TALENTENZOEKTOCHT. handleiding ouders. bijlage 11

Vergelijkbare documenten
Maak zelf geld. Lesvoorbereiding. Verwondering. Kennis

TALENTENZOEKTOCHT. kopiebladen talentenkaartjes. bijlage 9

Arrangement 1 De Luisterthermometer

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

DEEL 4 TOEKOMSTSPEL. leidraad leerkracht

Naam:

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

Wereldoriëntatie. Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende technische beroepen besproken of hebben een bezoek gebracht aan de

SPELFICHE: WAT WORD IK?

Dagbegeleiding. Het Klavier. kennismakingsbrochure

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Lesvoorbereiding: Horeca (beroepen: kelner en barpersoneel)

lesmateriaal Taalkrant

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind

SPEELWIJZE KWALITEITENSPEL PLUS Versie in eenvoudig Nederlands

Studiek e uze. Neem je tijd voor belangrijke stappen!

godsdienst voor het basisonderwijs

Ouderbetrokkenheid: interviewschema

Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag.

De stappendans van oplossingsgericht werken Voorbeeld van een onlinegesprek

Generieke competenties bepalen

Stap 7 Nabespreking met het slachtoffer en nabespreking met de steungroepleden (apart)

Leerlijn Samenwerken SingaporeNext

SPELFICHE: WIE ZIT ER IN DE LEERLINGENRAAD?

Reflectiegesprekken met kinderen

Les 1: Een verhaal dat zich afspeelt in de toekomst

Naverwerking van een bezoek aan

Studiek e uze. Neem je tijd voor belangrijke stappen!

Ouderavond secundair onderwijs. 11 maart 2019

Toelichting op het SCOL normeringsonderzoek

Lesvoorbereiding: Grafische sector (beroep: drukker)

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

APQ-vragenlijst 28 maart Bea Voorbeeld

Over complimenten gesproken Ken je de complimentenbal al? Een leuke manier om kinderen complimenten aan elkaar te laten maken!

Onderzoek. Stappenplan

SPEELWIJZE KWALITEITENSPEL

Autonomie ervaren betekent dat je je werk graag doet en zinvol vindt. De volgende vragen peilen naar jouw ervaringen.

SPEELWIJZE KWALITEITENSPEL PLUS Versie in eenvoudig Nederlands

De Wondere Werking van Verhalen

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL

Sjabloon studie - en schooladvies

WIJ BESLISSEN MEE: KINDEREN EN INSPRAAK

Teken een architect. Lees het volgende verhaal:

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

Werkloos, hoezo? Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Geef een. Over rapportgesprekken en eigenaarschap

PAD informatie voor ouders

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

Morya Wijsheid Basiswerkboek

Bijlage 6 uit het schoolreglement

Sessie 2: Hoe werk je aan de eindtermen Nederlands, ook in andere vakken?

Adviesgesprek Van contact naar contract

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers

Pestprotocol Gaspard de Coligny

Tijdlijn keuzeproces met ouders en leerlingen

Moedig je groep aan voordat jullie aan het werk gaan. Wanneer iemand even vastzit, zeg je bijvoorbeeld: Kom op, je kunt het wel.

Ondernemerschapsblokkades

Mijn collega (of leidinggevende) hoort mij niet. En de werksfeer zou ook beter kunnen

SPEELWIJZE KWALITEITENSPEL PLUS Versie in eenvoudig Nederlands

Leren kennen van zichzelf

Arrangement 1 De Luisterthermometer

IVV Sint-Vincentius. Welkom in de eerste graad! Eerste en tweede jaar A-stroom

Lesvoorbereiding: Printmedia (beroep: drukker)

SPEELWIJZE KWALITEITENSPEL

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

(T)huiswerkbeleid onze visie van huiswerk naar thuiswerk, een groot verschil

SPEELWIJZE KWALITEITENSPEL PLUS - Bladzijde 1 / 7

Hoe aardgasvrij woon jij?

