EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS

Vergelijkbare documenten
TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN DE ARTEZ HOGESCHOOL VOOR KUNSTEN TE ARNHEM. Een rapport van de Inspectie van het Onderwijs

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 maart 2014 Onze Referentie :

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie :

TOEZICHT OP DE FINANCIELE CONTINUÏTEIT VAN HET AOC NORDWIN COLLEGE TE LEEUWARDEN EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Stichting Van Brienenoordschool te Rotterdam

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting voor Speciaal Basisonderwijs te Doetinchem

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Vereniging Instituut Schreuder

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij de Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam

RAPPORT VAN BEVINDINGEN (DEFINITIEF) FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente te Zeist

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Petrus Canisius College te Alkmaar

TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN HET ROC VAN FLEVOLAND EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS. Utrecht, maart 2016 Kenmerk:

VAN AANGEPAST NAAR BASIS FINANCIEEL TOEZICHT

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij STICHTING VOOR R.K. HOGER- EN MIDDELBAAR VOORBEREIDEND ONDERWIJS NOORDELIJK ROTTERDAM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Het Zonnewiel te De Bilt

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Stichting Kristallis te Nijmegen

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Het Zonnewiel te De Bilt

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting dr. Aletta Jacobs College

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

Bestuursnummer : Onderzoeksnummer : Documentnummer :

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Schoolvereniging Aerdenhout-Bentveld te Aerdenhout

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Onderwijs 4 Nieuwe Tijd (04NT) te Amsterdam

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Ede (Pallas Athene College)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT STICHTING ROOMS KATHOLIEKE SCHOLEN DIEMEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij stichting Speciaal Onderwijs Midden Nederland (40908) te Bilthoven

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Petrus Canisius College te Alkmaar

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL. CONTINUITEITSTOEZICHT bij Stichting Scholen aan Zee

TOEZICHT OP DE FINANCIELE CONTINUÏTEIT VAN STICHTING HAS OPLEIDINGEN TE S-HERTOGENBOSCH EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Islamitische Scholen El Amal

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij stichting Kristallis (40367) te Nijmegen

JAARREKENINGEN 2010 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

y/y^ 4* ^ Inspectie van het Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF

Kanttekeningen bij de Begroting Paragraaf 4 Financiering

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Vereniging Algemeen Onderwijs Kockengen e.o /70033

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Basisschool De Werf: vrije persoonlijkheidsvorming, sterk inhoudelijk onderwijs en een goede zorgstructuur

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES

Datum 23 december 2016 Antwoord op schriftelijke vragen over rapport Algemene Rekenkamer over vastgoed universiteiten

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG

Stichting NME Alkmaar gevestigd te Alkmaar. Jaarrekening 2013

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Regionaal Orgaan Openbaar Basisonderwijs Lauwersland te Buitenpost H /41492

Het financieel beleid van onderwijsinstellingen

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Katholiek Onderwijs Drimmelen /43967

Financieel Jaarverslag 2015 en Begroting Tennisclub Ootmarsum

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Protestants-Christelijk Basis- en Orthopedagogisch Onderwijs te Rotterdam-Zuid /47595

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam H /41775

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Scholengroep Den Haag Zuid- West /41402

jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in het Gooi te Hilversum /20187

Versie TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs Leiden /42504

drs. J. (Jaap) Bergman RA directeur - partner Hartelijk welkom

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Primair Onderwijs Peelraam te Wanroij /71749

Datum 1 maart 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) over scholen die geld oppotten.

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Bijzonder Basisonderwijs Velsen H /40257

Treasury Statuut Vastgesteld 10 april 2017

PROGRAMMABEGROTING

Aan de gemeenteraad. Registratienummer: GF Datum: 8 mei 2012 Agendapunt: 18. Behandelend ambtenaar: De heer C. Tiemersma

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena H /41878

Leningen en kasstromen

Presentatie Treasury FEO. 11 juli 2005

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting voor Interconfessioneel Basisonderwijs te Rotterdam e.o /40269

Jaarverslag publieksversie

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Sirius te Amsterdam /41716

FINANCIEEL VERSLAG 2016 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting

Agendanr. : Voorstelnr. : Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007.

