Bijlage 1. Actualisatie potentieel duurzame bronnen en bijbehorende strategie

Vergelijkbare documenten
De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen.

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

I. Kennis te nemen van de resultaten van het verkennend onderzoek vastgelegd in de nota Warmterotonde Cluster West (september 2015).

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Mogelijke rol van Warmterotonde in Zuid-Holland

Haags Warmtebedrijf Tussenrapportage 12 maart 2014

DUTCH SMART THERMAL GRID. Het volledige rapport (eindconcept) en de samenvatting kunnen hier worden gedownload

Ypenburg 100% duurzame warmte

Bezoek gemeenteraad Den Haag aan WKC CR-plein

DUURZAME OPLOSSINGEN VOOR DE WARMTEVRAAG

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Geothermie in de gebouwde omgeving

Duurzame warmtenetten

Geothermie als Energiebron

Warmterotonde - Cluster West

Kansenstudie Aardgasloos Purmerend

Leiding door het Midden

Stand van zaken Stadswarmte in Utrecht

Energietransitie Glastuinbouw en warmte

Duurzame Energieinfrastructuur en Gebiedsontwikkeling

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein

Gijs de Man 12 oktober 2010

De 10 meest gestelde vragen over aardgasvrij wonen

WARMTE IS HOT VISIE, KANSEN EN ONTWIKKELING. Sjaak Verburg Pipeliner terugkomdag, 18 november 2015

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE

Routekaart verduurzaming Stadswarmte Utrecht/Nieuwegein

Position paper regietafel energietransitie utrecht

Hoe komen we van het aardgas af? Bezinningsgroep Energie Frans Rooijers 9 januari 2017

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. R. Klumpes (GroenLinks) (d.d. 29 februari 2016) Nummer Onderwerp Warmterotonde Zuid-Holland

Benedenbuurt gasloos Afweging bronnen en systemen

Technieken en financiering van de aardgasvrijoplossingen

Kosten en baten van warmtenetten. Presentatie op seminar De toekomst van warmte Jeroen Roos, 30 januari 2016

Ook de zorg van het aardgas af? Frans Rooijers directeur CE Delft

Geothermie. traditioneel energiebedrijf?

Onderwerp :Besluitvorming en afstemming stedelijk beleid en warmtenet Meerwijk Datum :

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

De duurzaamheid van warmtenetten

Verwarm uw woning elektrisch. Creëer met een warmtepomp uw ideale WinWoonSituatie

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Position paper Regietafel Energietransitie Utrecht

NIEUWBOUW ZONDER AARDGAS VOOR EEN DUURZAME TOEKOMST

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Leefomgeving BSD/ RIS juli beleidsplan Energie voor de buurt

Geothemie. Nieuwe kansen voor het warmtenet

Duurzaamheidsonderzoek en subsidiescan Combibad De Vliet te Leiden. 11 februari 2016

Position Paper voor het Rondetafelgesprek over het Ontwerp-Klimaatakkoord de tafel Gebouwde Omgeving

Agenda. Strategie Cogas en speerpunten. Stadsverwarming Windmolenbroek. Toekomstige ontwikkelingen Cogas op gebied van warmtenetten

Bio-energiecentrales Eindhoven

Energietransitie. 13 april 2018

Samen naar een duurzaam verwarmde gebouwvoorraad zonder aardgas. Hans Schneider (Liander) programma

Een comfortabele, gasloze en toekomstbestendige woning

De opkomst van all-electric woningen

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Duurzaam warmtenet in Ede

Stadswarmte en alternatieven Technische Sessie Stadswarmte Gemeenteraad Amsterdam. dr. C. (Cor) Leguijt, CE Delft, 2 juni 2015

Les Biomassa. Werkblad

2014 GreenPort NHN, All rights reserved. Hier wordt geïnvesteerd in uw toekomst. Dit project is mede

Welkom WWW Themadag Verwarmen zonder gas

Duurzame warmte voor de glastuinbouw

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Energieneutraal Krimpen aan den IJssel. Te besluiten om

Uw logo. Pieter van der Ploeg. Strategie. Alliander

Gemeente Den Haag. De voorzitter van Commissie Leefomgeving

Biomassa. in het klimaatakkoord en de energietransitie

Aandeelhoudende gemeenten van Cogas willen

Welkom Samen naar een klimaatneutraal Mariahoeve

Een comfortabele, gasloze en toekomstbestendige woning

TEO/WKO WARMTE RENOVATIEWIJK SNEEK

Transitie naar een. CO -neutrale toekomst

DUURZAME WARMTEVOORZIENING

Windenergie in Almere

Helmonds Energieconvenant

Klimaatneutrale gemeenten. Frans Rooijers - directeur CE Delft

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE NIEUWVEENSE LANDEN

Alterna(even voor aardgas

Warmte Nieuwegein Raads Informatie Avond

Zonder Energieopslag geen Energietransitie. Teun Bokhoven Duurzame Energie Koepel WKO-Manifestatie / 30 Oktober 2013