Juf Sabine en juf Maaike

23/12/15. Doelen. Opdracht: Huidige situatie in beeld. Levensdomeinen. Betekenis van werk. Huidige situatie Belangrijke doelen

SPEELWIJZE KWALITEITENSPEL - Bladzijde 1 / 6

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Jouw weg naar het hoger onderwijs

3 Hoogbegaafdheid op school

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Soorten gezinnen. 2. Vakgebied en vakonderdeel: Wereldoriëntatie / Godsdienst. Eerste graad Tweede graad Derde graad

Wie ben jij? HANDLEIDING

Overzicht van de coöperatieve werkvormen per leerjaar Tweede leerjaar

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

IKHEBHOOP.NL LESBRIEF HET HOOP LIED! Handleiding leerkracht

Leuk, praktisch en inspirerend W&T onderwijs. Professionaliseringstrajecten voor het primair onderwijs Mei 2014

Evaluatierapport. Workshop ADHD. Fontys PABO Limburg. Drs. Arno de Poorter Drs. Anne van Hees

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

KiesWijzer. een les over kiezen voor het voortgezet onderwijs

Lesvoorbereiding: Chemie, kunststoffen en life-sciences (beroep: Onderzoeker)

18 OKTOBER 2018 YOUCA ACTION DAY MAAK VAN JE LEERLINGEN ACTIEVE WERELDBURGERS SCHOOLBROCHURE 2018 YOUCA.BE

Ons huiswerkbeleid. Wij vinden huiswerk belangrijk, omdat het:

2. Leeftijd jaar 4 50% jaar 0 0% jaar 1 13% > 31 jaar 3 38% 3. Vooropleiding/tewerkstellingsproject ASO 1 13% TSO 3 38%

Huistakenbeleid. 1. Visie op huistaken/lessen. 2. Concrete afspraken binnen de school. Samengesteld door WG Leren Leren, in samenwerking met het team.

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Preborden BASISONDERWIJS. Doelgroep. Ontwikkelingsdoelen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

LEERJAAR 3 WERELDORIËNTATIE

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

LOB, wat moet ik ermee als ouder?

Koninklijk Atheneum Keerbergen Loopbaanbegeleiding

Coalitielid met hart en ziel

Praten met kinderen over de wereld: Tien Tips voor Ouders

DO'S EN DON'TS VOOR OUDERS

INLEIDENDE BLAADJES CHECKLISTS GENDERANALYSE. OriënTO. (Kattenberg 9, 9000 Gent). contact op met het OriënTO-secretariaat

Transcriptie:

TALENTENZOEKTOCHT handleiding ouders Concept: Riet Coulier, Sven De Maertelaere, Peter Hantson, Didier Van de Velde Illustraties en vormgeving: Wim Finck - 0032(0)478 26 81 15 Drukwerk: EMKA drukkerij nv, Kruishoutem - 0032(0)9 383 51 00 ESF: bijdragen tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid door het bevorderen van de inzetbaarheid, ondernemerschap, aanpasbaarheid en gelijke kansen en door het investeren in menselijke hulpbronnen.