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XIV CV te Groningen. Over de periode 1 januari 2010 t/m 30 juni 2010

Financiële benchmark over de cijfers van 2014

FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Onderzoek huidige financiële positie Gemeente Doetinchem en gemeente Oude IJsselstreek 21 november 2012

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland te Borculo /83189

FINANCIEEL VERSLAG 2014 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Hillegersberg-Schiebroek te Rotterdam /40774

ONDERZOEK FINANCIËLE POSITIE. Stichting Samenwerkingsbestuur Primair Onderwijs Maas en Waal te Horssen H /41340

HAN Jaarverslag Bestuur en management. Risicomanagement

Transcriptie:

TOEZICHT OP DE FINANCIËLE CONTINUÏTEIT VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM EEN RAPPORT VAN DE INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS Utrecht, april 2016 Kenmerk: 4776370

INHOUD Samenvatting 5 1 Inleiding 9 1.1 Algemeen 9 1.2 Wettelijk kader 9 1.3 Onderzoeksopzet 9 1.4 Opbouw rapport 9 2 Bevindingen 11 2.1 Algemeen 11 2.2 Ontwikkeling financiële kengetallen 11 2.3 Ontwikkeling financiële positie van de VU versus de gemiddelde universiteit 12 2.4 Ontwikkeling aantal inschrijvingen 13 2.5 Vastgoed, investeringen en huisvestingslasten 14 2.6 Financiering van vastgoed en derivaten 15 3 Financieel toezichtarrangement VU 17 Bijlage 19

Samenvatting In het kader van het toezicht op de continuïteit van het hoger onderwijs heeft de inspectie van het onderwijs (hierna: de inspectie) in februari - maart 2016 onderzoek gedaan naar de financiële positie van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: de VU). Bij de analyses van de jaarrekening 2014 heeft de inspectie een neerwaartse trend vastgesteld in de financiële kengetallen van de VU. Uit de continuïteitsparagraaf blijkt deze trend zich in 2015 te versnellen, waarbij de liquiditeit onder de signaleringsgrens zal komen. Dit is het gevolg van de (geplande) investeringen en de negatieve exploitatieresultaten. Verder blijkt uit het aantal inschrijvingen 2015 dat de VU circa 3% minder inschrijvingen en 7% minder instroom heeft ten opzichte van 2014. Daarnaast beschikt de VU over een grote portefeuille aan derivaten waarvan een deel ineffectief is (daar staan nog geen leningen tegenover). Overigens zijn de derivaten van de VU in de afgelopen jaren vaker onderwerp van gesprek geweest waarover heldere afspraken zijn gemaakt. De inspectie heeft in deze ontwikkelingen aanleiding gezien om de financiële continuïteit van de VU te onderzoeken. Zij heeft daartoe de huidige en verwachte financiële positie van de VU geanalyseerd, met als leidende vraag of de financiële continuïteit van de VU binnen afzienbare termijn in het geding is. Het antwoord hierop is bepalend voor het financieel toezichtarrangement. Op basis van de uitkomst van het onderzoek constateert de inspectie dat er geen acute financiële problemen te verwachten zijn bij de VU. De huidige en verwachte ontwikkeling van de financiële positie vraagt wel om aandacht voor en flexibiliteit in de financiële bedrijfsvoering. Verder heeft de inspectie een aantal risico s geconstateerd voor de financiële bedrijfsvoering van de VU. Uit het onderzoek van de inspectie blijkt dat de VU zowel vóór aanvang van het investeringsprogramma als daarna risicoanalyses heeft verricht en vervolgens beheersmaatregelen heeft getroffen, waaronder het opdelen van de investeringen in deelprojecten met afzonderlijke besluitvorming voor de uitvoering na gedeeltelijk voorfinanciering uit eigen middelen, het maandelijks monitoren van de liquiditeiten voor besluitvorming over de investeringen en het instellen van commissies voor huisvesting, investeringen en treasury. De verwachting is dat hierdoor mogelijke risico s voor de financiële continuïteit van de VU intern eerder kunnen worden gedetecteerd en in een vroeg stadium kunnen worden opgeschaald naar het hoogste bestuurlijke niveau. De financiële positie van de VU is in de afgelopen jaren ten opzichte van de sector achteruitgegaan 1. Uit de balansen 2010 tot en met 2014 blijkt dat de wo-sector als geheel, maar de VU in het bijzonder, kapitaalintensiever is geworden (meer geld in gebouwen) en dat de kostenstructuur minder flexibel is geworden (hogere vaste lasten). De relatieve omvang van de afschrijvingen en huisvestingslasten waren bij de VU lager, maar zijn de afgelopen jaren gestegen tot het niveau van het sectorgemiddelde. 1Bij deze analyse heeft de inspectie de gegevens van de VU vergeleken met de gemiddelden van de achttien bekostigde universiteiten (wo).

