Titel, plaatjes en kopjes

Vergelijkbare documenten
Titel, plaatjes en kopjes

Titel, afbeeldingen en kopjes

Strategieles serie 2 Vragen stellen Handleiding niveau A

Strategie-activiteit Voorspellen 1 opdrachten niveau B

titel/kopje/plaatje Ik denk aan: Dit weet ik er al over:

Handleiding niveau A. week 7 14 februari 2011 handleiding Blokles A

Titel, afbeeldingen en kopjes

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Verklaren hoe planten groeien

Instapmodule Niveau A1

Titel/kopjes/plaatje: Ik denk aan: Dit weet ik er al over:

Een uitgestorven dier beschrijven

Handleiding Strategieles Voorspellen niveau A

Handleiding Strategieles Sleutelschema s niveau A

Handleiding Strategieles Verbanden niveau A

Handleiding Strategieles Samenvatten niveau B

Handleiding Strategieles Sleutelschema niveau A

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom sporters nu sneller zijn dan vroeger

Dit weet ik er al over:

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

de vezel het onderzoek grootschalig de bevinding blijken in kaart brengen het cliché de peiling serveren onder de loep nemen de zuivel uitsluitend

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven met je schrijfmaatje

Handleiding Les 1: Een verklarende tekst schrijven over waarom er onrust is in Oekraïne

Handleiding niveau AA

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Instapmodule Niveau AA

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Thuis films kijken. Acteurs spelen het verhaal na. de acteur = iemand die voor zijn beroep toneelspeelt of in een film speelt

Een overtuigende tekst schrijven

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Een poster voor een goed doel maken

Een verzorgingskaart maken voor je huisdier

Voordoen (modelen, hardop denken)

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

Waarom ga je schrijven: het Nieuwsbegripfilmpje bekijken

Voorspellen en tekst lezen

Lesbrief begrijpend lezen groep 5 en 6 (Nieuwsbegrip)

Voorbereiding post 3. Vogels op reis Groep 7-8

Lesbrief begrijpend lezen (Nieuwsbegrip) tekst groep 5 en 6

Handleiding en opgaven niveau A1. Opgave 1: Samen

Schrijven op het menu

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Halloween en Sint-Maarten beschrijven

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Voorspellen en tekst lezen

Lees je wijzer met de ooievaar! Tekstbegrip oefenen met de vogels van Beleef de Lente

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

Wie eet wie en wie eet wat?

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven: een film bekijken

Hoe maak ik een werkstuk?

Google naar Instructieposter, kies daar goede voorbeelden uit (korte en krachtige teksten, afbeeldingen) die u in bij opdracht 2 kunt gebruiken 1.

Verwonderen STICHTING KIND EN VOEDING. Groep 7 en 8

Films kijken op internet: verboden of niet?

Tekstsoortenles Instructietekst A

Sportkleding beschrijven

Handleiding Les 1: Wat kun je doen aan de plastic soep?

LES 1: VOORLEZEN met STRATEGIE WEEK 1.1 0, 1, 4 en 6

Wat ga je schrijven: een verklarende tekst. Voorbereiden op het schrijven met je schrijfmaatje

Voorspellen, tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

Waar groeit mijn eten? handleiding afsluitende les

Handleiding niveau A. Speciale les over auteursrecht - handleiding niveau A

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

LESBRIEF GROEP THEMA: DEMOCRATIE Verwerkingsopdrachten & kopieerbladen voor Samsam nr. 2, 2017

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Automatisering, oorzaken en gevolgen

Wat doe je in deze les?

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

Zonder hulp: Zinnen maken en tekst lezen

Handleiding en opgaven niveau AA. Opgave 1: Samen

VOLLEDIGE INSTRUCTIES LEESVAARDIGHEID

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Zonder hulp: onduidelijkheden vinden en ophelderen

Les 1: Halloween en Sint-Maarten beschrijven

Breuken(taal), meetkunde, voortzetting eerlijk verdelen

Handleiding Groente- en fruitles

Wat doe je in deze les? Handleiding Uitbreidingsles Studerend lezen niveau B

Banger voor spinnen dan voor terreur.

