Aangewende methodieken in de Balans 2011 2012 Een volledige beschrijving geven van onze aangewende methodieken binnen een begeleidingsrelatie is geen gemakkelijke opdracht. Elk gezin is anders en dat vraagt telkenmale een aanpassing aan het gezin dat we voor ons hebben. Bovendien is elke begeleider ook anders en draagt ieder zijn unieke persoonlijkheid met zich mee. Een begeleidingsrelatie is een unieke relatie met een eigen dynamiek en heel wat gevoeligheden die niet onmiddellijk in woorden te vatten zijn. Daarenboven kunnen we opmerken dat, doordat we samenwerken met een systeem waarin de minste verandering het volledige systeem in beweging kan brengen, het niet haalbaar is te zeggen dat methodiek A zorgt voor uitkomst B. Begeleiding bieden vraagt een constante bijsturing (wat werkt bij het ene gezin, werkt niet noodzakelijk bij een ander gezin) en een vergelijkbare situatie kan door een ander op een verschillende manier worden aangepakt (bv. omdat een bepaalde aanpak hem/haar beter ligt). Het is dus moeilijk te objectiveren waarmee we dat resultaat bereiken. Voor één doel kunnen we ontelbare wegen volgen, afhankelijk van het gezin, de begeleider en de situatie. We maken een onderscheid tussen niet objectiveerbare en objectiveerbare elementen. 1. Niet objectiveerbaar Wat niet in woorden te vatten is. 2. Objectiveerbaar a. Houding of attitude Centraal binnen het begeleidingsproces staat onze basishouding. Deze houding omvat verschillende elementen die we kunnen beschrijven. We moeten echter opmerken dat de basishouding verweven is met de persoonlijkheid van de begeleider, waardoor die op verschillende manieren tot uiting kan komen. Basishouding binnen het begeleidingsproces: Emancipatorische houding d.w.z. ouderschap erkennen, ouders aanspreken als ouders van hun kinderen en ouderschap niet overnemen, ouders bepalen zelf de invulling van het gezinsleven. We kunnen ouders en kinderen mogelijke (alternatieve) wegen tonen, maar finaal beslissen zij welke weg wordt ingeslagen. Dergelijke houding aannemen is niet altijd evident en mensen verwachten dit vaak niet. Soms horen we ouders zeggen Zeg me wat ik moet doen. We beschouwen dit als een valkuil en proberen daar niet in mee te stappen, vanuit ons geloof dat eigen keuzes beter werken. Betrouwbaar zijn zeggen wat we doen en doen wat we zeggen. Niets beloven wat we niet kunnen waarmaken. Aftoetsen bij ouders vooraleer je iets doet. Transparantie transparant zijn in de dingen die we doen en zeggen, dingen die we ervaren benoemen op een open en niet veroordelende manier, we streven ernaar geen informatie over het gezin te hebben die het gezin niet heeft, we werken met open dossiers, enzovoort. M.a.w.: open en eerlijk zijn. Transparant zijn wil niet zeggen elke gedachte of gevoel meegeven. Het moet nuttig zijn in functie van de begeleiding. Pagina 1
Gelijkwaardigheid samenwerkingsrelatie aangaan gebaseerd op gelijkwaardigheid, met plaats voor discretie, vertrouwen, betrouwbaarheid, emotie,... Beide partijen hebben een expertise, maar de cliënt is expert als het over zijn eigen leven gaat. Ouders kennen hun kinderen als niemand anders en vice versa. Als begeleider hebben we een expertise vanuit onze opleiding en ervaring, maar we dringen die niet op. Gelijkwaardigheid mag niet worden verward met gelijkheid. Geen twee mensen zijn elkaars gelijke. Gelijkwaardigheid wil dan ook zeggen: ook al zijn we verschillend, we zijn niet meer of niet minder dan elkaar. Dit impliceert een respect voor de eigenheid van