JAARPROGRAMMA GROEP 1 / 2 1.Maandopening Iedere maand starten we met alle kinderen van de school in de grote hal. We openen de viering met een gebed en hebben het over het thema van Hemel en aarde Ook benoemen we de afspraken die we hebben gemaakt met de kanjertraining. Verder hebben we het over de bijzonderheden van die maand. 2.Maandsluiting Iedere maand verzamelen alle kinderen van de school zich in de grote hal voor de maandsluiting. Hier presenteert iedere groep een activiteit van de afgelopen periode. Dit gaat over de thema s waar in de groep mee gewerkt wordt. 3.Kringgesprek Op de maandag, houden we in de klas een kringgesprek, over wat de kinderen in het weekend beleefd hebben. Ook met andere activiteiten zitten we geregeld in de kring. We behandelen dan ook actuele onderwerpen of onderwerpen die voorkomen in een methode. Bij een kringgesprek is het belangrijk dat kinderen naar elkaar leren luisteren en leren op elkaar te reageren zonder door elkaar heen te praten. 4.Jongste, middelste en oudste kleuters. Vervroegd doorstromen naar groep 3 Een kind dat het eerste jaar op de basisschoolschool (dus t/m december) is een jongste kleuter. Het jaar daarna ontwikkelt het kind zich in principe als middelste kleuter. Voor kinderen die in oktober, november en december geboren zijn (de najaarskinderen) en bovengemiddeld goede resultaten behalen is er de mogelijkheid om korter dan 2 jaar in groep 1-2 te verblijven. We laten de keuze voor verkorting of verlenging afhangen van de doorgaande ontwikkeling van het kind. We spreken dit met de ouders van deze leerling door. Het uitgangspunt is wel dat deze leerling opvalt door de goede resultaten op reeds jonge leeftijd.
Dit alles heeft te maken met het feit dat de onderwijskrachten niet zozeer kijken naar de kalender leeftijd van het kind, maar veel meer naar de ontwikkelingsleeftijd. Deze ontwikkelingsleeftijd van het kind staat helemaal los van de intelligentie van het kind. Het komt vaak voor dat een intelligent kind relatief laat oudste kleuter is en dus ook relatief laat naar groep 3 gaat. Dit heeft dan namelijk alles te maken met rijping. In principe komt het er op neer dat een leerkracht kijkt naar de totale ontwikkeling van het kind op school. Zowel het kind dat met net 5 jaar oudste kleuter is als het kind dat langer moet rijpen geven geen aanleiding tot zorg. Uiteraard wordt u van de ontwikkelingen van uw kind regelmatig op de hoogte gehouden. 5. Rekenactiviteiten Voor rekenactiviteiten maken we o.a. gebruik van de methode Met sprongen vooruit. Verder komen er het hele jaar door rekenbegrippen aan bod in de klas bijv. tijdens kringactiviteiten. Ook liggen er in de kasten materialen waarmee rekenactiviteiten kunnen worden gedaan. 6. Taal- en leesactiviteiten Hierbij werken we o.a. met de methode Schatkist. Naar aanleiding van een inleidend (anker) verhaal worden er allerlei lees (taal) activiteiten gedaan. Vaak overlappen de reken- en leesmethodes elkaar; we beginnen dan met hetzelfde verhaal en gaan vervolgens reken- of leesactiviteiten doen. Ook wordt er in de kring veel verteld en voorgelezen, de kinderen krijgen allerlei soorten boeken aangeboden. In de klas zijn boeken waarin de kinderen "lezen" en ook in de kasten zijn materialen waarmee leesactiviteiten te doen zijn. Bij de kleuters zijn we de hele dag met taal bezig. De activiteiten waarin taal centraal staat, zijn bijvoorbeeld vertellen, voorlezen, versjes, gedichtjes, liedjes, met de handpop vertellen, poppenkast, rijmoefeningen, combinatieoefeningen, kringgesprek en ontwikkelingslessen. 7. Werken Werken is een ruim begrip. In de klas werken wij zowel individueel als in groepjes en klassikaal. Bij de kleutergroepen verstaan wij er het volgende onder: Ontwikkelingsmateriaal: puzzels, kralenplanken, bouwmateriaal, memorie, taal- en rekenspelletjes, enz. Werken met papiertechnieken: knippen, plakken, vouwen, prikken en scheuren. Tekenen met potlood, wasco, bordkrijt en stiften.