Je zoon of dochter komt vandaag naar huis met een soort talentenrapport. We nodigen je uit om samen met je kind van gedachten te wisselen over dit rapport. Maar vooraf leggen we je even uit waarover het gaat. Dit talentenrapport maakt deel uit van het project HELDEN VAN ELKE DAG. We lichten hieronder toe wat het project allemaal inhoudt. Hoe helpt HELDEN VAN ELKE DAG meewerken aan de toekomst van je kind? Dit hulpmiddel wil een bijdrage leveren aan de schoolloopbaanbegeleiding van kinderen in de derde graad van het lager onderwijs. Het wil kinderen en hun ouders een steuntje in de rug geven bij de vraag welke studierichting het kind na het lager onderwijs het best kiest. Elke ouder beseft het belang van de overgang van de derde graad lager onderwijs naar het secundair onderwijs. Uiteraard is niet alleen de derde graad van belang. Elk schooljaar, elke ervaring thuis en elders kan kinderen beïnvloeden in hun studie- en latere beroepskeuze. Maar toch. deze periode is een scharnierperiode. Het is een periode waarbij we als ouder en als leerkracht het kind wat extra moeten begeleiden, en dit op volgende domeinen: Kan en wil ik kiezen? Durf ik kiezen? Begeleiding bij KIEZEN is nodig. Besef ik goed wat me daarbij bewust en onbewust beïnvloedt? Ken ik mijzelf? Helden van elke dag helpt antwoorden te zoeken op vragen zoals: Wie ben ik? Wat wil ik worden? Wat ben ik waard? (ZELFCONCEPTVERHELDERING) Hoe kan ik een bijdrage leveren aan de maatschappij? Helden van elke dag helpt mee om kinderen te laten kennismaken met studierichtingen, functies, rollen in de maatschappij. Wat kan ik later allemaal studeren? Welke jobs zijn er zoal? Wat wordt daarbij van mij verwacht? (HORIZONVERRUIMING) Hoe geef ik mijn toekomst vorm? Helden van elke dag helpt ook de LOOPBAANCOMPETENTIE begeleiden: hoe kan ik worden wat ik wil worden? Hoe kies ik? Is deze keuze wel realistisch voor mij? Waarop let ik, als ik kies? Besef ik dat ik soms te veel of te weinig rekening houd met wat andere mensen denken? Hoe kan ik mijn eigen weg zo goed mogelijk vinden? Het CLB (Centrum voor leerlingenbegeleiding) verricht op dit gebied al jarenlang degelijk werk. Hun materiaal bestaat vooral uit brochures waarmee de leerkracht op vastgestelde tijden in de loop van het jaar stilstaat bij de verschillende domeinen van de loopbaanbegeleiding van kinderen, zoals hoger vermeld. Met dit project HELDEN VAN ELKE DAG willen we aanvullend materiaal bieden.

Welke aanpak gebruikt HELDEN VAN ELKE DAG hiervoor? We kozen bij de uitwerking van dit project bewust voor een eerder ervaringsgerichte, intuïtieve en speelse aanpak. Terwijl de leerlingen door de verschillende onderdelen van het pakket wandelen, ontdekken ze op een speelse, interactieve manier wie ze zijn, welke voorkeuren en interesses ze hebben, welke talenten ze hebben, welke studierichtingen en beroepen er bestaan Dit leidt hen naar ideeën omtrent mogelijke verdere studie. En misschien geeft het hen al een suggestie over mogelijke beroepen waar ze zo stilaan zin in krijgen. We dagen hen op allerlei manieren uit om hierover na te denken en er met andere kinderen van de klas, met de leerkracht en met jullie als ouders - over te praten. Uit welke onderdelen bestaat dit hulpmiddel? Het project bestaat uit verschillende onderdelen: 1. de talentenzoektocht met het toekomstparcours, 2. het WO-thema arbeid voor gebruik in de lessen wereldoriëntatie (WO), voorbereidend op een bezoek aan het Beroepenhuis (optie), 3. het toekomstspel, een gezelschapspel voor de hele klas, 4. de cd-rom helden van elke dag. De talentenzoektocht De talentenzoektocht probeert een zicht te geven op de talenten waarover uw kind beschikt. Het rapportje dat je nu voor ogen hebt, is het toekomstparcours dat erbij hoort. Het is een soort tussentijds verslagje van de talenten van je kind. Met dit spel willen we kinderen twee jaar lang al spelend laten nadenken over hun eigen talenten. Het spel wil dus vooral helpen bij de zelfconceptverheldering van kinderen. Het probeert met andere woorden een antwoord te bieden op vragen zoals: wie ben ik? Wat kan ik? Het spel kan zowel in het vijfde als in het zesde leerjaar gespeeld worden. Op die manier proberen we te vermijden dat het gaat om een momentopname. Het spel bestaat uit volgende elementen: een zeventigtal kaartjes waarop talenten genoteerd staan, een doosje waarbij de talenten gesorteerd kunnen worden in een vakje dat talent bezit ik en in een vakje dat talent bezit ik niet!, een rapportje, het toekomstparcours van de talenten die het kind bezit. 3