De VU heeft een investeringsprogramma van in totaal circa 450 mln. over de periode 2012-2022. Een groot deel hiervan wordt uit eigen middelen betaald. Daarnaast heeft de VU een financieringsarrangement met de banken afgesloten van in totaal 230 mln. Op basis van de huidige inzichten verwacht de VU dat hiervan uiteindelijk minder - circa 215 mln. - zal worden aangewend voor de investeringen. De leningen worden ingezet nadat de investeringen voor 50% uit eigen middelen van de VU zijn betaald. Volgens de opgave van de VU moeten de totale bouwplannen uiteindelijk leiden tot een vermindering van het aantal m 2 en tot langjarig gemaximeerde huisvestingskosten van gemiddeld 14% van de totale kosten. Dit betekent een stijging van de huisvestingslasten die volgens de VU zal worden gefinancierd/gecompenseerd met een structurele verlaging van de lasten van de ondersteunende processen. De VU heeft afgelopen jaren geïnvesteerd om deze verlaging van de lasten van de ondersteunende processen en de bedrijfsvoering te realiseren. Ter dekking van het renterisico op lang vreemd vermogen heeft de VU vanaf 2005 een zevental renteswaps afgesloten met een contractwaarde van in totaal 198 mln. De marktwaarde van de derivaten bedroeg eind 2014 142,6 mln. negatief (eind 2015 126,3 mln. negatief). Tegenover een deel van deze derivaten zijn (nog) geen leningen aangegaan. Dit is het gevolg van te vroegtijdig aangegane swap-contracten ter afdekking van het renterisico die door vertraging in de uitvoering van de vastgoedplannen niet goed aansloten bij de feitelijke financieringsbehoefte van de VU. Deze zogenoemde ineffectiviteit van de swapportefeuille vormt een langlopende schuld en bedroeg eind 2014 25,8 mln. (eind 2015 22 mln.). De VU verwacht dat de ineffectiviteit in de komende jaren zal verminderen door het afroepen van de leningtranches. De VU heeft inmiddels een definitief beeld van de inschrijvingen en de instroom van het aantal studenten in 2015. Daaruit blijkt dat de VU in absolute en relatieve zin minder instroom heeft ten opzichte van 2014 in vergelijking met de andere universiteiten. Dat betekent dat de VU vanaf 2017 een lagere rijksbijdrage ontvangt. Inmiddels heeft de VU een interne analyse uitgevoerd op de inschrijvingen en instroom. Deze analyse is gebaseerd op een geavanceerde wiskundige methode en geeft de VU inzicht in een risicotypologie van studenten. Op basis van de uitkomst van de analyse zal de VU gericht maatregelen nemen om verdere daling van het aantal inschrijvingen en de instroom in de toekomst te voorkomen. Op basis van het bovenstaande heeft de inspectie besloten om het financieel continuïteittoezicht op de VU ongewijzigd te laten. De inspectie kent dan ook het basisarrangement financieel toezicht toe aan de VU. De inspectie heeft daarbij een aantal aanvullende afspraken gemaakt met het College van Bestuur van de VU. Op basis van deze afspraken zal de inspectie komende periode de financiële positie van de VU tussentijds volgen. Tevens heeft de inspectie met het College van Bestuur van de VU het volgende afgesproken: mochten zich ontwikkelingen voordoen die de financiële positie van de universiteit sterk (negatief) beïnvloeden, dan meldt het College van Bestuur dat gelijk bij de inspectie.

