Papier: A4, liefst 120 g of iets meer met daarop de lijnen geprint, liefst in kleur.

Vergelijkbare documenten
LEREN SCHRIJVEN: DIDACTIEK Luc Cielen

In de 4 vorige afleveringen kon je ontdekken hoe één aspect van het vormtekenen leidt tot het

Aanvankelijk staan de lijnen van een baan ver uit elkaar; later komen ze dichter bijeen.

BAS KUNSTLER SCHRIJFT DIDACTIEK van het LEREN SCHRIJVEN Luc Cielen

VORMTEKENEN VIJFDE KLAS

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 2

Ofwel beginnen we links van de bestaande lijn, zoals in de figuur links. Ofwel beginnen we rechts van de eerste lijn, zoals in de figuur rechts.

Opmerking 2: laat de tussenstap aanvankelijk luidop doen, later (als het vlot gaat) in stilte.

3. Delen oefenen: De groepjes van 2 verzinnen een eigen melodie en noteren deze op de melodiekaartjes. Ze oefenen dit op hun instrument.

optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 8

Memoriseren: Een getal is deelbaar door 10 als het laatste cijfer een 0 is. Of: Een getal is deelbaar door 10 als het eindigt op 0.

6 een mogelijke opbouw van oefeningen

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 9

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

K 1 Symmetrische figuren

BESPREKING 1e KLAS 1e REKENPERIODE MM Luc Cielen

Op groot blad papier (verticaal of op plat vlak)

Hoe werkt een balpen?

Workshop Handleiding. Sinterklaas en Kerstmis. wat is jouw talent?

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 6

Mogen wij zien wat uw leerlingen al kunnen?

Thema school. Deze werkbundel is van:

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Grafieken jaar. Rekenles over het maken van grafieken. Rekenen. 60 minuten. Weerstation, data, grafieken

Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning.

Handschrift ontwikkeling

Happy Easter. Happy Easter Ca. 28 x 35 cm. Ellie s Quiltplace

1. REGELS VAN DEELBAARHEID.

Workshop Handleiding. Karakters tekenen. wat is jouw talent?

Les 11. Meetkundige begrippen. Lijnen. een gebogen lijn een gebroken lijn een rechte. Een rechte benoemen we met een kleine letter.

DEELBEWEGING 1 VAN HET SCHRIJVEN: LINKSHANDIG VERSUS RECHTSHANDIG

Instructie taakspecifieke vragenlijst + observatie

In deze opdracht ga je een langere melodie maken, door een aantal motieven achter elkaar te zetten. Zo krijg je een trein van motieven.

Lesbrief Dans en Taal

Liefde, voor iedereen gelijk?

CIJFEREN: DE TRAPVERMENIGVULDIGING

Spelend leren. Kleuters spelen toch alleen maar?

Onmogelijke figuren. Geschreven door Judith Floor en Vivike Lapoutre. Herzien door Dieuwke van Wijk en Amarins van de Voorde

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

In deze opdracht ga je een langere melodie maken, door een aantal motieven achter elkaar te zetten. Zo krijg je een trein van motieven.

inkijkexemplaar Ontwerp van de lamp Ontwerp

Inleiding. Les kalligrafie of sierschrijven met wasknijpers. doel. duur van de les. materialen. groep 5 t/m 8

Me, myself and I. Je gaat op de volgende manieren portretten maken:

4.1 Het uitdelen van de antwoordbladen en de testboekjes.

Schrift 3290 SCHRIFT 1

Activiteit 13. Klein Schrijfoefeningen. Doelen. Materiaal. Voortaak

Ster STER. Laat de kinderen met een knikker in een doorschijnend dopje rollen over het patroon.

Tafelplan Werkwijze voor het aanleren en automatiseren van de keertafels (en de deeltafels). in groep 4, 5 en 6.