Verven met kwast en vingers. Kleien. Werken met kosteloos materiaal: w.c.-rollen, luciferdoosjes, wol, textiel, enz. In de hoeken: poppenhoek, bouwhoek, themahoek, constructiehoeken, leeshoek, zand- en watertafel, poppenkast en de computers. In de klas staat een planbord. Op dit planbord kan een kind aangeven wat hij of zij wil gaan doen. 8. Zelfstandig werken Alle kinderen krijgen tweewekelijks een zgn. krasblad. Op dit blad staan twee werkjes en (voor de oudste kleuters) het letterblad. Zo weet ieder kind welke werkjes hij/zij die week moet doen. Het is de bedoeling dat het kind op deze manier zelf opdrachten leert plannen. 9. Eten en drinken Halverwege de ochtend gaan we gezamenlijk eten en drinken. Vooraf zingen we het lied Smakelijk eten. We stellen het op prijs als u een verstandig hapje mee geeft en dat u er aan wilt denken dat het voor een kleuter snel te veel is. Het is prettig als meegebracht fruit klaargemaakt is. 10. Verjaardag vieren Elke leerkracht viert de verjaardag van de kinderen op een eigen manier, maar de volgende activiteiten komen bij allen terug: de jarige krijgt een feestmuts er is een verjaardagstaart met kaarsjes de jarige wordt toegezongen de jarige mag op de versierde stoel zitten. Om 10.15 uur mag de jarige de andere leerkrachten langs om de verjaardagskaart te laten ondertekenen. Onze school heeft er voor gekozen dat de traktatie voor de leerkracht niet meer nodig is. Wij hebben als team gekozen voor een vrijwillige bijdrage aan de stichting Jarige Job. Hiervoor staat een speciale doos in de teamkamer waar uw kind evt. een kleine bijdrage in kan doen. De kinderen mogen nog steeds met een verjaardagskaart langs de leerkrachten. De kinderen mogen in de klas gewoon trakteren We waarderen gezonde traktaties. 11. Projecten Wij werken aan projecten die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. De projecten zijn een verruiming voor de totale ontwikkeling van de kinderen, daarbij komt elk ontwikkelingsgebied aan bod.
Vaste projecten zijn de seizoenen en de feesten Kerst, Pasen en Sinterklaas. Ook de catecheseprojecten, gekoppeld aan de gezinsvieringen, komen aan bod. 12. Schrijven We besteden veel aandacht aan de fijne motoriek. We letten daarbij op een goede houding en een juiste pengreep. De oudste kleuters krijgen de methode Pennenstreken aangeboden. 13. Wereldoriëntatie Dit wordt vooral in de projecten verwerkt. Het hele jaar door werken we met verschillende projecten. Dit zijn de vaste projecten en de wisselende projecten zoals: de post, dieren in hun woonomgeving, tijd en het weer. Ook doen we regelmatig mee met een project van Natuur- en Milieueducatie, waaraan dan vaak een excursie is gekoppeld. Ook maken we gebruik van een leskist van het NME. 14. Bewegingsonderwijs In de speelzaal. Gymnastiek: met groot materiaal: klim- en klautertoestellen, matten met klein materiaal: ballen (groot en klein), pittenzakken, hoepels, kleden, blokken, touwtjes en ringen. Bewegen op muziek Buiten vrij spelen met of zonder materiaal. Spellessen. De kleuters gymmen in de speelzaal op blote voeten, omdat zij dan veel meer grip hebben op het klim en- klautermateriaal. 15. Beeldende vorming Er wordt in de kleutergroepen veel aandacht besteed aan creatieve vorming. Hierbij komen allerlei aspecten aan bod, bijvoorbeeld, ruimte, vorm, kleur, contrast. Dit in verschillende vormen, bijvoorbeeld tekenen, kleien, textiel, etc. 16. Muziek Tijdens de muziekles worden nieuwe liedjes aangeleerd. Wij maken daarbij ook gebruik van o.a. C.D. s en het digibord. Voorafgaand aan het zingen voeren de kinderen activiteiten uit die hen spelenderwijs en op een zinvolle wijze vertrouwd maken met aspecten als tekst, ritme of melodie van het lied. Bijvoorbeeld: -Het lied beluisteren en vragen over de tekst beantwoorden -Passende geluiden bij het lied maken -In gedachten meezingen -De tekst ritmisch spreken -De tekst expressief voordragen