Local Energy Solutions

Groene Fabriek Lochem

Net voor de toekomst. Frans Rooijers directeur CE Delft

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

Kansen voor ondiepe geothermie

NEW BUSINESS. Guy Konings

Stichting Stimular. Energie positieve bedrijventerreinen Special van het gas af mn. inzet van Warmtepompen. De werkplaats voor duurzaam ondernemen

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Warmte: transitiepad naar een CO2 neutrale wijk

Commissie Ruimte Opmeer Eljo Vos-Brandjes/Marco van Soerland

oppeling DE CV-KETEL ERUIT WHITEPAPER Wat zijn goede alternatieven?

BENG en NTA. Stand van zaken

Begrippenlijst Naar groen is goed te doen

Bewonersbijeenkomsten januari 2018

Warmtenetten: hoe en waarom? Wim Mans 18 april 2018 Arnhem

Duurzame energieopties gemeente Woudrichem

De Warmtewet, gaan we nu echt voor besparing en verduurzaming of hebben we een bureaucratisch monster?

Klankbordgroep aardgasvrij wonen

Leiden, 13 april Geacht raadslid van de gemeente Leiden,

Jaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Hergebruik van warmte en/of duurzame warmte. warmte via een warmtenet. Iets voor u?

De rol van geothermie in de verduurzaming van het vastgoed. 8 mei 2019 Saskia Hagedoorn

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

Nieuwe Energie Aanboren. PvdA Aanvalsplan Aardwarmte 17 februari 2011

Ik ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie.

Transcriptie:

Bijlage 1. Actualisatie potentieel duurzame bronnen en bijbehorende strategie Inleiding Deze bijlage is geschreven om uitvoering te geven aan motie nr. rv14.2016/3 van 11 februari 2016 met onderwerp Duurzame lokale warmtebronnen in Den Haag. Onderstaande informatie is een actualisering van de informatie die te vinden is in het rapport investeringsstrategie bronnen en infrastructuur uit 2014 (zie bijlage 1a). Dit rapport is gebruikt als basis voor het Haags Warmte Initiatief. In deze actualisatie is gekozen om breder te kijken naar duurzame bronnen dan in de motie wordt gevraagd. Er wordt inzicht gegeven in de potentiele bijdrage van bronnen aan de gehele warmtevraag. Waar nodig is de informatie afgestemd met Eneco en Uniper. Alternatieve, duurzame bronnen van hoge temperatuurwarmte. Restwarmte uit bestaande warmte/kracht centrales (WKC s) te Den Haag Dit is de huidige energievoorziening van alle genoemde warmtenetten. In een WKC wordt aardgas omgezet in elektriciteit. De daarbij vrijkomende restwarmte is te benutten voor stadsverwarming. In In het rapport investeringsstrategie bronnen en infrastructuur wordt één verduurzamingsscenario geopperd waar WKC s worden uitgebreid, om in de uitbreiding van het warmtenet te voorzien. Dit past bij een strategie waarin prioriteit gegeven wordt aan het uitrollen van het net, boven verduurzaming van de bronnen. Deze strategie volgt ook uit de backcastingstudie, omdat uitbreiding van de netten een veel grotere uitdaging is dan het verduurzamen van de bronnen. Aangezien in de motie juist wordt gevraagd om vervanging van de WKC s wordt in deze actualisatie niet verder op dit scenario ingegaan. Daar komt bij dat het verduurzamen van deze installaties door alleen groen gas te stoken ook geen wenselijke oplossing is, omdat het schaarse groen gas beter kan worden ingezet bij de laatste gebouwen waar het uitfaseren van het aardgasnet moeilijk is. De reden om de warmte-krachtcentrales in dit rapport over verduurzaming toch een plek te geven is dat veel duurzame bronnen niet goed kunnen worden opgeschaald of afgeschaald als de warmtevraag snel over de dag verandert. Een (bio)gasketel of WKC heeft het voordeel dat deze flexibel ingezet kan worden als aanvulling op de basislast uit duurzame warmtebronnen. Geothermie Geothermie is het winnen van warmte uit de ondergrond op grote diepte. Water met een temperatuur van boven de 70 graden wordt opgepompt van 2 kilometer diepte en met een warmtewisselaar overgedragen aan een warmtenet. Geothermie is de afgelopen jaren in Nederland in opkomst. In Den Haag Zuid-West is één van de eerste bronnen in Nederland gerealiseerd. Sindsdien is het totaal gegroeid naar vijftien projecten die daadwerkelijk in bedrijf zijn. Aardwarmte Den Haag is failliet gegaan. De belangrijkste factor was economisch. De businesscase richtte zich volledig op nieuwbouw. Slechts 10% van de woningen waaraan geleverd zou worden, werd gebouwd. Eneco heeft tijdens het faillissement de warmtevoorziening van het deel van het warmtenet dat reeds was gerealiseerd verzorgd en uiteindelijk dat warmtenet overgenomen uit de boedel. Ondertussen is Haagse Aardwarmte Leyweg een doorstart begonnen die zich nu ook op de bestaande bouw richt. De bron wordt in 2016 onderzocht en in 2017 in gebruik genomen. Er wordt nu al gezocht naar nieuwe afnemers en gesprekken met Eneco zijn gaande over de condities waaronder aan het bestaande net geleverd kan worden. In de omgeving van Den Haag zijn enkele geothermiebronnen in bedrijf (Pijnakker- Nootdorp (2x), Honselersdijk en De Lier). In Kwintsheul is zeer recent de boring van Natures heat begonnen. Potentiele locaties zijn er in en om Den Haag voldoende. Concreet is in de Binckhorst een reservering voor een geothermielocatie en wordt de locatie van Uniper aan de Constant Rebecquestraat vaak 1 van 8