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

1. INLEIDING PERSPECTIEVEN PROJECTIEMETHODEN AANZICHTEN TEKENEN PERSPECTIEF TEKENEN BRONVERMELDING...

Bij rekenen werken we met de met de vierde versie van de methode De wereld in getallen. Rekenen staat vijf keer in de week op het rooster.

Aan de tafel! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de tafels te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd.

LES: Snelle sommen. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

G 1 Tangram: figuren leggen

PLEINGEIN SPELENDERWIJS IN GESPREK OVER HET SCHOOLPLEIN

Taalgerichte les Formules

Groep Inleiding. 2. Het invullen van leerling informatie. 3. Maken van voorbeelden voor de testafname

Nodig: Het is belangrijk dat het genoemde materiaal gebruikt wordt, zodat de nachtegalen weersbestendig zijn!

Cbs De Akker. Informatieboekje van groep 3/4

vogel en kikker in origami

Thema 1 Concentratie. Waarom? Wanneer? Hoe? Kringgesprek

DE STAARTDELING (cijferend rekenen) Derde leerjaar (groep 5) Luc Cielen

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

ROL, SCHUIF EN BEDEK. MEER DOBBELSTEENWERKBLADEN? Kijk op heutinkvoorthuis.nl AANTAL SPELERS: 2-4

Uitleg bij de spellingskaartjes.

LES: Snelle sommen 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE

BRUSHLETTERING VOOR IEDEREEN OEFENSCHRIFT

Op onderzoek! Contextgebied Transport Drijven en zinken

Naaiinstructies. De Anderson-familiequilt. AFMETINGEN BIJ BENADERING 150 x 150 cm

Eenvou(w)dig op weg met Wiskundige onderzoekscompetentie. De Wiskunde B-dag, een initiatief voor de derde graad

S C I E N C E C E N T E R

Schrijfprotocol. Obs de Wezeboom. Oosteinde. Schrijfprotocol obs de Wezeboom versie;

Teken en leesles nummer 1 (groep 3 en 4) groot en klein. Inleiding

LES: Groepjes maken 2

OPBOUW ZELFSTANDIGE BASISHOUDING BIJ KINDEREN

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

MAAL- en DEELTAFEL van ZES

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: MIJN KAR MOOIE KAR

RUIMTELIJKE ORIËNTATIE + OOG-HAND-COÖRDINATIE

Klankzuivere werkwoorden vervoegen Methode voor beelddenkers Juf Kitty 2016

Hoe hoog of laag je de toon moet spelen kun je zien aan de plek van de noot op de notenbalk.

1. LEZEN Inleiding: doel en structuur Gebaren lezen

Luc Cielen BAS KUNSTLER LEEST. HET BEGIN. Dag 10

Bouwbeschrijving speed

Themales: met handen en voeten taalvrijwilliger/docent werkblad: Geef me de vijf. werkblad: Een handje helpen.

Kleuren met getallen Afbeeldingen weergeven

OPDRACHTEN BIJ THEMA 8 GESPREKSMODELLEN

Basisgids quilten Een quilt maken 1 Materialen en apparatuur voorbereiden

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Schoolplein groep 3-4. Schoolplein

ESLC-toetssoftware Richtlijnen voor leerlingen

Tips spelend leren kern 2

SCHRIJVEN. Doel workshop. Definitie van schrijven. Soorten schrijfproblemen. Handvatten om het schrijven te verbeteren

WISKUNDE B-DAG Vrijdag 16 november, 9:00-16:00 uur. Eenvou(w)dig. De Wiskunde B-dag wordt mede mogelijk gemaakt door

vastleggen: van grafisch naar traditioneel

Transcriptie:

Leren schrijven didactiek Luc Cielen 2016 1 LEREN SCHRIJVEN DIDACTIEK Luc Cielen Het leren schrijven wordt voorafgegaan door een lange reeks bandtekeningen (vormtekeningen) waarin alle bewegingen van het gebonden schrift en andere bewegingen aan bod komen. De reeks begint zoals Rudolf Steiner het heeft voorgeschreven met rechte en gebogen lijnen. Papier: A4, liefst 120 g of iets meer met daarop de lijnen geprint, liefst in kleur. De lijnen (een drietal per opgave) op voorhand zeer zacht in schetspotlood voortekenen op de bladen. Dit doe je met alle opgaven en voor alle kinderen. Merk je dat een kind het niet meer nodig heeft en zelf probleemloos de figuur van het bord kan overnemen, dan teken je de lijn of schrijf je de letter of het woord niet meer voor voor dit kind; wel nog voor de anderen. Vind je het te veel werk om voor elk kind alles voor te tekenen/schrijven, doe dit dan op één blad en kopieer het. Dit is echter minder persoonlijk. Ik ben er ook geen voorstander van. Er gaat niets boven de persoonlijke en individuele aanpak. Kinderen vinden het bijzonder boeiend om te zien hoe de leerkracht het blad voor elk kind klaarmaakt. De leerkracht kan zo trouwens ook de tekening aanpassen aan elk kind, als dat nodig is en bepaalde vormen meer laten oefenen dan andere. De lijnen op het bord tekenen en de kinderen op verschillende manieren laten natekenen (met een hand in de lucht, met een voet op de vloer, met verschillende vingers op de tafel, op de rug van een klasgenoot, enz. Iedere leerkracht kan zelf tal van bewegingsmogelijkheden verzinnen en zorgt voor voldoende afwisseling. Op de eerste dag van het schooljaar in de eerste klas begin je met het tekenen van verticale rechte lijnen, onmiddellijk gevolgd door gebogen lijnen en ten slotte afwisselend rechte en gebogen lijnen. Sommige leerkrachten laten de kinderen eerst grote rechte lijnen tekenen op het bord. Dit is een vooroefening die perfect vooraf kan gaan aan het tekenen op het blad, net zoals het tekenen in de lucht of op de vloer of op de tafel. Sommige leerkrachten laten de kinderen op ongelijnd papier werken en verlangen zelfs dat de kinderen ook op ongelijnd papier schrijven. Dat is echter niet zo gunstig, zeker niet als het om het gebonden schrift gaat. Al van in de oudheid heeft men op lijnen geschreven; zie maar naar de tabletten met spijkerschrift en naar de hiërogliefen. Het gebruik van steunlijnen bevordert de helderheid van het schrift omdat het grootteverschil van de letters duidelijk zichtbaar is. Omdat de bandtekeningen voorbereiden op het gebonden schrift, is het ook aan te raden om de tekeningen tussen steunlijnen te maken. Het is niet per se nodig om op de allereerste schooldag van de eerste klas met deze oefeningen te starten, het kan op eender welk moment in de loop van de eerste klas gebeuren. Het is wel aan te

Leren schrijven didactiek Luc Cielen 2016 2 raden om, zodra je ermee begonnen bent, er dagelijks aan voort te werken. Dagelijks drie opgaven volstaan. Voor een goede schrijfhouding en een goede potloodgreep (pengreep) is het zelfs beter om met deze oefeningen te starten in de kleuterschool. De eerste reeks tekeningen kunnen schoolrijpe kleuters perfect maken. In een derde kleuterklas kan hiermee na de krokusvakantie gestart worden. WERKWIJZE De bladen uitdelen. De kinderen schrijven hun naam op het blad, bovenaan of onderaan volgens de wensen van de leerkracht. De kinderen vouwen het blad in twee. Waarom in twee vouwen? 1. Omdat het blad daardoor beter hanteerbaar is voor de kinderen en de schrijfhouding ook beter is. Hiermee is het grote nadeel van de grote schriften met roze en groene kleurbanden die gewoonlijk in de steinerscholen gebruikt worden uit de weg geruimd. 2. Het is niet zinvol om de teken- en schrijfoefeningen ineens over de gehele lengte van het blad te laten maken. Fouten worden daardoor te veel herhaald of er treedt vermoeidheid en concentratieverlies op waardoor de tekeningen en de letters minder verzorgd worden. Op het gevouwen blad tekenen en schrijven de kinderen eerst tot aan de vouw. Dan volgt er controle en daarna pas werken ze elke lijn af. Na de vooroefeningen gaan de kinderen met een kleurpotlood eerst over de lijnen in schetspotlood en tekenen dan verder tot aan de vouw. De leerkracht volgt op en helpt. Dan de gebogen lijnen in de middelste balk tekenen, volgens hetzelfde principe: eerst over de schetspotloodlijnen gaan met kleurpotlood en dan verder doen tot aan de vouw.