1 Inleiding 1.1 Algemeen De Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) heeft in februari - maart 2016 een onderzoek verricht naar de financiële positie van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: de VU). Aanleiding voor het onderzoek waren de negatieve trends in de financiële kengetallen en de verwachte ontwikkeling hiervan in combinatie met de omvangrijke huisvestingsplannen en de sterk gedaalde inschrijvingen 2015 van de VU. Deze aandachtspunten vloeiden voort uit de risicoanalyse die de inspectie jaarlijks opstelt aan de hand van de jaarstukken van de VU. 1.2 Wettelijk kader De inspectie oefent toezicht uit op het hoger onderwijs binnen de kaders van de Wet op het onderwijstoezicht en de Wet hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Op basis van het Toezichtkader hoger onderwijs houdt de inspectie toezicht op onder meer de financiële continuïteit van de ho-instellingen. Het doel van het toezicht op financiële continuïteit is te bewaken dat instellingen beschikken over een gezonde financiële positie en een goed financieel beheer, met het oog op de waarborg van de toegankelijkheid van het onderwijs en kwaliteit van het onderwijs en onderzoek. 1.3 Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: een analyse van de jaarstukken 2013 en 2014; een analyse op (niet door een accountant gecontroleerde) voorlopig jaarresultaat VU 2015; een analyse van onderbouwingen van de financiële gegevens die ter aanvulling of verduidelijking bij de VU zijn opgevraagd ter voorbereiding van de gesprekken en de rapportage; het vragen van toelichtingen in gesprekken met het College van Bestuur en de directeur financiën van de VU op 10 en 24 februari 2016; een wederhoor van het conceptrapport van bevindingen met het College van Bestuur van de VU. Het onderzoek is gericht op het analyseren van de huidige en verwachte financiële positie van de VU, met als leidende vraag of de financiële continuïteit van het onderwijs binnen afzienbare termijn in het geding is. 1.4 Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de financiële positie. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement.

Pagina 10 van 19

2 Bevindingen 2.1 Algemeen Uit de analyse van de inspectie aan de hand van de jaarrekening 2014 is gebleken dat als gevolg van de grote investeringen in vastgoed en de negatieve exploitatieresultaten (in verband met incidentele kosten) van de afgelopen jaren de financiële positie van de VU een neerwaartse ontwikkeling heeft gekend in de periode 2012-2014. Verder blijkt uit de analyse dat in de periode 2010-2014 de balans van de VU groter is geworden ten opzichte van het exploitatietotaal, door de investeringen in vastgoed enerzijds en anderzijds door de toename van de langlopende schulden. Op basis van de gegevens uit de continuïteitsparagraaf in het jaarverslag 2014 constateerde de inspectie dat de beschreven negatieve trends zich de komende jaren zouden doorzetten. Zo is de liquiditeit in 2015 onder de signaleringgrens geraakt. Daarnaast beschikt de VU over een grote portefeuille van derivaten waarvan een deel ineffectief is (er staat nog geen lening tegenover). Deze derivaten van de VU zijn de afgelopen jaren vaker onderwerp van discussie geweest in de media en de politiek. Verder blijkt uit het aantal inschrijvingen 2015 van de universiteiten dat de VU circa 3% minder inschrijvingen en 7% minder instroom heeft ten opzichte 2014. De inspectie heeft in deze ontwikkelingen aanleiding gezien om de financiële continuïteit van de VU nader te onderzoeken. Hierbij zijn ook het jaarplan 2016, waarin een meerjarenbegroting 2016-2018 is opgenomen, en de voorlopige cijfers over 2015 ( managementcijfers 2015 ) betrokken. 2.2 Ontwikkeling financiële kengetallen In onderstaande tabel wordt in enkele kengetallen de financiële ontwikkeling van VU weergegeven over de periode 2011 tot en met 2015. Ook de verwachte ontwikkeling voor 2016 tot en met 2018 is in de tabel afgezet tegen de signaleringsgrenzen 2. De signaleringsgrenzen hanteert de inspectie om mogelijke risico s voor de financiële continuïteit te detecteren. 2015 Begroting kengetallen 3 2012 2013 2014 (prognose) 2016 2017 2018 Liquiditeit 0,85 0,62 0,55 0,41 0,36 0,36 0,40 Solvabiliteit 0,58 0,57 0,47 0,43 0,40 0,39 0,39 Rentabiliteit 2,1% -1,9% -3,9% -2,1% 0,4% 0,9% 0,8% Liquiditeit De VU heeft een investeringsprogramma van in totaal circa 450 mln. in vastgoed. Conform de afspraken met de banken financiert de VU 50% van die investeringen met eigen middelen. Daardoor is de liquiditeit in 2015 teruggelopen tot onder de signaleringgrens. Naar verwachting zal die tot en met 2018 niet voldoende herstellen. 2Signaleringswaarden:- Solvabiliteit 2 = 0,30 Liquiditeit = 0,5 Rentabiliteit = 3 j < nul, of jaar T en jaar T-1 steeds <-5%of jaar T < -10%. 3De kengetallen tot en met 2014 zijn ontleend aan de door de instellingsaccountant gecontroleerde jaarrekeningen. De kengetallen vanaf 2015 zijn ontleend aan het definitief concept van Jaarplan 2016 VU waarin een meerjarenbegroting is opgenomen. Pagina 11 van 19