genoemd. Overcapaciteit van de bronnen in de omgeving zou benut kunnen worden in het Haagse net. Provincie Zuid Holland laat het bedrijf IF-technology onderzoek doen naar de potentie van geothermie in de provincie. Naar aanleiding van de motie heeft Den Haag hetzelfde bedrijf gevraagd om een quickscan naar de mogelijkheden in Den Haag uit te voeren (zie bijlage 1b). De uitkomsten daarvan zijn nadrukkelijk positiever dan in het rapport investeringsstrategie bronnen en infrastructuur. IF-Technology ziet mogelijkheden om de vraag naar hoge-temperatuurwarmte de komende 30 jaar in te vullen met circa 12 geothermieputten van ongeveer 2 km diep. Aangevuld met elektrische warmtepompen voor de allerhoogste temperaturen en eventueel een gasketel (op biogas of bio-olie) voor de aller koudste dagen kan dit voorzien in de hoge temperatuur warmtebehoefte van Den Haag. Na een periode van 30 jaar is de ondergrond met circa 5 graden afgekoeld. Omdat tegen die tijd waarschijnlijk ook meer woningen geïsoleerd zijn, kan worden volstaan met lagere temperaturen en kan het systeem ook daarna nog door. Indien toch hogere temperaturen nodig zijn, dan is een nieuwe boring nodig. Onder de huidige marktomstandigheden en subsidie- en garantieregels van de rijksoverheid, lijken dergelijke systemen een korte terugverdientijd te hebben van rond de tien jaar. De benodigde investering per put wordt nu geraamd op ongeveer 33 miljoen euro. IF-technology benadrukt dat het hier om een quickscan gaat. Een gedetailleerder studie is nodig om deze bevindingen te nuanceren. Zo is het vinden van 12 geschikte locaties niet eenvoudig. Ook de aansluiting met het bestaande en nieuwe warmtenet verdient nader onderzoek. In het rapport word verder genoemd dat diepe geothermie (4 á 5 km) in potentie een grote bron is. In Nederland worden de eerste proeven met een boring naar deze diepte om warmte te winnen voorbereid. Minister Kamp heeft daarover de Tweede Kamer op 17 juli 2016 geïnformeerd met de brief Onderzoek financieringsinstrumentarium geothermie. IF-technology geeft aan dat het beter is om te wachten tot meer duidelijk wordt over de ondergrond op die diepte. Nu zijn deze boringen nog te risicovol. Een eerste project in het Westland is opgestart. Afhankelijk van de manier waarop de bronnen aangelegd worden, of er één of meerdere eigenaren zijn, duurt het inclusief de vergunning trajecten tussen de 10 en 20 jaar voordat er 12 bronnen gerealiseerd kunnen zijn. Restwarmte uit de regio Op dit moment wordt grootste deel van het warmtenet in Den Haag verwarmd door middel van de warmtekrachtcentrale (op basis van gas) op het Constant Rebequeplein. Door de combinatie van hoge gasprijzen en lage elektriciteitsprijzen is de Warmtekrachtcentrale (WKC) van Uniper (voormalig E.ON) verliesgevend geworden. Het contract tussen Eneco en Uniper loopt nog tot en met 2022. Het is tot nog toe onduidelijk waar Eneco hierna warmte gaat inkopen, en voor welke prijs. Als er geen alternatieve bron komt, dan is het mogelijk dat hulpketels (op gas) ingezet gaan worden, waardoor de duurzaamheid van het systeem flink verlaagd zal worden. Aanleiding Warmterotonde Cluster West Eind 2014 is door publieke en private partijen uit de regio Rotterdam en Den Haag een eerste verkennend onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van een warmtesysteem op regionale schaal: de warmterotonde, waarvan het westelijke gedeelte Cluster West is genoemd. Deze partijen hebben gelijksoortige ambities als het gaat om de verduurzaming van de warmtevoorziening van woningen, utiliteitsgebouwen en glastuinbouw en zagen mogelijkheden voor het nuttig gebruiken van beschikbare restwarmte. De nota Warmterotonde Cluster West (RIS 286864, september 2015) beschrijft dat verkennende onderzoek. Dit was gericht op het benoemen van kansen en het vergelijkbaar maken van verschillende tracés. Deze verkenning concludeert dat een warmterotonde kansrijk lijkt en verder onderzoek naar de haalbaarheid opportuun is. 2 van 8