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Voor de extra kijk- en luisteropdracht: voor iedere leerling een kopie van het Stappenplan Luisteren en Kijken (verderop in deze handleiding).

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Een verhaal schrijven dat zich afspeelt in 2050

Infofiche 1. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen. De leerlingen begrijpen het principe van de actieve voedingsdriehoek.

Handleiding niveau B. week 7 9 februari 2009 handleiding niveau B

De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten

Tekst lezen en vragen stellen over de tekst

Strategieles Vragen stellen niveau B

Voorbereiding post 3. Vogels op reis Groep 4-6

Transcriptie:

Strategie-activiteit Voorspellen 1 Titel, plaatjes en kopjes Voorspellen: Dit is Titel, plaatjes en kopjes, een van de drie strategie-activiteiten bij de strategie voorspellen. De andere twee zijn: Voorkennis gebruiken Voorspellen: wat voor soort tekst? Voorkennis: Leerlingen moeten al eerder bij te lezen teksten voorspellingen gedaan hebben. Bijvoorbeeld omdat u dit hebt aangeboden in een strategieles, of omdat het al in Nieuwsbegriplessen aan de orde is geweest. Korte inhoud: In deze activiteit doen leerlingen eerst een voorspelling op basis van alleen een titel, alleen een plaatje of alleen enkele kopjes. Daarna doen ze de voorspelling opnieuw op basis van de drie tekstonderdelen samen. Ze ervaren dan dat je door vooraf naar meer tekstonderdelen te kijken, een betere voorspelling kunt doen. Voorbereiden: Maak kopieën van het blad met strookjes (blz. 3 van deze handleiding): het aantal leerlingen gedeeld door 3. Knip de strookjes op de kopieën los. Zorg dat leerlingen materiaal hebben om bij opdracht 1 iets op te schrijven (blaadje, schrift). Voorspellen bij een titel 1. Zet op het bord de titel: Grote ramp in Duitsland. Leg uit dat dit een titel boven een tekst is. Waar denken de leerlingen dat de tekst over gaat? Geef enkele leerlingen een beurt om een voorspelling te noemen. De leerlingen zullen verschillende mogelijke rampen noemen. Stimuleer hen verschillende rampen te bedenken en ook de daarbij behorende gevolgen. 2. Zet nu op het bord Overstroming in Duitsland zet straten onder water. Zeg dat dit ook een titel is en vraag opnieuw waar de tekst over gaat. Geef weer een aantal leerlingen de beurt om te vertellen waar ze denken dat de tekst over gaat. Wat gebeurt er bij een overstroming, dus waarover zou de tekst kunnen gaan? Wat zou er allemaal kunnen gebeuren bij de overstroming in Duitsland? Voorspellen bij een titel, plaatje of kopjes Geef alle leerlingen nummer 1, 2 of 3. Verdeel de strookjes van het strookjesblad over de leerlingen op de volgende manier: Nummers 1 krijgen 1: een titel. Nummers 2 krijgen 2: een plaatje. Nummers 3 krijgen 3: kopjes. Let op: de leerlingen 1, 2 en 3 mogen elkaars tekstonderdelen niet zien! Leg de blaadjes daarom ondersteboven op de tafels. pagina 1 van 4