Uit de verstrekte geactualiseerde informatie van de VU blijkt dat de liquiditeit verder verslechtert als gevolg van de investeringen. De VU is in gesprek met de banken over het verruimen van de liquide middelen om daarmee een verwacht tijdelijk tekort in 2016 en 2017 te kunnen opvangen. Deze verruiming wordt gezocht door enerzijds inzet van de resterende ruimte binnen het huidige financieringsarrangement en anderzijds via een verruiming van het huidige rekeningcourantkrediet Verder heeft de VU een maandelijkse treasurycommissie in het leven geroepen, die functioneert naast de auditcommissie van de Raad van Toezicht. Ook met de extra kredietfaciliteit blijft de liquiditeit van de VU in 2016 en 2017 onder de signaleringsgrens, maar wel minder kritisch. De inspectie heeft met het College van Bestuur van de VU afgesproken dat de VU de inspectie per kwartaal informeert over de ontwikkeling van de liquiditeit en de inspectie terstond informeert over uitkomsten die een sterk negatief effect hebben op de liquiditeit zoals het uitblijven van een aanvullende kredietfaciliteit. Solvabiliteit Eind 2008 bedroeg de solvabiliteit II van de VU circa 0,68. Door de opgenomen leningen voor de investeringen en de exploitatietekorten is de solvabiliteit gedaald. Deze zal zich vanaf 2016 rond 0,40 stabiliseren. De VU verwacht met deze solvabiliteit overigens geen financieringsproblemen. De afspraken die de instelling met de banken heeft gemaakt, betreffen een solvabiliteitgrens van 0,30 en voor de investeringen maxima van de zogenoemde Loan- to-value Ratio 4 en Debt Service Capacity Ratio 5. De VU verwacht daar de komende jaren ruimschoots aan deze voorwaarden te voldoen. Rentabiliteit Uit de jaarrekeningen 2013 en 2014 en de voorlopige uitkomsten 2015 blijkt dat de VU de afgelopen jaren steeds een sluitend/positief exploitatieresultaat uit de reguliere bedrijfsvoering heeft gehad. De resultaten waren ook beter dan begroot. De negatieve rentabiliteit van de afgelopen jaren is het gevolg van incidentele lasten in verband met de reorganisatie (deels als voorziening) en de aanpassingen van de ondersteunde processen (programma bedrijfsvoering). Met deze eenmalige kosten/investeringen wil de VU de lasten van de ondersteunende processen structureel verlagen. Overigens verwacht de VU op grond van de voorlopige nog niet door de accountant gecontroleerde cijfers over 2015 een kleiner negatief exploitatieresultaat 2015 dan eerder begroot, vooral door lagere uitgaven aan het programma bedrijfsvoering en de opbrengsten uit de verkoop van Kaupthing-obligaties. Verder verwacht de VU vanaf 2016 jaarlijks weer een positief exploitatieresultaat (rentabiliteit). 2.3 Ontwikkeling financiële positie van de VU versus de gemiddelde universiteit De inspectie heeft de ontwikkeling van de financiële positie van de VU in de periode 2009-2014 vergeleken met die van de sector wo in dezelfde periode. Daaruit blijkt het volgende (zie ook de bijlage bij dit rapport): 4 Loan-to-Value Ratio= LTV Ratio: een maximumverhouding tussen de hoogte van de nog niet afgeloste banklening en de actuele waarde (taxatiewaarde) van het vastgoed gedurende de gehele looptijd van de banklening 5 Debt Service Capacity Ratio= DSC Ratio: in hoeverre de onderneming in staat is om aan de contractuele financiële verplichtingen te voldoen Pagina 12 van 19