ieder gezin. Respect voor de eigenheid van ieder gezin en erkenning van de verschillen die een mens uniek maakt. We nemen een houding aan van onvoorwaardelijke achting: we gaan met mensen op weg, ongeacht hun culturele en etnische achtergrond, overtuigingen, seksuele geaardheid, uiterlijke kenmerken, emotionele gevoeligheden, medische toestand, psychisch welbevinden, hun verleden, enzovoort. Een respectvolle houding aannemen van onvoorwaardelijke achting betekent ook dat we mensen niet gaan veroordelen. We aanvaarden mensen zoals ze zijn, al wil dat niet zeggen dat we alles goedkeuren wat ze doen. Aanklampendheid of vasthoudendheid mensen tijd geven om te veranderen (verandering vraagt tijd), vasthouden tot er beweging komt en mensen niet zomaar loslaten, weerstand begrijpen en benoemen i.p.v. gezin onmiddellijk doorverwijzen, blijvend naar het gezin toegaan en het gezin bellen, blijven zoeken naar betekenissen, enzovoort. We zijn ook vasthoudend in de zin dat we mensen blijven aanspreken als ouders die expertise hebben en verantwoordelijkheid dragen (in emancipatorische zin), ook als het eens niet goed gaat of als we te maken krijgen met een niet ideale cliënt. Echtheid een hulpverlener blijft ook een mens, de thuisbegeleider is niet enkel aanwezig als hulpverlener die aan het werk is maar ook als persoon met zijn eigen krachten en gevoeligheden. Echtheid betekent ook: eerlijk zijn als je iets niet weet, spontaneïteit, gedachten/gevoelens duidelijk maken in functie van de begeleiding, Echtheid schept openheid in de relatie. Tegemoetkomende hulp en aansluiten bij de hulpvraag van het gezin naar het gezin toe gaan, bereikbaar zijn, tegemoetkomen aan de vragen en noden van het gezin (dit betekent vaak een zoektocht naar hun vragen en noden + echt luisteren, d.w.z. je eigen referentiekader niet projecteren op die van een ander), beginnen waar het gezin is, Een begeleidingsrelatie heeft weinig kans van slagen indien het gezin en de begeleider op verschillende golflengtes bezig zijn. Positieve houding: focussen op wat goed gaat en crisissen als kansen zien (zie ook Krachtig Gezi(e)n p. 40 41 en p. 52 53) Meeste gezinnen kregen al vaak te horen wat ze niet goed doen en weten ook wat ze niet goed doen (wil niet zeggen dat ze zich veilig genoeg voelen om dit toe te geven). Wat ze wel goed doen, weten en zien ze vaak niet meer. Als thuisbegeleider op zoek Pagina 2
gaan naar wat wel goed loopt en positieve zaken benoemen, gemeende complimenten geven. Crisis: tijdens een crisis is de noodzaak voor verandering groot. Gezinsleden zijn zodanig op hun ongemak dat ze voelen dat er iets moet gebeuren. Afstemmen op angstniveau (zie ook Krachtig Gezi(e)n p. 40) rekening houden met weerstand, angst (bv. voor plaatsing) erkennen, het positieve achter de angst zoeken (bv. betrokkenheid), tempo volgen van het gezin, Houding van willen leren en nieuwsgierig zijn (zie ook Krachtig Gezi(e)n p. 52) Interesse in gewoontes, belevingen, denkbeelden, etc. van gezin. Zoeken naar intenties achter gedrag. We kunnen leren van gezinnen: een zelf gevonden oplossing die werkt in het ene gezin, eventueel voorstellen in ander gezin. Cliënten benaderen als mens, mens blijven zien achter de cliënt Naast (maar niet achter) het gezin staan en de weg mee volgen die het gezin kiest Reflectieve houding Blijven bevragen! Indien zinvol kunnen we een meer directieve houding aannemen en zijn we meer sturend op één of meerdere vlakken (bv. financieel: contacten leggen met schuldbemiddelaar). Dit echter in overleg met het gezin en indien het gezin dit toelaat. Pagina 3