Strategie-activiteit Voorspellen 1 Geef de leerlingen opdracht hun blaadje te bekijken (zonder dat de anderen meekijken) en op grond van wat ze gekregen hebben een voorspelling te schrijven: waar gaat de tekst over? Bedenk zoveel mogelijk dingen die in de tekst kunnen staan. Samen voorspellen Plaats de nummers 1, 2 en 3 in groepjes van drie. De groepjes bekijken elkaars tekstonderdelen en bespreken waar de tekst over zal gaan. Daarna schrijven de groepsleden gezamenlijk de voorspelling op. Om ze alle drie bij het schrijven betrokken te houden, kunt u hen om de beurt een zin laten schrijven. Een andere werkwijze is dat de drie leerlingen alle drie hun voorspelling opschrijven en dat ze die vergelijken. Daarbij maken ze een gezamenlijk lijstje van alle dingen die ze voorspellen. Bespreken Projecteer de hele tekst (blz. 4 van deze handleiding) op het digibord. Laat de leerlingen de tekst doorlezen. Of geef enkele leerlingen een leesbeurt. Laat alle leerlingen daarna voor zichzelf hun eerste en tweede voorspelling vergelijken met de tekst op het bord. Bespreek: welke voorspelling was de beste? Hoe komt dat? Laat de leerlingen tot de conclusie komen dat hun tweede voorspelling beter was doordat ze toen meer informatie over de tekst hadden. Het loont dus de moeite om voor het lezen én naar de titel, én naar plaatjes, én naar kopjes te kijken. Als je het kopje Wat doen ooievaars? leest en het plaatje van een ooievaar bekijkt, dan weet je dat de titel Elk jaar zijn er meer, gaat over meer ooievaars. Dus plaatjes, kopjes en titel hebben met elkaar te maken. Samen zorgen ze ervoor dat je een betere voorspelling kunt doen over de tekst. Andere voorspelling? Mogelijk heeft een drietal een andere voorspelling gedaan. Toch zullen ze met hun drieën meer inhoud van de tekst hebben kunnen voorspellen dan individueel. Deze activiteit vaker doen Met andere teksten kunt u ook deze les ook doen. Teksten met titels, plaatjes en kopjes kunt u halen uit het Nieuwsbegriparchief. Wanneer u vaker een activiteit als deze uitvoert, kan het voor de leerlingen een soort wedstrijd-element krijgen: wie voorspelt het best? pagina 2 van 4

Strategie-activiteit Voorspellen 1 Leerlingmateriaal - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - De titel van de tekst Elk jaar zijn er meer - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Plaatje - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Kopjes in de tekst Overwinteren. Wat doen ooievaars? Meer ooievaars geteld in Nederland. - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - pagina 3 van 4

Strategie-activiteit Voorspellen 1 Elk jaar zijn er meer Elk jaar wordt geteld hoeveel ooievaars er in de winter in Nederland zijn. In 2012 werden er 653 geteld. Het jaar daarvoor werden er 592 gezien. En het jaar daarvoor telde men er 497. Waarom het er elk jaar meer zijn is niet helemaal duidelijk. Overwinteren. Veel vogels blijven niet het hele jaar op dezelfde plaats. In de winter zijn ze vaak in andere gebieden dan in de zomer. Waarom eigenlijk? In de winter wordt het voor veel vogels moeilijker om voedsel te vinden. Insecten, spinnen en wormen kruipen diep weg. Gras en zaden kunnen onder een dik pak sneeuw liggen. Het wordt kouder en om warm te blijven moeten vogels juist extra veel eten. Daarom trekken veel vogels voor de winter naar gebieden waar nog wel voldoende eten te vinden is. Ze gaan daar overwinteren. Deze vogels noemen we trekvogels. Sommige vogels uit Nederland trekken in de winter naar Afrika. Er zijn ook vogels die het hele jaar in Nederland blijven. Dat zijn standvogels. Zij vinden meestal genoeg te eten om te overleven. Wat doen ooievaars? Ooievaars zijn trekvogels. Ooievaars uit Nederland trekken in de winter naar warmere gebieden, bijvoorbeeld Afrika. In de lente komen ze weer naar Nederland om te broeden. Toch zijn er elk jaar ook in de winter ooievaars in Nederland. Dat komt ten eerste omdat sommige ooievaars uit Oost-Europa naar Nederland komen. Deze vogels trekken dus wel, maar dan naar Nederland en niet naar Afrika. Ten tweede worden er in Nederland veel ooievaars gefokt door mensen. Ze worden verzorgd en goed in de gaten gehouden. Deze dieren blijven graag op hun veilige plek, ook in de winter. Ze gaan dan niet trekken, want die reis kan gevaarlijk zijn. Ten derde zijn Nederlandse winters soms erg zacht. Dan hebben ooievaars niet echt een reden om te gaan trekken. Meer ooievaars geteld in Nederland. De organisatie STORK organiseert elk jaar in januari een ooievaarstelling. Meestal is dat een weekend in januari. Iedereen die in het telweekend een ooievaar ziet, mag dat doorgeven aan STORK. Blijven er nu steeds meer ooievaars in Nederland? Nee, zegt STORK. Kijk maar naar alle ooievaars in Nederland samen. Dan zijn er elk jaar een beetje meer die vertrekken, en een beetje minder die hier blijven. Naar: www.ooievaars.eu, www.trouw.nl, www.vogelbescherming.nl, www.jeugdjournaal.nl. pagina 4 van 4