De gemeenten Delft, Den Haag, Rotterdam, Westland, de provincie Zuid- Holland, Ministerie van Economische Zaken, Eneco, Havenbedrijf Rotterdam en Warmtebedrijf Rotterdam hebben vervolgens van december 2015 tot juli 2016 samengewerkt aan gedetailleerde haalbaarheidsonderzoeken van de verschillende leiding tracés: Leiding over West (rood), Leiding door de Haven (geel) en Leiding door het Midden (blauw). Ook is een aantal overkoepelende thema s onderzocht. Onderscheid tussen de leidingen De drie transportleidingen kennen een eigen context. Zo kennen de leidingen zowel verschillende afzetmarkten (Gebouwde omgeving, glastuinbouw, industrie) als verschillende bronnen (vervanging van bestaande bronnen, uitbreiding van een bestaand netwerk of geheel nieuwe infrastructuur). Deze verschillen maken dat de uitwerking, business cases en mogelijkheden van de drie transportleidingen niet op alle onderdelen vergelijkbaar zijn. Dit komt ook terug in de resultaten van de haalbaarheidsstudies. De stuurgroep heeft daarom besloten de uitkomsten uit die studies eerst op elkaar te willen uitlijnen voordat ze openbaar gemaakt worden. Geen kolenwarmte, maar duurzame bronnen In zowel de verkennende als de haalbaarheidsfase zijn bestaande warmtebronnen het uitgangspunt geweest. Voor de Leiding door het Midden gaat het o.a. om warmte die vrijkomt op het AVR-cluster (afvalverbranding en een biomassa centrale). Den Haag neemt het standpunt in om alleen verder te werken aan de ontwikkeling van de warmterotonde als kolencentrales geen onderdeel van het systeem vormen. Alternatieve bronnen moeten het uitgangspunt zijn. Ook de restwarmte in de haven en warmte uit de afvalverwerkingsinstallatie van Rotterdam zal op termijn vervangen moeten worden door restwarmte afkomstig van niet fossiele processen en/of van geothermie (bijvoorbeeld uit Delft, Vlaardingen en het Westland). Een bronnenstrategie in combinatie met een open netwerk - om te komen van fossiel naar duurzaam is essentieel voor maatschappelijk draagvlak voor warmtelevering. Hier zal in de volgende fase een uitwerking voor gemaakt dienen te worden. Vervolg overkoepelend onderzoek Het is voor verschillende publieke partijen, los van de gesplitste aanpak op de tracés, van belang te sturen op een integrale gouvernance van de Warmterotonde Zuid-Holland. De Warmterotonde is niet het doel, maar een middel om de energietransitie te ondersteunen. Het is daarbij van belang om het grote geheel te bekijken en een duidelijke toekomstvisie te ontwikkelen, samenwerking met het Cluster Oost van de warmterotonde is daarbij essentieel omdat deze grotendeels van dezelfde bronnen uitgaan. De Provincie trekt als overkoepelend orgaan dit onderzoek. Deze werkt toe naar een voorstel om een zo efficiënt en effectief mogelijk warmtenetwerk in Zuid-Holland te realiseren. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan: De technische en functionele samenhang van de reeds bestaande warmte-infrastructuur en de momenteel in ontwikkeling zijnde warmte-infrastructuur in zowel het Westen als het Oosten van Zuid-Holland, rekening houdend met huidige en toekomstige warmtebronnen en afzet; 3 van 8