b. Theorie/uitgangspunten/visie Theorieën: Het is moeilijk om een volledige lijst te maken van de theorieën waarop we een beroep doen. We blijven zoeken naar bruikbare theorieën, naargelang de gezinnen die we bij ons krijgen. Het gaat hier overigens ook niet over een of/of verhaal, maar over een en/en verhaal. o contextueel denken Nagy (o.a. het innerlijke kind in elke volwassene, destructieve gerechtigdheid, roulerende rekening, loyaliteiten, ) o Brugs model o Systeemdenken (o.a. het veranderen van één element binnen een systeem kan het hele systeem in beweging brengen, ) o psychoanalytisch denken o communicatietheorie o Bundeltje Maryse Engel: Begeleiding van gezinnen: van schuld naar invloed, van invloed naar verandering, van verandering naar nieuw evenwicht o Gedragstherapeutische opvoedingsprincipes o Hechtingstheorie o Ontwikkelingspsychologische theorieën o Sociale netwerkbenadering o Uitgangspunten/visie (expertise die we opgebouwd hebben doorheen de jaren): o Mensen leven in een context en kunnen dan ook niet los worden gezien van hun context. Dit wil ook zeggen dat we het gedrag van mensen bekijken in de context. o Mensen hebben een rugzak en bijgevolg ook altijd een reden om iets te doen en om op een bepaalde manier te leven. Hoe meer informatie we hebben over de rugzak en het referentiekader van mensen, hoe makkelijker we ons kunnen inleven. Het is belangrijk om voldoende tijd te nemen om het gezin te leren kennen (dit lukt zelden in enkele weken) en info te vergaren met respect voor de privacy van het gezin. We houden echter ook in gedachten dat we een gezin nooit volledig kunnen kennen. o De sleutels tot verandering liggen in het gezin zelf. We proberen oplossingen dan ook zoveel mogelijk vanuit het gezin zelf te laten komen. Oplossingen die gedragen worden door het gezin en aangepast zijn aan hun manier van zijn, werken beter. Dit vraagt uiteraard tijd om het gezin voldoende te leren kennen, het referentiekader te bevragen, Er bestaat geen standaardoplossing die voor ieder gezin werkt en opvoedingstips van buitenaf implementeren in de thuissituatie werkt meestal niet. Pagina 4
o Het gezin is expert op het gebied van zijn eigen leven. Het is dan ook vanzelfsprekend dat we de expertise van het gezin aanspreken. In feite werken we samen verschillende expertises: die van het gezin, die van de thuisbegeleider, die van de maatschappij (verwijzers, andere hulpverleningsinstanties, scholen, ), o Er bestaan geen universele wetmatigheden die voor alles en iedereen gelden. We hebben respect voor de eigenheid en uniciteit van elk gezin, binnen een maatschappelijk verantwoord kader. o We zijn verantwoordelijk voor de vorm van een begeleiding, niet voor de inhoud. Het gezin bepaalt zijn eigen leerproces. Dit wil niet zeggen dat we geen invloed hebben. We hebben altijd invloed. Die kan positief maar ook negatief zijn. o We hebben vertrouwen in ouders en we blijven geloven dat iedere ouder het beste voor heeft met zijn/haar kind. Wanneer ouders voelen dat iemand vertrouwen heeft in hen, dan kunnen ze ook meer vertrouwen hebben in zichzelf. o Met een focus op krachten en mogelijkheden bereiken we veel meer dan te blijven stilstaan bij de problemen. o We werken integraal, d.w.z.: we hebben oog voor het gezin als geheel en voor de gezinssituatie in al zijn facetten. Opvoeding staat niet los van andere gezinsdomeinen. We maken in een begeleiding dan ook ruimte voor bijvoorbeeld