van waaruit het jeugdbeleid, de organisatie en de uitvoering vorm krijgen. Wel heeft zij de structuren voor ketensamenwerking opgezet (Regiegroep Jeugd en CJG), maar ziet de ketensamenwerking in de uitvoering als een verantwoordelijkheid van de partners zelf. Omdat de partners uit de jeugdketen binnen verschillende verbanden met elkaar samenwerken en deels dezelfde functie of opdracht hebben, vindt er overlap plaats in de taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van de regie op inhoud (visie- en beleidsvorming) en de regie op de uitvoeringspraktijk. De doelmatigheid van de regie in de praktijk ten aanzien van het jeugdbeleid staat daarmee onder druk. Gebrek aan sturingsinformatie voor raad en college De gemeente blijft op de hoogte van de uitvoering van het jeugdbeleid door middel van informatieoverdracht in verschillende overlegstructuren (Regiegroep Jeugd, CJG). Daarnaast ontvangt de gemeente periodieke verantwoordingsrapportages van de partners uit de jeugdketen. Hieraan heeft de gemeente vooraf eisen gesteld. Niet alle rapportages bieden echter voldoende relevante sturingsinformatie voor de gemeente. Sommige partners geven vooral informatie over de bedrijfsvoering en de doeltreffendheid van het organisatiebeleid. Andere rapportages bieden wel informatie over uitgevoerde activiteiten en ook over de wijze waarop er invulling wordt gegeven aan de ketensamenwerking. De gemeente vraagt haar partners niet om kwantitatieve en kwalitatieve gegevens en een analyse daarvan. De verantwoordingsinformatie van de verschillende partners wordt niet gebundeld door de gemeente. Belangrijker nog is dat de gemeente zelf de informatie niet aggregeert, terwijl zij hier wel de kans toe heeft en de behoefte heeft uitgesproken voor dergelijk sturingsinformatie. De gemeente mist zodoende een belangrijke kans om werkelijk regisseur te kunnen zijn. Zelf genereert de gemeente ook nog onvoldoende informatie om iets over doelbereik of maatschappelijke effecten ten aanzien van jeugd te kunnen zeggen. De raad ontvangt informatie en verantwoording over het jeugdbeleid in de reguliere planning- en controlcyclus..raadsleden hebben tijdens het onderzoek aangegeven weinig zicht te hebben op het jeugdbeleid en de uitvoering daarvan. Het ontbreekt aan informatie, en wel aan: informatie over de lokale situatie, toekomstige ontwikkelingen en de relevantie ervan voor de gemeente; verantwoordingsinformatie over effecten van het beleid (prestaties) die noodzakelijk is voor controle en dus ook politiek-bestuurlijke aan- en bijsturing; informatie over de (inhoudelijke en financiële) doelmatigheid van de ketensamenwerking: functioneert de keten goed en zo niet wat zijn de oorzaken daarvan? Het Centrum Jeugd en Gezin IJsselstein De voorbereiding op en het functioneren van het CJG is door de rekenkamercommissie als casus genomen om regie op jeugd en de rol van de gemeente in die regievoering te verdiepen. De uitvoering van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) en het preventief jeugdbeleid is grotendeels belegd binnen het CJG. Afstemming tussen deze twee domeinen (gezondheidszorg en jeugdbeleid) vindt plaats in het wekelijkse netwerkoverleg tussen de CJG partners. De JGZ wordt door twee ketenpartners uitgevoerd en er vindt gezamenlijke registratie en afstemming plaats. Het preventief jeugdbeleid is bij verschillende partners belegd. De gemeente heeft hiervoor verschillende (subsidie)afspraken gemaakt. Met betrekking tot de sturing en regievorming door de gemeente op de inrichting en werking van het CJG stelt de rekenkamercommissie vast dat de gemeente zicht heeft op de structuren en werkwijze van het CJG, maar onvoldoende zicht op de inhoudelijke resultaten, door een gebrek aan de juiste indicatoren en relevante sturingsinformatie. De commissie stelt ook vast dat de gemeente er onvoldoende in slaagt door middel van het CJG integrale sturing weet te geven aan het jeugd(gezondheids)beleid. Immers: een integrale visie op jeugd, integrale aansturing van de partners en het faciliteren van het debat over toekomstige ontwikkelingen, gekoppeld aan een visie, ontbreken. 9