-Geluiden bij het liedje maken 17. Dramatische vorming Dit wordt gegeven door de vakleerkracht Tessy Jansen. Wij gebruiken onder andere de methode Speel je wijs. Deze methode beschrijft verschillende spelvormen, die in ieder leerjaar weer op een andere manier gebruikt worden. Naast het "leren spelen" besteedt zij aandacht aan fantasieontwikkeling, improviseren, maar ook aan samenwerking, durf ontwikkelen, kritiek kunnen geven en krijgen. Verder is deze leerkracht op de hoogte van de thema s waarmee wij werken en geeft zij op deze manier extra aandacht aan de woordenschat. 18. Sociaal-emotionele vorming. De Kanjertraining Binnen de hele school wordt met de methode van de Kanjertraining gewerkt. Dit is een methode waarbij we het vertrouwen en de veiligheid wordt bevorderd binnen de groep. De sociale vaardigheden worden versterkt. De kinderen leren dat er verschillende manieren zijn om conflicten op te lossen. De kinderen worden zich bewust van hun eigenheid en leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen gedrag. Bij de kleuters werken we met het verhaal van Max en het Dorp. Max is een jongen die avonturen beleefd in het dorp. Max komt tijdens het spelen in het dorp verschillende dieren tegen. De vogels met de zwarte pet die hem plagen en proberen weg te jagen. De aapjes met de rode pet die het leuk vinden wat de vogel doet en erom gaan lachen en mee gaan doen. De konijntjes met de gele pet die bang in hun huisje blijven zitten en de witte tijgers die dapper komen helpen en niet bang zijn voor de vogels en aapjes. De kinderen leren in de aankomende periode steeds meer over het gedrag van de verschillende dieren met hun verschillende kleuren petjes op. Op deze manier worden de kinderen zich ook bewust van hun eigen gedrag. Wij stimuleren bij de kinderen hierbij het gedrag van de tijgers met de witte pet op. Dit doen we door verschillende oefeningen en rollenspelen uit de methode. 19. Catechese Voor de catecheselessen gebruiken wij de methode: Hemel en aarde. Deze methode wordt gebruikt in alle groepen. De thema s van de catecheselessen van dit schooljaar kunt u vinden op de prikborden in de hallen. Deze thema s sluiten aan op de belevingswereld van de kinderen en zijn gekoppeld aan de gezinsvieringen (zie de jaarkalender). 20. School tv We kijken naar Koekeloere, een programma waarbij aandacht wordt besteed aan de taal- en leesontwikkeling van kleuters en aan hun sociaal-emotionele ontwikkeling.
21. Toetsen De kleuters worden regelmatig geobserveerd tijdens kring-, spel- en werklessen. Dit wordt genoteerd in de klassenmappen. De leerlingen worden ook gevolgd door middel van een leerlingvolgsysteem. Ook worden twee keer per jaar de taal- en rekenvaardigheden van de oudste kleuters getoetst d.m.v. de CITO -taaltoets en de CITO -rekentoets. Aanvullend wordt er bij hen ook naar de leesvoorwaarden gekeken. Zo kunnen wij gericht met de kinderen werken. 22. r.t. (remedial teaching) Zodra een leerling gedurende een langere periode opvalt (gedragsmatig of cognitief), wordt er een plan opgesteld en in de klas uitgevoerd. Zo krijgt het kind extra aandacht op het gebied dat hij of zij nodig heeft. Mocht een kind extra aandacht nodig hebben op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling, dan is er de mogelijkheid om deze vaardigheden in een kleiner groepje te oefenen (tijdens de sociale vaardigheidstraining) 23. Coöperatief werken. Er wordt in de kleutergroepen veel gewerkt met coöperatieve werkvormen. De kinderen leren hierdoor samen te werken in kleine en grotere groepen. De werkvormen die bij de kleuters gehanteerd worden zijn o.a. binnen en buiten kring mix en ruil tweespraak We maken hierbij gebruik van de bel en het stilte-teken. 24. Naar huis gaan Als de kinderen weer naar huis gaan om 12.00u. (en op de woensdag om 11.30u.) en om 15.00 u. is het voor de leerkrachten soms erg lastig te zien waar de ouders staan. Wilt u dichter bij de deur komen staan en duidelijk zwaaien als uw kind vooraan staat, zodat wij de kinderen veilig naar huis kunnen sturen. Schooljaar 2016 / 2017 Brechje Buter/ Jeannette Fokker Stéphanie Christiaanse/ Wilma Pijnacker Maaike Schenk