Strategie-activiteit Voorspellen 2 Voorkennis gebruiken Voorspellen: Dit is Voorkennis gebruiken, een van de drie strategie-activiteiten bij de strategie voorspellen. De andere twee zijn: B1: Titel, plaatjes en kopjes gebruiken B3: Voorspellen van tekstsoort Voorkennis: Leerlingen moeten al eerder bij te lezen teksten voorspellingen gedaan hebben. Bijvoorbeeld omdat u dit hebt aangeboden in een strategieles, of omdat het al in Nieuwsbegriplessen aan de orde is geweest. Korte inhoud: In deze activiteit oefenen de leerlingen het oproepen van voorkennis als ze een onbekende tekst gaan lezen. Ook maken ze voor zichzelf duidelijk wat ze bij deze tekst al aan voorkennis bezaten. Voorbereiden Zorg ervoor dat u de tekst (blz. 2 van deze handleiding) op het digibord kunt zetten. Zorg dat leerlingen naast hun blauwe pen ook een andere kleur pen hebben. Bewustmaken van voorkennis Vraag de leerlingen waar ze aan zouden denken bij een tekst met de titel: IJsjes in nieuwe smaken. De meeste leerlingen zullen denken aan de smaken die ze allemaal al kennen. Laat hen een aantal smaken opnoemen en vraag ook of ze de smaken in soorten kunnen indelen. (Bijvoorbeeld fruitsmaken, chocoladevarianten, of een indeling naar kleur.) Concludeer dat ze dus eigenlijk al veel weten over ijsjes en dat dat zal helpen als ze een tekst lezen over ijsjes. Het helpt daarom om vóór het lezen al te kijken naar de titel en de kopjes en de plaatjes. Daarbij denk je na over wat je al weet over de onderwerpen in de titel, kopjes en plaatjes. Vandaag gaan ze dit oefenen. Vragen maken 1 Laat de leerlingen individueel de vragen op het opdrachtblad maken. Vraag 6 hoeft niet iedereen te doen, deze is voor de snelle leerlingen. Tekst lezen Zet de leestekst (blz. 2) op het digibord en geef de leerlingen voldoende tijd deze te lezen. Vragen maken 2 Laat de leerlingen hun antwoorden bij opdracht 2 aanvullen/verbeteren met een andere kleur pen. Antwoorden bespreken Maak groepjes van drie of vier leerlingen. Leg de groepjes uit dat ze samen een lijstje maken van de dingen die ze al wisten over aardappels en groenten voordat ze de tekst lazen. Ze kunnen dit te weten komen door te kijken wat ze al vóór het lezen hadden ingevuld (verschillende kleuren). pagina 1 van 7 pagina 1 van 2