Het lesthema Arbeid In de loop van het zesde leerjaar werkt de leerkracht met het WO-thema Arbeid. Binnen dit thema wordt aandacht geschonken aan allerlei aspecten van arbeid. Er werden 7 activiteiten ontworpen: 1. Wat is werken? In een eerste activiteit zoekt de leerkracht samen met de kinderen wat werken inhoudt. Samen gaan ze op verkenning in de beroepenwereld. Deze activiteit wordt afgesloten met een aantal vragen zoals: is naar school gaan ook werken? Moet je altijd zakgeld krijgen voor een jobje thuis? 2. Waarom werken wij? Werken wij alleen om geld te verdienen? Of werken we ook omdat we het leuk vinden? Omdat we iets willen betekenen? Omdat..? 3. De beroepssectoren Kinderen leren het onderscheid tussen actieve en passieve bevolking. Ze merken ook dat hun ouders werken in verschillende beroepssectoren (primaire, secundaire en tertiaire beroepssector). 4. Alle mensen werken samen In deze activiteit wordt aangetoond dat alle beroepen zin hebben, dat het werk van de ene het werk van de andere mogelijk maakt. Het ziekenhuis als werkmilieu wordt hierbij als toegangspoort gebruikt. 5. Bouwen vroeger en nu Hoe werkten de mensen vroeger? Hoe werken ze nu? Wat is er gelijk gebleven? Wat is er veranderd? Deze geschiedkundige invalshoek wordt aangekaart aan de hand van de vergelijking tussen het bouwen van een kathedraal (vroeger) en een kantoorgebouw (nu). Aandacht voor veiligheid op het werk komt hier eveneens om het hoekje kijken. 6. Gezocht: man/vrouw Is het wel zo dat er vrouwen- en mannenberoepen zijn? Denken we dat niet een beetje te vlug. De kinderen van de klas staan even stil bij rolpatronen en bijhorende verwachtingen. Er wordt een lans gebroken om te kiezen op basis van eigen talenten! 7. Technische beroepen: nooit aan gedacht? Aan de hand van een gesprek over techniek in onze samenleving brengen de kinderen waardering op voor techniek en technische beroepen. Tijdens die activiteiten verkennen de leerlingen heel wat aspecten van werken en van verschillende beroepen. Ze doen dit op een onderzoekende manier. Dit thema kan ook gebruikt worden als inleiding op een bezoek aan het Beroepenhuis 1. Het toekomstspel, een gezelschapsspel voor de hele klas Dit spel wil een hulpmiddel zijn om samen met kinderen na te denken over zin/onzin van studeren, over belangrijke attitudes en vaardigheden in het kader van studeren en werken. Bovendien heeft het spel ook duidelijk de bedoeling om de horizon van kinderen te verruimen. Welke studierichtingen bestaan er? Welke beroepen bestaan er? Het spelbord is samengesteld uit een aantal contexten of leefruimtes. Deze contexten weerspiegelen de werelden waarin de kinderen leven (school, thuis, vrije tijd) en de studieroutes die ze in de nabije toekomst kunnen volgen (lagere school, secundair onderwijs, daaropvolgende studie). Het bevat met andere woorden vragen, opdrachten, meningen waarbij kinderen al spelend nadenken over die leefsferen. 1 Het beroepenhuis is een educatief centrum voor alle jongeren van 11 tot 14 jaar, hun leerkrachten én hun ouders. Concreet betekent dat dat alle jongeren van de derde graad van het basisonderwijs (met de focus op het zesde leerjaar) en de eerste graad van het secundair onderwijs uit heel Vlaanderen worden uitgenodigd om meer te weten te komen over de wereld van arbeid, praktische uitvoerende beroepen en opleidingen. Het beroepenhus is gelegen aan de Doornzelestraat 86-92, 9000 Gent. Bijkomende info vind je op www.beroepenhuis.be