praktische zaken, de partnerrelatie, enzovoort. De financiële situatie kan bijvoorbeeld een grote druk leggen op ouders, wat op zijn beurt ook een invloed kan hebben op de opvoeding van de kinderen. Ouders ondersteunen op financieel vlak is dan ook indirect bezig zijn met de ouder kind relatie. o Kinderen hebben veerkracht. We leven in een samenleving waarin het beeld van het kwetsbare kind voorop staat. We mogen echter niet vergeten dat kinderen ook veerkracht hebben. o We werken vraaggericht, niet aanbodgestuurd. D.w.z. dat we beginnen waar het gezin is, op zoek gaan naar wat ouders (niet hulpverleners) als probleem ervaren en onze eigen verwachtingen niet opdringen. Als het gezin in eerste instantie vooral praktische ondersteuning verwacht, dan proberen we zoveel mogelijk in te gaan op die vraag en niet vooruit te lopen. Vraaggericht werken vergt vanzelfsprekend flexibiliteit. o We volgen het tempo van het gezin en proberen te temporiseren. Het tempo volgen van het gezin kan betekenen dat we in het begin van de begeleiding vooral puin ruimen. o De echte hulpvragen van het gezin of gezinsleden komen vaak pas na enkele maanden of zelfs jaren naar boven. o We staan naast (niet achter) het gezin en gaan samen met het gezin op weg in gelijkwaardigheid om het goed genoeg ouderschap, Pagina 5
waarvan we geloven dat dit in alle ouders aanwezig is (maar vaak ondergesneeuwd door allerhande zaken), (terug) te vinden. o We doen een beroep op de krachten en mogelijkheden van het gezin, op het natuurlijk netwerk indien mogelijk, We houden in het achterhoofd dat het gezin uiteindelijk weer zonder de thuisbegeleiding verder moet (al is het maar als de kinderen 18 jaar worden) en proberen afhankelijkheid van de hulpverlening dan ook zo min mogelijk in de hand te werken. o We werken met belevingen, eerder dan met feiten. o We respecteren de universele rechten van de mens, de rechten van kinderen en rechten zoals het recht op privacy, het recht op informatie, etc. o Het spreekt vanzelf dat ook deze opsomming niet limitatief is en er ruimte blijft voor aanvulling of aanpassing. Pagina 6
c. Methodiek /werkvorm Volgend overzicht moet je lezen als werkdocument dat voortdurend in evolutie is. Methodiek/werkvorm Technieken Middelen (tastbaar) Mogelijke doelen Gezinsgesprek, partnergesprek, oudergesprek, individueel gesprek met ouder, kind/jongere, Gesprekstechnieken: parafraseren, reflecteren, samenvatten, actief luisteren, stiltes toelaten, de juiste vragen stellen (concretiseren, aanzetten tot nadenken, ), de wondervraag/de toverstok, gebruik van metaforen, gebruik van humor, Bavarderen Rollenspel Meerzijdige partijdigheid Welke ideeën heeft men rond opvoeding? Vanwaar kom dit idee, hoe zet men dit om in praktijk, welke bedoelde en effectieve gevolgen, Erkenning van ouderschap, van pijn, van inzet, van zorg en verdienste, Positieve bekrachtiging Zaadje planten Spiegelen Draagkracht verhogen o.a. blinde vlekken zichtbaar maken, invloed die men soms zelf niet meer kan zien zichtbaar maken, Oog hebben voor en benoemen van krachten Draagkracht verhogen Pagina 7