in de desbetreffende periode is de gehele wo-sector, en de VU in het bijzonder, kapitaalintensiever geworden (het balanstotaal is groter dan het totaal van de exploitatiebaten); de omvang van de materiële vaste activa (waarvan vastgoed de omvangrijkste post is) is bij de VU sneller gegroeid en is daar dominanter voor de balans dan gemiddeld in de rest van de wo-sector; het eigen vermogen van de VU is in tegenstelling tot de wo-sector gedaald, waardoor met name de relatieve omvang van het eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen van de VU sterker is gedaald dan die van de wo-sector; de VU (die tot 2013 nauwelijks langlopende schulden had) is in de afgelopen paar jaar langlopende leningen aangegaan; deze vormen de helft van de toename van langlopende leningen van de gehele wo-sector; de langlopende leningen vormen bij de VU relatief een groter deel van de financiering (balans) dan gemiddeld in de rest van de sector; de huisvestingslasten (exclusief rentelasten) van de VU zijn toegenomen tot het sectorale gemiddelde. Door de geplande investeringen wordt de VU tot eind 2018 nog kapitaalintensiever; de boekwaarde van de materiële vaste activa loopt over de periode 2015-2018 met circa 125 mln. op tot circa 610 mln. De langlopende leningen lopen in dezelfde periode op met 110 mln. tot 235 mln. Daarmee loopt het balanstotaal verder op tot circa 715 mln. tegenover een exploitatie met totale baten in 2018 van circa 480 mln. De kosten voor afschrijvingen en rentelasten nemen fors toe en daardoor neemt de flexibiliteit van de kostenstructuur VU af. 2.4 Ontwikkeling aantal inschrijvingen Aantal/jaar Het aantal ingeschreven studenten van de VU is in de afgelopen twee decennia bijna verdubbeld tot ruim 25.000 in 2011. In 2012 en in 2015 is dit aantal afgenomen tot 22.961 in 2015. In de onderstaande tabel is de ontwikkeling van het aantal studenten van de VU weergegeven. 2015 (voorl.) 2016 6 (progn.) 2017 (progn.) 2011 2012 2013 2014 Totaal inschrijvingen 25.060 23.589 23.648 23.684 22.961 22.732 22.618 Bekostigde studenten 14.224 14.480 14.416 14.037 13.671 Behaalde diploma s per academie jaar 2010-11 2011-12 2012-13 2013-14 2014-15 Bachelor 2.827 3.213 3.228 3.191 3.219 Master 3.552 4.436 3.938 4.007 4.235 De daling van het aantal studenten in 2015 komt vooral door de lagere instroom van de nieuwe bachelorstudenten met circa 12% t.o.v. 2014. Bij de masteropleidingen heeft de VU een groei van circa 8% in 2015. Ook landelijk is er sprake van een daling van de instroom van bachelors t.o.v. 2014. Maar de daling is bij de VU groter en wordt als volgt verklaard: de landelijke teruggang in de studierichtingen waarin de VU sterk is vertegenwoordigd (alfa, gamma); 6 Aantallen 2016 en 2017 betreffen de prognoses van de VU zelf. Pagina 13 van 19