De cd-rom helden van elke dag Enkele interactieve spellen waarbij leerlingen aangezet worden om na te denken over arbeid, over de zin van werken, over beroepen en economische sectoren Spel 1: werken, hoe zo? (over betaalde en onbetaalde arbeid, over werken onder een werkgever en zelfstandig werken, over.); Spel 2: beroepen en economische sectoren (het spel geeft een zicht op de verschillende economische sectoren; kinderen kunnen onderzoeken hoe het met het werk van hun ouders zit; in welke economische sector horen zij thuis?) Spel 3: waarom werken mensen? (De kinderen worden aangezet om na te denken wat werken in een mensenleven kan betekenen. Het geeft structuur aan ons leven, het levert ons een inkomen op, we hebben er voldoening van.). Al het materiaal wil leraren ondersteunen bij het begeleiden van de studie- en beroepsoriëntering van jongeren. Het project stelt leraren materiaal ter beschikking waarmee ze de kinderen van hun klas kunnen helpen bij het leren kennen van hun eigen talenten, bij het leren kiezen, bij het kennis maken met bepaalde beroepen en de kennis en vaardigheden die voor die beroepen verwacht wordt. Jij als ouder voelt je uiteraard ook zeer betrokken bij je kinderen en bij hun toekomst. Hun studieen latere beroepsloopbaan maakt een belangrijk deel uit van je bekommernis om hen. Je kent je kinderen beter dan wie ook: je praat ermee, je ziet ze dagelijks bezig in allerlei activiteiten. Logisch dat we ook jou een stem willen geven in dit proces. Hoe kan u actief meewerken met de talentenzoektocht van uw kind? Zoals gezegd bevat dit spel een zeventig kaartjes waarop mogelijke talenten van kinderen vermeld staan. Verder is er een doosje voorzien dat opgedeeld is in twee vakjes: een vakje met het opschrift dat talent bezit ik en een vakje met het opschrift dat talent bezit ik niet. Het is de bedoeling dat de kinderen op geregelde tijdstippen het pakje talenten sorteren in één van beide vakjes. De leerkracht laat de kinderen de talenten voor de eerste keer sorteren bij het begin van het vijfde leerjaar. De kinderen krijgen rustig de tijd om alle kaartjes door te nemen en ze te rangschikken in één van beide hokjes van het doosje. De juf/meester benadrukt daarbij dat elk talent goed is en dat niemand over alle talenten beschikt. Hij/zij vertelt eveneens dat het aantal talenten niet ter zake doet. Beter één talent waarvan je echt overtuigd ben, dan 5

twintig talenten die je zomaar lukraak in het bakje legt. In de dagen die erop volgen, stimuleert hij/zij de kinderen af en toe om het sorteerwerk nog eens opnieuw te bekijken. Hij/zij kan ook een tip geven: Dat heb jij zopas goed gedaan. Heb je al eens gekeken of je dat in je talentenbakje terug vindt? Stop het er anders maar in, hé? Tegen de kerstperiode hebben de kinderen al een tijdje met het talentendoosje gewerkt. Dan organiseert de juf of meester een gespreksmomentje tussen twee kinderen van de klas. We vinden dit een belangrijke kans om het zelfconcept van kinderen nog beter te verhelderen. De stem van klasgenootjes wordt hierin zelden gehoord, terwijl we er mogen van uitgaan dat kinderen elkaar goed kennen. Thuis kunnen ze vaak haarscherp vertellen wat Peter of Karlien nu net zo bijzonder of vervelend maakt. De kinderen gaan samen aan de tafel zitten en bekijken elkaars talentendoosje. De juf/meester let erop dat beide kinderen het goed met elkaar kunnen stellen. Het is vooral de bedoeling dat elk kind een nog beter zicht krijgt op eigen mogelijkheden. Het mag zeker geen welles-nietes-gesprek worden tussen kinderen die elkaar niet echt kennen of begrijpen. Elk kind komt daarbij aan de beurt. Het ene kind toont welke talenten het in het dat bezit ik wel - vakje van het doosje heeft gelegd. Het probeert dat aan het andere kind uit te leggen met concrete voorbeelden. (Zo kan het bijvoorbeeld vertellen wanneer het de voorbije maand eens bijzonder hulpvaardig was.) Het andere kind kan dat talent in vraag stellen. Het argumenteert dat eveneens vanuit concrete voorbeelden. Het tweede kind kan ook talenten opsommen waar het eerste kind zelf niet aan dacht. Eén punt blijft essentieel. Het kind over wiens talenten gesproken wordt, heeft het laatste woord. Hij/zij beslist uiteindelijk in welk vakje het talent terecht komt. Na dat gesprek gaat elk kind weer alleen aan de tafel zitten en vult zijn/haar individueel toekomstparcours in. Het resultaat van dat invulwerk ligt nu voor u. Dit is het moment waarop de juf/meester en jullie, de ouders zich eens kunnen buigen over het talentenprofiel van de kinderen. Ook jullie kunnen in gesprek vragen stellen bij de talenten die je kind in het vakje dat talent bezit ik verzameld heeft. Maar ook hier heeft het kind het laatste woord. Er is op het toekomstparcours wel ruimte voorzien voor de leerkracht en voor jullie om je commentaar kort te noteren. Rond de paasperiode en aan het einde van het schooljaar wordt dezelfde procedure gevolgd. De profielen van de drie periodes zijn naast elkaar zichtbaar zodat het kind merkt in welke zin er evolutie is. Het totale profielenrapportje gaat ook mee naar het zesde leerjaar. Het is de bedoeling daar op dezelfde manier mee verder te werken. We geven jou verder een aantal richtlijnen mee die je kunnen helpen om met je kind in gesprek te gaan en neer te schrijven wat je denkt. Het lijkt ons erg belangrijk kinderen te stimuleren, te wijzen op wat ze reeds kunnen. En dan is een positieve formulering essentieel. Je probeert dus vooral te praten over wat de kinderen wel kunnen, over de talenten die ze wel bezitten. Bekijk samen met je kind grondig het rapportje. Vraag daarbij aan je kind waarom het denkt over die bepaalde talenten te beschikken. Laat het die talenten aantonen met een voorbeeldje. Vertel me eens wanneer jij je werk zo goed gepland hebt? Waaraan denk je als je dat zegt?