Schaal van 0 tot 10 Binnenkant/buitenkant verduidelijken Informeren Boeken, artikels, verhalen, Inzicht geven, zaken herkennen, Met de cliënt verschillende invalshoeken innemen om hem/haar zo de situatie vanop een afstand te laten beschouwen. Doen nadenken, ander perspectief innemen, metapositie innemen Observatie van het gezin op verschillende momenten, in verschillende contexten, Observatie en registratie opdrachten (observatie van zichzelf of anderen) Deel worden van het meubilair, invoegen in het gezin/systeem (=joining) Alternatieven aanreiken Participerende observatie Bijvoorbeeld via sterrenspel, duplopoppen, Bijhouden van een dagboek, werken met schema s, pictogrammen, Hoe gaan de gezinsleden om met elkaar, inleving van ouders in hun kinderen, O.a. uitspraken als hij is altijd zo proberen te nuanceren, relativeren Betrokkenheid verhogen, afstand verkleinen Pagina 8
Activiteiten met ouder(s), jongere, We geven de voorkeur aan activiteiten (bv. spelletjes, samen boodschappen doen, ) die uit het gezin zelf komen. De vier stappen van leren (voordoen, samendoen, alleen doen met begeleiding, alleen doen) Sterrenspel Gezinskaarten Duplopoppen Themaboekjes Krachtkaarten Via spel communiceren (minder bedreigend) Gezin leren kennen en gezinsleden elkaar leren kennen, van elkaar leren, Via spel anders naar de zaken doen kijken, het gezin de kans geven om op spontane wijze zelf tot nieuwe inzichten komen, Invoegen in leefwereld van kind Opnieuw het positieve inbrengen Genogram Ecogram Zicht (doen) krijgen op het sociaal netwerk van het gezin Meegaan met Contextuele methodiek Bemiddelen tussen instanties/verwijzer/familie en gezin Erkennen van pijn/inzet, meerzijdige partijdigheid, oriëntatie op hulpbronnen, verbindend werken, belang van actie en hanteren moratorium, ontschuldiging Vragenlijst rond teamvorming Contact tussen gezin en hulpverlening/familie op gang brengen of versterken Praten over moeilijke dingen zonder onmiddellijk conflict, zicht krijgen op omgangswijzen, Praten over moeilijke dingen zonder onmiddellijk conflict Psycho analytische benadering Containment (helpen dragen, evt. tijdelijk overnemen) Pagina 9
Systeem theoretische benadering Communicatietheorie Brugs model Teamwerking/ werkbegeleidingen Cliëntoverleg Gerichte samenwerking Werking van een mobiel (1 iets in beweging, alles in beweging) Binnenkant/buitenkant Focus op interactie, wat gebeurt er tussen mensen Flowchart (doen we niet mee naar het gezin, we gebruiken dit soms wel als kader binnen team of gezinsgesprekken) Uitnodiging tot reflectie, externe blik op situatie, ander perspectief, terugkoppeling, zoeken naar nieuwe technieken, methodieken, Circulariteit duidelijk maken en weg van de schuldvraag/het individu, ontschuldigend; kleine verandering kan hele systeem in beweging brengen; er zijn veel wegen naar één oplossing; Weg van het individu, ontschuldigend; Communicatie is zodanig ingewikkeld dat misverstanden niet volledig te vermijden zijn. Indien even zoek, elkaar proberen terugvinden, maar er zullen altijd misverstanden voorkomen. Individuele begeleider versterken; begeleiding nieuwe impulsen geven; vastgelopen begeleiding terug op gang brengen; standpunten innemen als team; Pagina 10
Taal van kinderen/jongeren, aansluiten bij leefwereld kinderen en jongeren Huisjes maken samen met kinderen Doos vol gevoelens (kinderen) Doelenkaarten Tekeningen maken Boekjes lezen Spelletjes spelen Muziek beluisteren Werkboekjes echtscheiding voor kinderen Werkboekje jongeren en drugproblematiek (maat in de shit) Werkboekje alcohol voor jongeren KOPP box Duplo poppen Uitleg over Balans, plaatsje voor vragen/dingen om aan te werken/ Gevoelens leren herkennen, benoemen, omgang met gevoelens, Taal geven om doelen voor begeleiding te stellen Pagina 11
Gebruikte literatuur Hendrickx, V. (2010). Krachtig gezi(e)n. Gezinnen en thuisbegeleiders aan het woord. Mechelen: Emmaus vzw. Pagina 12