Het marktmodel; Het eigenaarschap: een advies voor publieke partijen om al dan niet (mee) te investeren in dit systeem. Het opdrachtgeverschap voor dit overkoepelende onderzoek is belegd bij de provincie die voor de uitvoering optrekt met de verschillende gemeentes. In zes maanden komt er een advies richting de publieke partijen over deelname aan de realisatie van de warmterotonde en met essentiële voorwaarden voor de toekomstbestendigheid van het systeem. Den Haag neemt hieraan alleen deel als het uitsluiten van kolenwarmte als randvoorwaarde vast ligt. Zolang dat overkoepelende advies er nog niet is, kan nog geen goede afweging gemaakt worden over het al dan niet deelnemen aan de warmterotonde (als geheel) door Den Haag. Ook de vorm waarin dat kan, is nu nog niet duidelijk. Het lijkt daarom verstandig om nu in de coalitie te blijven totdat de gemeenteraad komend voorjaar een weloverwogen beslissing kan nemen om wel of niet deel te nemen aan de warmterotonde als geheel. Zo houden we grip op het overkoepelende onderzoek en kunnen de Haagse belangen ingebracht en verdedigd worden. Deelname aan het individuele tracé leiding door het Midden raakt hieraan, maar vraagt een eigenstandige afweging. Biomassa Energiewinning uit biomassa kan voor Den Haag op twee wijzen plaatsvinden: Vergisting van biomassa of rioolslib. Het opgevangen biogas wordt dan ofwel met warmte kracht koppeling in warmte en elektriciteit omgezet. Of het wordt opgewerkt naar aardgaskwaliteit: Groen Gas. Sinds kort zijn er proeven waar duurzame elektriciteit wordt gebruikt om groen gas te maken uit CO 2 en water. ECN heeft aangegeven dat de productie van groen gas hooguit 10% van het huidige aardgasgebruik kan vervangen. In situaties waarbij alternatieven voor aardgas (te) moeilijk zijn, is dit groene gas een relatief eenvoudig duurzaam alternatief. De installatie hoeft namelijk niet aangepast te worden. Biogas als alternatief voor aardgas heeft in Den Haag beperkt potentieel. Vanwege de overcapaciteit op de verwerkingsmarkt voor GFT is de potentie voor nieuwe vergistingsprojecten in Den Haag gering. Natte nascheiding van het afval kan mogelijk nog materiaal voor het opwekken van biomassa opleveren. Maar ook dit zal slechts in de marge bij kunnen dragen. Over de benodigde investering valt pas iets te zeggen als dit op een eerste haalbaarheid getoetst is. Qua orde grootte moet wel gedacht worden aan enkele tientallen miljoenen euro s. Verbranding (of vergassing) van biomassa Ook kan duurzame warmte geproduceerd worden door verbranding of vergassing van afvalhout, houtpellets en houtsnippers. Hiervoor geldt dat het alleen wenselijk is als de biomassa niet hoogwaardiger voor een andere toepassing inzetbaar is. Stammen, chips en snippers kunnen bijvoorbeeld ook als grondstof worden ingezet. Uit het Haagse groenonderhoud komt naast deze bruikbare stromen nog ongeveer 3.000 ton snoeiafval vrij. Dat is alleen nog maar geschikt voor energieopwekking. Het grootste deel wordt nu afgevoerd naar twee afnemers die het al inzetten voor energieopwekking via verbranding en vergisting. Eneco heeft een installatie ontworpen en voorbereid om een houtafvalstroom die in Den Haag wordt verwerkt te verbranden en daarmee het warmtenet in Ypenburg te voeden. Daarmee zou 200.000GJ van de 500.000GJ die Ypenburg gebruikt kunnen worden verduurzaamd. De belangrijkste belemmering zit in regels rond de energiebelasting. Over de kosten voor deze installatie is vanuit Eneco geen informatie ontvangen. Realisatie kan inclusief vergunningen in enkele jaren. Het is technisch ook mogelijk om houtkorrels te importeren en heel Den Haag met houtstook te verwarmen. Deze grootschalige houtstook is om meerdere redenen onwenselijk: 4 van 8