Laat het kind ook verwoorden waarom het denkt niet over bepaalde talenten te beschikken. Begin dan met aanvullende talenten. Argumenteer duidelijk waarom jij vindt dat je kind bepaalde talenten wel heeft. Probeer dit aan te geven met heel duidelijke voorbeelden. Weet je wel die keer toen Toen kon je toch erg goed begrijpen hoe triestig Bas zich voelde. Je hebt het hem zelf gezegd dat je dat begreep. Je kan in de dagen die erop volgen het kind op het gepaste moment zelfs wijzen op een bepaald talent: Dat heb jij zopas goed gedaan. Heb je al eens gekeken of je dat in je talentenbakje terug vindt? Stop het er anders maar in, hé. Ga nadien een gesprek aan over die talenten waarbij je denkt dat je kind zichzelf wat overschat. Laat het kind zichzelf toelichten, als dat ondertussen nog niet gebeurd is. Vertel nadien waarom jij niet akkoord gaat. Geef ook hier duidelijke voorbeelden. Ook deze talenten kunnen in de dagen die erop volgen onderwerp van gesprek zijn. Je kan het kind wijzen op bepaald gedrag dat illustreert dat dat talent toch nog niet zo sterk aanwezig is. Maar laat het kind uiteindelijk wel zelf beslissen wat hij/zij ervan vindt. Vindt hij/zij dat hij/zij er wel over beschikt dan laat je het erbij. Je merkt het: het komt er op aan je kind te helpen om zichzelf zo juist mogelijk in te schatten. Vraag je daarbij steeds zelf af uit welk gedrag van je kind je een bepaald talent afleidt. Zoek dus steeds naar situaties, voorbeelden die je je herinnert en bespreek ze samen met je kind. Zo voorkom je ook zelf dat je je kind onder- of overschat. Noteer daarna in de witruimte die voor jou als ouder voorzien is, of je akkoord gaat met het talentenprofiel van je kind, welke aspecten jij anders ziet en of je kind al dan niet akkoord gaat met jouw inbreng. Je kan jouw visie ook eens vergelijken met de visie van de meester of juf. Hij/zij zal ondertussen ook al zijn/haar commentaar op het talentenrapportje genoteerd hebben. Wanneer je het rapportje voor de tweede, derde, vierde keer ziet, kan je je in het gesprek vooral toespitsen op de evolutie die zich ondertussen misschien heeft voorgedaan. Je kan verder nog eens inspelen op die aspecten die je de vorige keer anders zag dan je kind. Blijft het kind bij zijn idee? We hopen dat dit gesprek de kinderen verder op weg helpt om te ontdekken wie ze zijn, om te ontdekken dat ze voortdurend veranderen, om te beseffen dat ze daar ook zelf iets kunnen aan doen. En we wensen jullie samen een aangename en zinvolle gespreksronde. 7