Evaluatie & Reflectie Naam leerbedrijf: Naam praktijkopleider: Naam leerling-werknemer/stagiair: BPV -periode: van tot Datum evaluatiegesprek: Datum reflectiegesprek: 1
Inleiding Het evaluatie- en reflectieformulier is ontwikkeld om de kwaliteit van de begeleiding van de leerlingwerknemer/stagiair in de beroepspraktijkvorming (BPV) te bevorderen. Het is voor de praktijkopleider een hulpmiddel om te zien waar en hoe zaken in het begeleidingstraject aangepast kunnen en of moeten worden. De opleidingsadviseur ondersteunt u hier graag bij. Werkwijze Aan het einde van elke BPV-periode maakt de opleidingsadviseur van de SVGB een afspraak met de praktijkopleider om terug te kijken hoe de begeleiding van de leerlingwerknemer/stagiair is verlopen. Ter voorbereiding op dit gesprek evalueert de praktijkopleider met de leerlingwerknemer/stagiair zijn/haar begeleiding en vult zelf het reflectieformulier in. Tijdens het gesprek met de opleidingsadviseur is deze informatie het uitgangspunt en wordt besproken wat goed gegaan is en wat voor de volgende periode verbeterd kan of moet worden. Hierover maken de praktijkopleider en opleidingsadviseur afspraken over de te ondernemen acties en de begeleiding van de opleidingsadviseur naar de praktijkopleider. Het evaluatie- en reflectieformulier bestaat uit 3 delen: - Deel I wordt door de leerlingwerknemer/stagiair ingevuld, voorafgaande aan het evaluatiegesprek. - Deel II wordt ingevuld tijdens het evaluatiegesprek - Deel III wordt ingevuld door de praktijkopleider na het evaluatiegesprek. Deel I en II zijn evaluerend van aard, deel III is reflecterend. 2
DEEL I In te vullen door leerlingwerknemer/stagiair ter voorbereiding op evaluatiegesprek WAT HEB IK ALLEMAAL GEDAAN? 1. Ik heb alle BPV-opdrachten voor deze periode uitgevoerd 2. Ik heb de volgende BPV-opdrachten niet uitgevoerd ANTWOORDEN ja ga door met vraag 4 nee ga door met vraag 2 3. Ik heb niet alle BPV-opdrachten uitgevoerd omdat 4. Alle BPV-opdrachten die ik heb uitgevoerd zijn door de praktijkopleider beoordeeld ja ga door met vraag 7 nee ga door met vraag 5 5. De volgende uitgevoerde BPVopdrachten zijn niet beoordeeld 6. Deze BPV-opdrachten zijn niet beoordeeld omdat 7. In deze periode heb ik de volgende competenties geleerd nl.: 8. Ik vind dat ik de volgende werkzaamheden, die ik deze periode heb geleerd, goed kan uitvoeren 9. De volgende werkzaamheden, die ik deze periode heb geleerd, vind ik nog moeilijk 3
WAT VIND IK VAN DE BEGELEIDING? 1. Hieronder staan 15 stellingen. Ze hebben allemaal betrekking op de begeleiding die je hebt gekregen van de praktijkopleider in de afgelopen BPV-periode. Lees ze goed en bepaal dan of je het wel of niet met de stelling eens bent. Kruis het rondje aan dat voor jou van toepassing is. Als je het niet weet kruis je dat aan in de laatste kolom. DEZE STELLINGEN HEBBEN BETREKKING OP DE AFGELOPEN BPV-PERIODE 1 In de introductieperiode heb ik het bedrijf goed leren kennen. 2 De praktijkopleider heeft voldoende tijd om mij goed te begeleiden. 3 Er zijn voldoende overlegmomenten met de praktijkopleider. 4 De praktijkopleider of een andere collega heeft me goede instructie gegeven over bepaalde werkzaamheden. 5 Ik mag voldoende werkzaamheden zelfstandig uitvoeren. 6 De praktijkopleider stimuleert mij om naast het (productief) werken ook bepaalde werkzaamheden goed te oefenen. 7 Ik krijg voldoende tijd om zelf dingen te leren. 8 Er is een goede afstemming tussen de verschillende werkzaamheden die ik moet doen. 9 Ik heb voldoende tijd om naast het productieve werk mijn BPV-opdrachten uit te voeren. 10 Ik weet precies bij wie ik in het bedrijf voor een bepaalde vraag terecht kan. 11 De praktijkopleider zorgt ervoor dat ik veel leer over veiligheid op de werkplek. 12 De begeleidingsgesprekken met de praktijkopleider verlopen goed. 13 Het is me duidelijk waarnaar wordt gekeken als ik wordt beoordeeld op een bepaalde activiteit. 14 Ik weet precies hoe de procedure van beoordeling bij dit bedrijf is. 15 Ik heb nu minder begeleiding nodig dan aan het begin van deze BPV-periode. Hele-maal mee oneens Mee oneens Niet oneens niet eens Mee eens Hele-maal mee eens Weet niet 2. Toelichting op bovengenoemde stellingen (noem het nummer erbij) 3. Wat kan er volgens jou nog beter in de samenwerking met de praktijkopleider? 4
DEEL II In te vullen door praktijkopleider tijdens evaluatiegesprek 1. Zijn alle BPV-opdrachten voor deze periode uitgevoerd? Zo niet, waarom niet? 2. Zijn alle BPV-opdrachten voor deze periode beoordeeld? Zo nee, waarom niet? 3. Afspraken over de BPVopdrachten en werkzaamheden de komende periode. 4. Neem de vragenlijst door die de leerlingwerknemer/stagiair heeft ingevuld over de begeleiding in de afgelopen BPV-periode. (vraag 1, blz 3) begin met de weet niet Kan er na verduidelijking toch een keus worden gemaakt? verheldering van de ingevulde lijst. De leerlingwerknemer/stagiair geeft uitleg waar zinvol 5. Bespreek met de leerlingwerknemer/stagiair wat hij/zij heeft opgeschreven over eventuele verbeterpunten in de samenwerking. Maak hierover afspraken. 5
DEEL III In te vullen door praktijkopleider ter voorbereiding op reflectiegesprek 1. Benoem de voor jou sterke en zwakke punten van de begeleiding van de leerlingwerknemer/stagiair in de afgelopen BPV-periode. 2. Benoem de voor jou belangrijkste evaluatiepunten die de leerlingwerknemer/stagiair heeft aangegeven. 3. De leerlingwerknemer/stagiair heeft aangegeven welke werkzaamheden, die deze periode zijn geleerd, hij/zij goed kan uitvoeren en welke werkzaamheden nog moeilijk zijn (zie vraag 8/9, blz 2). Hoe heb je de leerlingwerknemer/stagiair bij deze werkzaamheden begeleid? Zijn er verschillen in de aard van de begeleiding? 4. Benoem de aandachtspunten ter verbetering van de begeleiding voor de volgende BPV-periode en hoe je het wil aanpakken en voor welke datum. 6