Strategie-activiteit Voorspellen 2 Bespreken Inventariseer met de hele groep wat de leerlingen al aan voorkennis hadden over het onderwerp aardappels en groenten. Gebruik daarbij ook het woord voorkennis. Concludeer samen met de leerlingen wat u aan het begin van de les al aangaf: kijk vóór het lezen naar titel, kopjes en plaatjes en ga bij jezelf na wat je weet over de onderwerpen die je ziet in titel, kopjes en plaatjes. Tekst Eten Nederlanders gezond genoeg? Aardappels en groente In Nederland werden vroeger veel aardappels gegeten. En dat is nu nog steeds zo. Nederland is een echt aardappelland. Nederlanders serveren tweehonderd dagen van het jaar aardappels bij het avondeten. Op de andere dagen eten ze pasta of rijst. Groenten worden bijna alleen maar tijdens het avondeten gegeten. De groenten die in Nederland het meest worden bereid, zijn roerbakgroenten en bladgroenten. Kinderen en volwassenen Dit zijn we te weten gekomen uit een onderzoek. In dat onderzoek is ook gekeken naar verschillen tussen kinderen en volwassenen. Vrijwel alle kinderen vanaf 7 jaar eten niet genoeg groente. Ze moeten eigenlijk drie opscheplepels groente per dag eten. Ook heel veel volwassenen eten te weinig groente. Zij moeten vier opscheplepels per dag eten. Kinderen houden erg van zoet. Ze eten meer zoete dingen, zoals snoep, dan volwassenen. En hoe zit het met zuivel? Kinderen drinken meer melk dan volwassenen. Maar volwassenen eten meer kaas. Gezond eten Volwassen en kinderen in Nederland eten niet gezond genoeg. Dat komt uit het onderzoek. Maar wat is eigenlijk gezond? Daar zijn verschillende ideeën over. Maar over sommige dingen is iedereen het eens. Je moet minstens 200 gram groente per dag eten. En ook twee stuks fruit. Ook wordt aanbevolen om twee keer per week vis te eten. En je moet uitkijken met vet. Naar: www.volkskrant.nl, www.voedingscentrum.nl, www.bndestem.nl pagina 2 van 7 pagina 2 van 2

Strategie-activiteit Voorspellen 3 Voorspellen: tekstsoort, leesaanpak en leesdoel Voorspellen: Dit is Voorspellen: relatie tekstsoort en inhoud van de tekst, een van de drie strategie-activiteiten bij de strategie voorspellen. De andere twee zijn: A1: Titel, plaatjes en kopjes gebruiken A2: Voorkennis gebruiken Voorkennis: Leerlingen moeten al eerder bij te lezen teksten voorspellingen hebben gedaan hebben over de relatie tussen de tekstsoort en inhoud van de tekst. Bijvoorbeeld omdat u dit hebt aangeboden in een strategieles, of omdat het al in Nieuwsbegriplessen aan de orde is geweest. Korte inhoud: In deze activiteit oefenen de leerlingen met het voorspellen van de inhoud van de tekst in relatie tot de teksoort en het doel van een tekst. Ze kunnen op grond van verschillende kenmerken voorspellen uit welke tekssoort een fragment afkomstig is en ze weten op welke manier en met welk doel de verschillende teksten gelezen moeten worden. Voorbereiden: Verzamel van tevoren reclameteksten en informatieve teksten. U kunt ook teksten Van Nieuwsbegrip Basis en XL gebruiken. Opdracht 2 kunt u op het digibord of het schoolbord maken. Les inleiden 1. Vraag de leerlingen waar een tekst met de titel: Skylanders is voor iedereen over zal gaan. Laat de leerlingen vertellen waarom ze dat denken. Veel leerlingen zullen wellicht denken aan een reclametekst of aan een informatieve tekst. Bespreek met de leerlingen dat deze titel alleen niet voldoende is om te voorspellen hoe je deze tekst moet gaan lezen. Er is meer informatie nodig zoals: Hoe ziet de tekst er aan de buitenkant uit, dus zonder hem te lezen. Belangrijk is ook waar de tekst in staat: in een reclamefolder voor kinderspeelgoed of in het clubblad van een voetbalclub of hockeyclub. Concludeer dat je met deze titel nog alle kanten op kunt. 2. Geef de leerlingen informatieve teksten en reclameteksten. Laat de leerlingen ernaar kijken. Ze mogen niet lezen. Je kunt aan de buitenkant van de tekst zien of er veel zinnen, tekst, te lezen is of juist niet. Je ziet aan de tekstkenmerken wat voor tekst het is, hoe je die tekst het beste kunt gaan lezen en met welk doel. Tekstsoort en inhoud van de tekst Zorg ervoor dat u het schema (bladzijde 2 van deze handleiding), op het digibord kunt zetten. pagina 1 van 7 pagina 1 van 4