landelijk vindt een verschuiving plaats naar de twee studierichtingen waarin de VU niet actief is, landbouw en techniek; en de VU heeft bij aantal opleidingen een numerus fixus ingevoerd. Daarmee verliest de VU een deel van haar marktaandeel in de rijksbijdrage vanaf 2017. De VU heeft de effecten van de terugloop van het aantal inschrijvingen verwerkt in de meerjarenbegroting (bij het jaarplan/begroting 2016). Inmiddels heeft de VU een interne analyse uitgevoerd op de inschrijvingen 2015. Deze analyse is gebaseerd op een geavanceerde wiskundige methode. Op basis van de uitkomst van de analyse zal de VU maatregelen nemen om verdere daling van het aantal inschrijvingen en de instroom in de toekomst te voorkomen. 2.5 Vastgoed, investeringen en huisvestingslasten Medio jaren negentig heeft de VU alle gebouwen en terreinen die op dat moment door haar werden gebruikt, om niet verkregen van de rijksoverheid. Sindsdien is de VU - net als andere bekostigde universiteiten - integraal verantwoordelijk voor de financiële exploitatie, inclusief huisvesting. Dit laatste betreft niet alleen het gebruik en onderhoud, maar ook de vervanging en de financiering. De gebouwen van de VU stammen uit de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw en het vastgoedbestand was afgestemd op een studentenaantal van circa 12.500 van begin jaren 90. Inmiddels heeft de VU bijna een dubbel zo hoog aantal studenten en zijn de gebouwen technisch en economisch verouderd. In 2011 heeft de VU een masterplan opgesteld voor de ombouw van het complex naar een campus. Dit betreft een investeringsprogramma van in totaal circa 450 mln. over de periode 2012-2022. Dit plan wordt jaarlijks herijkt naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen, zoals: verwachte aantal studenten, ontwikkelingen als distance learning en samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en andere onderwijsinstellingen. Volgens de opgave van de VU moeten de totale bouwplannen uiteindelijk leiden tot een vermindering van aantal m 2 en tot gemaximeerde huisvestingskosten van gemiddeld 14% van de totale kosten. Die 14% huisvestingslasten is inclusief de kapitaalslasten en facilitaire kosten en betreft een langjarig gemiddelde. Deze stijging van de huisvestingslasten zal volgens de VU worden gefinancierd / gecompenseerd door een structurele verlaging van de lasten van de ondersteunende processen. De VU heeft afgelopen jaren geïnvesteerd in die structurele verlaging van de lasten van de ondersteunende processen en de bedrijfsvoering. De VU heeft diverse beheersmaatregelen ingesteld voor de bewaking van de investeringen en bouwkosten: voor het toezicht op de bouwplannen heeft de Raad van Toezicht de taak van de Auditcommissie uitgebreid tot Audit- & Huisvestingscommissie ; de medezeggenschap wordt via een eigen huisvestingscommissie betrokken bij de huisvestingsplannen; sinds eind 2015 is een Treasurycommissie ingesteld die maandelijks aan het College van Bestuur en de Raad van Toezicht zal rapporteren over de liquiditeit; de investeringsbeslissingen met financiële verplichtingen worden maandelijks mede op basis van die maandelijkse treasury-rapportages bepaald; de financieringsruimte is mede bepalend voor het aangaan van investeringsverplichtingen. Pagina 14 van 19

Volgens de VU kennen de investeringen verschillende fasen en duidelijke go/no go - en on hold -momenten. Er zijn geen verplichtingen aangegaan die een kettingreactie van investeringsverplichtingen veroorzaken voor de komende maanden en jaren. Wel moet de VU 50% van de investeringen zelf financieren, voordat de bank overgaat tot uitbetaling van de tranche van de lening. De inspectie constateert dat de VU de volgende risico s loopt bij de uitvoering van de investeringsplannen: voor het verplichte eigen financieringsdeel van 50% bij investeringen is de liquiditeitsruimte krap; bij een eventuele grotere daling van het aantal inschrijvingen wordt die financieringsruimte nog krapper, omdat de rijksbijdrage daalt, maar de kosten minder flexibel zijn. Dit vereist tijdig ingrijpen in de bouwplannen; eventuele overschrijdingen van de bouwkosten moeten uit andere middelen worden gefinancierd. De inspectie heeft met het College van Bestuur afgesproken dat de VU de inspectie direct informeert over ontwikkelingen bij de uitvoering van de bouwplannen en/of het financieringsplan die een negatief effect hebben op de financiële continuïteit van de VU. 2.6 Financiering van vastgoed en derivaten Voor de financiering van de investeringen in haar vastgoed heeft de VU een financieringsarrangement met de banken afgesloten voor in totaal 230 mln. Op basis van de huidige inzichten verwacht de VU dat uiteindelijk circa 215 mln. van deze externe financieringsruimte zal worden benut voor de investeringen. Ter dekking van het renterisico op lang vreemd vermogen heeft de VU vanaf 2005 een zevental renteswaps afgesloten met een contractwaarde van in totaal 198 mln. De marktwaarde van de derivaten bedroeg eind 2014 142,6 mln. negatief (eind 2015 126,3 mln. negatief). Tegenover een deel van deze derivaten zijn (nog) geen leningen aangegaan. Dit is het gevolg van te vroegtijdig aangegane renteswaps ter afdekking van het renterisico die vanwege vertraging in de uitvoering van de vastgoedplannen niet goed aansloten bij de feitelijke financieringsbehoefte van de VU. Deze zogenoemde ineffectiviteit vormt een langlopende schuld en bedroeg eind 2014: 25,8 mln. (eind 2015 22 mln.). Op basis van de huidige inzichten in de bouwplannen verwacht de VU dat de ineffectiviteit van de derivaten in de komende jaren zal verminderen door afroepen van de leningtranches. De VU verwacht na 2017 geen verliezen te leiden wegens ineffectieve derivaten. De inspectie constateert dat de VU risico loopt met de (ineffectieve) derivaten. Als de bouwplannen niet doorgaan, zal de VU ook na 2017 waarschijnlijk jaarlijks een verlies lijden of zij moet het ineffectieve deel van de derivaten afkopen. De inspectie heeft met het College van Bestuur afgesproken dat de VU de inspectie elk halfjaar informeert over de ontwikkeling van haar derivatenportefeuille. Pagina 15 van 19