Leren schrijven didactiek Luc Cielen 2016 3 Dan de rechte en gebogen lijnen in de onderste balk tekenen volgens dezelfde werkwijze. Kinderen die de drie balken tot aan de vouw getekend hebben, tonen hun blad aan de leerkracht. Voldoen de tekeningen min of meer aan de eisen de leerkracht wijst vooral de geslaagde tekeningen aan dan geeft de leerkracht toestemming om de drie balken af te werken. Zijn er geen goede lijnen bij, dan tekent de leerkracht er weer enkele voor in schetspotlood. Elke lijn in één beweging tekenen. Elke lijn in een andere kleur tekenen. De kinderen zijn vrij in het kiezen van de kleuren. Het is een gelegenheid om al hun kleurpotloden eens te laten gebruiken. Een mogelijkheid is om de tweede helft van het blad slechts met enkele kleuren te laten afwerken met daarbij bijvoorbeeld de opdracht: 2 rode lijnen, 3 blauwe lijnen, 4 groene lijnen, 5 paarse lijnen, dan weer 2 rode lijnen enz. Dit levert een concentratieoefening op gecombineerd met tellen. Een van de volgende dagen geef je bijvoorbeeld deze opdracht: 3 blauwe lijnen, 5 paarse lijnen, 3 blauw, 5 paars enz. Of 2 oranje, 4 rood, 2 oranje, 4 rood. Aanvankelijk nooit meer dan 5 lijnen in dezelfde kleur omdat dit overzichtelijk blijft. Later, als de kinderen deze opdrachten goed gewoon zijn en ze al veel geoefend hebben rond het getalbegrip, kan het ook met meer dan 5 lijnen in dezelfde kleur.

Leren schrijven didactiek Luc Cielen 2016 4 Elke dag drie oefeningen laten maken. Om die reden hebben de bladen 3 balken of een meervoud van 3. Geraakt het blad niet af in de voorziene tijd dan is dat geen probleem. Het blad mag onafgewerkt blijven of kan later, zelfs een heel eind verder in het schooljaar, nog afgewerkt worden. Deze bladen zijn ideaal om op een leeg moment te laten afwerken. De kinderen kiezen zelf welk blad ze willen afwerken de volgorde speelt geen rol maar de leerkracht kan ook zelf een blad kiezen en laten afwerken. Zorg dat er een plek in de klas is waar deze vormtekeningen per kind bewaard worden, zodat de kinderen ze zelf kunnen nemen. Het moet een gewoonte worden dat ze, zonder de leerkracht daarvoor te storen, hun bladen kunnen nemen en afwerken zodra ze met een andere opdracht klaar zijn. Daardoor vermijd je de vraag: Juf, ik ben klaar, wat moet ik nu doen? Hoe minder je deze vraag hoort, hoe beter. Beter voor de rust in de klas en beter voor de zelfstandigheid van de kinderen. De leerkracht houdt daardoor de handen vrij om kinderen te helpen en om individueel en gedifferentieerd te werken. De tekeningen wisselen in het begin steeds af: rechte lijnen gebogen lijnen. Na ongeveer een maand komen er gecombineerde vormen met rechte en gebogen lijnen. Geleidelijk komen dan de lettervormen tevoorschijn dit wordt niet vooraf gezegd, maar je laat de kinderen de letters ontdekken. Vanaf de 54e dag ontstaan er gebonden letters en woorden. Laat de kinderen zelf de woorden ontdekken tijdens het schrijven. De dag 1 tot en met dag 27: Bladen met 3 stroken. De kinderen gebruiken dunne kleurpotloden. Vanaf dag 28 tot en met dag 35: Bladen met 6 stroken. De kinderen gebruiken bij voorkeur een schetspotlood. Schetspotlood: HB of bijvoorbeeld de vulpotloden van Bic. Vanaf dag 36 tot en met 53: Bladen met 9 stroken. De kinderen gebruiken een schetspotlood en schakelen over op de vulpen zodra de leerkracht van oordeel is dat het kind er aan toe is. De volgorde van de tekeningen:

Leren schrijven didactiek Luc Cielen 2016 5 Aanvankelijk altijd afwisselend rechte lijnen en gebogen lijnen. Vanaf de 21e dag ook combinaties van rechte en gebogen lijnen. 1e dag: 2e dag: 3e dag: 4e dag: 5e dag: 6e dag: 7e dag: 8e dag: 9e dag: 10e dag: 11e dag: 12e dag:

Leren schrijven didactiek Luc Cielen 2016 6 13e dag: 14e dag: 15e dag: 16e dag: 17e dag: 18e dag: 19e dag: 20e dag: 21e dag: 22e dag: 23e dag: 24e dag:

Leren schrijven didactiek Luc Cielen 2016 7 25e dag: 26e dag: 27e dag: Tot hier tekenden de kinderen steeds met kleurpotloden en op bladen met drie stroken. Vanaf nu tekenen de kinderen op bladen met 6 stroken en schakelen ze geleidelijk over op schetspotlood. De afstand tussen de lijnen is nu kleiner en de tekeningen worden meer en meer herkenbaar als letters. Het is aan de kinderen om te ontdekken welke letters te herkennen zijn. In voorbereiding op het gebonden schrift zijn de meeste vormen schuin overhellend naar rechts. Elk blad komt nu toe voor twee dagen. De meeste letters worden voorbereid door vormtekeningen waarin de lettervorm uitgerokken of verbreed is waardoor duidelijk te zien is welke bewegingen er bij het schrijven aan bod komen. Aanvankelijk beginnen de kinderen nog met kleurpotlood, maar met de opdracht om de tekeningen zo zacht mogelijk op het blad te zetten. Ze gebruiken dan ook best donkere kleuren. Als dat behoorlijk goed gaat, krijgen ze een schetspotlood. Welke schetspotlood? HB is goed geschikt. B is te zacht en H is te hard. De vulpotloden van Bic met drie stiften erin zijn zeer goed geschikt. Groot nadeel: de schacht is in kunststof. Maar er zijn drie voordelen: De punt is altijd scherp, potloodslijpers hoeven dus niet. Met één potlood komen de kinderen ruimschoots toe, tenminste als je erop let dat de kinderen de punt niet te lang maken waardoor hij afbreekt. Deze potloden hebben een gommetje. Een kleine fout kan er snel mee hersteld worden. 28e dag: 29e dag: 30e dag: 31e dag: 32e dag: 33e dag:

Leren schrijven didactiek Luc Cielen 2016 8 34e dag: 35e dag: 36e dag: 37e dag: 38e dag: 39e dag: 40e dag: 41e dag: 42e dag: 43e dag: 44e dag: 45e dag:

Leren schrijven didactiek Luc Cielen 2016 9 46e dag: 47e dag: 48e dag: 49e dag: 50e dag: 51e dag: 52e dag: 53e dag: Na 53 dagen zijn alle bewegingen die in het gebonden schrift ook van de hoofdletters - aan bod komen in tekeningen geoefend. Vanaf nu krijgen de kinderen werkbladen met ingekleurde stroken. In elke strook zijn drie banden: Bovenaan een blauwe band zoals bovenaan in de kindertekeningen van de eerste klas meestal te zien is. Dit is de lucht. In de blauwe band komen de omhooggaande lussen en de stokjes van t en d. De lussen mogen vanaf nu niet meer tegen de bovenrand komen. Bij de tekeningen mocht dit wel, bij het schrijven niet. Middenin een witte band met een paarse lijn onderaan. Dit is de steunlijn om op te schrijven. De kleine letters passen net in de witte band: ze staan op de lijn en komen tot aan de blauwe band. Deze band kun je vergelijken met de middenstrook in een kindertekening: het is de strook waarin her verhaal zich afspeelt. Waarom is de middelste band niet geel? Omdat het afhankelijk van de print of druk niet zo handig is om er met een vulpen op te schrijven. Bovendien heeft schrijven op het witte blad mijn voorkeur. Onderaan is een groene band die refereert naar de onderkant van de kindertekeningen: het gras. Hierin komen de neergaande lussen, maar deze raken nooit de onderste rand van de groene band.

Leren schrijven didactiek Luc Cielen 2016 10 De kinderen schrijven eerst op bladen met 6 blauw-wit-groene stroken, daarna op bladen met 9 blauw-wit-groene stroken. Zodra een kind héél zacht met het schetspotlood kan schrijven, mag het met een vulpen schrijven. De overgang van potlood naar vulpen gebeurt derhalve niet klassikaal, maar individueel. Blijft een kind te hard op het potlood drukken doe dan dit: Laat de achterkant van het blad zien. Al de lijn doordrukt op de achterkant, dan kan het kind nog niet zacht genoeg met het potlood schrijven. Je kunt aan het kind vragen om even een letter te schrijven op de rug van je hand. Daarna doe je dit bij het kind met dezelfde druk zodat het kind voelt hoe groot de druk is. Dan laat je het kind voelen (ook op de rug van zijn hand) hoe zacht het moet schrijven. De reeks tekeningen en letters is geëindigd met de moeilijke letter f, niet als letter maar als tekening, als bandversiering. Vanaf dag 54 beginnen de kinderen met letters en woorden. In tegenstelling tot alle andere schrijfmethodes begin je niet met afzonderlijke letters, maar met letters die aan elkaar gebonden zijn. Dat kan, en is ook vanzelfsprekend, omdat bijna alle voorafgaande tekeningen aan elkaar gebonden waren. De kinderen kennen dit dus al grondig en passen dit vanaf nu toe op de letters. Omdat het saai is om een hele lijn met dezelfde letter te vullen is het aangewezen om er na enkele oefeningen een ritme in te brengen. Zo kun je vragen om vijfmaal een letter te schrijven, dan viermaal, dan driemaal, dan tweemaal, dan eenmaal en dan weer vijfmaal. Maar je kunt dit in verschillende ritmes doen. Het is ook niet nodig om steeds één letter te herhalen. Omdat de verbindingen tussen de letters toch al geoefend zijn, kun je direct met woorden beginnen. Bij het lezen ga je uit van woorden in het meervoud, bij het schrijven hoeft dit niet, en kun je vertrekken van woorden in het enkelvoud, al is het niet uitgesloten dat er nu en dan een woord in het meervoud aangeboden wordt. De reeks letters en woorden die nu volgen beginnen met de eenvoudigste lettervormen, maar het is niet nodig om dit heel consequent op te bouwen. Alle mogelijke vormen, moeilijke en gemakkelijke mogen door elkaar aan bod komen. Worden de letters niet afzonderlijk geoefend? Dit is niet nodig, tenzij voor die kinderen die problemen hebben met bepaalde letters. Zij krijgen individueel aangepaste oefeningen. Dit is haalbaar omdat je voldoende tijd overhoudt voor het zelfstandig werk. Dus ook hier geldt de algemene regel: korte instructie, lange werktijd. 54e dag: 55e dag: 56e dag: Wordt verder afgewerkt in de loop van september 2016