Strategie-activiteit Voorspellen 3 informatieve tekst meestal losse stukjes tekst (alinea s) reclametekst geen losse stukjes tekst (alinea s) soms regelnummers geen regelnummers meestal een paar plaatjes veel grote, kleurige plaatjes en verschillende soorten letters een titel een soort titel: losse woorden meestal kopjes geen kopjes, vaak staan zinnen en regels niet recht je leest de tekst heel precies je leest de tekst niet precies je leest over iets, waar je iets van leert vaak meningen en je leest dan wat je moet doen: win, vul in, nu te koop, kom bij, ga naar, heel veel korting als je onthoudt wat er in de tekst staat, heb je meestal nieuwe dingen geleerd Je hoeft niet te onthouden wat er in de tekst staat. De tekst is niet geschreven om er iets van te leren. pagina 2 van 7 pagina 2 van 4

Strategie-activiteit Voorspellen 3 Vraag de leerlingen precies te zijn en de begrippen goed te gebruiken.controleer zonodig of dat het geval is voor: de titel, het kopje, het stukje, de regel, de zin, de regelnummering. Vragen beantwoorden De leerlingen maken individueel de vragen van opdracht 3. Tekstsoort en titel bepalen De leerlingen beantwoorden in drietallen de vragen van opdracht 4. Antwoorden bespreken Bespreek klassikaal de vragen van opdracht 3 en 4. Bespreek met de leerlingen of het schema van opdracht 2 eventueel nog aangevuld moet worden. pagina 3 van 7 pagina 3 van 4

Strategie-activiteit Voorspellen 3 Antwoordenblad Vragen beantwoorden 1. X meestal korte stukjes tekst en soms regelnummers X een titel, kopjes en een paar plaatjes О veel losse woorden, geen regelnummers 2. X veel losse woorden met allerlei soorten letters X veel gekleurde plaatjes en geen kopjes О meestal kopjes met daaronder meerdere zinnen en regels 3. X het is een informatieve tekst en geschreven om er iets van te leren О het is een reclametekst en geschreven om Skylanders te kopen О het is een informatieve tekst en geschreven om Skylanders te kopen 4. О een tekst met de titel: Reserveer nu een reis naar Mars! X een tekst met de titel: Alles wat je moet weten over Mars. О een tekst met de titel: Mars in de aanbieding. 5. О in een weet-tekst, een tekst om iets te leren X in een reclametekst, een tekst om iets te kopen О in een tekst om iets te leren over de oorlog A. De soort tekst is: een informatieve tekst We voorspellen dat de tekst gaat over: frisdrank De titel van de tekst zou kunnen zijn: meerdere antwoorden mogelijk De tekst is geschreven: om iets te leren over frisdrank B. De soort tekst is: een reclametekst We voorspellen dat de tekst gaat over: reclame voor kauwgom De titel van de tekst zou kunnen zijn: meerdere antwoorden mogelijk De tekst is geschreven om: zoveel mogelijk mensen kauwgom te laten kopen pagina 4 van 7 pagina 4 van 4