3 Conclusies en aanbevelingen 3.1 Conclusies De antwoorden op de deelvragen en de beoordeling op basis van het normenkader brengt de rekenkamercommissie tot de volgende overkoepelende.conclusies: Er is te beperkt sprake geweest van politiek en bestuurlijk leiderschap bij de visie- en beleidsvorming van en prioritering binnen het integraal jeugdbeleid. Er was onvoldoende sprake van een gezamenlijk (college, raad en partners) werken aan integraal beleid. Maatschappelijke en bestuurlijke (keten)partners alsook de raadsleden zijn slechts in beperkte mate door het college betrokken bij de totstandkoming van visie en beleid en de prioriteiten daarbinnen. Het ontbreekt in IJsselstein aan het concretiseren van het voeren en mandateren van regie door de gemeente. Er is wel de wens de regie op het jeugdbeleid te voeren (en het CJG biedt daartoe ook mogelijkheden) en in aanzet ook in uitvoering, maar er is geen uitgewerkte gemeentelijke visie op het praktisch vormgeven en uitvoeren van bestuurlijke en operationele regie op het integraal jeugdbeleid. Of en wanneer de gemeente op een zeker moment bijvoorbeeld opdrachtgever is of financier of optreedt als toezichthouder op een doelmatig functionerende keten, is nog niet uitgewerkt. Bovendien lijkt de gemeente bij regie vooral te redeneren vanuit het regisseren van betrokken partners en ontwikkelingen binnen een bestaande praktijk, in plaats van dat deze praktijk zodanig wordt ingericht dat een effectief en efficiënt uitgevoerd jeugdbeleid optimaal wordt geborgd. Ook het voeren van regie is, net als de visie en het beleid, versnipperd en niet integraal. Een omvattende visie op regievoeren is nu juist nodig om met redenen omkleed te kunnen besluiten om bijvoorbeeld een deel van de regie te mandateren, de regierol vooral in de rol van auditor vorm te geven, professionele sleutelfiguren te belasten met regie over (een deel van) van een bepaald proces of een deel van de keten enzovoort. De tevredenheid bij de professionals over de onderlinge samenwerking en het samenwerken met de gemeente was in de onderzochte periode afhankelijk van deels toevallige omstandigheden als onder meer betrokken bestuurders, goede onderlinge relaties, eensgezindheid over het kind centraal en één gezin - één plan en personele continuïteit op een aantal sleutelposten. Dat maakt de gemeente kwetsbaar. Die kwetsbaarheid is te verminderen door gezamenlijk ene breed gedeelde visie op te stellen en door te zorgen voor heldere afspraken over wie, wat doet op welke wijze en wie voor dat geheel of een deel van het geheel verantwoordelijk wordt gesteld. Het gebrek aan informatie en de beperkte betrokkenheid bij de visievorming van de raad heeft versterkt dat de professionele praktijk leidend is in IJsselstein. Gebrek aan kaders enerzijds en een gebrek aan verantwoordingsinformatie anderzijds versterken de geslotenheid en de tevens de dominantie van het professionele domein. 10

3.2 Aanbevelingen Integraal jeugdbeleid Er is behoefte aan samenhang binnen het jeugdbeleid, zowel in beleid als in uitvoering. Welke doelstellingen formuleert de gemeenteraad met betrekking tot de jeugd in ruime zin: gezondheid, sport, welzijn, onderwijs, veiligheid, en binnenkort jeugdzorg? Welke keuzes moeten er worden gemaakt? Bepaal daarbij ook de rol die het college als ook de gemeenteraad wil spelen in de totstandkoming van dat beleid. Vanuit politiek-bestuurlijke keuzes en kaders moet het beleid vorm en uitvoering krijgen. Stuur op de totstandkoming van een integrale visie op het jeugdbeleid. Stel die visie in gezamenlijkheid vast tussen raad, college en partners. Betrek op korte termijn de ontwikkelingen en keuzemogelijkheden met betrekking tot de jeugdzorg bij het opstellen van een integrale nota. Visie op en organisatie van regie Wie doet wat op welk moment? Deze vraag dient bewust te worden beantwoord. Derhalve is een visie op regie noodzakelijk. De gemeente als eindverantwoordelijke dossierhouder stelt vast wie leidend is bij de uitvoering; hoe het is gesteld met de mandatering en de verplichtingen met betrekking tot de verantwoording. Ontwikkel een visie op regie bij de uitvoering van het jeugdbeleid. Stel vast wie verantwoordelijk is voor de uitvoering. Stel vast hoe invulling wordt gegeven aan de verantwoordingsverplichting. Maak met betrekking tot de uitvoering van het jeugdbeleid (en later de jeugdzorg) sluitende afspraken met uitvoerende instellingen over sturing, output en verantwoording, zodat het college uitvoering kan geven aan de bestuurlijke regie. Verantwoordingsinformatie Visie en doelen enerzijds en heldere afspraken over taken en verantwoordelijkheden anderzijds zijn essentiële voorwaarden voor verantwoordingsinformatie die voor politiek en bestuur relevant zijn en dus waardevol zijn om te kunnen bijsturen. Die informatie is nu onvoldoende. Zorg dat er op de volgende vlakken zinvolle en dus ook voor de raad waardevolle informatie komt: Breng op basis van de beschikbare gegevens de nul-situatie in beeld. Kengetallen over schooluitval, incidenten met politie/justitie, GGD monitorgegevens, gebruik accommodaties e.d.. Voorzie de gemeenteraad van informatie over toekomstige ontwikkelingen. Voorzie de gemeenteraad van informatie over effecten van beleid (prestaties) die noodzakelijke is voor controle en dus ook voor politiek-bestuurlijke aan- en bijsturing. Verzamel informatie over de doelmatigheid van de ketensamenwerking. Functioneert het goed, en zo nee, wat zijn de oorzaken? Zijn de juiste partners vertegenwoordigd? 11