- Het risico is groot dat de luchtkwaliteit verslechtert. Alleen met de juiste installaties, regelmatig goed onderhoud en hoge kwaliteit houtkorrels is dit in te perken. Het is bij voorbaat niet uit te sluiten dat het misgaat op één van deze punten. - De houtkorrels zouden afkomstig moeten zijn uit duurzaam beheerde bossen. Wereldwijd is echter te zien dat bossen verdwijnen voor de productie van houtkorrels. Om dat niet te verergeren is al in de energievisie gesteld dat alleen biomassa uit de regio acceptabel is. Kortom, hout(pellet)stook op kleine schaal kan dienen als duurzame warmtebron. Op grote schaal is houtstook geen duurzame bron. Zonthermie Zonnecollectoren worden in het rapport niet als alternatief benoemd. Deze zijn de afgelopen decennia echter flink ontwikkeld. Waar het systeem 20 jaar geleden alleen een simpele plaat met koperen leidingen was, zijn er nu systemen op de markt die zeer hoge temperaturen kunnen leveren. De vacuümbuiscollectoren op zwembad Overbosch zijn een mooi voorbeeld van enkele jaren geleden. Sindsdien zijn ook zonnecollectoren toegepast op het Hofbad. De markt ontwikkelt steeds efficiëntere collectoren die ook de hoge temperaturen kunnen bereiken die nodig zijn voor de bestaande warmtenetten. Opvallend is dat zonnecollectoren per vierkante meter meer energie uit de zon halen dan elektrische panelen. Panelen die zowel warmte als elektriciteit opwekken beginnen op de markt te komen. Dit is vooral voor individuele huishoudens een inzetbare warmtebron en vraagt per woning een investering tussen de 5 en 10 duizend euro omdat daar ook nog een relatief grote opslagcapaciteit voor de warmte bij hoort. Realisatie van een groot systemen duurt enkele weken maar op woningniveau is het in enkele dagen klaar. Eneco onderzoekt ook de mogelijkheden van zon-thermische energie om het warmtenet in Ypenburg mede te voeden. Dit levert vooral in de zomer een aanzienlijke vervanging van aardgas. Dit is in Nederland nog vrijwel onontgonnen terrein maar wordt bijvoorbeeld in Denemarken al veelvuldig toegepast. Vanwege het ruimtebeslag van zonthermie, zal de bijdrage van deze bron in Den Haag kleinschalig en vooral lokaal kunnen bijdragen. Warmtepompen Warmtepompen zijn apparaten die met behulp van elektriciteit een klein warmteverschil oppompen naar een groot temperatuurverschil. Tot een temperatuur van 30 á 40 graden gaat dit heel efficiënt. Warmtepompen worden al decennia ingezet. Tot voor kort bijna altijd in combinatie met warmte-koude opslag. Sinds kort zijn er ontwikkelingen: Warmtepompen kunnen hogere temperaturen bereiken Warmtepompen kunnen buitenlucht als bron gebruiken in plaats van water in de bodem Warmtepompen worden ingezet in combinatie met andere warmtebronnen. In geval van het warmtenet zou de warmtepomp in de zomer alle warmte leveren en het warmtenet bijspringen als meer warmte nodig is dan de warmtepomp efficiënt kan leveren. Deze hybride warmtepomp wordt ook met gasketels gecombineerd. Een belangrijk aandachtspunt is de elektriciteit die nodig is om de warmtepomp aan te drijven. Het elektriciteitsnet wordt zwaarder belast dan voorheen. Alleen met een slimme aansturing van de warmtepomp, waardoor ze niet precies op hetzelfde moment aanslaan, kan worden voorkomen dat het elektriciteitsnet overbelast raakt en kostbare netverzwaringen nodig zijn. Eneco heeft in Ypenburg met vier inwoners een proef gedaan, waarbij de woning niet meer werd verwarmd met het warmtenet, maar met een warmtepomp. Op zich is deze proef succesvol verlopen. Daarbij bleef echter wel een andere warmtebron nodig voor warm tapwater. De kosten voor het vervangen van een gasgestookte cv installatie door een installatie met een warmtepomp variëren, afhankelijk van de omvang, bestaande situatie en mogelijkheden voor isolatie, tussen de 5 en 30 duizend euro per woning. Zodra gebruik gemaakt wordt van (kleinschalige) collectieve bodem WKO, dalen de kosten per woning naar 5 tot 10 duizend euro. 5 van 8