Pagina 16 van 19

3 Financieel toezichtarrangement VU Op grond van de bevindingen die in hoofdstuk 2 zijn beschreven, constateert de inspectie dat de huidige en de verwachte financiële positie van de VU een negatieve ontwikkeling kent en een aantal risico s bevat. De financiële continuïteit van de universiteit is echter binnen afzienbare termijn nog niet in het geding. Bij deze conclusie is rekening gehouden met de door het College van Bestuur van de VU aangekondigde beheersmaatregelen ter bewaking van de geconstateerde risico s en met de verbetering van de exploitatieresultaten naar tenminste een beter dekkende begroting en een verbetering van de financiële positie. Op basis van het bovenstaande heeft de inspectie besloten om het financieel continuïteittoezicht op de VU ongewijzigd te laten. De inspectie kent dan ook het basisarrangement financieel toezicht toe aan de VU. De inspectie zal de komende periode de financiële positie van de VU blijven monitoren. De inspectie heeft daarover de volgende afspraken gemaakt met het College van Bestuur van de VU. De VU informeert de inspectie per kwartaal over de ontwikkeling van de liquiditeit en informeert de inspectie terstond over uitkomsten die een sterk negatief effect hebben op de liquiditeit, zoals het uitblijven van de benodigde aanvullende kredietfaciliteit. De VU informeert de inspectie direct over ontwikkelingen bij de uitvoering van de bouwplannen en/of het financieringsplan die een negatief effect hebben op de financiële continuïteit van de VU. de VU informeert de inspectie elk halfjaar over de ontwikkeling van haar derivatenportefeuille. Tevens heeft de inspectie het volgende afgesproken met het College van Bestuur van de VU: mochten zich ontwikkelingen voordoen die de financiële positie van de VU sterk (negatief) beïnvloeden, dan meldt het College van Bestuur dat meteen bij de inspectie. Dit besluit is gebaseerd op door de VU verstrekte informatie en haar toelichtingen daarop. De inspectie heeft de informatie op aannemelijkheid beoordeeld, maar heeft hierop geen controlewerkzaamheden of onderzoek in de (financiële) administratie van de VU verricht. Pagina 17 van 19

Pagina 18 van 19

Bijlage In de onderstaande tabel is een vergelijking opgenomen van de ontwikkeling van de financiële gegevens van de VU en die van de wo-sector. VU Sector WO (bedrag in 1 mln.) 2009 2014 2014 t.o.v. 2009 2009 2014 2014 t.o.v. 2009 Totaal balans 470,10 590,82 126% 5.686,80 6.852,90 121% Totale exploitatie/totale baten 420,10 482,64 115% 5.737,70 6.373,20 111% Balans t.o.v. exploitatie 112% 122% 99% 108% Materiele vaste activa (MVA) 289,40 462,32 160% 3.760,70 4.336.1 115,30% MVA t.o.v. totaal balans 62% 78% 66% 63% Eigen vermogen 249,40 238,5 96% 2.883,50 3.383.6 117% Eigen vermogen t.o.v. totaal vermogen 53% 41% 51% 49% Langlopende leningen 0,10 124,73 124727% 496 732,9 148% L/leningen t.o.v. totaal balans 0,02% 21% 9% 11% Rijksbijdrage 266,10 291,47 110% 3.340,10 3.626,00 108,60% Rijksbijdrage t.o.v. totale baten 63% 60% 58% 57% Totale lasten 431,50 493,48 114% 5.706,50 6.206,60 108,80% Huisvestingslasten plus afschrijvingen 52,90 69,43 131% 755,5 870,3 115,20% Huisvestingslasten plus afschrijvingen t.o.v. Totale lasten 12% 14% 13,20% 14,00% Pagina 19 van 19