Overtollige duurzame elektriciteit Doordat er steeds meer wind en zonne-energie wordt opgewekt, ontstaan er pieken en dalen in de elektriciteitsvoorziening. Dit gaat zover dat elektriciteit op bepaalde momenten echt overtollig kan zijn, met een negatieve elektriciteitsprijs tot gevolg. Dat wil zeggen, de afnemer krijgt betaalt om de elektriciteit van het net af te halen. Deze duurzame elektriciteit kan op zo n moment rendabel worden gebruikt om een voorraad water te verwarmen. Uniper onderzoekt de mogelijkheden om dit op grote schaal te doen aan de Constant Rebecquestraat. Daar is namelijk een groot deel van de benodigde installatie al aanwezig in de vorm van een geïsoleerd opslagvat. Lokale warmtebronnen De volgende bronnen (los van geothermie) zijn geschikt voor lokale hoge temperatuuropwekking: Hoge temperatuur zonneboilers (zonthermie), Hout- of pelletkachels. (in beperkte mate vanwege luchtkwaliteit en eisen aan herkomst hout.) Voor lokale lage temperatuuropwekking zijn de volgende bronnen geschikt: Warmtepompen (lucht/lucht, lucht/water/bodem) Warmtepompen in combinatie met warmte-koudeopslag in de bodem Zonneboilers Combinatiezonnepanelen voor warmte en elektriciteit. Kenmerkend is dat bewoners en bedrijven deze bronnen zelf realiseren. Warmte voor heel Den Haag Met bovenstaande bronnen zijn drie duurzame combinaties te maken voor de Haagse warmtevoorziening. In alle gevallen is ook energiebesparing nodig. Woningen die heel sterk nageïsoleerd kunnen worden, worden op lage temperatuur bronnen aangesloten. De rest, die in mindere mate geïsoleerd kan worden, op hoge temperatuur. In alle scenario s betreft dit hetzelfde deel van de gebouwen. A. De helft van de gebouwde voorraad kan naar verwachting op lage temperatuur bronnen aangesloten worden. De andere helft op hoger temperatuur die voor 90% met 12 geothermie bronnen opgewekt wordt en voor 10% met lokale hoge temperatuur bronnen zoals zonthermie. De geothermie wordt waar nodig aangevuld met warmtepompen en gasketels. De benodigde elektriciteit moet duurzaam opgewekt. Dit scenario betreft een volledig lokale oplossing. De afhankelijkheid van elektriciteit voor de warmtevoorziening is in dit scenario het grootst. B. 50% van de gebouwde voorraad kan naar verwachting op lage temperatuur bronnen aangesloten worden. 25% van de voorraad wordt verwarmd met geothermie ( 7 bronnen, aangevuld met elektrische warmtepompen en eventueel voor de piekmomenten gasketels). 20% wordt met restwarmte en duurzame warmte uit de regio verwarmd en de rest (5%) met lokale hoge temperatuur bronnen. Dit scenario combineert de twee grote beschikbare bronnen van warmte. Dit levert ten opzichte van de afzonderlijke bronnen een iets minder goede businesscase maar maakt verduurzaming eerder mogelijk, voorkomt afhankelijkheid van een enkel product en kan voor de klant voordeliger uitpakken omdat er sprake is van concurrentie tussen bronnen. C. 50% van de gebouwde voorraad kan naar verwachting op lage temperatuur bronnen aangesloten worden. 45% wordt met restwarmte en duurzame warmte uit de regio verwarmd en de rest (5%) met lokale hoge temperatuur bronnen. Dit scenario kenmerkt zich door een combinatie van een haalbare businesscase voor 6 van 8

marktpartijen (vooral Eneco) met aansluiting op meerdere bronnen. Meerdere bronnen kan positief zijn door concurrentie, maar het kost meer inspanning om de duurzaamheid van de bronnen te garanderen. Termijn van realisatie warmtebron In de motie wordt gevraagd om een termijn te noemen waarop alternatieve warmtebronnen kunnen worden gerealiseerd. Een technische termijn is bij benadering wel te geven. Tussen de diverse bronnen zit vanzelfsprekend een verschil. Zonneboilers zijn binnen enkele weken aan te sluiten, terwijl een geothermiebron misschien twee jaar kost om volledig aan te leggen. Realisatie van de warmterotonde zal nog langer in beslag nemen. Voorafgaand aan de technische aanleg is een vergunnings- en planningstraject nodig. Ook dit varieert van enkele maanden bij een eenvoudige installatie tot potentieel enkele jaren bij een restwarmtenet met tracébesluiten in diverse gemeentes, waarbij bezwaar en beroepsprocedures lang duren. Veel bepalender voor de realisatietermijn is echter de tijd die initiatiefnemers nodig hebben om tot een besluit te komen om een bron aan te leggen. Het initiatief om duurzame bronnen te realiseren ligt vooral bij marktpartijen. Alleen als er een sluitende businesscase ligt, wordt een bron aangelegd. Hierin spelen veel factoren een rol: waarde van de warmte, aantal afnemers, subsidies, technische en economische risico s, subsidies, energiebelasting etc. Onder de huidige marktomstandigheden is het aanleggen van duurzame bronnen voor marktpartijen net wel of net niet rendabel. Kenmerkend voor duurzame bronnen is dat de investering in de installatie relatief groot is en de kosten na de opstart relatief laag. De combinatie van grote investeringen, een businesscase die risico s kent en beperkte rentabiliteit, zorgt ervoor dat initiatieven op de plank blijven liggen. Strategische keuzes voor collectieve warmtenetten Den Haag heeft sinds de backcastingstudie het inzicht dat warmtenetten in de energietransitie samen met energiebesparing de hoogste prioriteit hebben. Het is in de afgelopen jaren duidelijk geworden dat de huidige marktomstandigheden niet vanzelf leiden tot uitbreiding van het warmtenet of tot de aanleg van duurzame bronnen voor het bestaande net. Met het HWI is het gelukt om hier op projectbasis enige beweging in te krijgen. Met financiële bijdragen en inhoudelijke ondersteuning van de gemeente, blijken partijen bereid om op projectbasis het warmtenet uit te breiden en duurzame bronnen aan te leggen. Met de ontwikkeling rond de warmterotonde en leiding door het midden (zie bijlage 2) lijkt daar verandering in te komen. Marktpartijen nemen zelf het voortouw om deze warmte voor Den Haag te ontsluiten. Eén conclusie is onontkoombaar voor alle opties. Er is een consortium van partijen nodig dat de investering op zich neemt. Voor geothermie is een dergelijk consortium in het verleden wel ontstaan, maar door toedoen van de economische crisis failliet gegaan. Dit leidt tot de eerste strategie: vooral de markt zijn werk laten doen en actief meewerken en (beperkt) financieel deelnemen aan kansrijke trajecten. Daarmee behoudt de gemeente invloed, zodat de belangrijkste belangen van de gemeente (duurzame bronnen, betaalbare warmte en concurrentie op het warmtenet) kunnen worden bewaakt. De uitkomst van deze strategie lijkt zich ook al af te tekenen. Omdat het onderzoek naar de leiding door het midden al ver gevorderd is en de businesscase er gunstig uitziet, ligt het voor de hand dat deze eerst gerealiseerd wordt. Daarna volgen mogelijk initiatieven voor andere bronnen. Als Den Haag meerdere bronnen wil, zal gemeente Den Haag dat zelf moeten bewaken. Voor de andere partners betekent het aansluiten van aanvullende bronnen minder inkomsten. De tweede strategie is om actief te gaan werven voor partijen die (samen met de gemeente) een geothermieproject willen starten. Daar zijn twee varianten op: 7 van 8

Alle bronnen komen in handen van één groot consortium. De bronnen worden fysiek gekoppeld. Daardoor is fysiek minder ruimte nodig voor backup en piekcapaciteit. Omdat één grote portefeuille van projecten ontstaat, krijgt het consortium toegang tot grote investeerders (pensioenfondsen). Risico s van individuele projecten (misboring) kunnen worden gespreid over meerdere boringen. Het leereffect binnen het consortium is groter. Het nadeel is dat er een monopolist op warmteopwekking kan ontstaan (in scenario 1, als ook de warmterotonde geen concurrentie biedt.) Dit hoeft niet erg te zijn als garanties gesteld zijn voor third party access op het warmtenet. Er kan ook voor worden gekozen om de geothermieprojecten te verdelen over meerdere partijen: er is dan meer concurrentie op prijs en keuzevrijheid voor klanten. Ook kan op kleinere schaal worden getart dan in variant 1. Een derde strategie is een combinatie van de eerste twee strategieën, met de nadelen van beide varianten, maar ook het meeste concurrentie tussen de bronnen. Deze strategie zet in op het uitgangspunt dat we alle bronnen nodig hebben en de transitie zo snel mogelijk moet starten. Daarvoor moeten we geen keuze maken, maar juist overal vol op in zetten. De totale investering in duurzame bronnen bedraagt hoe dan ook honderden miljoenen Euro s. In alle strategieën is een belangrijke vraag in hoeverre Den Haag bereid is om mee te investeren. Strategische keuzes voor lage temperatuurbronnen De lage temperatuurbronnen liggen veel dichter bij de gebouwen dan hoge temperatuurbronnen en zijn kleinschaliger. Hier is de strategie er op gericht om alle gebouweigenaren zover te krijgen dat ze een gasloos warmtesysteem installeren, met de bijbehorende vergaande isolatie. Een belangrijke strategische keuze is die tussen dwingen en/of stimuleren en faciliteren. Dwang kan door eenvoudigweg aan te kondigen dat in de nabije toekomst geen gas meer geleverd wordt. Daarbij heeft de gemeente een verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat een betaalbaar, duurzaam alternatief beschikbaar is. Om deze strategie te volgen is aanpassing van wetgeving nodig. Het alternatief is stimuleren dat gebouweigenaren een gasloze oplossing kiezen. Zodra iedereen in een bepaald gebied over is, kan het gasnet eruit. 8 van 8